“Het lichaam vraagt om aandacht in de psychiatrie’
Leefstijl moet worden ingezet voor beterschap bij depressies, psychosen en eetstoornissen
Een zieke geest in een gezond lichaam. Uiteraard komt het voor. Maar in de praktijk blijkt zestig tot zeventig procent van de mensen met psychische problemen óók te kampen met een chronische lichamelijke aandoening. “Hoog tijd dat daar meer aandacht voor komt”, zegt psychiater prof. Wiepke Cahn.
Toen je hoogleraar werd, stelde je in je oratie dat de levensverwachting van mensen met chronische psychiatrische aandoeningen met vijftien tot twintig jaar is afgenomen. Is dit in Nederland?
“Ja, heftig hè? In vergelijking met de ons omringende landen geeft Nederland meer geld uit aan de behandeling van psychische ziekten. Je zou dus verwachten dat mensen dan ook gezonder zijn geworden. Maar helaas, het tegendeel is waar. De kloof is alleen maar groter geworden, ten koste van de levensverwachting van mensen met psychische aandoeningen.”
Wat verklaart dat enorme verschil?
“In zijn algemeenheid geldt dat de kloof tussen arm en rijk steeds meer een kloof tussen ongezond en gezond is geworden. Dat verklaart een deel. Maar er is meer. We zien bijvoorbeeld dat mensen met angsten en depressies, ook veel vaker kampen met hart- en vaatziekten en daaraan ook overlijden. Daarnaast komen kanker en diabetes meer voor onder psychiatrisch patiënten. Ook worden bij hen lichamelijke aandoeningen nogal eens niet of te laat ontdekt. Als je namelijk bij een dokter in behandeling bent vanwege psychische problemen, relateert hij je lichamelijke ongemakken vaak aan je geestelijke conditie. Veel psychische ziekten blijken een overlap te hebben met lichamelijke ziekten. Zo lopen mensen met bipolaire stoornis meer dan gemiddeld met astma, schildklier- en nierproblemen rond. Psychosen komen vaak voor in combinatie met overgewicht en diabetes. En eetstoornissen gaan vaak samen met glutenintolerantie.”
Veroorzaakt een lichamelijke disbalans de psychische ziekte of andersom?
“Dat is de grote vraag. Dat weten we nog niet. Misschien is het ook niet of, of maar én, én, én. Zonder genetische kwetsbaarheid word je niet ziek en vaak bepaalt je leefomgeving – hoe gezond of ongezond die is – of een erfelijke aanleg tot uiting komt. Meestal is daar niet een duidelijke oorzaak voor aan te wijzen, maar spelen meerdere factoren een rol. Het vermoeden bestaat dat het afweersysteem hierin een cruciale speelt, omdat veel psychische ziekten een overlap hebben met auto-immuunaandoeningen.”
Zie je het lichaam als sleutel voor beterschap bij veel psychische aandoeningen?
“Ik denk dat je het zo moet zien: als je griep hebt, dan voel je je geestelijk ook meestal niet top. Toch? En als je je onzeker voelt of als je down bent, dan kun je lichamelijk vaak minder aan. Het een kan niet zonder het ander. Lichaam en geest zijn gewoon één. Over het algemeen geldt dat als je beter in je lijf zit, je je ook beter in je hoofd voelt.”
Krijgt de lichamelijke gezondheid voldoende aandacht in de psychiatrie?
“Nee. Nog niet. Dat heeft ook te maken met de manier waarop de zorg georganiseerd is. De scheiding van lichaam en geest zie je terug in de hokjesmentaliteit binnen de geneeskunde. In het verleden moest je het als psychiater bijvoorbeeld niet in je hoofd halen om je met diabetes te bemoeien. Die hokjesgeest is een van de redenen waarom mensen met psychische ziekten lang doorlopen met lichamelijke klachten. Er was tot voor kort te weinig onderling overleg en er bestaan veel vooroordelen. Zo koppelen veel artsen lichamelijke problemen van psychiatrisch patiënten vrijwel automatisch aan het geestelijk lijden of aan de psychomedicatie die berucht is om zijn lichamelijke bijwerkingen. Dus als het niet tussen je oren zit, dan zal het wel aan je medicijnen liggen. Het is logisch dat mensen dan aarzelen om naar de dokter te gaan met hun klachten. Het zijn allemaal logische verbanden die artsen leggen, maar je mag niet vergeten dat mensen met psychische aandoeningen ook gewoon lichamelijk ziek kunnen zijn. Nogmaals, het heeft simpelweg te maken met vooroordelen. Maar goed, de tijd is rijp voor verandering. Dat merk ik aan alles. Medisch specialisten zoeken elkaar steeds meer op en wisselen vaker informatie uit. Het gaat alleen langzaam. Het zijn ook niet alleen de artsen die moeten veranderen, de hele zorg moet om.”
Waar loop je tegenaan als het gaat om de beste zorg voor mensen met psychische problemen?
“Nou kijk, ik mag van verzekeraars bijvoorbeeld geen fysiotherapeut inschakelen voor psychiatrisch patiënten. Dat mag alleen als de persoon in kwestie rugpijn heeft of door zijn knie is gegaan. Maar ik zou graag die fysiotherapeut willen vragen om patiënten te helpen bij het opbouwen van hun conditie. Want het is sowieso niet makkelijk om in beweging te komen en al helemaal niet als je ziek bent. Mensen met psychische problemen zitten vaak in een isolement. Vanwege hun ziekte vinden ze het meestal moeilijker om goed voor zichzelf te zorgen. Daar schamen ze zich voor. Ze komen daardoor minder buiten en zitten steeds meer thuis. Zie die vicieuze cirkel maar eens te doorbreken als je al blij bent dat je de dag doorkomt. Dan heb je echt iemand nodig die je op sleeptouw neemt.”
In hoeverre kan beweging bijdragen aan beterschap?
“Bij UMC Utrecht hebben we een proef achter de rug, waarbij mensen met een psychose de keuze kregen om óf een fitnessprogramma óf creatieve activiteiten te volgen. De fitnessgroep kwam gemiddeld eens per week opdagen, maar deze mensen waren er veel beter aan toe. Ze werden minder vaak opgenomen en hadden minder psychosen. Maar goed, dan moet je mensen dus wel in beweging zien te krijgen. Want het dóén is wel een ding. Als psychiaters zijn we druk met motivatietechnieken. Daarmee kunnen mensen ontdekken wat hen motiveert. Maar of dat genoeg is? Vergis je niet: je leefstijl aanpassen is absoluut geen gemakkelijke oplossing. Het gaat niet vanzelf. Het kost tijd. Het kost moeite. En nogmaals, die energie heb je vaak niet als je ziek bent.”
Zijn er naast bewegen nog andere leefstijlaspecten waarmee mensen met psychische aandoeningen hun gezondheid kunnen verbeteren?
“Stoppen met roken. Absoluut stoppen met roken! Dat is direct keiharde winst voor hart en vaten, die toch al een zwakke plek zijn van veel mensen met psychische aandoeningen. En, er wordt veel gerookt in de psychiatrie. In ziekenhuizen mag je nergens roken, maar in de GGZ-instellingen wel. Dat is zo gegroeid. Het eerste wat mensen met psychische problemen namelijk doen als het slecht gaat, is ‘zelfmedicatie’ inschakelen. Dat wil zeggen dat ze meer gaan roken, drinken of drugs gebruiken om zich beter te voelen. We dachten altijd dat roken een manier was om beter met stress om te gaan, maar het tegendeel blijkt waar. Uiteraard voelen mensen die net gestopt zijn, zich geestelijk niet top. Dat komt omdat nicotine een piek in je brein veroorzaakt, die voor een lichte euforie zorgt. Dat is ook de reden waarom je na die piek meteen weer een sigaret wilt. Maar als het brein die prikkels van nicotine ontwend is, dan heb je ook geen pieken meer en is je stemming over het algemeen veel stabieler. Het vervelende is dat als mensen opgenomen worden in een psychiatrische instelling, ze niet eens gevraagd wordt óf ze misschien hulp willen bij het stoppen met roken of het afkicken van een andere verslaving. Terwijl dit het herstel enorm kan helpen. En, als je ze het vraagt, antwoorden mensen verrassend vaak ‘ja’.”
Wat is het effect van voeding op het brein?
“Dat is nog onduidelijker. Bij anorexia lijkt een relatie te bestaan met glutenintolerantie. Die is zo stevig dat het misschien niet verkeerd is om die meiden daarop te screenen. Al is het niet zo dat als je glutenvrij eet, je meteen ook van je anorexia verlost bent. Maar die darmen lijken toch een heel interessante rol te spelen bij de aanmaak van allerlei hersenstoffen. Probiotica zouden via de darmen ook invloed kunnen hebben op je gevoelsleven, is het vermoeden. Die darm-brein-as is er zeker een om in de gaten te houden. Te meer omdat er ook een overlap bestaat tussen verschillende chronische darmziektes en psychische aandoeningen. Ook weten we dat bepaalde voedingsmiddelen zoals suiker en koffie voor een piek in het brein kunnen zorgen. Veel milder dan nicotine, maar toch. Als je al met stemmingswisselingen kampt, is het misschien toch iets om rekening mee te houden. Helaas kun je op basis hiervan nog geen dieet opstellen.”
Denk je dat leefstijl het medicijngebruik kan terugdringen?
“Ik denk dat de geneeskunde leefstijl steeds meer als medicijn ziet. Het gaat daarbij echter niet zozeer om de vraag: hoe kom je van pillen af? Maar veel meer om: wat kun je als arts extra bereiken als het gaat om de gezondheid van je patiënten? Ik denk niet dat iedereen met een gezonde leefstijl van medicatie afkomt. Bij sommige ziektebeelden is dat gewoon heel moeilijk. Het ligt er dus aan wie er tegenover je zit. Leefstijl moet wat mij betreft integraal opgenomen worden in de behandeling, die je op die ene persoon afstemt. Leefstijlaanpassingen moeten ook bij je passen. De een profiteert wellicht het meest van een betere nachtrust of meer ontspanning, de ander knapt op van beweging of stoppen met roken. En wie weet kan dat op termijn helpen om met minder medicatie toe te kunnen of misschien – in het meest gunstige geval – helemaal af te bouwen. Maar daar moet de focus niet op liggen.”
Wiepke Cahn is psychiater en hoogleraar bij het Hersencentrum van UMC Utrecht en Altrecht, gespecialiseerd in lichamelijke aandoeningen bij psychische ziekten.