“Als ik terugkeek, kon ik ineens allerlei patiënten bedenken waarvan ik dacht: bij jou heeft dat probleem ook gespeeld”
“Blozen wordt vaak als charmant gezien. Maar dan is er een jongen die sociale situaties vermijdt uit angst te gaan blozen”
“De generaties voor ons schaamden zich wel voor veel, dat is ook niet goed”
Wie? Paul van Dijk, huisarts in ruste en schrijver van Van gene tot schaamrood, een boek over schaamteproblemen. Hij deed daar vier jaar over.
Opvallend: “Dit boek gaat over schaamte waar je zelf het slachtoffer van wordt, waardoor je geen relatie meer aangaat of niet meer naar een sportclub gaat.”
Opvallend: “Toen ik met de voorbereiding van dit boek begon, kreeg ik eigenlijk pas in de gaten wat een gigaproblemen dit zijn. Als je op internet kijkt, wat een ellende langskomt op de fora hierover, hoeveel mensen er reageren, is het niet te geloven.”
Hij schreef een boek over schaamte. Blozen, kaal worden, stotteren, nagelbijten, gapen en duimzuigen. Het lijken onbelangrijke dingen, maar als hij alles eerder had geweten, denkt hij nu achteraf, had hij misschien een aantal patiënten beter kunnen helpen. Catherine Keyl sprak met Paul van Dijk, huisarts in ruste. “Het zijn allemaal problemen die klein lijken, maar die heel groot zijn.”
Paul van Dijk woont in een echt doktershuis in Zaltbommel. En dat klopt, want hij was er dertig jaar huisarts. het is zo’n zeventiende-eeuws pand dat je alleen nog in doktersseries ziet. Zijn tuin heeft uitzicht op de beroemde kerk van het stadje.
U kaart achttien schaamteproblemen aan in uw boek. Uit mijn talkshowtijd herinner ik me dat ongewenste beharing een enorm schaamteprobleem was, maar dat staat er niet in.
“Ja, ik denk nu: hoe ben ik ook weer tot mijn selectie gekomen? Ik heb bewust seksuele onderwerpen laten liggen, omdat ik vond dat daar aandacht genoeg voor was. Op een gegeven moment was een criterium dat de onderwerpen een werkwoord moesten zijn. Kijk maar: blozen, stotteren, winden laten, kwijlen …”
Ja, van overmatige beharing kan ik geen werkwoord maken …
“Ik weet dat het een groot onderwerp is, maar je moet ergens een grens trekken. Skin picking (aan de huid pulken) is ook geen hoofdstuk geworden, maar het staat er wel in. Pulken, ik vind het een prachtig woord. Het was toch een te klein onderwerp om een speciaal hoofdstuk van te maken, dus ik heb het behandeld bij krabben. Tsja, waarom geen overbeharing? Ik zal er ernstig over nadenken bij de volgende druk.”
Die gaat komen?
“Het wordt aardig verkocht. Dat is bijzonder voor een medisch getint boek, zeker omdat het ook nog € 39,50 kost.”
Is het niet krankzinnig dat we tot 2013 moesten wachten tot dit boek kwam?
“Nou, dat is niet zo; er was wel een boek Kleine kwalen in de huisartsenpraktijk, maar daar staat alleen snurken in, de rest vond men te onbelangrijk. Dat is het rare aan huisartsen: zij vinden problemen soms ‘te klein’ omdat ze ze niet zien op hun spreekuur, maar dat zegt in principe natuurlijk niks. En zeker niet bij schaamteproblemen. Inherent daaraan is dat er moeilijk over gepraat wordt.
Toen ik met de voorbereiding van dit boek begon, kreeg ik eigenlijk pas in de gaten wat een gigaproblemen dit zijn. Als je op internet kijkt, wat een ellende langskomt op de fora hierover, hoeveel mensen er reageren, is het niet te geloven.”
Het goede aan het boek is dat u met voorbeelden komt waardoor je snapt dat het een probleem is.
“Ja, neem bijvoorbeeld blozen. Dan denk je: waar gaat het over? Blozen wordt vaak als charmant gezien. Maar dan is er een jongen die sociale situaties vermijdt uit angst te gaan blozen. In klas twee van de middelbare school werd hij ten onrechte van diefstal beschuldigd omdat hij bloosde. Daardoor wordt hij steeds angstiger in gezelschap. Hij gaat niet meer naar feestjes en durft niet meer naar voetbal, omdat hij bang is in de kleedkamer rood aan te lopen. Hij gaat aan de slag als magazijnbediende bij een klein bedrijfje. Als hij tot chef bevorderd wordt, raakt hij toenemend gespannen en belandt hij in de ziektewet.”
Inderdaad, dan snap je wel waarom het in het boek staat. Ik las in het boek ook iets over slechte adem: dat dat soms overgaat door een tongschraper te gebruiken. Daar had ik nooit van gehoord.
“Wat erger is, ik ook niet. En nog erger: ik dacht altijd dat uit je mond ruiken iets te maken had met je maag of met je eten. Dus zeggen veel huisartsen als mensen met problemen met een slechte adem op het spreekuur komen: ‘Het zal wel met je maag of je manier van eten te maken hebben.’ Dat blijkt dus helemaal niet het geval te zijn! Ze weten er geen bal van af, ik ook niet. In die zin was het voor mij een fantastische ervaring, een ontdekkingstocht.”
Wat was de grootste verbazing bij het schrijven van dit boek?
“Het maatschappelijk isolement dat deze aandoeningen veroorzaken. Als ik terugkeek, kon ik ineens allerlei patiënten bedenken waarvan ik dacht: bij jou heeft dat probleem ook gespeeld. Mensen met onoplosbare slapeloosheidsproblemen en hoofdpijnklachten waarvan je dacht dat er eigenlijk iets anders aan de hand was. Nu denk ik: hij schaamde zich voor iets. Doordat ik er al mee bezig was toen ik nog huisarts was, merkte ik ook tijdens mijn spreekuur dat er bijvoorbeeld lacherig gedaan werd over snurken, ik noem maar wat. Intussen bleek het wel desastreuze gevolgen voor een huwelijk te hebben.”
Dat was ook de voornaamste motivatie om dit boek te schrijven?
“Het zijn allemaal problemen die klein lijken, maar die heel groot zijn. Dat was motivatie nummer één. Motivatie nummer twee: we denken als huisartsen dat het niet voorkomt, maar het komt veel vaker voor dan we denken. Ik was heel medisch gemotiveerd. En tijdens het schrijven merk je dat het erbij trekken van andere wetenschapsgebieden iets toevoegt aan je opvatting van de geneeskunde.”
Was het eigenlijk wel nodig om iets over schaamte te schrijven? Heeft de maatschappij van nu niet veel te weinig schaamte?
“Ja, dat vind ik ook. Als ik naar mijn kinderen kijk, die laten gewoon een boer in gezelschap en vinden dat geweldig. Vrouwen op YouTube die ‘Queen of burbs’ genoemd worden en vijftigduizend keer gedownload worden: daar word ik ook niet blij van. Al dat soort dingen zijn natuurlijk wel bepaald door leeftijd en traditie. Als mensen van mijn leeftijd aan een diner scheten gaan zitten laten, kan dat echt niet. En jongens van vijftien moeten er keihard om lachen. Dan wordt het ineens als heel stoer gezien. De generaties voor ons schaamden zich wel voor veel, dat is ook niet goed.”“Dit boek gaat over schaamte waar je zelf het slachtoffer van wordt, waardoor je geen relatie meer aangaat of niet meer naar een sportclub gaat. Waardoor je in een isolement raakt.”
Ik las dat voor overmatig zweten botox wordt gebruikt.
“Het hangt er natuurlijk van af hoe erg iets is. Als je nagaat dat men een thoraxoperatie doet om hikken of blozen te voorkomen, dat vind ik nogal wat. Dan wordt dus je hele borst opengemaakt. Mensen moeten echt wel wanhopig zijn, willen ze dat laten doen. Nu gaat het vaak met een laparoscopie, maar toch!”
Wat ik erg bijzonder vond, waren de voorbeelden uit de literatuur na elk hoofdstuk. Dat moet een heidens werk geweest zijn om die te vinden.
“Dat is met vereende krachten gebeurd. Ik ben al twintig jaar lid van een mannenleesclub, dus we hebben samen heel wat romans gelezen. Maarten Biesheuvel heeft een nooit gepubliceerd verhaal over blozen ter beschikking gesteld. Met zijn allen hebben we voorbeelden in de literatuur gezocht van de schaamte-onderwerpen. Het was een mooie zoektocht, ik heb nog nooit met zo veel plezier aan een boek gewerkt.”
Goed ook dat iemand begrijpelijke aquarellen maakt van bijvoorbeeld hikken. Probeer dat maar eens te tekenen.
“Dat is erg knap gedaan door Rob Heijman, die woont hier in het stadje.”
En wat gaat u hierna doen?
“Een boek en een website maken over deze straat waar ik woon. Een cultuur-historisch onderzoek naar alle huizen, superinteressant. Vooral ook omdat het eens iets heel anders is, haha.”