Een abces is een holte gevuld met pus; een dikke, vloeibare massa die bestaat uit weefselresten, bacteriën en witte bloedlichaampjes. Het is in feite een mooie bescherming.
Bij een infectie zijn aanvallers (bijvoorbeeld bacteriën) en verdedigers (zoals witte bloedlichaampjes) betrokken. Wanneer de aanvallers de overhand krijgen en er dus een ‘invasie’ dreigt, reageert het lichaam door om de bedreigde plaats héén een kapsel van bindweefsel te vormen. De aanvallers kunnen de aldus gevormde ruimte niet verlaten. Wel worden er voortdurend witte bloedlichaampjes aangevoerd die nu in staat zijn alle indringers te vernietigen.
Wanneer dit proces is voltooid, spreekt men van een rijp abces. De druk in dit abces wordt uiteindelijk zo groot dat het doorbreekt. Een abces geneest niet zolang de ettermassa niet heeft kunnen afvloeien. Soms zal een dokter daarom in een abces snijden om het vocht eruit te laten lopen.
Abcessen komen meestal voor aan de vingers, het zitvlak en het tandvlees. Maar ook in de nek en in de onmiddellijke nabijheid van zweetklieren kunnen zich abcessen vormen.
Een abces is niet geschikt voor zelfmedicatie. Raadpleeg altijd een arts.
Zelf doen bij een abces
Abcessen helen beter als de huid goed schoon blijft. Ga niet aan het abces of de wond krabben bijvoorbeeld. Ook niet doen: een abces zelf uitdrukken. Dan wordt het beschermende kapsel beschadigd en kunnen de bacteriën die eventueel nog in leven zijn, zich verspreiden. Pas als het abces rijp is en de aanvallers dood zijn, is het doorbreken ervan gunstig voor het genezingsproces.
Het rijpen van een abces is te bevorderen met een warm broeiverband of een kompres. Dat kan bijvoorbeeld met een uienkompres (leg daarvoor een fijngesneden ui als kompres op de pijnlijke plek), of een aardappelkompres (leg een hete warme aardappelbrij op de pijnlijke plek). Ook een kompres van het kruid fenegriek kan werkzaam zijn: leg een brij van fenegriek als kompres op de pijnlijke plek.
Voedingsadvies
Abcesvorming kan te maken met een gebrek aan vitamine A. Eet daarom geregeld groene bladgroenten, worteltjes, abrikozen en andere oranje groenten. Daarin bevindt zich bètacaroteen, waaruit het lichaam vitamine A maakt (ook wel provitamine A genoemd). Eet ook dadels en rozenbottels en drink kruidenthee met pepermunt, tijm, jeneverbes en guldenroede.