Meer energie dankzij homeopathie? Eczeem bedwongen dankzij acupunctuur? Dat kan niet! Hoezo niet? Nou, het is niet wetenschappelijk bewezen. Volgens sommige artsen is het onmogelijk dat u zich beter voelt. Maar uw lijf liegt niet – toch? Gebke Verhoeven van gezondNU zoekt uit wat het verschil is tussen wetenschappelijk bewijs en menselijk bewijs.
‘Ik slik duivelsklauwcapsules tegen gewrichtsklachten en gebruik sojacapsules tegen overgangsverschijnselen. Ik ben 57 en voel me zo fit als een midden dertiger!, schrijft Leny Valstar. Zij is één van de vele vrouwen die reageerde op onze vraag: ‘Hebt u positieve ervaringen met natuurgeneeskunde?’
Leny zoekt haar eigen weg in de gezondheidszorg, blijkt uit haar brief. “Ik heb op eigen gelegenheid, onder begeleiding van mijn Bach bloesem-therapeut, de medicatie voor mijn astma stopgezet omdat ik voelde dat het me geen goed deed. Binnen een maand voelde ik me al een stuk fitter. Door mijn eetgewoonten aan te passen, ik reageer verkeerd op bepaalde voeding, werd ik minder benauwd. Geen arts die dit ooit had voorgesteld, ik kreeg gewoon iedere keer een nieuw pufje. Zonder reguliere medicatie voel ik me energieker.”
Tevreden
De ervaring van Leny staat niet op zich. De redactie van gezondNU kan honderden pagina’s vullen met ervaring van lezers die vertellen over een natuurlijke behandeling die werkt. Maar ‘kom’ er maar eens om, bij een gewone arts of specialist. Hij zal je glazig aankijken bij de vraag om duivelsklauw, Bach bloesem of een alternatief dieet. Het zijn immers niet (of matig) wetenschappelijk bewezen behandelingen.
Dat Leny zich vitaler en beter voelt, wordt door veel artsen daarom afgedaan als ‘iets tussen haar oren’. Toeval. Sommige artsen beweren zelfs dat ze zich heeft laten strikken door een kwakzalver.
Het gekke is dat diezelfde reguliere artsen, zelf wél gebruik maken van deze ‘kwakzalverij’. In een boeiend onderzoek van Arts & Auto werd gevraagd: gebruikt u alternatieve geneeswijzen? Ja, zei bijna een kwart van alle medisch specialisten en huisartsen (24 procent). Het meest maakten ze gebruik van homeopathie, acupunctuur en orthomoleculaire geneeskunde. Ook genoemd: antroposofische geneeskunst, probiotica, aromatherapie, shiatsu, (Chinese) massage, bioresonantietherapie. Over het algemeen was men tevreden over het resultaat.
Maar al die positieve persoonlijke ervaringen van u en van artsen, zijn niet wetenschappelijk verantwoord. Hoe kan dat?
Verschil
Je zou denken: als ik me beter voel, is dat geneeskundig bewijs. Maar dat is gek genoeg niet zo. Volgens de normen van de wetenschap krijgt een methode pas het stempel ‘bewezen’ als het gerandomiseerd, dubbelblind en placebo-gecontroleerd aangetoond is.
Die term wil zeggen dat bij het testen van een medicijn de proefpersoon niet weet wat ze slikken; het kan het medicijn zijn, maar ook het placebo. Ook de arts weet niet wie de echte medicijnen slikken en wie niet. Voor het onderzoek is de groep mensen willekeurig gesplitst in twee groepen; ‘at random’. Eén groep slikt het middel, de andere de nep-pil. Soms wordt zelfs gebruikgemaakt van een derde groep die helemaal geen behandeling krijgt; dit sluit het placebo-effect uit (driedubbel gecontroleerd). Pas als uit zo’n test blijkt dat het medicijn een werkzaam effect heeft, is het bewezen volgens de normen van de wetenschap.
Deze manier van bewijzen, probeert dus elke sturing uit te sluiten, de uitkomst is zo onafhankelijk mogelijk. En die spelregels zijn waterdicht.
Niet reguliere medici werken anders. Hun therapie, hun behandeling kan niet gerandomiseerd, dubbelblind en placebo-gecontroleerd worden getoetst. Simpelweg omdat een behandeling bijna altijd speciaal wordt afgestemd op die ene persoon en niet op een hele groep. Geen ‘one-size fits all’. Dus duivelsklauwcapsules zijn matig bewezen? Klopt. Het is geen hard bewijs volgens de spelregels van de westerse geneeskunst.
Succesvol
Wetenschappelijk bewezen, klinkt als ‘waterdicht’, ‘echt waar’ of ‘werkt altijd’. Maar dat is niet het geval. Een wetenschappelijk verantwoord medicijn bewijst alleen dat medicijn x bij de meeste mensen, het beste effect heeft. Dat klinkt mooi. Maar zo’n gemiddelde kan verrassend laag zijn.
Een voorbeeld: Een chemokuur bij kanker slaat bij gemiddeld ‘slechts’ bij 25 tot 30 procent van de mensen aan. Het is een behandeling die wetenschappelijk bewezen is en (helaas) is er geen beter alternatief. Maar het toont wel dat de wetenschappelijk bewezen weg, lang niet altijd succesvol is.
Anna Kruyswijk (voormalig orthomoleculair/natuurarts): “Ik heb in de praktijk vaak meegemaakt dat patiënten niet of verkeerd op medicijnen reageerden op een medicijn. De uitkomsten van wetenschappelijk onderzochte medicijnen gaan over gemiddelden, maar niet over het individu. Elk mens verschilt.”
Dr. Victoria Maizes is integraal arts bij de Universiteit van Arizona (VS). Ze probeert uit beide werelden (regulier en natuurlijk) het beste te verenigen. Ook zij zegt dat een wetenschappelijk bewezen medicijn, iets anders is dan een ‘medicijn dat altijd werkt’. “Als iemand met kanker bij me komt, kan ik chemotherapie inzetten, maar ook massage voorschrijven. Is het effect van zo’n massage bewezen? Nee. Niet in die mate zoals het geval van chemo. Maar het ontspant en dat doet de patiënt zienderogen goed. Is het belangrijk dat de massage dubbelblind bewezen is? De impact op een mensenleven van een massage is vele malen kleiner dan de impact van een chemokuur. Dus waar hebben we het over?”
We willen duidelijkheid, maar volgens Maizes krijgen we die niet. “De waarheid is niet zwart-wit. De waarheid is dat we honderd procent controle willen, maar dat hebben we niet. We weten in veel gevallen niet eens hoe ziekten ontstaan.”
‘Het werkt!’
Het dubbelblinde onderzoek bewijst veel, maar heeft dus niets te maken met persoonlijke ervaringen. Simpelweg omdat het ene over appels gaat, het andere over peren.
Maar dat neemt niet weg, dat persoonlijke ervaringen werkzaam zijn. En het verschil maken tussen ziekte en herstel. Lezer Harry: ‘Ruim zes jaar lang werd ik door de internist behandeld voor colitis ulserosa, een pijnlijke darmaandoening. De medicijnen brachten verlichting, maar de ziekte bleef hinderlijk aanwezig. Via internet stuitte ik op colloïdaal zilver. Ik voelde me daarmee steeds beter en inmiddels ben ik klachtenvrij. Mijn vertrouwen in het alternatieve circuit is gegroeid. Het stoort me dat de reguliere geneeskunde zo negatief wordt afgeschilderd. Ikzelf ben het bewijs dat het werkt!’
Lezer Arlette: “Ik heb sinds 2002 de diagnose fibromyalgie en het chronische vermoeidheid syndroom. Na omzwervingen in de reguliere geneeskunde – antidepressiva, pijnstillers, spierontspanners, slaapmedicatie – kwam ik terecht bija een huisarts die zich toelegt op orthomoleculaire behandelingen. Ik had ondertussen mijn medicatie afgebouwd, want wat is erger: de kwaal of al die pillen? De behandeling bij de orthomoleculaire arts was niet echt goedkoop, maar wierp snel zijn vruchten af. Mijn ziekte is nu onder controle met voedingssupplementen en ik werk weer deeltijds.”
Het is geweldig dat Harry en Arlette hun oplossing hebben gevonden. Maar het zegt helaas niets over of colloïdaal zilver ook bij u werkt. Sterker nog: het middel kent veel tegenstanders. En daarin zit precies de achillshiel van de niet-reguliere geneeskunst. Het is niet volgens de spelregels van de wetenschap te bewijzen. Het stoelt op persoonlijke ervaringen. En dus kan het altijd worden ‘afgeschoten’ – er is geen statistiek te overleggen. En waar sta je dan?
Je bent je eigen deskundige
Wat ook niet in wetenschappelijke cijfers wordt meegenomen, is de kennis en kunde van een arts. Die is net zo essentieel bij een behandeling. Zo zei een reumatoloog die gezondNU sprak, dat zijn vak vooral een ambacht was. Het is bij iedere persoon weer zoeken naar de juiste medicatie, vertelt hij. Door de jaren heen, naar mate zijn ervaring groeide ging dat steeds beter.
Geneeskunde is dus niet alleen het beste medicijn, het is ook de goede arts. Is er voldoende vertrouwen? Voel je je gehoord? Dr. Maizes: “Het is een partnership tussen twee experts; de arts heeft veel medische kennis, de patiënt voelt het best hoe zijn lichaam reageert.” Vanuit die filosofie zijn de ervaringen van patiënten dus wel waardevol, misschien wel minstens zo waardevol als statistieken uit dubbelblind onderzoek.
Juist daar, in dat zoeken naar beterschap, vinden arts en patiënt elkaar. Wanneer je vindt dat die relatie gelijkwaardigheid behoort te zijn, houdt dat automatisch in dat je als patiënt medeverantwoordelijkheid draagt voor je gezondheid. Dat houdt in: op zoek gaan naar informatie waarmee je je gezondheid kunt vergroten.
Volgens Kruyswijk is het raadplegen van verschillende ‘bronnen’ – denk aan artsen, internet, boeken, vrienden, familie, lotgenoten – belangrijk om een goed beeld te krijgen van je (behandelings)mogelijkheden. “Volg je gezonde verstand bij het schiften van informatie en het maken van gezonde keuzes.”
Door jezelf, je lichaam, wat je voelt en denkt, serieus te nemen word je je eigen gezondheidsdeskundige. Want alleen jij voelt wat een behandeling met je doet. Dus alleen jij weet wat werkt en bij je past.
Voeding geneest
Elke ‘gewone’ man of vrouw voelt op zijn klompen aan dat gezond eten het lichaam gezond houdt. Toch wordt in veel wetenschappelijk onderzoek het verband tussen gezond eten en het voorkomen van een ziekte, niet ontdekt. En dus wordt het ontkend. Toch wordt dat punt door veel artsen bestreden.
Dr. Victoria Maizes vertelt over een grootschalige Europese studie die al tien jaar loopt in diverse Europese landen en waaruit blijkt dat we de kans op sterfte door hart- en vaataandoeningen met 72 procent kunnen terugbrengen als we eten volgens het Mediterrane dieet. Maizes: “Welk pilletje tegen hoge bloeddruk krijgt dat voor elkaar? Toch ken ik geen enkele cardioloog die het Mediterrane dieet op recept geeft. Aan de andere kant krijgen gezonde vrouwen wel het advies om preventief aspirine te slikken tegen hartproblemen. Terwijl een studie onder 51.000 gezonde vrouwen, die 6,4 jaar gevolgd werden, aantoont dat maar liefst 333 gezonde vrouwen dagelijks aspirine moeten slikken om bij één persoon een hartaanval te voorkomen.”
Dat voeding wel degelijk bewezen geneest, betoogt ook Gert Schuitemaker: “Er is aangetoond dat visolie goed is voor diabetici. Ze zouden dagelijks minstens 450 milligram omega-3-vetzuren moeten eten. Dat is twee keer per week vis. Maar ze vragen niets. Hun enige advies is: slik medicijnen, val af en ga bewegen. Armoede.”
Ook Johan Bolhuis, columnist van gezondNU, hamert herhaaldelijk in gezondNU op de ontbrekende kennis bij artsen over wat voeding kan doen. Zo gaat hij in deze editie van gezondNU in op voeding bij angstklachten.
Kwestie van techniek
Dat wordt ontkend dat voeding genezend kan werken, is misschien ook een kwestie van techniek. Zo introduceerde TNO een nieuwe technologie – nutrigenomics. Hiermee kunnen zij voor het eerst bewijzen dat voedingsupplementen een effect hebben op ons lichaam, hetgeen al jaren wordt ontkend.
In het onderzoek werden 36 gezonde, maar te dikke mannen onderzocht. Probleem bij overgewicht is dat het vetweefsel in lichte mate chronisch ontstoken raakt, dit wordt gezien als een reden voor het ontstaan van onder meer diabetes en hart- en vaataandoeningen. Aangenomen wordt dat specifieke voedingsmiddelen de ontstekingsgraad kunnen verminderen. Maar dat is nog nooit wetenschappelijk aangetoond. In het TNO-onderzoek kregen de proefpersonen een voedingssupplement, met daarin onder meer groene thee-extract, vitamine E, vitamine C, visolie en tomatenextract. Met reguliere testen bleek dit supplement geen enkel effect te hebben. Maar de nieuwe technologie maakte duidelijk dat het supplement wel iets deed; de ontsteking van vetweefsel verminderde, de vaatwandfunctie verbeterde en de vetverbranding in de lever werd verhoogd.
Ook wetenschap is een hype
Wetenschap bedrijven, is een turbulent gebeuren. De waarheid wordt voortdurend ingehaald door een nieuwe waarheid. De waarheid is continu in beweging. Neem antidepressiva. Tien jaar terug werd het gelanceerd als wondermiddel, nu al zijn die inzichten achterhaald: antidepressiva helpen bij een milde depressie nauwelijks. Je bent net zo goed af met een placebo. Wetenschappers en artsen zijn in hun enthousiasme soms net zo gevoelig voor een hype als gewone mensen. Zo is momenteel vitamine D een wetenschappelijke hype. Het ene na het andere onderzoek toont aan hoe belangrijk deze vitamine is. Daarvoor waren vooral de gezonde vetzuren omega-3 en 6 een geliefd onderzoeksonderwerp. En wie weet, zit volgend jaar wel chlorofyl uit bladgroen in de lift.
Bewezen? Of niet – een discussie
Is dubbelblind en controleerbaar onderzoek, de enige manier om een behandeling het stempel ‘wetenschappelijk bewezen’ te geven?
Ja, vindt natuurarts dr. Bertil de Klyn van stichting CAM-netwerk. Hij wil onderzoek naar natuurlijk genezen in Nederland op gang. “We hebben driehonderd jaar geloofd dat aderlaten een goede behandeling was. Maar dat bleek in de meeste gevallen niet de kwestie.” Volgens hem is dubbelblind onderzoek de manier van bewijzen, ook voor natuurgeneeskunde. “Daar zijn vrijwel alle wetenschappers het over eens zijn.”
Kruyswijk werpt tegen dat evidence-based nog geen vijftien jaar bestaat en dat de wetenschap er een gouden standaard van maakt. Ze heeft een sterk punt. Jaren, eeuwenlang zelfs, was dit soort onderzoek niet de basis van een behandeling. De arts keek naar een lichaam, voelde, klopte en luisterde. En dan kwam hij met een oordeel. Subjectiever kon het niet.
Op die traditie stoelt onze medische wetenschap. Maar ook de traditionele Chinese geneeskunde, zoals acupunctuur. Kruyswijk: “Die geneeskunde is gebaseerd op practice based medicine. In de praktijk ziet een arts steeds dezelfde ziekte of klacht. Hij bestudeert dit en bedenkt een oplossing, zoals een voedingsadvies of een medicijn. Vervolgens toetst hij die in de praktijk. Door de behandeling veelvuldig, succesvol te herhalen bij verschillende mensen, groeit de bewijsvoering. De Chinese, maar ook auyrvedische geneesheren, hebben die ervaringen vijfduizend jaar nauwkeurig vastgelegd. Dat in zichzelf is een bewijs voor de werkzaamheid.”
Alles bewijzen volgens de normen van placebo-dubbelblind, is onmogelijk. Ook voor reguliere, westerse artsen. Of zoals een cardioloog ooit tegen gezondNU zei: “Het is niet wetenschappelijk te bewijzen dat roken slecht is voor het hart. Maar ik weet wel dat bijna iedereen die op mijn afdeling ligt, ooit heeft gerookt.”