Onlangs kreeg ik voor mijn dochter een oproep om haar te laten vaccineren tegen baarmoederhalskanker. Hoe staat u hier tegenover? Navraag in mijn omgeving leerde mij dat de meningen verdeeld zijn.
– Gerda Lieverse
Metta Hofstra, huisarts:
Sinds twee jaar is er een vaccin dat beschermt tegen de twee meest voorkomende kankerverwekkende typen van het Humaan papillomavirus (HPV). Deze twee typen veroorzaken samen zeventig procent van alle gevallen van baarmoederhalskanker. Er zijn echter nog een aantal HPV-typen die samen voor zo’n dertig procent van de baarmoederhalskanker zorgen. Het vaccin geeft dus niet voor honderd procent, maar voor zeventig procent bescherming tegen baarmoederhalskanker.
Hoelang het vaccin deze bescherming biedt, is nog niet bekend. Daarvoor is het vaccin te kort op de markt. Daarin schuilt nu juist één van de grote bezwaren: werkt het vaccin over vijf jaar nog steeds? En over tien of vijftien jaar? We weten dus ook niet of het nodig is met regelmaat de ingeënte meisjes opnieuw in te enten. Een tweede bezwaar is dat veel jonge vrouwen die gevaccineerd zijn, nu afzien van veilige seks (ze wanen zich beschermd, terwijl dat dus maar voor zeventig procent zo is tegen HPV en voor nul procent tegen HIV, hepatitis B, chlamydia en andere soa’s). Ook zullen veel vrouwen geen vijfjaarlijks uitstrijkje meer laten doen om baarmoederhalskanker op te sporen, want ze denken ten onrechte dat ze daar nu vrijwel geen kans meer op lopen.
Ik had zelf liever eerst een langere periode van onderzoek gezien, eer het vaccin op de markt was gebracht. Zoals het nu is, heeft de komst van het vaccin veel verwarring gebracht. Het kan een betrekkelijk efficiënte aanvullende maatregel zijn om baarmoederhalskanker te voorkomen, mits tevens wordt gewezen op het belang van veilig vrijen (condoomgebruik, geen frequent wisselende partners) en het blijven deelnemen aan het vijfjaarlijkse uitstrijkje.