Bonbons uit de boom
Ze zijn zacht, zoet en zalig om zo te eten. Dadels! Ooit aten we deze exotische zuidvrucht alleen als chic borrelhapje, maar de laatste tijd is het een hit als alternatief voor suiker in onze taarten en koekjes. Gek genoeg weet niemand echter het naadje van de kous. Hoe groeit die dadel? En waar? Hoe wordt hij zo zoet? gezondNU’s eindredacteur Sonja van den Heuvel reisde met haar gezin door Marokko en ontdekte niet alleen de schoonheid van het landschap, maar onderzocht ook de groei en bloei van de dadel.
Het is 8.00 uur. We zitten vroeg aan ons ontbijt in een sprookjesachtig Riad in Fes. Mozaïektegeltjes aan de muren, een fonteintje op de binnenplaats, dikke geborduurde kussens in de banken. Abdullah, onze gastheer in dit Riad, zet schaaltjes met honing, jam, warme broodjes, duizendgatenflensjes en natuurlijk dadels voor ons neer. Naar de herkomst van die dadel gaan we vandaag op zoek. Dat betekent een lange autorit van zo’n zes uur naar de 450 kilometer zuidelijker gelegen woestijnstad Erfoud. Daar vindt vandaag de achtste editie van de internationale dadelbeurs Sidattes plaats.
Djellaba’s en tablets
Eenmaal op weg laten we al snel de drukte van de miljoenenstad Fes achter ons en rijden vier uur lang door een uitgestrekt landschap met hier en daar eenvoudige huisjes of tenten, waar herders met hun gezinnen wonen. Op de achtergrond liggen de besneeuwde bergen van de Midden-Atlas. We rijden door de cederbossen van Azrou, waar berberapen door de bomen slingeren, en komen door dorpen en stadjes waar overal kraampjes en karren langs de weg staan met groenten, fruit, potten, pannen, levende kippen en kleding.
Hoe verder we rijden, hoe meer het lijkt of hier de tijd heeft stilgestaan. Mannen in djellaba’s lopen met pakezels langs de weg. Vrouwen die zijn gewikkeld in kleurige sjaals doen er hun boodschappen. Een blik op onze achterbank zorgt voor een surreëel gevoel. Zoon- en dochterlief van zeven en negen gamen zich op hun tablets een slag in de rondte om de tijd te doden, terwijl het buiten de auto zomaar tweehonderd jaar terug in de tijd zou kunnen zijn.
Grootste oase ter wereld
Dan wordt het landschap droger en droger. Het groen verdwijnt tot de rode kleur van de aarde overheerst. Ook alle huizen en bouwwerken die we tegenkomen zijn van dezelfde rode aarde gemaakt. Het is duidelijk te merken dat we steeds dichter bij de Sahara komen. Maar na een bocht doemt opeens een groene oase voor ons op. Het is de Gorge du Ziz-kloof, uitgesleten door de rivier de Ziz. Hier begint de Tafilalet, die wordt beschouwd als een van de grootste oases ter wereld. Aan weerzijden van de rivier de Ziz groeien duizenden dadelpalmen. Een paar uur later op de dadelbeurs in Erfoud zullen we leren dat het er meer dan een miljoen zijn. Nu zijn we nog betoverd door dit waanzinnige landschap: een vruchtbare sliert aarde die zich door het rode landschap van aarde en rotsen een weg baant.
Voor we onze weg voortzetten richting de dadelbeurs stappen we uit. Aan de rand van de kloof staan lemen huizen en hier en daar zijn mannen bezig met het oogsten van de dadels. Eén man klimt in de vijftien meter hoge palm en hakt met een groot mes een flinke tros dadels los van de palm. Voorzichtig geeft hij hem aan de mannen op de grond. Dan slaat hij zijn benen om een stuk of drie meterslange palmbladen en gebruikt deze als een glijbaan om naar beneden te glijden. Als één van de mannen ons opmerkt, komt hij meteen op ons af. Dochterlief krijgt twee handen vers geoogste dadels in haar handen gedrukt. Met een vriendelijke groet draait hij zich weer om, het werk roept.
De dadels zijn goudgeel en veel sappiger (plakkerig!) dan de karamelkleurige gedroogde exemplaren die je in Nederland in de winkels vindt. Ze proeven als bonbons uit een boom: zacht, zoet en fruitig. Ik leg het zakje op het dashboard. We kunnen er geen genoeg van krijgen. “Schat, rijd je niet door te hard door de bochten?”, zeg ik. “Straks vallen die plakkerige dadels nog.” Razendsnel gaan ze op, zeker omdat de kinderen steeds opnieuw vanaf de achterbank vragen: “Mag ik er nog één?”
Duizenden dadels
We komen even later aan op de Sidattesbeurs. Overal waar we kijken, zien we dadels, dadels en nog eens dadels. Kleine, grote, goudkleurig tot diep chocoladebruin. Tweehonderdvijftig exposanten uit vijftien landen presenteren hier hun dadelproducten op een beursvloer van 40.000 m². Sidattes brengt sinds 2010 alle operators uit de dadelindustrie samen.
Brahim, onze reisgids van de reisorganisatie Local Hero Travel, vertelt: “Vroeger was het verbouwen en oogsten van de dadels iets wat overging van vader op zoon. De oogst verkochten ze dan op de lokale markt. Inmiddels exporteert Marokko steeds meer dadels en wordt de teelt professioneler.” Bij een informatiestand horen we even later dat de opbrengst van de dadelproductie in Marokko inmiddels goed is voor de helft van het inkomen van twee miljoen landbouwers. De dadelsector telt daarnaast nog eens ruim twaalfduizend banen. Brahim: “Dadels horen bij Marokko. We eten ze thuis het hele jaar door. Daarnaast neem je ze als Marokkaanse man mee als je om de hand van een vrouw gaat vragen. Eigenlijk kan geen feest in Marokko zonder dadels. Als de familie samenkomt, horen daar dadels bij.”
Mannen- en vrouwenbomen
Een dadel is een steenvrucht met in het vruchtvlees één harde pit. Een dadelpalm produceert per jaar zo’n vijf tot tien grote trossen dadels, samen goed voor tientallen kilo’s. De vruchten groeien alleen aan de vrouwelijke bomen. De mannelijke bomen zijn er slechts voor de bestuiving. De dadels zijn rijp voor de pluk in oktober, november en december.
En: de ‘dadel’ bestaat niet. Er zijn maar liefst vierhonderd verschillende soorten, waaronder de Ajwa, Deglet Noor, Barhi en Sukari. De bekendste en grootste Marokkaanse dadel is ongetwijfeld de Medjool, die hier de ‘koning van de dadels’ wordt genoemd.
Naast dadels zijn er ook stands met dadelproducten zoals dadelstroop. Deze suikerrijke stroop wordt de laatste jaren omarmd door de industrie, omdat het als een gezond alternatief te boek staat voor geraffineerde suiker. Toch is dit maar deels waar. Als je hele dadels gebruikt voor het zoeten van baksels is dit absoluut gezonder dan suiker. Suiker bestaat slechts uit lege calorieën, terwijl je door dadels te gebruiken ook voedingsstoffen aan je baksel toevoegt.
Verse dadels bestaan voor zo’n 30 procent uit suiker, gedroogde dadels voor zo’n zeventig procent, maar naast suiker bevatten ze drie tot zeven gram vezels per honderd gram. Daarnaast zitten in dadels vitaminen uit het B-complex en leveren ze je een portie kalium. Een dadel op zijn tijd is dus absoluut gezond, als je er – omdat ze zo suikerrijk zijn – niet te veel van eet. Helaas gaat dit ‘gezondere’ aspect van dadels niet op voor het gebruik van dadelstroop, omdat dit simpelweg het geconcentreerde dadelsap is uit gekookte dadels, zonder de gezonde vezels.
Een dadelproduct dat je ook maar beter kunt laten liggen, zijn gesuikerde dadels. Sommige dadels die je verpakt koopt, zijn voorzien van een glanzend suikerlaagje om ze er extra mooi uit te laten zien. Ook geldt dat hoe minder de kwaliteit van de dadels is, hoe meer de dadels gesuikerd worden om dit te compenseren. Probeer dus altijd te zoeken naar ongesuikerde dadels. Ze zijn al zo lekker zoet van zichzelf dat het suikerlaagje helemaal niet nodig is.
Dadels in de bocht
Na nog allerlei dadels geproefd te hebben, stappen we in de auto op weg naar de Sahara. Kilometer na kilometer rijden we langs de groene dadelvallei. We zien een jongen op zijn ezel die is bepakt met dadels. Langs de kant van de weg zit een familie dadels te sorteren. We kunnen het niet laten om nog even te stoppen. De jongste telg van het gezin zit in een kratje en sabbelt op een verse dadel. Wij doen met hem mee en stoppen de zoveelste dadel in onze mond.
We krijgen uitleg over de verschillende stadia van de dadels die op de kleden uitgespreid liggen. De donkere liggen al langer te drogen dan de goudgele exemplaren. Als ik vraag of ik er een paar mag kopen, wordt de zoon van een jaar of vijf naar het huis gestuurd om een doos te halen. Snel zeg ik: “Nee, nee, een kilo is veel te veel, ik hoef maar een klein bakje.” Een paar handen dadels worden in een zakje gedaan en ik geef de man 20 dirham, omgerekend zo’n € 1,80. We zijn nog niet bij de auto of de man komt achter ons aangerend. We hebben te veel betaald! We krijgen dus nog een los plastic zakje vol dadels aangereikt. En zo rijden we verder over de hobbelige wegen, op weg naar de woestijn, met opnieuw dadels op het dashboard. Bij weer een bocht gaat het dan toch nog mis. “Oh nee!”, roep ik. “Mijn plakkerige dadels!”, terwijl ze van het dashboard glijden. Dat blijft de rest van de week de running gag. Bij elke gebeurtenis roepen de kinderen in koor: “Oh nee, mijn plakkerige dadels!” En barsten dan in lachen uit.
Dadels worden in Marokko nog steeds door veel families geoogst en lokaal verkocht. Daarnaast stijgt de export van dadels vanuit Marokko. Wil je zelf rondreizen door het landelijke Marokko om de dadelvallei te zien, dan is Local Hero Travel (localherotravel.nl) een fijne reisorganisatie. Zij zorgen ervoor dat het geld dat jij besteedt ook echt bij de lokale gemeenschap terechtkomt.