Haar jeugd bestond uit jarenlang bikkelen en trainen op het ijs. Het leverde haar een titel op als wereldkampioen en vooral een levenslange ijzeren discipline. Tegenslag? “Stroop je mouwen op. Vraag hulp. Neem initiatief.” Catherine Keyl interviewt Barbara de Loor.
Wie: Barbara de Loor, wereldkampioen schaatsen in 2005 in Inzell. Na haar schaatscarrière was ze te zien in tv-programma’s en ze schreef het boek: ‘Lekker! Leven, eten en bewegen met Barbara de Loor.’ Nu leert ze kinderen schaatsen.
Ze spraken elkaar in een strandtentje in Muiderberg.
Waarover? Hartritmestoornissen, discipline en uiteraard over schaatsen
Opvallend: “Als mijn moeder me niet van hot naar her had gereden indertijd, was ik nooit geworden wie ik nu ben.”
Wat is je gezondste gewoonte?
“Elke dag een uur wandelen met de hond.”
En je ongezondste gewoonte?
“Ik eet veel drop, koek en snoep.”
Ontspannen doe je …
“Het best ontspan ik in een sauna.” (Op YouTube is ze halfnaakt in een sauna te zien, dat filmpje werd 55000 keer bekeken – redactie)
Je levensmotto?
“Als je lief bent voor anderen, krijg je dat altijd terug.”
We hebben afgesproken bij een primitief strandtentje. Barbara kende de locatie niet en is blij verrast.
“Mooi hier,” zegt ze tot twee keer toe, terwijl haar hond Muis het etablissement verkent.
Er wordt verteld dat ze nergens heen gaat zonder haar hondje – en dat klopt; ook nu heeft ze hem mee. “Wat is dit voor ras?” vraag ik, want ik herken het soort niet direct.
“Het is een Benidorm-sletje,” grijnst Barbara. ”Ik heb haar uit het asiel opgevist in Spanje. En ja, ze gaat overal mee naar toe, gezellig.”
In je boek las ik dat het niet altijd feest was in de kernploeg.
“Nee, ik ben heel eenzaam geweest af en toe. Ik kwam er vanuit Jong Oranje in. Ik was pas achttien en mijn leven stond in het teken van schaatsen. Je moet je voorstellen dat ik tweehonderd dagen per jaar weg was. Ook met Kerst en Oud en Nieuw. Je traint je een slag in de rondte. Ik zei tegen mijn moeder: ‘Ik wil iets creatiefs doen naast die sport.’ Ik had iets bedacht met knippen en plakken, gewoon ontspannen. De andere meiden lachten me uit. Iemand trok het knipseltje kapot. Zo was de sfeer onderling. Haat, nijd en jaloezie.”
“Tegenwoordig met die commerciële ploegen is het anders, dan wordt er meer gekeken of teamleden in het team passen. Toen was het: we zetten zes meiden die hard kunnen schaatsen bij elkaar. Het was eenzaam in een wereld die over lijken gaat.”
Uiteindelijk probeerde jij samen met Tonny de Jong en Carla Zijlstra als eerste de klapschaats.
“Ja, ik ben zo’n type dat eigenlijk veel te veel open staat voor alles. Rintje Ritsma en Falco Zandstra zagen het helemaal niet zitten. Volgens hen hoefde er niets veranderd te worden aan de schaatsen. Het ging toch goed zo? Maar ik dacht: het is wetenschappelijk bewezen dat het werkt, waarom zouden we het niet proberen? Je weet het resultaat: heel Thialf op z’n kop!”
Hebben je ouders je erg gepusht om te schaatsen?
“Nee, die hebben me juist erg begeleid. Ze zagen mijn worsteling met die wereld wel, maar ze wisten ook dat alle inspanningen uiteindelijk de moeite waard zouden zijn. Ik heb altijd geweten dat ik ooit de beste zou zijn. Weliswaar maar één keer, maar toch. Als mijn moeder me niet van hot naar her had gereden indertijd, was ik nooit geworden wie ik nu ben.”
Reageerden je collega’s toen je dan wereldkampioen was weer zo onsympathiek?
“O nee, dat waren de professionals. Anni Friesinger en Marianne Timmer zijn meerdere malen kampioen geweest, die vonden het leuk voor me. Ze stonden als de nummer twee en drie naast me op het podium en ze gunden het me echt. Anni Friesinger is voor mij het voorbeeld van hoe je gezond met je lichaam om moet gaan. Geweldig om naar te kijken. Voor de wedstrijden was ze een uur bezig met haar lijf. Elk spiertje maakte ze zorgvuldig los. Al die oefeningen vol concentratie. Hoe ze bewoog, prachtig. Een mooie sportvrouw, een powerwoman.”
Als Sven Kramer zich in de baan vergist, denk je dan ‘dombo’ of heb je medelijden?
“Medelijden natuurlijk. Maar het interessantst was natuurlijk het proces erna. Hoe ga je met dit soort dingen om. Het was nog niet gebeurd of er stond een camera op Svens snufferd. Sven en zijn coach Gerard Kemkers hadden elkaar nog niet eens gesproken. Natuurlijk ben je kwaad dat je een fout hebt gemaakt. Maar Sven heeft zich knap en professioneel herpakt. Hij vond dat hij veel had gewonnen met Kemkers samen, dus dat je bij elkaar moet blijven in voor- en tegenspoed.”
Vond jij die camera’s lastig?
“Als ik zie hoe ik interviews in het begin deed en nu, dat is wel een verschil.”
Je hebt heel lang niets gewonnen, werd vaak tweede. Hoe blijf je gefocust?
“Je denkt: hoe word ik wereldkampioen en wat is daarvoor nodig? Je moet uren trainen en soms kotsend, omdat je niet meer kunt, op de fiets de berg oprijden, maar je moet toch je grenzen blijven verleggen.”
Is dat niet veel te veel gevraagd?
“Ik had er zo veel voldoening van dat ik mijn leven eraan wilde wijden.”
Zorgt dat niet voor een leeg leven?
“Nee, dat is het niet. Door die topsport heb ik zo veel geleerd over wie ik ben. Ik kan omgaan met tegenslagen. Ik heb mijn lijf leren kennen, mijn sterke en mijn zwakke punten. Ik heb krachttraining en mentale trainingen gedaan, en mijn voeding aangepast. En dan ga je het ijs op , laat je alles los en rijd je in enorme vrijheid.”
Je kent je lijf als topsporter. Maar nu ben je zwanger. Herken je je lijf nog?
“Pff, dat is wel een verrassing. Ik heb er geen vat meer op, maar dat moet ik accepteren. Dat is wel een nieuwe ervaring.”
De vader van je kind is Ronald van Bruchem. Hij werkt bij een reisorganisatie. Bewondert hij jou om je verleden?
“Ik heb hem veel moeten vertellen over mijn leven als topsporter, wat je ervoor moet doen en laten. Hij heeft het schaatsen eigenlijk niet zo gevolgd en wist niet precies wie ik was. Hij is een Brabander, een Bourgondiër, die veel in het buitenland was. Hij houdt van een drankje in de kroeg. Soms als we naar een café gaan, vragen mensen of ze met me op de foto mogen. Dan moet hij altijd even schakelen: hè? En dan: o ja.”
Je hebt ook meegedaan aan Dancing with the Stars. Het verhaal ging dat je toen een relatie had met Marcus van Teijlingen.
“We hadden het wel heel leuk samen, maar ik heb hem nu zeker al een jaar niet gezien. Omdat ik was gestopt met trainen, was dat dansen een goeie coolingdown voor me.”
Ik begreep dat je ooit een hartoperatie hebt ondergaan vanwege een aangeboren hartritmestoornis.
“Ja, ik heb zes uur een operatie meegemaakt die via mijn lies in mijn hart werd uitgevoerd. Je moet je voorstellen dat een bundeltje zenuwen je hart een paar keer per dag een verkeerde impuls geeft. Je hart slaat dan op hol. Ze hebben het bundeltje dichtgebrand.”
En jij dacht natuurlijk na de operatie: ik spring van de operatietafel af en ik ben weer helemaal in vorm.
“Nou ja, zo was het me ook wel een beetje verkocht: een lopendebandoperatie. Even herstellen en dan ben ik er weer, dacht ik. Maar ik was totaal het vertrouwen in m’n lijf kwijt. Ik wilde weer met het team trainen, want die gingen als een tierelier, maar bij mij gingen alle alarmbellen. Er was ook geen revalidatieproces of zoiets. Ik was gewend mezelf op mijn sodemieter te geven: kom op, Barbara, gaan! Maar mijn lijf zei: Barbara, stop! Ik had ook zelfmedelijden: ziet niemand dat ik aan het worstelen ben? Ik moest mentaal weer vertrouwen krijgen in mijn lijf en dat duurde jaren.”
Ik las dat je voor de operatie bètablokkers slikte als je trainde?
“Ja, dat klopt. Het was net of er constant een handrem op de training stond. Ik liep al jaren bij een cardioloog, die zei dat het allemaal geen kwaad kon. Ook niet als m’n hart tekeerging. Die arts schreef de bètablokkers voor en ik dacht: dan zal het wel goed zijn.”
Je begeleidde mensen bij ‘De Afvallers’ van SBS 6. Hoe was het om te ontdekken dat er mensen zijn die minder gedisciplineerd zijn dan jij?
“Er ging een wereld voor me open. Ik begeleidde een moeder met drie dochters die gemiddeld 130 kilo wogen. Ze waren niet vooruit te branden. Van mij hoefden ze niet te sporten, maar ga dan in elk geval naar buiten! Kortstondig hebben we ze kunnen helpen, ze zijn alle vier gemiddeld 30 kilo afgevallen, maar daarna vielen ze weer terug in de oude gewoontes. Ze vonden zichzelf wel veel sexyer, meer vrouw. Nou ja, ik ben blij dat ze dat gevoel nu in elk geval kennen.”
Je geeft ook bedrijfstrainingen die je leren om te gaan met tegenslag. Als ik een te hoge hypotheek heb en geen werk, wat zeg je dan tegen mij?
“Veel mensen reageren op tegenslag met: ‘Dat heb ik weer.’ Dat is dodelijk. Stroop je mouwen op. Vraag hulp. Neem initiatief.”
Je besteedt veel tijd aan schaatsles geven op scholen.
“Ja, we gaan dan naar scholen en leggen daar een kunstijsbaan neer. Kinderen komen veel te weinig buiten, en er zijn jaren dat er geen natuurijs is. Ik leer ze dan schaatsen. Je ziet dat in sommige culturen kinderen al jong volwassen moeten zijn, en dan kost het moeite ze over te halen. In het algemeen zijn kinderen een stuk slapper dan vroeger. Je ziet dat ze niet gewend zijn te vallen, ze staan op als oude mensen. Wat ik doe, is dus blijkbaar erg nodig. Ik hoop dat het helpt om de algemene gezondheid te verbeteren.”