Verwarm de oven voor op 200 ºC. Schil de aardappelen en snijd ze in stukken. Doe de boerenkool in een grote pan, leg de aardappelen erop, giet er circa 4 dl water bij en breng aan de kook. Kook de groenten in 25 tot 30 minuten gaar.
Meng intussen het gehakt met 1 eetlepel mosterd, het losgeklopte ei, paneermeel en zout en peper naar smaak. Kneed goed door en vorm er kleine balletjes van. Snijd de pompoen in blokjes en meng deze met de sojasaus en 1 eetlepel olijfolie in een ovenschaal. Bak de pompoenblokjes in het midden van de oven in 15 tot 20 minuten beetgaar en licht goudbruin.
Verhit 2 eetlepels olijfolie in een pan en bak de gehaktballetjes in circa 10 minuten rondom bruin en gaar. Roer een scheut heet water door het bakvet, roer de rest van de mosterd erdoor en breng op smaak met zout en peper.
Giet de boerenkool af en vang het vocht op. Stamp het geheel met de azijn en een stamper tot een grove stamppot. Meng er zoveel kookvocht door dat de stamppot mooi smeuïg wordt. Breng op smaak met peper. Schep de pompoenblokjes erdoor en serveer met de gehaktballetjes.