Zeg eens eerlijk: wat maakt een kilo meer of minder uit? ‘Bikiniklaar’, waar slaat dat op? En waarom zijn zo veel vrouwen, ook verstándige vrouwen, zo onzeker als het gaat om overgewicht? En voer je de strijd tegen overgewicht in de keuken of in de sportschool? We vragen het aan psychologenduo Heleen Ligtelijn en Martin Appelo.
Deskundigen:
- Dr. Martin Appelo is gezondheidszorgpsycholoog en gedragstherapeut en werkt twee dagen per week met mensen met kanker. Daarnaast heeft hij een eigen praktijk, geeft hij lezingen, trainingen en schrijft hij boeken zoals Leren Lijden en Waarom veranderen (meestal) mislukt.
- Psycholoog Heleen Ligtelijn raakte gefascineerd door mensen die wel willen afvallen, maar dat niet voor elkaar krijgen. Ze heeft een praktijk als ‘dieetpsycholoog’, waar ze mensen helpt bij het doorgronden en afleren van dikmakende eetpatronen. Ze schreef het boek Op dieet? Doe normaal!.
Martin: “Zeg Heleen, jij bent toch een soort van gezondheidsgoeroe?”
Heleen: “Houd op, zeg! Weet je dat ik nu het liefst demonstratief een glas bier zou willen bestellen? Ik ben geen gezondheidsgoeroe. Ik ben een dieetpsycholoog.”
Martin: “Hoe kom je erbij jezelf dieetpsycholoog te noemen? Is dat een marketingstrategie of zo? Het lijkt me dat jij zelf geen dieet nodig hebt.”
Heleen: “Nou, ik zet ook helemaal niemand op dieet. Ik ben geen diëtist! Ik heb niet eens een weegschaal in mijn praktijk. Afvallen is geen doel van mijn behandeling. Mijn doel is ongezonde gewoontes te doorbreken. Als iemand bijvoorbeeld elke avond snakt naar lekkers en daar helemaal rusteloos van wordt, dan heb ik mijn doel bereikt als het hem lukt rustig en ontspannen op de bank te zitten zonder die continue drang om een zak chips open te trekken. Als hij daardoor ook nog eens afvalt, wat vaak het geval, is dat mooi meegenomen, maar geen doel op zich. En crashdiëten vind ik al helemaal niet interessant. Wat mij fascineert is dat mensen over het algemeen best weten wat gezond voor ze is, maar dat ze daar vervolgens niet naar handelen. Hoe kan dat? Die vraag probeer ik te beantwoorden.”
Martin: “Oh, maar dan zijn we snel uitgepraat. Je leefstijl en dus je gedrag blijvend veranderen is vrijwel onmogelijk. Dat lukt gemiddeld twintig procent van de mensen en voor eten en afvallen ligt dat percentage nog lager, zo rond de tien procent. Dus wat jij probeert te bereiken, is vrijwel altijd gedoemd te mislukken. De mens is een slaaf van zijn reptielenbrein. En suiker. Suiker is pas uitgevonden nadat dat reptielenbrein uitontwikkeld was. Dat reptielenbrein reageert keihard op suiker. Wat gebeurt er namelijk als je iets zoets eet? Je lichaam maakt insuline aan, daardoor stijgt de aanmaak van serotonine en die serotonine geeft je brein een enorme boost. Snoepen loont enorm en vrijwel direct. Daarna heb je weliswaar een keihard reboundeffect, waardoor je je rotter voelt dan ooit. Maar goed, dan eet je toch gewoon weer wat lekkers?”
Heleen: “Je hebt helemaal gelijk dat die directe kick moeilijk te verslaan is, maar het is niet onmogelijk.”
Martin: “Je moet enorm gemotiveerd en gedisciplineerd zijn om af te vallen en de meeste mensen zijn dat niet. Dus waarom zou jij daar je energie in stoppen?”
Heleen: “Omdat de mensen die naar mijn praktijk komen dat wel zijn. Alleen het feit dat ze me weten te vinden en om begeleiding vragen, is al een hele stap. Die mensen schamen zich doorgaans voor hun eigen lichaam en willen daar graag wat aan veranderen. En nee, ik heb niet alleen maar obese mensen in mijn praktijk. Het gros heeft een gezond gewicht of is een paar kilo te zwaar.”
Martin: “Maar kom op, Heleen, een dieetpsycholoog die geen dieet voorschrijft? Dat klinkt toch een beetje misleidend. Ben jij weleens op dieet geweest? Ik wel. Vorig jaar heb ik radiopresentator Coen Verbraak beloofd dat ik binnen een jaar tien kilo kwijt zou zijn. Dat is gelukt, al zitten er nu ook weer vijf aan.”
Heleen: “Hoe komt dat?”
Martin: “De kinderen zijn dol op chocolade, dat haal ik zo nu en dan in huis. Vorig jaar at ik daar niet van mee en taart op het werk deelde ik alleen maar uit. Nu neem ik zelf iets. Die kilo’s zitten hem in dat soort kleine dingen. En ik kan vanwege een blessure minder sporten.”
Heleen: “Vind je dat erg?”
Martin: “Wat? Dat die kilo’s er weer aan zitten? Welnee! Ik wilde me aan die belofte houden, niet afvallen. Bovendien ga ik zodra die blessure over is, weer flink sporten en dan is die drie kilo er zo weer af.”
Heleen: “Dat klinkt als crashen.”
Martin: “Dat valt wel mee. Maar wat betreft die belofte: soms heb je een stok achter de deur nodig om je doel te bereiken. En groepsdruk is misschien wel de beste stok. Ik geef les aan de Rijksuniversiteit Groningen en daar heb ik de afgelopen jaren samen met studenten informatie verzameld die te maken heeft met het veranderen van je leefstijl. Een heel belangrijke succesfactor is groepsdruk. Onder sociale druk doen mensen wat ze normaal nooit zouden doen: ze delen stroomstoten uit of trappen grensrechters dood. Als lieve, sociale mensen onder druk kunnen veranderen in tirannen, moet je je voorstellen wat sociale druk kan doen als je het positief inzet. Vanwege groepsdruk vallen mensen die bij een kookclub of hardloopgroep zitten meer af dan degenen die in hun eentje aanmodderen. Vooral hardlopen werkt vaak goed, omdat dit je fysiek een instant goed gevoel geeft. Er zijn maar weinig mensen ongevoelig voor groepsdruk. Eigenlijk maar twee: narcisten en mensen die weinig serotonine aanmaken. Ik heb van beide last. Maar jij toch niet, Heleen, jij denkt toch dat je mensen echt kunt veranderen?”
Heleen: “Wil je dan dat ik zeg: ‘Sorry mevrouw, u bent een slachtoffer van uw reptielenbrein. Ik kan niets voor u betekenen.’? Echt niet! En ik denk helemaal niet dat ik mensen kan veranderen die niet willen veranderen. De mensen die bij mij komen zijn over het algemeen enorm gemotiveerd. Ze weten veel over gezond eten, hebben vaak geprobeerd om af te vallen, maar vallen terug in oude patronen.”
Martin: “En smoezen.”
Heleen: “En smoezen soms ook.”
Martin: “De neocortex (deel van de hersenen waar we bewust informatie verwerken en dat ons in staat stelt om rationeel te redeneren, red.) weet altijd wel een excuus te bedenken waarom je je toch door je reptielenbrein laat leiden en naar die reep chocolade grijpt of waarom die zak chips tot de bodem leeg gaat.”
Heleen: “Precies. En dan ben ik er om te helpen ontrafelen waarom je eet. De meeste mensen weten wel dat deze acties niet best zijn voor de lijn. Toch handelen ze daar niet naar. Waarom niet? Vaak noemen mensen als reden moeheid of dat ze een rotdag hadden op hun werk. Emotie-eten wordt volgens mij enorm overgewaardeerd. Emotie kan een reden zijn waarom je gaat eten, maar niet om te blijven eten. Als je maar vaak genoeg op een zelfde moment eet, slaan je hersenen dit op als een gewoonte en geheid dat je dan op dat tijdstip, bij die handeling gigantische honger krijgt. Het enige wat daartegen te doen valt, is de koppeling tussen eten en die gebeurtenis losweken. Je moet opnieuw geconditioneerd worden. Dat is niet makkelijk, dat kost tijd én moeite. Je moet vasthouden, doorzetten. Je moet consequent duidelijke afspraken met jezelf maken over hoe je dat ongezonde gedrag gaat vervangen door gezond gedrag. En ja, je moet je daaraan houden. Dus als je met jezelf afspreekt dat je doordeweeks niet drinkt, dan moet je woensdag niet een fles wijn openmaken.”
Martin: “Zo is het! Ik zeg weleens tegen alcoholisten: ‘Het kan zijn dat je gaat drinken omdat je een slechte jeugd hebt gehad. Maar dat ene drankje maakt je geen alcoholist. Het feit dat je niet stopt met drinken, het gebrek aan discipline, dat is het werkelijke probleem.’ Dat vinden ze niet leuk om te horen. Maar ja, als je weet wat ik heb meegemaakt, zou ik allang compleet doorgedraaid aan een infuus heroïne moeten liggen. In plaats daarvan zit ik hier nu, met jou. De omstandigheden bepalen heus niet alleen wie je bent, jijzelf bepaalt vooral wie je bent. En jij bent niet die kilo’s!”
Heleen: “Hé Martin, ik denk dat we het stiekem toch vreselijk eens zijn met elkaar. Alleen is bij mij het glas halfvol en bij jou halfleeg.”
Martin: “Ik heb inderdaad geen hoge pet op van het menselijke ras. Bovendien heb ik zoveel hulpverleners in de gezondheidszorg stuk zien gaan, omdat ze denken dat ze mensen naar het ‘Land van Beter’ kunnen leiden en vervolgens zeggen die mensen ‘ja’, maar doen ze ‘nee’. Van die constante teleurstelling krijgen mensen een burn-out of erger: ze plegen zelfmoord. De suïcide- en burn-outcijfers liggen erg hoog in de gezondheidszorg. Als je kunt aanvaarden dat de wereld zich niet laat verbeteren, dan wordt alles makkelijker. Er zijn genoeg mensen met een hoge bloeddruk en diabetes die niet gezond wíllen leven. Die vinden het wel best en dan is het als hulpverlener beter om niet te trekken aan een dood paard.”
Heleen: “Is het niet zo dat die mensen misschien ongezond blijven leven omdat ze verslaafd zijn aan die slechte gewoontes?”
Martin: “Dat kan wel zijn, maar niet elke junk ziet zijn verslaving als een probleem waar hij iets mee moet. Doe jij trouwens aan follow-ups om te kijken of jouw therapie succesvol is?”
Heleen: “Nee.”
Martin: “Dat is maar goed ook. Het is voor jezelf de beste manier om een burn-out te voorkomen. Wij psychologen denken dat we heel wat voor mensen kunnen betekenen, maar er zijn maar bar weinig psychologische therapieën bewezen werkzaam. Sterker nog, de meeste psychologen houden een follow-up negen maanden na de behandeling, terwijl hun patiënten meestal na een jaar een terugval krijgen.”
Heleen: “De belangrijkste succesfactor is, volgens mij, de klik met je therapeut.”
Martin: “Zeker, maar als een therapeut verlossing belooft, is hij geen psycholoog, maar evangelist. Volgens mij ben jij wel een evangelist.”
Heleen: “Mensen krijgen van mij heel vaak te horen wat ze niet willen horen.”
Martin: “En dat is?”
Heleen: “Dat succesvol afslanken alleen lukt met veel geduld en doorzettingsvermogen. Dat je er niet komt door in extremen te vervallen, zoals honderd procent glutenvrij eten. Afvallen lukt je alleen als het zonder pijn gaat en je heel kleine veranderingen in je leven doorvoert. Dan gaat het traag, maar houd je het wel vol. Als ik dit zeg, knikt iedereen altijd braaf: ‘Ja, Heleen.’ Maar als ze drie maanden later nog geen gram kwijt zijn, raken al die mensen gefrustreerd.”
Martin: “En dan kun je dus heel fatalistisch denken dat het aan iedereen ligt behalve aan jezelf, maar je kunt ook in de spiegel kijken en bedenken wat je zelf kunt doen om het tij te keren. Of je doet niets en accepteert die kilo’s en alle narigheid die er eventueel bij komt kijken. Afvallen is weliswaar essentieel lijden, maar wel de makkelijkste vorm. Je kiest er zelf voor, je kunt het ook uit de weg gaan.”
Gebke: “Ik ben nog steeds op zoek naar de knop die mijn doorzettingsvermogen en zelfdiscipline aanzet. Wie biedt?”
Martin: “Vaak komen mensen bij me omdat ze ‘van de dokter moeten afvallen’. ‘Waarom vindt die dokter dat?’, vraag ik dan. ‘Mijn BMI is te hoog’, antwoorden ze vervolgens. Nee, wat wil je zelf? Mensen moeten niet bij mij in therapie, ze mogen. Bovendien neem ik niet zomaar iedereen aan. Mensen moeten door een soort test komen, waaruit blijkt of ze wel voldoen aan de voorwaarden om duurzaam te veranderen. Als ze daarvoor slagen, hebben we een eerste sessie samen om te bepalen wat het doel van de therapie moet zijn. Op basis daarvan laat ik mensen zelf bepalen wat ze bereid zijn om voor mijn behandeling te betalen. Als dat bedrag overgemaakt is op mijn rekening, en alleen dan, starten we het traject. Nou, ik kan je zeggen: ik heb daardoor geen wachtlijsten en werk alleen met enthousiaste, gemotiveerde mensen.”
Heleen: “Dus jij bent als een orthopeed die alleen maar mensen behandelt met mooie breuken?”
Martin: “Absoluut niet.” Lachend. “Ik ben de beste therapeut van Nederland. Zonder gekheid, ik behandel zeer, zeer beschadigde mensen. Maar een therapeut is geen superheld. Het woord therapeut in zijn oorspronkelijke betekenis staat niet voor niets voor ‘hij die je begeleidt op de weg die je zelf bewandelt.’ Gaandeweg de behandeling vallen nog weleens mensen af. Want als ze terugval vertonen, zijn ze bij mij aan het verkeerde adres.”
Heleen: “Maar je kunt die mensen toch niet laten barsten? Juist bij terugval moet je er voor ze zijn. Dat zijn leermomenten. Samen ga je voor goud. Soms moet je eerst vallen om weer op te kunnen staan.”
Martin: “Dat klopt. Maar je moet als therapeut niet aan grootheidswaanzin lijden en denken dat je iedereen kunt redden, want dat kun je niet. Een patiënt kan weleens een keer terugvallen, maar als het een derde keer gebeurt, ben ik klaarblijkelijk niet de juiste therapeut voor die persoon. Ik houd niet van dat eindeloos doorbehandelen. Doorgaans ben je bij mij met zes sessies klaar en zit je weer op de rit.”
Heleen: “Bij mij ook! Waar jij echter voor de confrontatie kiest, kies ik voor een zachte benadering. Ik ga heus wel de confrontatie aan, maar dan wel met vriendelijkheid. Lief zijn werkt vaak beter en het is ook belangrijk dat mensen een beetje lief voor zichzelf zijn. Veel vrouwen gunnen zichzelf geen nieuwe kleding, geen nieuw kapsel voordat ze een bepaald aantal kilo’s kwijt zijn. Ik denk dat als je jezelf accepteert zoals je nu bent en wel voor die grotere maat gaat, dit een betere basis is om succesvol af te vallen.”
Martin: “Dat denk ik ook. En een beetje mindfulness kan ook geen kwaad. Alhoewel, de grondleggers van mindfulness, de boeddhisten, zijn ook niet altijd even slank.”
Meer weten:
- dieetpsycholoog.nl
- Leren lijden, Martin Appelo, Uitgeverij Boom, ISBN 978 90 895 39 427, € 17,50
- Op dieet? Doe normaal!, Heleen Ligtelijn, Kosmos Uitgevers, ISBN 978 90 215 60 168, € 17,99