Dit zijn de vijf ‘Beste dokters van Nederland’. Voorgedragen door u, de lezer van gezondNU. “Ze is een aimabel mens en een superarts.”
Wat is de beste dokter van Nederland? – vroegen wij aan onze lezers.
Vele reacties volgden. En – opvallend! – de reacties waren opvallend eensgezind. De genomineerde arts is menselijk, heeft aandacht, denkt en leeft mee, neemt de tijd, is doortastend als dat nodig is, verwijst op tijd door. Toegegeven, hij (of zij) zit wel eens fout. Maar door al die voorgaande kwaliteiten wordt dit met gemak vergeven.
Toch is er altijd iets dat de voorgedragen artsen extra speciaal maakt, zodat hun patiënt de moeite neemt gezondNU te schrijven.
Zo nomineert Wilma Janssen haar huisarts, omdat ze zich gehoord voelt en vindt dat de dokter haar serieus neemt. “Ook als ik met mijn kids kom en het valt allemaal wel mee, krijg ik niet meteen een schuldgevoel.” Tom Haaksma draagt ‘zijn’ huisartskoppel voor met soortgelijke motieven. “Beiden luisteren goed en nemen de tijd. Ik ben geen nummer.” “En”, voegt hij toe, “ze zijn ook kundig”. Een anonieme reactie: “Wat zo mooi is aan mijn dokter is dat hij zijn beperkingen kent. Hij stuurt me op tijd door. En dat is zo veel fijner dan een arts die met je blijft aanmodderen.”
Heel veel mooie reacties. Aan ons de taak een selectie te maken. Dus graag uw aandacht voor: De 5 artsen die het verschil maken:
“De behandelingen mislukten helaas. En toch nomineer ik dokter Dijkhuizen”
Babette Zijp nomineert gynaecoloog Paul Dijkhuizen
“Hij verplaatst zich in mij”
Doordat Babette Zijp een aantal chronische ziekten en handicaps heeft en in een rolstoel zit, kent ze veel artsen. Maar gynaecoloog Paul Dijkhuizen van het Rijnstate Ziekenhuis Arnhem springt er voor haar uit.
“Bij deze specialist kwam ik terecht, omdat ik heel veel menstrueerde. Hij is de betere, misschien wel de beste dokter die ik ooit ontmoet heb. Hij heeft de bloedingen proberen te stoppen met een spiraaltje. Dat hielp niet. Het weglaseren van het baarmoederslijmvlies mislukte helaas ook. En dus was ik terug bij af.”
“En toch nomineer ik hem. Waarom?”
“Omdat hij zijn keuzes baseert op het feit dat ik het al moeilijk heb en die menstruatie en pijn het me niet nog moeilijker moeten maken. Deze dokter verplaatst zich in mij. Hij denkt met me mee en neemt me serieus. Toen we tot de keuze zijn gekomen om mijn baarmoeder te verwijderen, stelde hij voor ook de baarmoedermond weg te halen. Want: ‘dan hoefde ik geen uitstrijkjes meer te maken’. Dat is inderdaad fijn. Door mijn beperkingen is het fysiek moeilijk inwendig onderzoek te ondergaan. Precies die doortastendheid waardeer ik. Toen ik hem vroeg of hij tijdens de operatie dan ook direct naar mijn eierstokken wilde kijken, omdat ik al jaren buikpijn had, deed hij dat. Zo ontdekte hij een goedaardige cyste.”
“Omdat hij kijkt naar mij als persoon, maakt is hij deze nominatie waard.”
Paul Dijkhuizen is vereerd met de nominatie, laat Simone Gieling weten van de afdeling communicatie van het Rijnstate Ziekenhuis. “Hij heeft Babette van Zijp hierover zelf telefonisch gesproken, maar geeft aan dat hij door vakantie niet in staat is tijdig een reactie te geven.”
“Ook al lopen zijn spreekuren altijd gruwelijk uit, je hoort niemand mopperen omdat deze man zo geweldig helpt”
Elly Hollemans nomineert reumatoloog Van der Lubbe
“Een aimabel mens en een superarts”
Elly Hollemans bij verschillende specialisten omdat ze ondermeer kanker had, met reuma kampt en een verminderde nierfunctie heeft. Maar het liefst komt ze bij reumatoloog Peter van der Lubbe van het Vlietlandziekenhuis in Schiedam.
“Op hydrotherapie, door ons de ‘zwemclub’ genoemd, zitten meer mensen die hem als specialist hebben. Ze zijn allemaal enthousiast. Hij kijkt niet alleen naar je gewrichten, maar naar het hele plaatje. Als dokter Van der Lubbe medicijnen wil veranderen, belt hij met mijn nefroloog in een ander ziekenhuis voor overleg. Omdat ik bij meerdere specialisten in behandeling ben, weet ik dat dit uniek is. Mijn cardioloog zei onlangs nog: ‘ik ben er alleen voor je hart’.”
“Dokter Van der Lubbe dringt zijn behandeling niet op. Hij presenteert de feiten en vraagt: wat gaan we doen? Hij laat mij als patiënt beslissen. En hij denkt mee. Bijvoorbeeld toen ik vroeg of ik kans zou maken op een parkeervergunning. Dan vindt hij dat ik bij zo’n aanvraag me niet stoerder moet voordoen dan ik ben.”
“Het moeilijkste moment vond ik zijn voorstel om naar de nefroloog in hetzelfde ziekenhuis over te stappen, zodat die twee vaker en beter kunnen overleggen. Ik kwam al dertig jaar in het Erasmus Medisch Centrum en dan denk je toch dat daar de nieuwste inzichten worden toegepast. Maar uiteindelijk hebben de nefrologen van het Vlietlandziekenhuis zich allemaal gespecialiseerd in het Erasmus. Dus waarom zouden zij niet net zo goed op de hoogte zijn?”
“Het mooie vind ik dat dokter Van der Lubbe me in eerste plaats als mens behandelt. Hij vraagt altijd iets persoonlijks of het ‘nog wel gaat met werken’ bijvoorbeeld. Hij kan goed luisteren en legt je alles precies uit. Desnoods pakt hij de röntgenfoto’s erbij en bespreekt die met je. Hij is nooit gehaast of gestrest. En hij is niet te beroerd om zaken nog eens uit te leggen. Ook al lopen zijn spreekuren gruwelijk uit, je hoort niemand mopperen omdat deze man zo geweldig helpt.
“Een aimabel mens en een superarts.”
Reumatoloog Peter van der Lubbe: “Ik ben verrast door deze nominatie en voel me zeer vereerd. Het is, denk ik, inherent aan het vak reumatoloog, dat we kijken naar de hele mens en niet alleen naar de gewrichten. Reuma heeft veel impact op allerlei facetten van het dagelijks bestaan en de medicijnen kunnen effect hebben op allerlei organen. Verder geloof ik dat patiënten goed zelf een beslissing over de behandeling kunnen nemen als alle voor- en nadelen van de voorgestelde therapie maar duidelijk zijn. Ik ben ervan overtuigd dat een behandeling beter werkt, of beter te verdragen is (ondanks bijwerkingen) als de patiënt begrijpt waarvoor het dient en er zelf voor heeft gekozen.”
“Wat ik heel sterk vind, is dat dokter Veldhoen toegeeft als ze iets niet weet.”
Yvonne nomineert huisarts Marja Veldhoen
“Ik voel me gehoord en erkend”
“Een werelddokter!”, typeert Yvonne Leget haar huisarts Marja Veldhoen uit Numansdorp. “Zij is vol aandacht voor haar patiënten. Een echte mensendokter.”
“Toen onlangs een vriend van mij overleed aan keelkanker, wist ik even niet wat ik met mezelf aan moest. Ik zat ziek thuis en kon er met niemand over praten. Ik belde de huisarts en kon diezelfde dag komen. Ik heb flink zitten huilen in de praktijk. Later bleek dat de huisarts die dag zelf op de onderzoeksuitslagen van haar man zat te wachten. Ook hij had kanker. Destijds heb ik daar niets van gemerkt. Ik voelde me gehoord en erkend. Wat ik ook heel sterk vind, is dat dokter Veldhoen toegeeft als ze iets niet weet. ‘Je hebt iets aparts’, zegt ze dan, ‘ik weet het ook niet, maar ik ga het uitzoeken.’ Daar neemt ze alle tijd voor. Samen vinden we dan een oplossing.”
Huisarts Marja Veldhoen: “Hier word ik helemaal warm van! Wat lief die waardering terwijl ik gewoon mijn werk doe. Ik geloof trouwens niet dat ik de beste arts ben. Er zijn mensen die technisch beter zijn, of meer ervaring hebben. Maar ik ben wel gedreven en houd van mijn werk. Juist toen mijn man ziek was, gaf het contact met patiënten veel plezier en afleiding. Inmiddels gaat het goed met mijn man. De kans dat de kanker terugkomt, is slechts een procent. Dus dat is geweldig. Hij loopt trouwens van trots naast zijn schoenen vanwege mijn nominatie!”
“Ik vind het van lef getuigen dat hij van aanpak durfde te veranderen”
Marjolein van der Molen nomineert revalidatiearts Rob Zondervan
“Hij is een mens die toevallig arts is”
Na jaren dokteren kwam Marjolein van der Molen bij revalidatiearts Rob Zondervan. “Een verademing.”
“Al vijftien jaar leef ik met chronische pijn in mijn rechterheup. De artsen dachten aan een slijmbeursontsteking, dus werd ik geopereerd. Maar dat heeft niets geholpen. Sindsdien ging ik van dokter naar dokter. De een kijkt naar je botten, de andere naar je bloedvaten of zenuwstelsel. Niemand kijkt naar het hele plaatje.”
“Totdat ik in 2004 eindelijk bij Rob Zondervan bij Heliomare belandde. Een verademing. Ik werd niet aangekeken als ‘daar komt die zere heup ook weer binnen’ – maar als mens. Je kunt zeggen dat hij geen ‘witte jas dokter’ is, maar een mens die toevallig arts is.
Ik heb inmiddels een goede band met hem. Maar toen ik voor het eerst binnen kwam, was ik door alle teleurstellingen zo sceptisch geworden dat ik de behandeling wilde stopzetten. Dat heb ik hem ook verteld. Voor het eerst kreeg ik begrip.”
“Vervolgens durfde ik te vertellen dat ook kruklopen me pijn deed. Dokter Zondervan nam alle tijd. Nog steeds voeren we geen klokgesprekken. Hij kijkt naar mijn hele lichaam, niet alleen naar die heup en hij pint zich ook niet vast op zijn vakgebied. Nog een pluspunt: ik voel me geen nummertje. Hij leeft oprecht mee en vraagt altijd hoe het gaat. Al tijdens die eerste consulten voelde ik dat deze man echt wilde helpen en dat heeft me er toe overgehaald me verder te laten behandelen.”
“Hij is open over de behandeling en de door hem gekozen weg. Hij is zich bewust van zijn grenzen en begaan met zijn vak. Regelmatig pleegt hij overleg met collega’s of laat hij zich bijscholen. Laatst waren we begonnen met een pijnbehandeling, kort daarop hoorde hij over een nieuwere methode. We hebben toen die aanpak doorgesproken. Daarbij geeft mij de ruimte om mee te beslissen. Hierdoor voel ik mij geen proefkonijn en ontstaat een sfeer van gelijkwaardigheid en vertrouwen. Ik vind het bovendien van lef getuigen dat hij van aanpak durft te veranderen.”
Rob Zondervan: “Ik vind het leuk dat Marjolein op deze manier over mij vertelt, terwijl ik het gevoel heb dat ik haar niet zo goed heb kunnen helpen. Maar ik doe gewoon mijn werk en daar wil ik zo goed mogelijk in zijn. Ik vind dat het de laatste jaren niet zo denderend gaat in de gezondheidszorg. Artsen verliezen vaak de persoon achter de klacht uit het oog en kijken alleen op hun eigen terrein. Vervolgens laten zij patiënten met hun problemen mooi zitten. Sinds een aantal jaren zie ik alleen maar mensen met langdurig pijnklachten en het blijft mij boeien hoe ik deze mensen kan helpen. Dat kan met injecties tot ‘leer het maar accepteren’. En bij dat laatste hoort vooral dat ik mensen leer hoe ze dan met hun aandoening kunnen leren leven. Ik haal veel voldoening uit mijn werk en kan er goed ‘mijn ei’ in kwijt.”
“Ik ben best een beetje een hypochonder. Elke keer weet hij mijn angst en onzekerheid weg te nemen”
Rachèl nomineert huisarts Hans van der Meer
“Kroon op zijn werk”
Rachèl Westerkamp hoopt dat haar nominatie voor huisarts Hans van der Meer een kroon op zijn werk zal zijn. Hij loopt namelijk – “althans dat denk ik” – tegen de zestig. “Ik vrees dat hij over niet al te lange tijd met pensioen zal gaan. En dat zou ik enorm jammer vinden.”
“Als ik de verhalen van anderen hoor, heb ik echt geluk met deze huisarts. Al sinds mijn zestiende jaar ben ik bij hem. De manier waarop hij met zijn patiënten omgaat, is respectvol, open gelijkwaardig en warm.”
“Ik ben best een beetje een hypochonder, dus ik zie mijn huisarts wel een aantal keer per jaar. Elke keer als ik me afvraag ‘zou het niets ernstigs zijn’, neemt hij me serieus. En ook als er niets aan de hand is, ga ik niet met een schuldgevoel de spreekkamer uit. Hij neemt de tijd. Gek genoeg loopt zijn spreekuur nooit uren uit – toch een prestatie!”
“Hans van der Meer is een echt ‘mensen-mens’. Maar hij spreekt mij als patiënt gerust aan op mijn gedrag. Wel op zo’n manier dat het respectvol is en dat je er iets aan hebt. Hij doet dat vaak aan de hand van zijn eigen ervaring. Dat werkt wat mij betreft goed. Hij leert me naar mezelf te kijken via zijn leven.”
“Daarnaast – en dat vind ik van belang – strooit deze huisarts niet met medicatie. Integendeel. Juist omdat hij zijn patiënten werkelijk serieus neemt, zijn pillen lang niet altijd nodig. Tot slot wil ik nog een compliment uitdelen aan zijn drie assistentes. Die zijn onmisbaar. Altijd vriendelijk, begripvol en bereid om te kijken of er die dag nog een plekje beschikbaar is.”
Huisarts Hans van der Meer: “Mijn eerste reactie? Verbazing. Ik? Wat leuk! Inderdaad houd ik van open communicatie met een stuk gelijkwaardigheid. Ik hoop niet te ‘strooien met medicatie’- zoals zij het zegt. Leren leven met ziekte is niet mijn motto. Wel: probeer de klacht (jezelf) te accepteren en bezie de dingen die je nog wel kunt. Soms, heb je daarbij medicatie nodig. Mijn lijfspreuk is de uitspraak van Husen: ‘ik heb een goede arts, hij heeft mij niet zieker gemaakt’.”
De x-factor van de dokter
Wat de genomineerde artsen van gezondNU gemeen hebben, is dat ze hun patiënten het gevoel geven dat ze er mogen zijn. Het gaat in de spreekkamer niet om snelle oplossingen, maar om aandacht, tijd en erkenning. En dat is niet soft – dat is noodzaak.
“Je gaat niet voor je plezier naar een dokter, gemiddeld genomen moet er echt wel wat aan de hand zijn”, begint Jozien Bensing, directeur van het Nivel en hoogleraar psychologie aan de Universiteit Utrecht haar verhaal. “Volgens psychosociale verklaringsmodellen hebben mensen tijdens zo’n doktersbezoek de behoefte te weten wat ze mankeren en hoe ze beter kunnen worden. De meeste artsen kunnen prima zulke medisch technische informatie overbrengen. Maar mensen hebben nog een andere behoefte; die van gekend, erkend en begrepen te worden. En die tweede behoefte wordt niet altijd door artsen gezien en dus niet altijd vervuld.”
Die behoefte komt voort uit de onzekerheid en de angst waarmee we naar de dokter gaan, legt Bensing uit. “Bijna iedereen vreest bewust of onbewust dat er misschien iets ernstig gevonden zal worden. Of mensen voelen zich een aansteller omdat ze zich met schijnbaar iets onschuldigs melden. Het wegnemen van angst en onzekerheid is wezenlijk om tot een goede diagnose te kunnen komen of de juiste behandeling bij de juiste persoon te vinden. De arts moet mensen daarom op hun gemak stellen. Alleen dan zullen ze in vertrouwen hun verhaal doen en in dat verhaal zitten vaak aanwijzingen die tot beterschap kunnen leiden.”
Een van de reacties die we kregen illustreert haar verhaal perfect. Zo vertelt een lezer: “Ik wilde bij mijn vorig huisarts weg omdat hij zo onpersoonlijk was. Hij legde zodra ik binnen kwam zijn horloge op tafel. De medicijnen waren al besteld voordat ik was uitgepraat. Gelukkig een groot verschil met de arts die ik nu heb.”
Vertrouwen
Bensing heeft voor haar onderzoek mensen in de wachtkamer gevraagd wat ze nu het belangrijkste aan een dokter vinden. De uitkomsten lijken verdacht veel op de motieven van gezondNU-lezers om hun arts voor te dragen. Het gaat om openheid, goed luisteren en het gevoel hebben dat de dokter je serieus neemt. Of zoals gezondNU-lezer Renee Reints het verwoordt: “Ons huisartsenstel is zorgzaam, doortastend en duidelijk. Efficiënt en snel als het kan, maar de tijd nemend als dat nodig is. Ik ben superblij dat ook mijn kinderen vertrouwen in hen hebben en zelf de weg naar hen vinden.”
Mensendokters en techneuten
De meeste gezondNU-lezers droegen hun huisarts voor als De Beste Dokter. Daar staat Bensing niet van te kijken. “Over het algemeen zijn huisartsen beter in communiceren. Ze worden hier tijdens hun opleiding al in getraind en hebben wat dat betreft een voorsprong op specialisten. Daarnaast bouwen huisartsen een langdurige relatie op met hun patiënten en door dat langdurige karakter krijgt vertrouwen de kans om te groeien en kan meer gelijkwaardigheid ontstaan.”
Het verhaal van gezondNU-lezer Rachèl Westerkamp bevestigt dat. “Ik ben al sinds mijn zestiende jaar bij de huisarts die ik nu heb. De manier waarop hij met zijn patiënten omgaat, is respectvol, gelijkwaardig en warm. Tegelijkertijd spreekt hij patiënten aan op hun gedrag op zo’n manier dat het respectvol is en dat je er iets aan hebt. Daarnaast – en dat vind ik van belang – strooit hij niet met medicatie. Integendeel. Hij luistert en neemt zijn patiënten werkelijk serieus.”
Of deze – anonieme – reactie. “Ik ben inmiddels al wel twintig jaar bij deze huisarts. Zijn persoonlijke betrokkenheid vind ik het mooist”.
Specialisten werden minder genomineerd door de lezers. Ook verklaarbaar; zij lijken over het algemeen minder een ‘mensendokter’, maar meer een techneut zegt Bensing. “Je hebt natuurtalenten, maar er lopen enorme botteriken rond. Vooral chirurgen willen wel eens kort door de bocht gaan, terwijl kinderartsen maar ook internisten doorgaans beter zijn in communiceren.”
Nooit gehaast
“Goed communiceren vergt tijd en aandacht”, stelt Bensing. “Aan tijd hebben artsen een chronisch tekort en dat stralen velen ook uit. Patiënten voelen dat, want gehaast zijn valt zo aan lichaamstaal af te lezen. Mensen zijn daardoor automatisch minder op hun gemak en dat kan de juiste diagnose en een goede behandeling in de weg staan. Als arts ben je daarom verplicht je niet te laten opjagen wegens tijdgebrek. Je kunt door training goed en efficiënt leren praten met patiënten.”
Maar wat heet goed? “Oogcontact, een persoonlijke groet, een grapje maken zijn belangrijk om het ijs te breken. En wanneer je dat hebt gedaan, kun je echt contact maken en gedetailleerde vragen stellen of juist open vragen om de informatie in te winnen die je als arts nodig hebt. Artsen die op die manier werken en zich tijdens het gesprek inleven in hun patiënten, krijgen sneller antwoord op hun vraag en werken uiteindelijk efficiënter. En het belangrijkste: zij helpen mensen doorgaans het beste.”
Sommige artsen zijn heel goed in die rust te nemen. Reden voor Johanna Kuipers om haar specialist, een endocrinoloog, te nomineren. “Zonder dat je haast voelt neemt hij de tijd voor je, maar wonder boven wonder loopt het spreekuur haast nooit uit. Hij is vriendelijk, rustig en begaan met zijn patiënten, hij stelt goede vragen en weet in duidelijke taal ingewikkelde medische info begrijpelijk te maken.”
Ontrouw aan de dokter
De meeste gezondNU-lezers geven aan dat ze niet zo erg vinden om door hun arts ‘terecht’ gewezen te worden, zolang dat maar met respect en goede uitleg gebeurt. Johanna Kuipers vertelt verder: “Mijn specialist spreekt je duidelijk toe als je tijdens de behandeling tegensputtert. Hij legt alles weer uit, zodat je toch zijn raad opvolgt.”
Het zijn dan ook niet altijd de meegaande types die voor De Beste Dokter doorgaan, maar door de manier waarop ze hun visie presenteren, winnen ze in populariteit en vertrouwen. Dat vertrouwen is wezenlijk in de spreekkamer. Vreemd genoeg vooral wanneer mensen hun arts ‘ontrouw’ zijn; in die zin dat ze hun medicijnen niet (goed) slikken. Bensing: “Dan kun je er wel als politieagent op zitten, maar een arts bereikt meer wanneer die zich in de patiënt inleeft. Bijvoorbeeld: ‘ik hoor dat het moeilijk is deze medicijnen goed in te nemen, is dat voor u ook zo?’ Zo ontstaat een gesprek en kun je samen zoeken naar oplossingen.”
Maar deze werkwijze vertegenwoordig niet de dagelijkse realiteit. Therapietrouw is een taboe-onderwerp, aldus Bensing: “Patiënten biechten zelden op dat het met de medicatie slecht loopt. Artsen willen niet horen dat de door hen voorgeschreven behandeling amper aanslaat.” Zo houden arts en patiënt – door een gebrekkige communicatie – samen een onsuccesvolle behandeling in stand.
Kristallen bol
Communiceren blijft tweerichtingsverkeer. Niet alleen de arts draagt daarin verantwoordelijkheid. Ook de patiënt. Hoe mondig mensen ook lijken; uit video-opnames die Bensing maakte in spreekkamers, blijkt dat de doorsnee patiënt helemaal niet zo bijdehand is. Sterker nog: “de patiënt luistert vooral naar de dokter en is vrij passief met vragen stellen. Terwijl iemand die zich op zijn gemak voelt, doorgaans veel vraagt.”
Wat kan de patiënt hierin veranderen? “Belangrijk is dat je goed voorbereid naar het spreekuur gaat”, meent Bensing. “Weet wat u wilt vragen, maak lijstjes en begin met het stellen van de meest prangende kwesties.” Dat lijkt eenvoudig, maar is toch het overdenken waard. Een voorbeeld. Wanneer u om de haverklap verkouden bent, kunt u dat melden bij de huisarts. Waarschijnlijk is het u niet om die verkoudheid te doen, maar wilt u graag weten waarom u zo vaak verkouden bent. Wanneer u zegt ‘dokter, ik ben alweer verkouden’, is de kans groot dat de arts het over de verkoudheid gaat. Wanneer u echter zegt: ‘hoe komt het dat ik zo vaak verkouden bent?’, is de kans groter dat het gesprek zal gaan over datgene wat belangrijk voor u is.”
“Artsen hebben geen kristallen bol, dus wees duidelijk. En luister goed. Dat geldt voor beide partijen. Check regelmatig of je elkaar begrepen hebt door te herformuleren: ‘klopt het, dat u…’ Of: ‘bedoelt u…?’ ” De winst van deze manier van communiceren vertaalt zich volgens Bensing niet meteen in een betere gezondheid. “Maar ziek zijn is nooit leuk. Een goede communicatie kan in ieder geval het welbevinden vergroten doordat je beter met je arts overweg kan en op die manier zal het leed iets verminderen.”
Tot slot – wat ons opviel
Waarom zijn er geen natuurartsen of homeopathische artsen genomineerd als De Beste Dokter? Simpel. Geen enkele gezondNU-lezer droeg een natuurlijk werkende arts voor. Een enkeling wilde wel z’n alternatief therapeut nomineren, maar omdat het hier gaat om een de artsenverkiezing, konden we hen niet laten deelnemen. Wellicht dat we in de toekomst een trofee uitreiken aan de ‘De beste alternatief therapeut’.
Eervolle vermeldingen
1. Jan Hoitink, verpleeghuisars bij Opella Ede.
Irma: “Artsen, die bewust kiezen voor het vak van verpleeghuisarts worden zelden in het zonnetje gezet. Al jaren werk ik in de gezondheidszorg en ik heb haast nooit zo’n betrokken arts meegemaakt. Behalve dat hij enorme kennis bezit over de ouderwordende mens, weet hij alle betrokkenen om die oudere heen te inspireren en te motiveren. Hierdoor ontstaat de beste zorg. Een welverdiende pluim!
2. Gynaecoloog Van het Hof, uit het Spaarne ziekenhuis in Hoofddorp
Githa Kool: “Ik kom ik al dertig jaar bij hem, het is een man die naar je luistert. En zelfs als mijn problemen niet gynaecologisch van aard zijn, gaat hij op zoek naar oplossingen. Zelfs op zijn vrije dag kom je hem in het ziekenhuis tegen. Hij is iemand die meeleeft en meedenkt.”