We zijn goed bezig in de keuken. De avocado’s en de quinoa zijn niet aan te slepen. De collectieve grote gezonde ommezwaai kan volgens kenners echter niet snel genoeg gaan. De tijd is nú! Welke eettrends mag je niet missen? En wat is ervoor nodig om heel Nederland volop groente te laten eten?
“Je kunt er niet omheen. Steeds meer mensen willen natuurlijk, biologisch, plantaardig, eten als een sporter of simpelweg minder snoepen”, begint fooddesigner en trendwatcher Marielle Bordewijk. “Dat zie je overal. Op Instagram komen hele fotolandschappen van fruit voorbij. Groente wordt op social media gepresenteerd als pronkstuk op het bord én de tachtig-twintig regel (tachtig procent groente en twintig procent vlees) verovert de professionele keukens. In restaurants krijgen groenten steeds vaker de hoofdrol en toevallig ligt er dan ook een garnaaltje of rolletje ham bij. Dat is een enorme revolutie. Een paar jaar geleden diende groente nog als garnering.”
Over één ding zijn alle deskundigen het eens: gezond eten is de hype voorbij. We hebben hier te maken met een maatschappelijk blijvertje dat zich heeft vastgebeten in ons culinaire brein. Steeds meer Nederlanders weten dat gezond eten belangrijk is om gezond te blijven. Bordewijk: “De frisdrankenindustrie bijvoorbeeld heeft het moeilijk. Water wordt steeds meer de maat. Een aantal jaar geleden ging er in heel wat huishoudens met gemak een fles cola per dag door. Dat is minder geworden. En dat moet je uiteindelijk ook wel merken aan bijvoorbeeld het overgewicht; 25 procent van onze dagelijkse calorie-inname komt uit datgene wat we drinken.”
‘Gewoon’ steeds gezonder
Bordewijk schetst in vogelvlucht de opmars van gezond eten en de urgentie. “In de jaren zeventig kwamen pakjes en zakjes in rap tempo op, vervolgens overspoelden de kant-en-klare maaltijden en snacks in de jaren negentig de supermarkten en kwamen er steeds meer plekken buitenshuis waar je snoep, tussendoortjes en frisdrank kon kopen. Daarvan krijgen we nu de rekening gepresenteerd in de vorm van overgewicht en welvaartsziekten.” Het tegengeluid dat eind jaren negentig opkwam in de vorm van ‘natuurlijk’, ‘onbewerkt’ en ‘biologisch’, is nu steeds meer mainstream geworden.
Orthomoleculair voedingstherapeut Rineke Dijkinga erkent dat we enorme veranderingen hebben ondergaan in onze voedingsmentaliteit. Dus alle lof voor onszelf? “Absoluut! En niet alleen voor ons als individu, maar ook voor de makers van ons eten, die net zo goed in dat veranderingsproces meegaan. Ook boeren, koks en zelfs de voedingsmiddelenindustrie beseffen dat ons eten gezonder moet. Het is nu alleen nog een kwestie van doen.”
“Gezonder betekent trouwens niet per definitie dat we allemaal ‘biologisch’ moeten gaan eten”, meent Dijkinga. “Het is ook kiezen voor producten van dichtbij, van Hollandse bodem en eten wat het seizoen brengt. Het liefst gemaakt met eerbied voor mens, dier en milieu. Op dat vlak maken ook veel reguliere boeren enorme stappen. Ze gebruiken minder bestrijdingsmiddelen, minder antibiotica. Allemaal geweldig nieuws voor onze gezondheid.”
Fundamenteel veganist
“Die aandacht voor milieu en dierenwelzijn sluit aan bij een andere eettrend die enorm in de lift zit: het veganistisch en vegetarisch eten”, vult Bordewijk aan. “Hierbij staat niet alleen de vraag ‘Hoe houd ik mezelf gezond?’ centraal, maar ook ‘Hoe zorg ik goed voor de aarde?’ Dat is een wezenlijk verschil. Het haalt de focus weg van het individu en verlegt die naar ‘het collectief’, het voorbestaan van de planeet.”
In Amerika en Canada zijn de ‘vegans’ al veel verder dan in Nederland. “Veganistische restaurants zijn creatiever in smaak en vooruitstrevender in productgebruik. Flatbreads in alle soorten en maten dienen als vervoermiddel voor je groente, die je dankzij die flatbreads lekker makkelijk overal kunt opeten. De ‘bowl-beweging’ past ook in die trend. Eten uit een kom is een manier om minder koolhydraten en juist meer bonen plus groente binnen te krijgen. Die bowls zijn bovendien prachtig om te zien en de smaak kan verrukkelijk zijn.”
Binnen de moderne Hollandse keuken vallen nog een aantal klappers te maken voor onze gezondheid, denkt Dijkinga. Niet iedereen hoeft daarvoor veganist te worden, maar minder vlees en meer plantaardig is wel een belangrijke stap. “Negentig procent van de Nederlanders krijgt te weinig groente binnen. Een derde van ons eetpatroon bestaat uit dierlijke eiwitten. Dus als je tijdens het boodschappen doen meer groente inslaat en meer plantaardige eiwitten meeneemt zoals peulvruchten en Hollandse quinoa (ja, dat bestaat!), dan ben je al goed bezig. Gezond eten hoeft niet ingewikkeld te zijn. Zolang je maar voor pure, onbewerkte producten gaat die je zelf in je eigen keuken bereidt.”
55 benamingen voor suiker
Iets anders wordt het als je eten uit een pakje of zakje koopt. Denk aan cruesli, koeken of crackers. “In dat geval”, stelt Dijkinga, “kan het een hele klus zijn om de gezonde keuze te maken, zelfs voor mensen die bewust met voeding bezig zijn. Je moet als een Sherlock in de supermarkt etiketten spellen op vet, suiker en zout. En dan nog moet je bijna een voedingsprof zijn om te begrijpen wat er staat. Zo zijn er wel 55 benamingen voor suiker. Je kunt als overheid toch niet verwachten dat gewone mensen die kennen? Als ik heel eerlijk ben, staar ik zelf nog weleens naar een etiket: wat zit daar nu weer in? En ik houd me al meer dan tien jaar professioneel met voeding bezig. Laatst op vakantie haalde mijn man een zak biologische soep uit de supermarkt. Zoet! 4,5 suikerklontje per persoon.” Ontmoedigend noemt Dijkinga dat. “Maar het goede nieuws is dat de bewuste consument de industrie dwingt met gezondere producten te komen. Wie betaalt bepaalt. Dus volgens mij is het een kwestie van tijd.”
“Mensen staan oprecht bol van de goede voornemens om gezonder te eten”, signaleert Bordewijk. “Maar in de praktijk sneuvelen die vaak een voor een. In een land waar altijd overal eten in overvloed beschikbaar is, moet je tegen je eigen basisgenetica ingaan om niet voor vet en zoet te bezwijken. Zelfs als je alle namen van suiker uit je hoofd kent, red je het niet altijd om in je eentje weerstand te bieden aan de dikmakers in onze samenleving.”
Nederland als blue zone
We weten dus dat we gezonder moeten eten en vaak ook welke stappen we moeten nemen. Alleen het écht doen blijkt in de praktijk lastiger. Wat moet er veranderen, willen we onze kennis omzetten in een gezond gevulde maag? “Als je kijkt naar de gebieden op aarde waar mensen het oudst worden, de Blue Zones, dan is niet alleen hun eetpatroon anders, de hele samenleving is gezonder ingericht”, stelt Bordewijk. “Daardoor word je als individu automatisch meegetrokken in het grotere gezondere geheel.”
Hoe maken we van Nederland een Blue Zone? “Houd vooral landen zoals Korea en Japan in de gaten. Hier hebben de mensen het economisch gezien minstens zo goed als wij, maar overgewicht speelt nauwelijks een rol. Wat kunnen we daarvan leren? In Korea beginnen mensen hun maaltijd altijd met groente en vlees. Rijst gebruiken ze als ‘gatenvuller’. Misschien is het dat? Of wellicht komt het doordat ze veel rode pepers eten. Daarin zit capsaïcine, een stof die vermoedelijk bijdraagt aan een snellere verbranding, waardoor de kilo’s minder aanzetten. Wat het precies is, moet nog onderzocht worden.”
Ongezond eten het nieuwe roken?
Een gezonder eetpatroon begint dus niet alleen bij jezelf, het is echt iets wat we samen moeten doen, luidt de boodschap. Maar die omslag is geen eenvoudige, denkt Bordewijk. “Ik zie in die ontwikkeling parallellen met het roken. Mijn vader kreeg op zijn veertiende verjaardag sigaretten van zijn ouders. Zo ging dat in de jaren vijftig. Geleidelijk kwam in de jaren zeventig het besef dat roken ongezond voor je is. Pas in de jaren negentig vertaalde zich dat naar overheidsbeleid, waardoor je niet meer mocht roken op de werkvloer en ook de horeca rookvrij werd.”
Wij staan met voeding waar we in de jaren zeventig met roken stonden. Is het een kwestie van tijd voordat de overheid van gezond eten beleid maakt? “Deels wel, maar ook weer niet. Eten is echt anders dan roken. Eten is niet goed of slecht. Je kunt het niet uit je leven bannen. Eten is daardoor veel gecompliceerder. Zo kun je van alles doen om de schoolkantines gezonder te maken, maar als jongeren vervolgens tijdens hun pauze massaal de supermarkt leegkopen, is het dweilen met de kraan open. Wat ik daarmee wil zeggen: het is lastig om rondom gezond eten een waterdicht systeem te ontwikkelen. De maatregelen op voedingsgebied zullen groter en invloedrijker moeten zijn dan het anti-tabaksbeleid. En de vraag is: willen we dat?”
Etikettenmoeheid
Misschien is het geen kwestie van willen, maar moeten. “We gaan naar de zeven miljoen chronisch zieken toe in Nederland. Dat betekent dat er aan de basis iets moet veranderen”, vindt Dijkinga. “We maken ons terecht druk om terrorisme, drugsgebruik, roken, alcohol en onveilige seks, maar nergens sterven zo veel mensen aan als aan ongezonde voeding”, stelt Sjoerd van de Wouw van Foodwatch. Recente cijfers in The New England Journal of Medicine onderschrijven deze urgentie. Dertig procent van de wereldbevolking is te dik. Zo’n 2,2 miljard mensen hebben daardoor gezondheidsproblemen. De onderzoekers stellen dat in 2015 ongeveer vier miljoen mensen zijn overleden aan de gevolgen van overgewicht. Dat is een stijging van 28 procent in vergelijking tot 1990.
Volgens Foodwatch moet de overheid veel sterker ingrijpen om een samenleving te krijgen waar gezonde voeding een eerste, vanzelfsprekende keuze is. Te beginnen met een gezonder aanbod in de supermarkt en eerlijke informatie op de etiketten van voedingsmiddelen. Dijkinga is het daarmee eens. “Natuurlijk zijn (bijna) alle voedingsmiddelen die in Nederland te koop zijn wel veilig, maar je kunt er niet blindelings op vertrouwen dat wat in de supermarkt of natuurvoedingswinkel ligt ook áltijd gezond voor je is. Je moet altijd alert blijven.”
“Ik signaleer een etikettenmoeheid”, stelt Bordewijk. “Mensen die weigeren elk label van voor tot achter uit te spellen op schadelijke stoffen. Tegenover de bewuste, gezonde consument groeit een tegenbeweging die ik ‘de nieuwe nuchterheid’ noem, van mensen die zeggen: ‘Eet maar normaal, dan eet je al gek genoeg.’” “Maar is je volproppen met suiker, vet en zout dan ‘normaal’?”, werpt Dijkinga tegen. “Normaal is in Nederland te vaak synoniem met ongezond. Eten waar je lichaam niets aan heeft, eten dat vult, maar niet voedt. Je hoeft overigens ook niet alle stofjes op het etiket uit te pluizen om de gezonde keuze te kunnen maken. Als er termen op het etiket staan die in geen enkel kookboek voorkomen, laat dat product dan staan. Ook als er vijftien ingrediënten op een pot staan, zou ik zeggen: niet meenemen.”
En een snufje positiviteit
Volgens Bordewijk wordt de nieuwe nuchterheid vooral gevoed doordat de nadruk is komen te liggen op alles wat niet mag en slecht voor je is. “Mensen raken dat beu.” Als gezond eten iets van ons allemaal moet zijn, blijven of worden, dan kun je beter voor de positieve benadering gaan, denkt Bordewijk. “Mensen willen helemaal niet horen wat slecht voor ze is. ‘Stop met dat gezeur over suikers, vetten en koolhydraten, vertel me liever wat ik wel mag.’ Dat is nu de mentaliteit. Dus niet: ‘Ik eet geen vlees.’ Maar wel: ‘Ik ben dol op groente.’ Dat lijkt een subtiel verschil, maar het is een ander psychologisch spel.”
“Er zijn al merken die inspringen op die trend. Zo worden diverse lekkernijen – groentefriet en bloemkoolpizzabodems – ‘op-gezond’ met groente. Of dat werkelijk zoden aan de dijk zet? Het scheelt in ieder geval loze calorieën en je krijgt meer vezels binnen. Dat laatste past ook perfect in de positieve eettrend: meer vezels, meer eiwitten, meer groente, meer fruit, meer plantaardig. Kortom, meer gezond. Een ding moeten we echter niet vergeten: de smaak. Eettrends komen en gaan, maar alleen de trends met goede smaak blijven bestaan.”
5x gezonde metamorfose in je keuken
- Kook alles zelf
- Kies voor onbewerkte ingrediënten (ofwel: kies voor vers)
- Eet meer groente, zo krijg je vanzelf meer vezels en vitaminen binnen
- Haal je plantaardige eiwitten bijvoorbeeld uit peulvruchten en quinoa
- Schotel jezelf vaker iets vegetarisch of veganistisch voor
De palmoliespagaat
Sjoerd van de Wouw van Foodwatch laat er geen gras over groeien. “Er sterven dagelijks mensen aan de gevolgen van te vette, te suikerrijke en te zoute voeding. Ondanks die urgentie wil de overheid de voedingsindustrie de tijd geven om hun producten gezonder te maken. Maar die tijd is er niet! Bij de ontwikkeling van nieuwe producten neemt de voedingsindustrie de volksgezondheid nog te weinig als uitgangspunt. Het doel is te vaak: eten produceren tegen een zo laag mogelijke prijs, waarvan je blijft eten. Dat is ook de reden waarom tegenwoordig óveral palmolie in zit. Je kunt er niet meer omheen, het zit in meer dan de helft van de supermarktproducten.”
Foodtrendwatcher Mariëlle Bordewijk vult aan: “De industrie zit in een spagaat. Als één bedrijf besluit de aardbeienyoghurt minder zoet te maken, bestaat de angst dat je klanten voor het zoete toetje van de concurrent gaan. Het enige wat helpt, is als branche afspraken met elkaar maken. Mocht dat niet werken, dan moet de overheid duidelijke richtlijnen geven over het toevoegen van suiker, zout, vet en bepaalde hulpstoffen.”
Palmolie is sowieso een stap terug in de tijd, vindt orthomoleculair therapeut Rineke Dijkinga. “Iedereen is ervan doordrongen dat transvetten super slecht voor je zijn, maar palmolie is minstens zo ongezond. Zeker de geraffineerde vorm zit vol schadelijke vetten die met name de kans op hart- en vaatziekte doen toenemen. En, het zit in steeds meer voedingsmiddelen. Meestal valt palmolie onder de noemer ‘plantaardige olie’, waar ook het gezonde olijfolie en koolzaadolie onder vallen. Op die manier krijgen mensen niet eens de kans om de gezonde keuze te kúnnen maken.”
Hoe voorkom je dat je ongezonde vetten binnenkrijgt? “Zelf koken met onbewerkte producten is het enige wat erop zit”, onderstreept Dijkinga. “Dan kies je zelf wat je eet.” Dijkinga staat daar niet alleen in, aldus Van de Wouw. “Zelfs Canadese artsen waarschuwen al dat je ‘ultra processed food’ moet vermijden en ook de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) denkt dat onbewerkt eten de basis is voor een gezond eetpatroon.”
Voorbeeldige voedingslanden
Niet elk land neemt even strenge maatregelen om de gezonde eetcultuur te stimuleren. Aan welke landen kan Nederland, volgens deze deskundigen, een voorbeeld nemen?
Denemarken
Orthomoleculair therapeut Rineke Dijkinga: “Zwangere vrouwen krijgen in Denemarken het advies om niets uit blik te eten en voedsel verpakt in plastic uit de weg te gaan, omdat hier chemische stoffen zoals BPA in kunnen zitten die mogelijk consequenties voor het ongeboren kind hebben.”
Frankrijk
Sjoerd van de Wouw, Foodwatch: “De Franse overheid heeft bedongen dat voedingsmiddelen gewoon minder zoet worden. Dus geen zoetstof én geen suiker. Gewoon minder zoet.”
Het voorzorgsprincipe
In heel Europa kan ‘het voorzorgsprincipe’ een belangrijke stok achter de deur zijn om gezond eten te bevorderen. “Dit principe is vastgelegd in de Europese wetgeving en verplicht de Nederlandse overheid alleen voedingsmiddelen toe te laten als ze bewezen veilig en gezond zijn”, legt Sjoerd van de Wouw van Foodwatch uit. “Bij twijfel mogen ze niet in het winkelschap komen. In het geval van kunstmatige zoetstoffen bijvoorbeeld is in het wetenschappelijke onderzoek nogal wat twijfel over de gevolgen voor de gezondheid op lange termijn. Volgens het Europese voorzorgsprincipe geldt dan: bij twijfel niet gebruiken. Een land als Frankrijk is daar heel streng in. De Nederlandse overheid is veel coulanter.”
Deskundigen:
- Marielle Bordewijk is fooddesigner en trendwatcher
- Rineke Dijkinga is orthomoleculair therapeut
- Sjoerd van de Wouw is campagneleider bij Foodwatch
Meer weten:
- Foodwatch.org
- Rinekedijkinga.nl
- Mariellebordewijk.nl