Zelfgeteelde groente is lekker. En gegarandeerd onbespoten. Begin daarom een moestuin. Geen groene vingers? Geen punt: gezondNU helpt u met een van maand-tot-maand-stappenplan. Deze maand deel 2: wat gaat erin?
Oké, de tuin ligt klaar om ‘bemoest’ te worden. Maar hoe?
Het kan op drie manieren: met zakjes zaad, hele knollen (zoals pootaardappeltjes) of kleine kant-en-klare groente- of kruidenplantjes.
Het is allemaal te koop bij een tuincentrum. Ook zijn er websites waar u zaden kunt bestellen, zoals de website van de Historische Groentehof: www.vergeteneten.nl
Denk bij de aanschaf aan groenten die u graag en regelmatig eet, maar vooral ook – en zeker als beginnend moestuinier – aan de praktische haalbaarheid. Een mislukte oogst is niet leuk voor de motivatie. “Aan een groente als selderij kunt u als beginner beter niet beginnen”, zegt Jac Nijskens, ervaren moestuinder en eigenaar van de Historische Groentenhof in Beesel. Begin met iets lekkers en eenvoudigs: wortelen, snijbiet, bonen, sla, peterselie en bieslook. Met een micromoestuin beperkt u zich tot de kleinere gewassen, zoals warmoes, sla of aardbeien. Met biologisch zaai- of plantgoed steunt u de sector en weet u zeker dat er geen enkel bestrijdingsmiddel is gebruikt. U herkent deze producten aan een EKO-certificaat.
Kunstmest
Of er kunstmest op de tuin moet? Nijskens doet het zelden. “Boeren bemesten hun land, omdat zij moeten leven van de opbrengst. Als het je niet uitmaakt of je 4 of 5 kilo aardappels hebt, is kunstmest niet noodzakelijk.” Het mag wel, want nadelen kleven er niet aan. ”Ik gebruik altijd compost of koeien- of schapenmest.”
Over naar het zaaigoed.
“Als u zakjes zaad koopt, staat precies op de verpakking wat u met de zaadjes moet doen. Volg de aanwijzingen nauwkeurig op.”
U kunt de zaadjes rechtstreeks in de tuin planten. Alles wat ‘onder de grond’ groeit (aardappels, wortels) moet u rechtstreeks in de tuin zaaien. Zaai 1 of 2 millimeter diep, dus met een klein laagje grond erover. Bij knollen is de regel dat de diepte van het pootgat net zo diep is als twee keer de dikte van de knol.
U kunt er ook voor kiezen om binnen zelf plantjes op te kweken. Indien voorhanden in een echte kas en anders in een mini-kweekkas (van zo’n 20 bij 50 centimeter) op de vensterbank. Gebruik altijd potgrond. Geef voldoende water, zodat de kiemende groenten niet verdrogen.
Als de zaadjes zijn uitgegroeid tot plantjes kunt u ze een plekje geven in de tuin.
Poot de plantjes zodanig dat de bovenkant van de kluit mooi op het ‘maaiveld’ aansluit. Lees op de verpakking hoeveel ruimte u tussen de plantjes (of zaadjes) moet laten.
Gebruik uw handen of een speciaal daarvoor bedoeld tuinschepje. Heeft u trouwens genoeg gereedschap? Naast laarzen en tuinhandschoenen heeft u een hark nodig, een bladenhark, een steekschop, een schoffel (of hak), een kruiwagen en een gieter. Succes!