‘Stop met oordelen over rokers en dikkerds’
10 vragen aan psycholoog Susanne Täuber
Dat je er fit en fabuleus uitziet, vinden we allemaal een hele prestaties. Maar o wee als je te dik bent, rookt of misschien ziek bent. Daar vinden ‘we’ over het algemeen al gauw wat van. Sociaal psycholoog dr. Susanne Täuber waarschuwt dat al dat oordelen tot een tweedeling in de samenleving leidt en het gekke is: de gezondheidscampagnes van de overheid maken het alleen maar erger.
Dragen wij als gezondNU ook bij aan een tweedeling in de samenleving?
“Nou, dat valt denk ik wel mee. De laatste jaren is er een enorme focus van de overheid en de media op gezondheid. Krantenkoppen schreeuwen en masse bijvoorbeeld dat roken ons miljoenen kost of dat we wel drie miljard kwijt zijn aan mensen met obesitas. Vervolgens wordt zo’n krantenkop aangekleed met een foto van een veel te dik kind dat een hamburger eet. Daarmee zeg je eigenlijk: ‘Jij kost de samenleving klauwen met geld, terwijl je je gewoon zit vol te proppen. Kennelijk heb je het schijt aan alles, ook aan de schade die je daarmee de maatschappij toebrengt. Je bent gewoon een slecht mens.’ Ik overdrijf natuurlijk, omdat ik een punt wil maken. Dat punt is dat we als samenleving steeds vaker uitdragen dat gezondheid iets is dat je zelf honderd procent onder controle hebt. Gezondheid wordt daarmee neergezet als een keuze en ziekte als eigen schuld. Elke nuance ontbreekt. Als je gezond bent, ben je goed bezig. Als je ziek bent, slecht – je hebt het immers zelf in de hand.”
Waarom denken we steeds vaker in uitersten als het over gezondheid gaat?
“Die ontwikkeling is ontstaan na de introductie van de participatiesamenleving. Sindsdien is de focus meer en meer op eigen verantwoordelijkheid komen te liggen, ook als het op je gezondheid aankomt. En wat gebeurt er als gezondheid je eigen verantwoordelijkheid is? Dan hoeft de overheid zich er niet of nauwelijks mee te bemoeien. Dat doet ze dus ook steeds minder. Vervolgens is het wel jouw schuld als je ziek wordt, te dik bent of rookt. Dat is immers jouw keuze en daarmee ook jouw verantwoordelijkheid. Dus mag je ervoor betalen. Maar is dat terecht? Heeft de overheid dan geen zorgplicht? Of is de participatiesamenleving gewoon een goede smoes om als overheid je handen van iedereen af te trekken en te zeggen: zoek het maar uit.”
Wat versta je onder ‘zorgplicht’?
“De overheid bepaalt het speelveld: welke gezonde keuzes jij als individu kúnt maken. Zo zijn we in Europa decennialang goed beschermd geweest tegen de goedkope suikers zoals glucosestroop, die in de Verenigde Staten al sinds de jaren tachtig gemeengoed zijn en die ook verantwoordelijk worden gehouden voor de obesitasepidemie aldaar. Een jaar geleden heeft Europa besloten om die goedkope suikers toch toe te laten. Wetenschappers waarschuwden direct voor de gevaren. Tevergeefs. Is het dan je eigen schuld als mensen steeds dikker worden en steeds meer suikerziekte ontwikkelen? ‘Ja,’ zegt de overheid, ‘je bent verantwoordelijk voor de boodschappen die je in je karretje stopt.’ Maar nee, dat ben jij niet alleen.”
Waarom ben je niet alleen verantwoordelijk?
“Ik weet niet hoe het voor jou is, maar ik vind gezond boodschappen doen een hele opgave. Ik moet me werkelijk in bochten wringen om bijvoorbeeld ergens havervlokken vandaan te trekken, terwijl alle zoetigheid voor het grijpen ligt. En hoe zit het als je de taal niet goed machtig bent? Hoe moet je dan etiketten ontcijferen? En wat als je onvoldoende kennis hebt om te begrijpen wat er staat?”
“Neem mijn zoon van twaalf. Hij is helemaal in de preventiegeest van onze overheid opgevoed en eet het liefst van dat donkerbruine brood, omdat dit gezond zou zijn. Zo staat het immers in de schijf van vijf, heeft hij geleerd. Onlangs heb ik met hem het etiket van zo’n bruinbrood uit de supermarkt uitgeplozen. Het bruin was afkomstig van bruine basterdsuiker, niet van volkorengranen en die knapperige korst zat niet vol zaadjes, maar goedkope sojavlokjes. Hij voelde zich zo bedrogen! En hij niet alleen. Eigenlijk zijn we allemaal het spoor bijster geraakt. Ergens snap ik ook dat je na een jarenlange strijd van afvallen en falen, besluit tot een maagverkleining. Maar het is toch ook vreemd dat we zo’n maagverkleining vergoeden, terwijl de overheid nog steeds die slechte suikers in de supermarkt toelaat?”
“Dus ja, ik vind dat de overheid een zorgplicht heeft. Niet zozeer omdat dikke, zieke of rokende mensen zielige slachtoffers zijn en zelf geen verantwoordelijkheid hebben voor hun gezondheid, maar de overheid moet de gezonde keuze niet nóg moeilijker maken. Gezond moet makkelijk, lekker en vanzelfsprekend worden. Daar ligt een rol voor de overheid. Maar zover zijn we nog lang niet, ben ik bang.”
Jij waarschuwt voor tweedeling in Nederland.
“Ja. Wanneer je kijkt hoe gezondheid in Nederland verdeeld is over de bevolking, dan is dat heel, heel scheef en het wordt steeds schever. Hoogopgeleiden worden niet alleen steeds ouder, ze leven ook steeds langer in goede gezondheid. Voor laagopgeleiden geldt het omgekeerde. Alle campagnes van de overheid ten spijt: ze bereiken deze mensen niet. Laagopgeleiden ervaren de overheid ook als afwezig, terwijl hoogopgeleiden de overheid als betuttelend zien. Het Schoolontbijt bijvoorbeeld vindt die laatste groep maar niets, omdat het naar hun maatstaven niet echt gezond is. Hoogopgeleiden weten vaak prima wat ze zelf kunnen doen om gezond te leven. Laagopgeleiden vergelijken zich vooral met anderen uit hun buurt. Als de buurman drie keer per week naar de snackbar gaat en jij maar twee keer, ben je in jouw beleving al goed bezig.”
“Dat is een heel andere manier van naar gezondheid kijken. Gezonder worden begint voor laagopgeleiden doorgaans heel vaak dichtbij. In je straat, je buurt, je eigen huis Daar spelen overheidscampagnes totaal niet op in. Maar moet je je voorstellen wat je kunt bereiken met gezonde rolmodellen in de buurt? Met een stoppen-met-rokenpoli in de wijk? Met een snackbar die een dag per week alleen maar vegetarische snacks serveert? Ik denk dat hier heel veel winst valt te halen.”
Wie denken er vooral in goed en slecht?
“Voor mijn onderzoek hebben 1500 mensen vragenlijsten ingevuld. Van die groep (die niet honderd procent representatief is voor heel Nederland) blijkt 20 tot 25 procent een rigide denker te zijn. Wie zijn dat? Over het algemeen zijn dit gezonde mensen, die slank zijn en niet roken. Zij zien meer dan wie dan ook gezondheid als eigen keuze. Als je jezelf niet onder controle kunt houden, ben je dus slecht, dik of dom. Dat zwart-witdenken en meteen klaarstaan met je oordeel is typisch voor rigide denkers. Zij zien gezondheid als een beloning voor hun inspanningen. Maar je kunt aan de buitenkant nooit zien hoe vaak een dik iemand geprobeerd heeft om af te vallen of hoeveel die beweegt. Voor een roker geldt hetzelfde. Toch worden deze mensen continu veroordeeld door de gezonde, slanke samenleving. En als je nu vraagt wat fitte mensen gedaan hebben om zo gezond te blijven, dan blijkt dat dit heel vaak gewoon is komen aanwaaien. Kijk naar studenten die vrijwel allemaal slank en fit zijn, maar wel wekenlang leven op diepvriespizza’s, altijd slaap tekortkomen en zich laveloos zuipen. Je kunt toch niet zeggen dat zij hard hebben gewerkt aan een gezond en slank lijf?”
Wat is het gevaar van strikt in goed of slecht denken als het op gezondheid aankomt?
“Niet alleen de studenten zijn gezond, slank en fit, ook onze politici zijn dat bijna allemaal. Zij beoordelen gezondheidskwesties dus met die strenge morele bril op en ontwikkelen op basis daarvan beleid. We zitten allemaal in een bubbel. Ikzelf ook. Ik kan zomaar twee weken lang niemand tegenkomen die rookt. Maar dat zegt dan ook meteen alles over mij. Als je in een bepaalde groep zit, is het nauwelijks voor te stellen dat het er twee kilometer verderop heel anders aan toe gaat. Begrip is ver te zoeken. Het is goed om je hiervan bewust te zijn en niet meteen klaar te staan met oordelen.”
“Uiteraard vinden we het allemaal belangrijk dat kinderen meer bewegen. Maar als je in een wijk woont waar speeltuintjes onder de hondenpoep en het glas liggen, als er alleen maar hangjongeren zijn die roken en dealen, dan is het niet gek dat je je kind binnenhoudt en laat gamen. Dat zou iedere ouder doen. Maar ja, zo komen kinderen dus niet aan de beweegnorm.”
“Wat ik hiermee wil zeggen is dat je meer dan alleen kennis nodig hebt om gezond te kunnen leven. Je hebt een gevoel van veiligheid nodig om je kinderen buiten te kunnen laten spelen. Een goed inkomen is belangrijk, zodat je geen geldzorgen hebt en er ruimte in je hoofd overblijft voor creativiteit om een gezonde maaltijd in elkaar te draaien. Als je elke avond uitgeput op de bank neerstort en nauwelijks geld overhoudt, dan is gezond leven geen eerste prioriteit.”
Hoe schadelijk is dat goed/slecht-denken voor dikkere mensen en rokers?
“Erg schadelijk. Een roker kan nog doen alsof hij niet rookt en zich onttrekken aan sociale stigma’s door zijn sigaret later ergens stiekem op te steken. Maar dik ben je altijd. Iedereen ziet dat continu en iedereen vindt daar ook wat van. Moet je je voorstellen hoe klein je je dan kunt voelen. Dat zie je ook terug in onderzoek naar het zelfbeeld van dikke mensen; dat is getekend door zelfhaat. Dat collectief veroordelen werkt ontzettend ontmoedigend en stigmatiserend en je bereikt er verre van je doel mee. Kortom, zo wordt niemand gezonder. Bovendien worden we steeds strenger. Uit mijn onderzoek blijkt dat zelfs mensen met aangeboren chronische aandoeningen te maken krijgen met die moraliserende kijk op gezondheid.”
Maar dankzij preventie hebben we toch wel een gezonde revolutie doorgemaakt?
“Nou en of! Alleen zijn we het roken nu bijna aan het criminaliseren. Zo plaats je een hele groep als het ware buiten de samenleving. Moet je dat als overheid willen? Wil je een wij-zij-samenleving? Het is een dilemma. Zelf woon ik in Groningen en de stad wil de eerste rookvrije gemeente worden van Nederland. Als moeder zijnde vind ik dat een mooi doel. Maar ik kan me ook vinden in de tegengeluiden, die stellen dat rokers ook een plek verdienen.”
Hoe ga je dát oplossen?
“Het probleem van rigide denken over een begrip zoals gezondheid is dat je niet meer naar elkaar luistert. Je bent zo doordrongen van je eigen gelijk dat je direct een label plakt en geen tijd en ruimte maakt om met elkaar in gesprek te gaan. Je komt niet meer tot constructieve oplossingen. Je sluit mensen automatisch buiten. Dat kan nooit goed zijn. Voor mij begint elke succesvolle leefstijlinterventie met verbinding maken. Luisteren zonder oordelen. Want zeggen hoe het moet of preken dat je helemaal verkeerd bezig bent, werkt averechts. Daar bereik je niets mee. Ga liever samen ontdekken hoe het beter kan. Er is niet één oplossing die iedereen helpt. Gezondheid is weerbarstig. We begrijpen nog lang niet alles. Dat mag ook weleens gezegd worden. Gezondheid is complex. Het zit hem in veel aspecten en is vervlochten met je buurt, je huis, je DNA, je opleiding, je afkomst, je gezin en je inkomen. Het is zoveel meer dan de kilo’s op de weegschaal of de sigaret die je opsteekt. Maar bovenal is gezond leven een vaardigheid die echt iedereen kan leren. Je moet alleen weten hoe. En als je het zo insteekt, dan vergroot je de kans dat mensen echt de gezonde ommezwaai maken. Dan kun je echt wat doen aan ongezonde ongelijkheid in Nederland.”
Sociaal psycholoog dr. Susanne Täuber, werkzaam aan de Rijksuniversiteit Groningen, doet onderzoek naar moraliserend denken. Vooral rokers en mensen met overgewicht moeten het ontgelden. Hierdoor neemt de kloof in de samenleving tussen gezond en ongezond toe.