‘Niet elk pijntje is een blessure’
10 vragen aan Evert Verhagen, hoogleraar epidemiologie van sport, bewegen en gezondheid
Het goede nieuws: we zijn ons steeds meer bewust van het belang van bewegen. Sportscholen zien hun ledenaantal stijgen en fabrikanten van sportartikelen doen goede zaken. Het slechte nieuws: steeds meer Nederlanders zitten met blessures thuis op de bank. Dat zou niet nodig moeten zijn, stelt Evert Verhagen, hoogleraar epidemiologie van sport, bewegen en gezondheid.
Je signaleert een toename van het aantal sportblessures; is sporten dan nog wel zo gezond?
“Het is heel goed dat we ons er steeds meer bewust van zijn dat bewegen erg belangrijk is voor onze gezondheid. Ik ben dus heel blij dat bijna de helft van de Nederlanders de beweegnorm haalt. 61 procent sport zeker eens per week en ik hoop dat dit in de toekomst alleen maar gaat toenemen. Die beweegnorm gaat echter niet zozeer om sporten alleen, maar meer om elke dag een halfuur actief bezig te zijn. Naar je werk fietsen, lunchwandelen, boodschappen doen met de fiets of te voet valt daar ook onder. Juist dat actief bezig zijn geeft de allergrootste gezondheidswinst. Vooral het risico op diabetes en hart- en vaatziekten verminder je op die manier sterk. Maar meer en meer Nederlanders willen graag wat meer doen en vooral hun fitheid vergroten en gaan daarom sporten.”
Wat is het verschil tussen fitheid en gezondheid?
“Goede vraag! De grootste winst voor je gezondheid haal je uit het doorbreken van inactiviteit. Dus niet te lang achter elkaar stilzitten. Zeker voor mensen die de hele dag achter een bureau werken, is even naar het koffiezetapparaat lopen, een printje ophalen en niet mailen, maar naar je collega lopen voor overleg ontzettend belangrijk. Al die kleine beetjes dragen bij aan meer activiteit en samen zorgen ze ervoor dat de kans op chronische ziekten minder wordt. Dat is dan je gezondheidswinst: minder ziek worden. Maar als je ook nog van dat buikje af wilt, sterke spieren wilt kweken, je conditie wilt vergroten en nog minder kans wilt hebben op diabetes, dan komt er ongetwijfeld toch iets van sport om de hoek kijken. Dan ben je bezig met het vergroten van je fitheid. Behalve dat het je fitheid vergroot, versterkt het ook je gezonde gevoel. Het maakt je energieker, je staat op met goede zin in de dag en – niet onbelangrijk – je ziet er beter uit. Omdat veel mensen zich fitter willen voelen, gaan ze fitnessen in de sportschool of beginnen ze met hardlopen.”
Noem je hardlopen en fitness, omdat deze sporten meer blessuregevoelig zijn?
“Nee, ik geloof niet dat de ene sport meer blessuregevoelig is dan de andere. Over het algemeen genomen zie je dat het aantal blessures in de periode 2008 tot 2013 in bijna elke tak van sport is toegenomen. We vermoeden dat dit vooral te wijten is aan de stijging van het aantal sportievelingen. Verder zie je dat een hoop mensen die lang niets aan sport gedaan hebben, zich aanmelden bij de sportschool of zelf gaan hardlopen, omdat dit makkelijk is. Je doet het vaak in je eentje, je bent daardoor flexibel om te gaan waar en wanneer je maar wilt. Dat is lekker. Het nadeel is echter dat beginnende sporters vaak letterlijk te hard van stapel lopen. Het is sportschoenen aan en hopla, vól aan de slag. Ze staan er onvoldoende bij stil dat een lichaam dat een tijdje niets gewend is geweest, niet van de een op de andere dag in staat is om bijvoorbeeld in volle vaart vijf kilometer hard te lopen. Je lijf heeft tijd nodig om daaraan te wennen. De belastbaarheid van spieren, aanhechtingen, pezen en gewrichten moet je langzaam opvoeren. Als je lange tijd niets aan sport hebt gedaan, zou je eigenlijk je lichaam ‘sportklaar’ moeten maken, voordat je écht gaat sporten.”
Lopen vooral beginnende sporters blessures op?
“Ja, veel beginnende sporters denken dat ze goed bezig zijn geweest als ze de volgende dag spierpijn hebben. Maar dat is niet per definitie de juiste maat. Het ligt er maar net aan hoeveel pijn je hebt en hoe snel je weer hersteld bent. Een beetje spierpijn kan geen kwaad, maar het moet wel echt met een dag of twee over zijn. Wanneer is pijn dan een blessure? Daar is geen heel eenduidig antwoord op te geven. Uiteraard heb je de acute blessures zoals een spierscheur of zweepslag, die herken je onmiddellijk. Dan kun je gewoon niets meer. Maar veel vaker zijn blessures van die kleine pijntjes die maar door blijven zeuren en waar je niet echt vanaf komt. We zien ook dat beginnende sporters zulke pijntjes eerder als blessure aanmerken, terwijl de ervaren sporters het over een ongemak hebben.”
Hoe komt dat dan?
“Als sporter loop je vroeg of laat tegen grenzen op en praktisch elke ervaren sporter heeft ooit weleens een blessure opgelopen. Dat is geen ramp. Je leert er ook van. Je leert je lichaam kennen en hoe je om beperkingen of pijntjes heen kunt bewegen. En, niet elk pijntje is een blessure. Dat hebben beginnende sporters nog niet altijd ontdekt. Wat een blessure is, is dus maar net wat je zelf als blessure ervaart. Zo’n blessure hoeft overigens niet om groot letsel te gaan, hoor. Meestal is het een knie die pijn blijft doen of een schouder die opspeelt en als die overbelasting na een dag of twee nog niet weg is, hebben we het over het algemeen al snel over een blessure. De beginnende sporter is daardoor zo een paar weken uit de running. En dat is dan ook meteen de grootste fout die je kunt maken, dat je thuis op bank gaat herstellen en niet meer beweegt. Niet doen! Dat werkt juist averechts. Ga liever als je normaal drie keer per week vijf kilometer hardloopt, nu vijf keer drie kilometer hardlopen of ga vijf kilometer wandelen. En voor mensen die naar de sportschool gaan: kies voor lichtere gewichten of een ander manier van trainen, maar blijf in ieder geval sporten. Doe je dat niet, dan ben je al gauw terug bij af en kun je helemaal opnieuw beginnen, terwijl je dus niet sneller herstelt.”
Door je lichaam ‘sportklaar’ te maken, kun je sportblessures voorkomen. Hoe doe je dat?
“Het begint ermee dat je je enthousiasme en ambitieniveau een beetje intoomt. Niet iedereen hoeft een topsporter te worden. Het gaat erom dat je beweegt op een manier en niveau die bij je passen en dat je wat doet met de feedback (pijntjes, ongemakken) die je lichaam geeft. Jezelf realistische doelen stellen en daar langzaam naartoe werken, hoe suf dit ook mag klinken, is wel de manier. Op kenniscentrumsport.nl en veiligheid.nl vind je handvatten hoe je per sport op een gezonde manier aan de slag kunt gaan.”
Hoe belangrijk is een goede warming-up om blessures te voorkomen?
“Het is nooit wetenschappelijk bewezen dat een warming-up de kans op blessures verkleint, maar tegelijkertijd: het kan geen kwaad en bereidt je lichaam voor op de activiteit die komen gaat.”
Zijn bepaalde sporten minder blessuregevoelig dan anderen?
“Daar zit wel verschil tussen. Voetbal is een contactsport en dat levert vaak wat meer kans op blessures dan sporten die je in je eentje doet zoals fitness. Maar ik zou sport geen eer aandoen als ik er nu een specifieke sport uithaal, want het gaat er niet om wat je doet, maar dat je iets doet en het liefst blijft doen. Dus het devies is vooral: kies een sport die je leuk vindt en waar je veel plezier aan beleeft.”
Sportblessures kosten de maatschappij veel geld. Hoe zit dat?
“Mensen realiseren zich vaak niet dat er ook kosten gekoppeld zijn aan die sportblessures. Enkelletsel kost vaak al € 350,- per persoon. Als je dan nagaat dat in heel Nederland op jaarbasis 680 duizend sporters een enkelblessure oplopen, dan ben je een enorm bedrag aan ziektekosten kwijt. Dan heb ik het dus nog niet gehad over het persoonlijk ongemak en de pijn die deze blessure met zich meebrengt. Als we dus maar tien procent van al het enkelleed door sport zouden kunnen voorkomen … Tel uit je winst. Blessures zijn in heel veel gevallen te voorkomen met wat goede adviezen.”
Krijgen we dan wel de goede begeleiding bij sportclubs en -scholen?
“Over het algemeen is de begeleiding bij sportclubs in Nederland kwalitatief goed genoeg. Het kan altijd beter, maar het grootste euvel is dat de meeste beginnende sporters niet meer naar sportclubs gaan. Die trainen op eigen houtje. Ze missen daardoor in veel gevallen de juiste begeleiding. Dat is misschien wel de kern van het probleem. De meeste mensen denken dat met name hardlopen vanzelf wel goed gaat. En vaak gaat het ook goed. Maar over het algemeen moet je echt léren sporten. Zelf ben ik een ervaren hardloper, maar als ik nu wil gaan hockeyen of boksen, zal ik toch les moeten nemen. Dus ja, ik ben er wel voor dat Nederlanders en vooral de beginnende sporters zich bij een sportclub aanmelden. Met de juiste techniek kun je blessures voorkomen en je haalt er sneller het gewenste doel mee. Vergeet bovendien het sociale aspect niet. Sporten met anderen is altijd gezelliger dan in je eentje en je wordt ook meer uitgedaagd om op een gezonde manier je grenzen te verleggen. Dus zorg dat je goede begeleiding krijgt en ga bijvoorbeeld naar een hardlooptraining of kies voor een wat duurdere sportschool, waar je wel persoonlijke instructie en feedback krijgt.”
Prof. Evert Verhagen is hoogleraar epidemiologie van sport, bewegen en gezondheid aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. In zijn oratie pleit hij voor meer aandacht en onderzoek naar het voorkomen van sportblessures, zodat mensen lekker en met plezier kunnen blijven bewegen en pijn en andere ongemakken geen reden worden om stil te gaan zitten.