Feestvarkens: dat zijn de varkens van Dafne. En de ganzen, koeien en kippen? Echte geluksvogels. Ze zijn namelijk allemaal lid zijn van de familie Bofkont van Dafne Westerhof. Al deze beesten hebben een verhaal, dat vooral wordt verteld door Dafne, ooit communicatiedeskundige in de Amsterdamse PC Hooftstraat, nu boerin – zónder bio-industrie.
Onder Amstelveen ligt een boerderij verscholen tussen de bomen. Erachter ligt grasland. Links de flats van Uithoorn, in de verte het kerkje van Nes, rechts grote kantoorgebouwen. Het boerenland tegen de klippen op, letterlijk. Hier woont de familie Bofkont, bestaande uit hanen, kippen, een gans, koeien en natuurlijk varkens, in Het Beloofde Varkensland.
Is het waar dat jouw koeien deze hele barre winter buiten hebben gestaan?
“Kijk, mijn koeien hoeven niks. Ze hoeven niet te presteren en ze geven geen melk, omdat ze geen kalfjes krijgen. Ze doen waar ze zin in hebben. Liggen in de zon. Dus toen het min tien was, gingen ze gewoon naar buiten. Dan zei ik: ‘Komen jullie niet lekker binnen, hier is het warm’, maar dat wilden ze niet, ze bleven liever in de wei. Nou, ook goed.”
Maar waarom halen de boeren hun koeien dan binnen?
“Omdat ze anders het grasland vertrappen en dan moet de boer veel te veel bijvoeren. Er zit altijd een economisch motief achter, het gaat altijd om geld.”
Jij wilt iets doen tegen de bio-industrie.
“Nee, ik ben niet tegen iets. Ik ben voor iets. Ik wil een dier een eigen gezicht geven. Ik heb een boerenschool gevolgd. Daar heb ik me voorgenomen: ik ga niet de boeren de schuld geven. Iedereen doet mee aan de bio-industrie! Begin eerst maar eens bij jezelf. Wat kun je zelf doen? Minder vlees eten, bijvoorbeeld.”
Je eet zelf geen vlees?
“Nee. Dat vind ik echt erg hoor, ik was verslaafd aan vlees, ik mis het echt. Maar ja, jij eet je eigen hond toch ook niet op? Dus daarom.”
Maar je wilt mensen wel laten nadenken over vlees eten.
“Ja, zo is het op zondag hier altijd enorm druk. Mensen komen van heinde en verre kijken hoe we het doen. We brengen de mensen hier dicht bij het dier. De mensen zijn nieuwsgierig, ze willen nog weleens een echt groot varken zien, dat zie je nergens meer. Ik geef daarom trainingen, zo ook aan de directeur van een slachthuis. Hij belde op en zei: ‘Ik wil langskomen met mijn netwerk, dat mag zeker niet?’ Ik zei: ‘Natuurlijk, kom maar, welkom.’ En daar kwamen ze met hun dikke BMW’s. Al die mannen binnen in driedelig grijs. Allemaal lachen natuurlijk. Maar aan het eind van de dag lagen ze allemaal varkens te masseren. De directeur zei: ‘Ik heb een moordmiddag gehad.’ Ik antwoordde: ‘Dat is wel pikant om te horen uit uw mond.’ Hij zei: ‘Wij realiseren ons dat wij alleen nog maar bezig zijn met dode onderdelen van het dier en met geld. U bent echt met het dier zelf bezig en zijn gedrag. Dat is een ontzettend mooie bewustwording.’”
Hoe wordt een communicatiedeskundige met rood gelakte nagels boerin?
“Het is begonnen bij mijn grootouders. Ik ben verliefd geworden op het boerenleven; zij hadden een boerderij, ouderwets, met een paard voor de wagen. Ik gaf managerscommunicatietrainingen in de PC. Achter de PC liep het Schapenburgerpad, dat eruitziet als een buitengebied. Daar kraaide iedere morgen een haan. Ik dacht: die haan roept mij, ik wilde de boerenschool gaan doen. Alles weten over varkens, kippen, schapen, koeien; alle beesten die op ons bord liggen. Maar ja, het waren de jaren negentig, je had nog geen ‘Boer zoekt Vrouw’. Nu is alles hip wat het platteland betreft, toen niet. Ze zeiden: ‘Voor een vrouw met rode nagels en hoge hakken is dit veel te zwaar werk.’ Toen heb ik een halfjaar vrijwillig stallen uitgemest in Artis. Daarna mocht ik wel komen.”
En hoe startte je met deze boerderij?
“Mijn moeder heeft een einde aan haar leven gemaakt. In die periode kreeg ik het gevoel dat alles zich opnieuw moest schikken. Ze was manisch-depressief en ze zat in de overgang. Ze was 57. Ik was 25. Mijn leven bestaat uit twee delen: met mijn moeder en zonder haar. Ik moest opnieuw beginnen. Ik had een enorm goede band met haar, we waren erg close. Het was een bom die insloeg. Ik dacht: nu zij niet meer leeft, heb ik ook geen bestaansrecht meer. Zo diep zat het. Maar na de boerenschool dacht ik: er is voor mij een taak, ik moet een boerderij hebben. Ik ging op zoek, en hoewel dat niet gemakkelijk was, vond ik uiteindelijk deze boerderij die ik pacht.”
Heb je in al die jaren de publieke opinie over dierenwelzijn zien veranderen?
“Ja, vooral sinds de mond- en klauwzeerperiode. Iedereen herinnert zich de dode beesten in die grijpers. Iedereen weet nu dat er dieren zijn achter gesloten deuren.”
Was niet een deel van je succes dat je er zo veel bekende Nederlanders bij betrok?
“Nee, die hebben allemaal zelf gebeld! Dat is nou juist zo leuk, alles is organisch ontstaan. Giel Beelen belde zelf. Ruby Wax kwam langs, Jort Kelder, Hanneke Groenteman, Theodor Holman, Prem, nou ja, wie niet eigenlijk? Giel vertelde dat hij als klein jongetje verliefd was op een varken in een kinderboerderij en ineens was dat varken weg, naar de slacht. Dat vond hij zo erg. Hij vroeg: ‘Mag ik langskomen?’ Hij is geweest met zijn moeder en heeft naast een varken gelegen, leuk hè?”
Je kunt hier varkens masseren. Hoe kwam je daarop?
“Dat heb ik niet bedacht, het ging vanzelf. Ik had een heel zenuwachtig biggetje, Aagje. Ooit had ik klassieke massage op mensen geleerd. Ik dacht: jou krijg ik vast rustig als ik je masseer. In een week was ze helemaal kalm, het werd een zelfverzekerde dame. Uiteindelijk kwam ik in het tv-programma van Jack Spijkerman terecht en werd ik bekend met varkensmassage. Zelfs vanuit Japan kwamen mensen. Ook mijn managementtrainingen houd ik hier. Er ontstaan heftige spontane discussies over de bio-industrie en over wat de overeenkomsten zijn tussen mensen in een groep en dieren in een groep.”
“Op zondag is het hier feest, dan mag iedereen komen om relaxed naast de varkens te liggen. Maar doordeweeks leven de dieren gewoon als dieren, in hun eigen groep. En dat geeft mij de mogelijkheid hun gedrag te bestuderen.”
Wat kunnen managers hier leren?
“Ik geef je een voorbeeld: de stadsdelen van Amsterdam hadden hier training omdat er werkculturen samengevoegd moesten worden. Hoe moet dat? Hoe gaat dat? Ik maak vergelijkingen met dieren en vertel bijvoorbeeld: als er een vreemd dier in de groep komt, zijn alle beesten een halfjaar van slag. Zo gaat het bij de mensen ook.”
De varkens heten Billie Bofkont, Dappere Dodo of Miss Universe. Ze hebben niet alleen namen, maar op de site vertel je over hun avonturen. Vind je niet dat je de dieren te veel als mensen behandelt?
“Nee, helemaal niet. Door ze namen te geven, komen ze dichterbij. Jij hebt ooit eens het varken Brutus in je uitzending gehad, in 2005. Er was een slager bij die vertelde dat hij worst van het varken ging maken. Maar omdat Brutus ineens een herkenbaar varken was, begonnen mensen mij te bellen: Brutus mag niet naar de slacht! En dan werd ik wel gebeld door mensen die allemaal vlees eten, dus daar klopt iets niet. Enfin, ik heb Brutus toen van de slager gekocht en hij is nog steeds hier.”
Word je rijk als boerin?
“Ik ben niet rijk, maar ik ben de koning te rijk, omdat ik kan leven precies zoals ik wil, met de beesten en de mensen die hier komen. Met alle vrijwilligers. Niemand verdient hier een stuiver. Ze vinden het leuk om hier te zijn, ze willen graag leren van de dieren. Dat bestaat! Het is hier echt Het Beloofde Varkensland.”
Dafne Westerhof is communicatie-expert en boerin. Zij is moeder van de familie Bofkont, bestaande uit varkens, koeien, hanen, kippen en een gans.
Boerin én communicatie-expert? Dafne had een goedlopend communicatie-adviesbureau op de PC Hooftstraat in Amsterdam, maar het boerenbestaan bleef trekken. Na de landbouwschool gedaan te hebben, startte zij de boerderij Het Beloofde Varkensland in Amstelveen.
… en actievoerster Ja, actie voor de dieren uit de bio-industrie.
Gezond volgens Dafne
Wat doe je om gezond te blijven?
“Ik rook niet, ik drink niet. Ik eet geen vlees, geen zuivel en geen vis.”
Bewegen?
“Boerenfitness! Ik hoef nooit naar de sportschool, haha.”