Toen ijsliefhebber Nina geen lekkere en gezonde tussendoortjes buiten de deur kon vinden, zat er maar één ding op: ze zelf maken. Nu veroveren haar fruitijsjes van NICE het vriesvak. “Ik wil laten zien dat lekker en gezond wél samengaan.”
“Kon je het vinden?”, vraagt Nina met een grote glimlach als ze de deur opent.
Ik sta voor de kleinste ijsfabriek die ik ooit heb gezien, verstopt in het Friese Surhuisterveen, waar het altijd zondag lijkt en mensen nog fietsen met hun broodtrommel onder de snelbinders. Zodra ik een stap binnen zet, word ik verrast door de knusse sfeer. Ja, er staan hier ook grote machines om het ijs mee te maken en natuurlijk worden er haarnetjes gedragen voor de hygiëne. Voordat je echter door de glazen deuren naar deze steriele ruimte gaat, ben je in een huiselijke woonkeuken met krantenknipsels aan de muur, een tosti-ijzer op het aanrecht en zelfs een telefoonhoesje met het logo van NICE Fruitijsjes op tafel. “Mijn stagiaire heeft die speciaal voor mij laten maken”, vertelt Nina trots.
Heel veel ijs
Een paar zomers geleden maakte Nina nog ijs in haar eigen keuken, nu schippert ze tussen de fabriek in Surhuisterveen en haar kantoor in Amsterdam. Het begon allemaal met dat ene goede idee: “Mijn ouders maakten altijd alles zelf, zelfs chips en brood. Dat heb ik dus van huis uit meegekregen. Op een gegeven moment vond ik het lastig om gezonde en lekkere tussendoortjes te vinden, helemaal als moeder van drie kinderen. Ik wilde daar iets mee doen, maar wist nog niet wat. Thuis maakte ik altijd al veel ijs, zoals zelfgemaakt schepijs en yoghurtijs. Toen ik in een Amerikaans tijdschrift las over lokale bedrijven die ijs maken van verse ingrediënten en lokaal fruit, viel alles op zijn plek. Het sloot aan bij het idee dat ik in mijn hoofd had. Ik wilde laten zien dat lekker én gezond ook samen kunnen gaan.” Nina dook bijna direct de keuken in om haar idee concreet te maken. “Ik heb toen heel veel fruit gekocht en ben allerlei soorten ijs gaan maken, van rauwe ijsjes met yoghurt tot fruitijsjes met rabarber en aardbeien. Een koelbox gevuld met zes verschillende smaken heb ik meegenomen naar vrienden en bekenden. Ik wilde ontdekken wat mensen lekker vinden, daarom vroeg ik ze ieder ijsje een cijfer te geven.”
Als Nina vervolgens een plan van aanpak en een spreadsheet probeert te maken, verdwijnt haar enthousiasme. “De energie zakte direct in mijn tenen, dit werkte niet voor mij. Daarom ben ik gewoon begonnen.” Samen met vriendin Elisabeth en haar oude oppas maakte Nina twee dagen in de week ijsjes in een opleidingskeuken. Al snel hadden ze een kraam op de Zuidermarkt in Amsterdam om de ijsjes aan de man te brengen. “We kregen zulke positieve reacties. Mensen vonden het lekker en waren er enthousiast over dat ons ijs uit zeventig procent onbewerkt fruit bestaat”, vertelt Nina trots. “Die eerste zomer kochten we seizoensfruit en maakten er vijfentwintig verschillende smaken van. Met kilo’s aardbeien, bramen en frambozen stonden we in de keuken. Al snel ontdekten we dat het niet haalbaar is dit het hele jaar door te verkopen. Het geeft zoveel werk en stress. Daarom hebben we nu vijf verschillende smaken in het assortiment.” Nina ging op zoek naar winkels waar haar ijs zou passen. “Onder andere Sissy-Boy Daily en De Bakkerswinkel waren enthousiast. Op den duur ben ik zelfs gestopt met bellen, want iedereen zei: ‘Ja, leuk!’ Omdat ik de ijsjes zelf bezorgde en we nog doodgewone blenders gebruikten, kostte ieder verkooppunt veel tijd.” Inmiddels zijn de fruitijsjes van NICE door heel Nederland te koop, besteden ze het maken van de ijsjes uit aan B&G Foodfactory en brengt Nina ze niet meer zelf rond. En als kers op het ijsje: ze wonnen ‘De Smaak van Nederland’.
Blauwebosbessenijs
Om het maakproces in stapjes te laten zien, gaat Nina ‘back to the basics’. Net zoals bij de eerste ijsjes die ze maakte, gebruikt ze een gewone blender en maakt ze vandaag ‘maar’ vierentwintig ijsjes. “Kijk”, Nina buigt zich over een bak bevroren bosbessen. “Deze bessen worden in een doos van vijftien kilo aangeleverd door onze biologische teler in Drenthe. Zodra ze rijp zijn, vriest hij ze meteen in. Ik wist eerst niet dat er verschillende bosbessenrassen zijn, maar het blijkt dat je de lekkerste smaak krijgt als je zoete en zure bessen mengt.” Op tafel heeft ze verschillende ijzeren bekers en kommen uitgestald, allemaal gevuld met ingrediënten. Voor een bosbessenijsje heb je blijkbaar meer nodig dan deze rijpe vrucht, veel meer zelfs. “We persen de sinaasappels en citroenen zelf, gebruiken puur druivensap uit Frankrijk en earlgreythee die we zelf trekken. Het mengsel zoeten we nog een beetje met honing.”
“Bedenk je de smaak helemaal zelf?”, vraag ik, terwijl Nina de ingrediënten nauwkeurig afweegt. “Ja, het is net puzzelen en vooral héél veel proeven”, lacht ze. “Het duurt uren voordat je de perfecte combinatie hebt gevonden waarin de smaak van de bosbes het best tot zijn recht komt. Meestal houden we zes smaken over, waarvan één te zoet is en je bij de ander de bosbes niet meer proeft. Met honing moet je oppassen dat het niet overheerst en earl grey blijkt een goede tegenhanger te zijn van de zoete smaak van bosbessen. Pas als alles op zijn plaats valt, is het simpel.” Nadat Nina de ingrediënten heeft afgewogen, giet ze ze voorzichtig in de blender. Ze roert nog even door de paarse substantie – “Het lijkt wel een scheikundig proces” – waardoor de kleuren langzaam mengen. “Ik vind het fijn om met een tastbaar product bezig te zijn”, bekent Nina, terwijl ze de deksel stevig vasthoudt. “Vroeger had ik een consultancybedrijf en was ik een dienstverlener. Nu kan ik echt aanpakken en beslissingen nemen. Hier krijg ik juist energie van.”
Smoothie
Wanneer de ingrediënten gemixt zijn, doopt Nina twee houten ijsstokjes in het paarse mengsel om te proeven. “Als het smaakt als een lekkere, iets zoetere smoothie, dan is het goed. Wanneer je het invriest, wordt de smaak namelijk minder intens.” Ze heeft gelijk. Ik proef de zoete smaak van bosbes, met een vleugje honing en de ietwat bittere smaak van earl grey. Nina haalt de substantie nog even door een zeef, zodat er straks geen pitjes op onze tanden blijven plakken, en giet haar in een grote mal. “Eerst waren de vormpjes vierkanter en van kunststof, nu zijn ze van staal. Ook konden we maar tien ijsjes tegelijk maken, nu wel 24. En gelukkig hoeven we nu niet meer de stokjes er één voor één met de hand in te zetten en te kijken of ze recht staan.” Langzaam giet Nina het mengsel over in de mal. Het is belangrijk dat hij niet te vol zit, anders kunnen de ijsjes buiten de vorm schieten. Met handschoenen zet Nina de mal in de shockvriezer, gevuld met een lichtblauw antivriesmiddel. Door de extreem lage temperatuur, -34˚C, is het ijs al in een halfuur klaar.
Droomidealen
Niet alleen de vorm van de ijsjes is iets veranderd, ook de idealen van NICE Fruitijsjes zijn aangescherpt: “Eerst kochten we fruit in bij de groothandel. Voor onze blauwebosbesijsjes hebben we voor het eerst direct contact met de teler. Meestal wordt het product anoniemer als bedrijven groter worden; wij willen de transparantie juist vergroten. Daarom vind je geen kleine lettertjes verstopt in de vouw van de verpakking, maar staan de ingrediënten er juist groot op”, legt Nina uit. “Eigenlijk willen we niet met plastic werken, daarom verpakten we de ijsjes het eerste jaar in een papieren zakje. Alleen voldoet honderd procent papier niet helemaal aan de regels. Nu heeft de verpakking een dunne plastic coating aan de binnenkant, zodat je haar kunt sealen. We zijn nu aan het kijken of het laagje aan de binnenkant ook biologisch afbreekbaar kan, zodat niet alleen het ijs, maar ook de verpakking zo natuurlijk mogelijk is.”
Verpeste smaak
Naast dat de ijsjes zo puur mogelijk moeten zijn, wil Nina zelf ook precies weten wat ze eet: “Alles wat ik eet moet vers zijn en ik wil begrijpen wat op de verpakking staat. Ik geloof in de balans vinden. Eten is ook genieten; als je er heel orthodox mee omgaat, raak je snel de verbinding kwijt van samen eten en genieten. Ik houd ook heel veel van patatjes, maar dat is natuurlijk niet iets voor iedere dag.”
Als ik vraag of ze nog steeds een grote ijsliefhebber is, hoeft Nina geen seconde na te denken. “Ik vind ijs echt heel erg lekker, niet alleen mijn eigen ijs. Ik ben gek op frozen yoghurt en vers schepijs, alleen fabrieksijs vind ik niet lekker. Stiekem is mijn smaak wel een beetje verpest natuurlijk.” Dat Nina écht een grote ijsliefhebber is, bewijst ze wanneer ze de ijsjes voorzichtig uit de vriezer haalt. Na een paar keer flink schudden liggen de bosbessenijsjes verspreid op tafel. Nina pakt er één en neemt een grote hap: “Het is nu nog een beetje zacht, dat is het allerlekkerst.”
Nina Weerman is het brein achter NICE Fruitijsjes, ijsjes gemaakt van zeventig procent onbewerkt en biologisch fruit. In 2013 won Nina met haar ijs ‘De Smaak van Nederland’. Inmiddels zijn de fruitijsjes van NICE op veel plekken in Nederland te koop. www.nicefruitijsjes.nl
Gezond eten begint bij de oorsprong van ons voedsel: de makers. gezondNU bezoekt in heel Nederland, en soms daarbuiten, deze mensen met een hartstocht voor (h)eerlijk eten. Ken je zelf een maker van passievol eten? Mail redactie@gezondnu.nl o.v.v. passie voor eten.