Passie voor eten begint bij de oorsprong van ons voedsel: de boeren, veetelers en tuinders. In heel Nederland zoekt gezondNU deze mensen met een hartstocht voor (h)eerlijk eten op. Dit keer: René Cruijsen van de biologische koeienboerderij De Welzijnshoeve in Dreumel.
Het hek dat de traditionele stal scheidt van het uitgestrekte grasland schuift langzaam open. De koeien staan stil te plukken aan het hooi met mais en granen. Dat duurt niet lang. De eerste koe begint te loeien en al gauw stormt de hele groep door het hek naar buiten. René Cruijsen kijkt tevreden toe en zegt: “Tegen een koe hoef je geen twee keer te zeggen dat het hek naar de weide openstaat.”
Met de boot
Om bij de klassieke boerderij tussen de Maas en Waal van René en Petra te komen, ga ik eerst met de boot over. Het veerpontje langs de oever brengt je naar het plaatsje Dreumel. Een verscheidenheid aan slingerpaadjes leidt uiteindelijk naar een boerderij, die nog in exact dezelfde staat blijkt te zijn als toen het gezin er in 1982 is komen wonen. Aan de afgesleten voegen tussen de klinkers van de oude boerenwoning kun je zien dat het een oude boerderij is.
In de voortuin staat een kleine plantenkas en aan de zijkant van het huis een pruimenboom. Het romantische plaatje is compleet.
In de hal van het woonhuis klinkt gestommel. “Het achterste gedeelte wordt nog bewoond door de kalveren, zoals het van oudsher hoort. We wilden alles intact laten”, legt dochter Inge uit. De donkere schuur, die hier en daar wordt verlicht door een met spinnenwebben omgeven raam, heeft nog meer bewoners. Twee wit-met-zwart gevlekte kopjes komen tevoorschijn vanaf de hooizolder. “Dat zijn de boerderijkatten, die vangen hier de muizen.” Of de katten namen hebben? “Nee, zij heten gewoon poes en de koeien heten gewoon koe”, verduidelijkt Inge.
Hart voor Dreumel
Aan zijn besluit om met het hele gezin de klassieke boerderij in Dreumel in 1982 te betrekken, is een gelukkige jeugd in het Waallandschap voorafgegaan, vertelt René. “Mijn opa was boer en mijn vader ook. En als je hier opgroeit, wil je toch niet anders? Het is hier prachtig.”
In het begin werd op de boerderij enkel traditionele melk geproduceerd, maar daar kwam gauw verandering in. “Om ons heen zagen wij megastallen opdoemen, koeien die 365 dagen per jaar binnen werden gehouden, puur om geld te verdienen. Dat stuitte ons tegen de borst. Omdat de grootschaligheid ons afschrikte, zijn we het tegenovergestelde gaan doen. Alles wordt hier op natuurlijke basis geproduceerd”, zegt René met opgeheven hoofd. “Als dat betekent dat ik in de regen onkruid uit het land moet trekken dat na een week weer volledig terug is gegroeid, dan doe ik dat. En zonder kunstmest groeit het gras ook snel genoeg.”
De voorzitter
Petra en René maken zich niet alleen druk over biologisch boeren, koeien in de wei en megastallen, maar ook over de biologische-melkprijs. Die had volgens René aardig wat voeten in de aarde. “Toen in 1998 de fabriek waaraan wij melk leverden failliet ging, zaten we met een probleem. Onze biologische melk, en ook de melk van vierentwintig andere veehouderijen, moest ergens heen. Samen met de andere boeren ben ik rond de tafel gaan zitten. Een paar jaar later is de coöperatie Eko-Holland opgericht, waarvan ik voorzitter ben geworden.”
“We besloten geen product te maken, zoals kaas, yoghurt of halfvolle melk, maar de melk enkel op te halen bij de boerderijen en op maat, dus per liter, te leveren aan fabrieken in Nederland. Zij maken er een biologisch product van.”
René draait zich naar mij om en op zijn bodywarmer staat gedrukt: ‘Eko-Holland Melk op Maat’. “Je kunt wel stellen dat ik er trots op ben dat we het zover geschopt hebben met het coöperatie. Sinds de oprichting in 2002 is het aantal leden vervijfvoudigd. Ongeveer veertig procent van alle biologische melk die geproduceerd wordt in Nederland komt van onze coöperatie. Het geeft ontzettend veel genoegdoening. Iedereen is erg betrokken en bij de vergaderingen is altijd zo’n tachtig procent van de boeren aanwezig.”
Beestenboel
De Welzijnshoeve voldoet honderd procent aan het ideaalbeeld van een boerderij: prachtige natuur en een lekkere beestenboel. Op het erf struikel ik bijna over de enthousiaste honden Seph en Sita. Ze springen me tegemoet, kwispelen vrolijk achter ons aan en liggen tijdens het gesprek op twee oude fauteuils. In een klein broedkastje even verderop liggen een aantal eieren: een project van Petra. “We hebben een paar kippen en over eenentwintig dagen komen de eieren uit.” Naast deze kippen, kalveren, koeien, honden en poezen zijn er ook nog een paar varkens te vinden op het bedrijf. “Dat is juist onze kracht”, stelt Petra.
Toch er is één dier dat de boventoon voert op De Welzijnshoeve. Naast de voordeur staat het boegbeeld: een stenen koe. “We willen heel graag een gemengd bedrijf zijn. Onze liefde is er voor de dieren, maar ook zeker voor de kringloop. Die is misschien nog wel belangrijker. De koe produceert melk, maar zorgt ook voor mest. Met die mest bewerken wij het land. Daardoor is ook akkerbouw hier goed mogelijk. De uitdaging is deze natuurlijke cyclus draaiende te houden.”
Die liefde voor dier en kringloop betekent niet dat de technologische ontwikkelingen de familie ontgaan. “Aan het eind van het jaar willen we zonnepanelen laten plaatsen, een waterwininstallatie hebben we al. Om te overleven hoeven we de boerderij dan in principe niet meer af!” lacht René.
Vol en romig
Ook dochter Inge, die niet altijd op de boerderij aanwezig is, vertelt glunderend over haar gelukkige jeugd op de boerderij en over het belangrijkste product: de melk. Ze pakt een kan uit de koelkast, schenkt vier glazen melk in en zegt: “Het is zo heerlijk, proef maar.” En inderdaad, de melk smaakt vol en romig.
Volgens René bestaat er geen wezenlijk verschil voor de gezondheid tussen biologische melk en niet-biologische melk. De leefomstandigheden van de dieren is een ander verhaal: “Denk bij biologische koeien aan koeien die met mooi weer in de wei staan te grazen, zo’n tweehonderd dagen in het jaar. Het zijn dieren die niet preventief worden behandeld met medicijnen zoals antibiotica en die de keuze hebben of ze in de stal op een rubberen mat of op een strobed gaan liggen. Wij stellen geen hoge eisen aan de koeien, niets mag ten koste van hun gezondheid gaan. Dat op zich zorgt al voor een glimlach op je gezicht, toch?”
Geen knuffelkoeien
Petra loopt de wei in en de honden springen enthousiast achter haar aan. Ze kijkt genietend naar het land. Even later komen de koeien nieuwsgierig naar haar toelopen. “Het blijven dieren. Knuffelkoeien zijn het niet, maar je bouwt zeker een band met ze op. Je maakt ze al vanaf de geboorte mee. Bovendien raak je de koeien twee keer per dag aan tijdens het melken. En op de een of andere manier zijn de eerste acht koeien in de melkstal altijd dezelfde! Die staan altijd vooraan.” “Dat geldt trouwens ook voor de laatste acht”, voegt René eraan toe.
In het achterste gedeelte van het huis tilt René een kalf op, zo lijken het toch nog een beetje knuffelkoeien. Inge staat bij een ander kalf, dat maar al te graag naar haar hand hapt om eraan te sabbelen. René legt uit dat voor zijn biologische koeien een luxe leventje gegarandeerd is. “Ze krijgen niet alleen de kans om lang te grazen in de weide, ze leven ook langer. Doorgaans worden koeien die te weinig melk geven naar de slager gebracht. Hier niet. Als een koe nog melk produceert en zij gezond is, kan ze hier blijven lopen. Ik heb er geen last van. Het maakt mij niet uit of ik zeventig of vijfenzeventig koeien sta te melken. Je moet niet te gemakkelijk denken over levens.”
Toekomst
Voor de toekomst ziet René nog wel een aantal dingen veranderen. “De melkprijs voor biologische boeren is nog niet zoals hij zou moeten zijn. Het liefst zou ik zien dat de boeren die biologische melk leveren te maken krijgen met een onafhankelijke melkprijs. Het zou mooi zijn als het economisch verantwoorder wordt om biologisch te boeren.”
Biologisch boeren – “iedere dag de handen uit de mouwen steken, niet naar hulpmiddelen grijpen als het even niet lukt en altijd inspelen op de natuur” – vergt veel inzet. “Niemand zal zeggen dat biologisch de makkelijke weg is, maar het gaat uiteindelijk om voeding, iets wat drie keer per dag door je lichaam heen gaat. De groep mensen die daar bewust mee bezig is, daar vecht ik voor.”
Duurzaam en diervriendelijk is in
Bedrijven, supermarktketens en zelfs cateraars kiezen steeds openlijker voor diervriendelijke producten. Zo zijn er supermarkten waar je alleen nog eieren kunt kopen van kippen die buiten lopen. De verkoop van biologische producten groeit, ondanks de hogere kostprijs, twee tot drie keer sneller dan die van traditionele spullen.
René en Petra Cruijsen zijn de eigenaars van het biologisch vee- en akkerbouwbedrijf De Welzijnshoeve in Dreumel. Een biologische melkveehouderij mag onder andere geen gebruik maken van chemicaliën en kunstmest. Bovendien staat een koe hier minstens tweehonderd dagen per jaar in de wei.