“Ik vind mezelf geen aansteller meer”
Liesbeth Kamerling over omgaan met hoogsensitiviteit
2018 zou je misschien wel ‘het jaar van de hoogsensitieven’ kunnen noemen. Nooit eerder was er zo veel aandacht voor mensen die overprikkeld raken door geluid, emoties en andere indrukken. Een van de mensen die sensitiviteit op de kaart heeft helpen zetten, is actrice/coach Liesbeth Kamerling.
Zelf ben ik altijd blij als ik na een interview weer in de trein zit, weg uit Amsterdam. Er is te veel herrie. Er zijn te veel mensen. Te veel beweging. Wat dat betreft zou ik prima in het plaatje van een HSP’er (hoogsensitief persoon) kunnen passen. Bij deze mensen komen zintuigelijke indrukken zoals geluid, geur en emotie veel sterker binnen dan gemiddeld. Lange tijd werd hoogsensitiviteit niet serieus genomen. Totdat psycholoog Elke van Hoof aan de hand van MRI-scans aantoonde dat de hersenen van HSP’ers echt anders reageren.
Vandaag ben ik op zoek naar inside information. Hoe ziet het leven er voor een HSP’er uit en hoe zorg je dat je je hoofd boven water houdt? Dat kan Liesbeth Kamerling (ja, inderdaad het zusje van overleden acteur Antonie Kamerling, bekend als actrice en inmiddels werkzaam als coach) exact vertellen. Ze is zelf hoogsensitief en schreef er samen met psycholoog Lieke Zunderdorp een boek over: Overprikkeld. We hebben afgesproken bij de hippe lunchketen SLA in Amsterdam-Zuid, waar ik met klotsende oksels, twee minuten te laat (wat een stress!) binnen dender en vervolgens bij het bestellen van mijn cappuccino wordt geconfronteerd met ‘ingewikkelde keuzes’: wat voor soort melk ik in mijn cappuccino wil (haver, soja of kokos …) en hoeveel shotjes koffie. Ondertussen, nog voor we ons goed en wel aan een tafeltje gesetteld hebben, ontvouwt zich al een gesprek.
Gebke: “Je bent tegenwoordig coach. Is dat niet lastig als je hoogsensitief bent?”
Liesbeth: “Nou, gek genoeg helpt het me juist. Als HSP’er heb je gevoelige voelsprieten. Hierdoor voel ik vaak feilloos aan hoe een ander in zijn vel zit. Soms nog voordat diegene zich daar zelf van bewust is. Dat kan weleens lastig zijn. Vooral na Antonies dood spraken wildvreemden me op straat aan. Ze vertelden dat ze het zo erg voor me vonden van mijn broer en dat zij ook iemand kenden die depressief was of zelfmoord had gepleegd. Daarmee raakten ze me niet alleen in mijn eigen verdriet, ook hun verdriet kwam dubbel en dwars bij mij binnen. Ik wilde naar die mensen luisteren. Ze hebben een belangrijk verhaal te vertellen en als Antonies dood ergens goed voor is geweest, is dat daarmee het taboe op zelfmoord verminderd is. Ergens zou ik al die mensen wel willen helpen.”
“Door mijn sensitiviteit neem ik emoties over als een kameleon. Tijdens het acteren is dat ideaal, dan speel je met die emoties. Tegelijkertijd werk je op filmsets met grote teams. Daar zitten altijd wel mensen tussen die ongelukkig zijn. Hun verdriet, hun pijn, hun depressie: ik neem dat onbewust waar en het zet zich in mij vast. Ik moet het soms letterlijk onder de douche van me afspoelen voordat ik weer bij mezelf kom.”
Gebke: “Je kunt ook zeggen dat je gewoon een lief en meelevend mens bent.”
Liesbeth: “Ja, dat klopt. Iedereen is in een bepaalde mate empathisch. Er zijn maar weinig mensen die niet geraakt worden door mooie muziek of het verdriet op een begrafenis. En ja, de een is meer invoelend dan de ander. Maar sensitief zijn is toch echt wat anders. Het zit in alles wat ik doe, in alles wat ik zie, hoor, ruik en voel. In elk deel van mijn leven. Waar ik mijn bureau neerzet. Het uitzicht dat ik heb. Elk geluid komt bij mij tien keer harder binnen. Ik heb drie kinderen in de leeftijd van vijf tot veertien jaar, dus ga maar na. En het is niet alleen dat – overal is geluid. We leven in een samenleving vol prikkels. Daar moet ik mee zien te dealen. Ik ben daarin heel vaak over mijn grenzen gegaan, omdat ik niemand wilde teleurstellen, omdat ik wilde voldoen aan verwachtingen. Want waarom zou ík niet nog even wat langer op een etentje blijven hangen? Het is toch gezellig. Iedereen doet mee. Het zijn ook de eisen die ik aan mezelf stel, waardoor ik toch mijn tanden op elkaar zet en doorga. En ik ga lang door, tot ik letterlijk omval. Dan zit ik weer thuis met een longontsteking. Lichamelijk uitgeput omdat ik mezelf negeer. Dat is het ook met hoogsensitiviteit. Je absorbeert zo veel prikkels dat je je lijf niet meer voelt, terwijl dat lichaam de beste graadmeter is voor hoe je ervoor staat. ”
Gebke: “Sinds wanneer weet je dat je hoogsensitief bent?”
Liesbeth: “Een jaartje geleden zou ik door Psychologie Magazine geïnterviewd worden. Ik was er automatisch van uitgegaan dat het over mijn werk als coach zou gaan. Even later hoorde ik dat ik op de cover zou komen en dat het interview over HSP ging. Ik ben gaan googelen wat dat exact was. Op dat moment viel er niet één kwartje op zijn plek, maar wel duizend. Jackpot! Er was zo veel wat ik ineens begreep van mezelf. Ik wist altijd al dat ik gevoelig was voor geluid, maar nu snapte ik waarom. Dat je begrijpt hoe je in elkaar zit, waarom je reageert zoals je doet, dát is zo belangrijk. Ik ben alles over hoogsensitiviteit waar ik mijn hand op kon leggen gaan lezen. Dat was het begin van mijn boek.”
Gebke: “Heb je nog getwijfeld of je de openbaarheid zou opzoeken met je hoogsensitiviteit?”
Liesbeth: “Geen ogenblik. Ik houd van openheid, van oprechtheid. Toen ik nog volop in the picture stond, kwam ik vaak zonder make-up naar rodeloperevents. Niet alleen om te choqueren, maar om te laten zien: ‘Dit ben ik, dit ben ik echt.’ Achteraf had ik dan weleens spijt. Met zo’n flits lijkt je gezicht al gauw onder het eczeem te zitten. Maar uiteindelijk kan me dat ook niet echt schelen. Nou goed, ik houd dus van openheid. En ik schaam me totaal niet voor mijn sensitiviteit. Het enige wat ik leuk vind aan bekend zijn, want op de een of andere manier ben ik dat nog steeds wel, is dat ik die bekendheid kan gebruiken om iets te veranderen, iets in beweging te zetten en ik doe niets liever dan anderen helpen. Vandaar mijn boek. Het liefst zou ik het gratis uitdelen om zo veel mogelijk mensen te bereiken. ”
Gebke: “Ik heb het gelezen; het helpt je je eigen handleiding te vinden. Niet alleen belangrijk voor HSP’ers, denk ik, maar voor iedereen.”
Liesbeth: “Ja, dat zou kunnen. Er staat ook niet echt iets nieuws in, maar door de ordening van al die tips bij elkaar kun je toch ineens aan het denken gezet worden. Ik ben nu mijn eigen boek aan het herlezen – als opfriscursus – en denk heel vaak: oh ja! Ik was toch weer een hoop vergeten.”
Gebke: “Wat heb je vooral geleerd?”
Liesbeth: “Als HSP’er moet je accepteren dat je moe wordt van al die prikkels en dat je ontzettend chagrijnig kunt reageren als je energiepeil onder een bepaald punt komt. Ik heb het laatste jaar geleerd om mezelf niet meer weg te cijferen. Ik kan alleen een leuke moeder en een fijne partner zijn als ik goed voor mezelf zorg. En dus kom ik vaker op de eerste plek. Dus niet én de kinderen van school halen, én meteen boodschappen doen én ook nog een interview geven. Ik moet doseren. Bewust ruimte en tijd inplannen voor rust en ontspanning. Stress valt niet te voorkomen, maar de prikkels die je kunt vermijden door bijvoorbeeld minder op een dag in te plannen – daar heb je wél invloed op. Dat scheelt zo veel energie. Daarnaast is een stabiele basis belangrijk. Zorgen dat je het thuis fijn hebt. Geen onnodig gedoe.”
“Ik check nu ook vaker bij mezelf: hoe staat het ervoor? En ik bekijk kritisch wat mij energie kost en energie geeft. Het vervelende aan HSP is dat je batterij heel snel leeg kan raken, de positieve keerzijde is dat die ook zo weer opgeladen is. Ik kan intens genieten van de kleinste dingen. Als ik alleen al naar een boom kijk, kan ik daar energie uit putten. Zo simpel kan het zijn. Een sensitieve geest heeft ook voordelen. Die van mij pingpongt alle kanten op en als in een cocktailshaker worden gedachten gefabriceerd tot iets nieuws, iets creatiefs. Mijn eerste boek is net uit en ik heb zo alweer drie, vier nieuwe ideeën voor boeken.”
Gebke: “Als je je mede-HSP’ers een tip zou mogen geven: welke zou dat zijn?”
Liesbeth: “De belangrijkste les is vooral dat ik mezelf geen aansteller meer vind. Ik ben geen zeur. Ik voel wat ik voel. Dat negeer ik niet langer. Luisteren naar mijn lijf, mijn hart en mijn hoofd is mijn missie in het leven geworden. Het is de kunst om als HSP’er met een druk leven niet om te vallen.”
Gebke: “Geldt dat niet voor iedereen? Dat je gedurende je leven erachter komt wat je nodig hebt.”
Liesbeth: “Ik denk het wel. Maar als HSP’er moet je nog beter die handleiding naleven. In relaties is het me te vaak gebeurd dat ik over grenzen ging, mezelf wegcijferde, waardoor het op een gegeven ogenblik echt klaar was. Dan maakte ik het weer uit. Het is niet makkelijk om met iemand die hoogsensitief is samen te leven. Soms betekent dat bijvoorbeeld dat je apart moet slapen, omdat je alleen dan goed uitgerust wakker wordt. Ook ’s nachts kan andermans energie je beïnvloeden. Ik moet echt grenzen stellen om niet overprikkeld te raken. En dat betekent ook dat ik af en toe keihard op de rem moet trappen en soms beslissingen moet maken die helemaal niet leuk zijn.”
Gebke: “Zoals?”
Liesbeth: “Het is een hectisch jaar geweest. Ik heb voor het eerst een boek geschreven. Afstemmen is ook een ding voor HSP’ers. Ondertussen kreeg ik te maken met strakke deadlines, moest samenwerken met een co-auteur. We zijn verhuisd, onze werkplaats vloog in de fik en ondertussen moest ik mijn gezin met drie jonge kinderen draaiende houden. Toen het boek nog maar net naar de drukker was, stond er een lezing op de planning voor zevenhonderd man op Lowlands. Die heb ik met pijn in mijn hart en veel schuldgevoel afgezegd. Normaal had ik gezegd: kom aan, doorzetten. Maar dat kon gewoon niet meer. Ik heb een jaar lang al mijn extra energie in ons boek gestoken. Het was op.”
Gebke: “Het blijft dus zoeken naar die balans?”
Liesbeth: “Elke dag weer.”
Gebke: “Wat ik lastig vind, is te onderscheiden waar hoogsensitiviteit begint en wanneer het depressiviteit wordt of borderlinesyndroom.”
Liesbeth: “Ik denk dat je die vergelijking niet kunt maken. HSP is geen psychische aandoening, geen gedragsstoornis. Ik zou het eerder vergelijken met je huidskleur. We worden allemaal met een andere huidskleur geboren en elke huid vraagt om een andere beschermingsfactor tegen de zon. Als je hoogsensitief bent, ben je dus niet zo heel anders dan anderen. Je hebt hooguit een andere beschermingsfactor nodig om te voorkomen dat je op den duur depressief wordt of een burn-out krijgt. Maar niet elke burn-out of depressie is het gevolg van HSP. En niet elke HSP’er raakt opgebrand of depressief.”
Gebke: “Hoe vind je het dat er ineens zo veel aandacht is voor HSP?
Liesbeth: “Heel belangrijk. Als niet weet dat je hoogsensitief bent, dan denk je: ik ben dus een zeur. Ik ben een aansteller. Dan ga je mee in wat er van je verwacht wordt en doe je niet wat goed is voor jou. Bewustwording. Daar begint alles mee.”
Gebke: “Waaraan merk je dat je een grens over gaat?”
Liesbeth: “Mijn kinderen zijn alle drie hoogsensitief, maar vooral de middelste heeft er echt last van. Hij is mijn spiegel. In de tijd dat ik worstelde met de dood van Antonie werd hij onhandelbaar, kreeg onverklaarbare woede-uitbarstingen. Ik kan mijn gevoelens voor hem niet verbergen. Hij voelt alles haarfijn aan en neemt het over. Tegelijkertijd begrijpt hij niet wat hij voelt, maar het moet er wel uit. Dat is dan voor mij een teken dat ik met mezelf aan de slag moet. Als vader of moeder van hoogsensitieve kinderen moet je juist heel evenwichtig zijn en eerlijk zijn in je gevoel, anders raken zij uit balans.”
Gebke: “Kun je omdat je zelf sensitief bent, je kinderen ook beter begeleiden?”
Liesbeth: “Absoluut! Ik haal bijvoorbeeld mijn kinderen zo veel mogelijk zelf van school. Vooral voor de middelste vind ik dat belangrijk, omdat ik aan zijn gezicht zie of hij overprikkeld is. Vaak is dat het geval, maar dan wil er toch een vriendje komen spelen en dan moet ik dus voor hem beslissen of dat slim is. Het ligt er ook aan wie wil komen spelen en of die combi goed is op dat moment. Afgelopen september werd mijn zoon negen en heeft hij voor het eerst ooit een verjaardagspartijtje gehad. Er kwamen vier vriendjes en dat ging goed. Maar het moet niet te druk worden, dan raakt hij overprikkeld. Ik ben eigenlijk zijn filter. Ik stel grenzen. Ik denk dat HSP voor jongens en mannen misschien nog lastiger is dan voor vrouwen. Het is niet bepaald cool om aan te geven dat je moe wordt van veel mensen om je heen of van veel geluid. Ik denk dat daar nog wel een extra uitdaging ligt.”
Gebke: “Heb je niet de neiging om met je gezin uit het drukke Amsterdam te vertrekken en ergens op een hutje op de hei te gaan zitten?”
Liesbeth: “Ja, heel erg zelfs. En misschien dat dit er ooit nog eens van komt. Maar dan niet in Nederland, maar ergens in de ruige natuur van Portugal bijvoorbeeld. Voorlopig zitten we goed hier en tanken we bij in de stadse natuur van het Vondelpark, Rembrandtpark en het Amsterdamse bos. Ik fiets soms echt een rondje om als ik overprikkeld dreig te raken. Groen, de natuur doet mij zo goed. Tegelijkertijd vind ik het ook fijn – zo’n stad die bruist.”
Wie:
Liesbeth Kamerling | 42 | Amsterdam | getrouwd met Frans | moeder van 3 zonen (14, 9 en 5 jaar) | coach | bekend als actrice in o.a. GTST, Stille Nacht en Phileine zegt sorry en als zusje van Antonie Kamerling |
De beste basis voor je eigen handleiding
- Als je het gevoel hebt dat het te veel is, is het te veel. Je bent geen aansteller, geen zeur.
- Neem de tijd en check regelmatig hoe je je voelt: je lijf is een goede graadmeter.
- Ontdek hoe je prikkels kunt verminderen. Zet een zonnebril op, luister via een koptelefoon naar rustgevende muziek, let op je ademhaling.
- Rust en tijd nemen voor jezelf voelt misschien egoïstisch, maar als je op die manier niet omvalt, is het beter voor iedereen. Dus neem tijd voor jezelf. Ga eens een weekendje weg met je lief of een goede vriend of vriendin.
- Plan je agenda niet vol, maar plan vooral tijd in om te herstellen en bij te tanken.
- Maak een lijst van plekken waar je goed kunt opladen en zorg ervoor dat je daar met regelmaat komt.
- Wat geeft je energie? Wat kost je energie? Maak dat voor jezelf inzichtelijk.
Wat houdt hoogsensitiviteit in?
Elke van Hoof, klinisch psycholoog en professor aan de Vrije Universiteit Brussel: “Simpel gezegd mist iemand die hoogsensitief is een filter in het informatieverwerkingssysteem in de hersenen. Zonder dit filter komt alles wat je ziet, hoort, ruikt en ervaart even hard binnen en wordt het op hetzelfde niveau door de hersenen verwerkt. De hersenen maken dus geen onderscheid tussen belangrijke en minder belangrijke prikkels, terwijl bij iemand die niet hoogsensitief is de informatie wel gefilterd wordt voordat het door de hersenen verwerkt wordt. Iemand met hoogsensitiviteit onderscheidt zich door het vermogen om veel informatie uit de omgeving te halen én deze diepgaand te verwerken.”
“Als je mensen met hoogsensitiviteit een bepaalde opdracht laat doen terwijl zij in een MRI-scan liggen, zie je dat er meer hersengebieden actief zijn dan bij mensen zonder hoogsensitiviteit. Dit noemen we diepgaande verwerking. Mensen die hoogsensitief zijn, denken dus daadwerkelijk anders dan mensen die dat niet zijn. Van hun omgeving krijgen HSP’ers dan ook vaak te horen dat ze dingen te moeilijk maken, dat ze te ver doordenken.”
Meer weten:
Overprikkeld, Liesbeth Kamerling en Lieke Zunderdorp, ISBN 978 90 215 69 741, € 17,50