Achter elk geitenkaasje en pak geitenmelk in de winkel schuilt een groot verdriet. gezondNU ontrafelde dit verdriet en vond een smakelijke oplossing.
Nederland is dol op geitenmelk en geitenkaas. Elk jaar wordt er meer geitenzuivel verkocht en overal zie je geitenboerderijen.
Maar wat de liefhebbers van feta niet weten, is dat aan de geitenzuivel ook het vlees van de geit kleeft. Want om geitenmelk te krijgen voor de melk en de kaas, moet de geit eerst kleintjes krijgen. Van alle geboren lammetjes is de helft een bokje. En aangezien Nederlanders geen geitenvlees eten, gaan die bokjes de grens over. Op transport naar Spanje of Griekenland. Levend, want zo willen ze de geiten daar. Voor een dumpprijs, aldus insiders.
“Met tranen in je ogen sta je daar naar te kijken”, zegt Ayla Groenveld. Groenveld is mede-eigenaar van de biologische geitenhouderij en kaasmakerij De Kruidenwei. Maar waarom eten we geen geit? “Onbekend maakt onbemind”, zegt ze. En: “De geit was van oudsher de armeluiskoe, je at het niet. Een slecht imago dus.”
Conclusie: de bok is de bok. Letterlijk.
Lange reis
Maar hoe groot is dit probleem? Als je het dierenleed bij elkaar optelt, groot. Per jaar worden er 150 tot 200 duizend bokjes geboren waarvan de afzet een probleem is. En zoals gezegd; wie geitenmelk drinkt en geitenkaas eet, houdt dit probleem in stand. Groenveld: “Wij zouden erg blij zijn als mensen geitenvlees zouden willen eten. Dit spaart de lammeren een lange reis onder slechte omstandigheden.”
Geitenvlees eten dus. Ondergetekende deed het afgelopen winter. Maar simpel was het niet, verzeker ik u. Want: waar koop je het? Hoe maak je het klaar? Wat eet je erbij? Zo bleek dat ik vijf kilometer moest fietsen voor de dichtstbijzijnde winkel met geitenvlees – terwijl als ik mijn voordeur uitloop bijna tegen een supermarkt aanloop. Maar denkend aan het bokkenleed trapte ik stevig door.
In de winkel trof ik eigenaar Haiko die zijn geitenwaar met passie sleet. “Ik verkoop het voor liefhebbers én dierenliefhebbers.” Hij vertelde over het leed van de bokjes. En (toen de rij achter mij langer en langer werd), concludeerde: “En lekker dat het is! Ik eet het wekelijks.” Met zeven geitenhaasjes in de tas fietste ik terug.
Onder het mom van dierenliefde, aten we dus ’s avonds geit.
Ik: “Jeeh, wat mals!”
Man: “Lekker, al is de smaak van geit subtiel. Had voor mij best meer ‘geit’ gemogen.”
Kinderen: “Mag ik meer van die kip?”
Wij (lachend): “Hele subtiele smaak dus!”
U kent ons niet, maar ik verzeker u: het is het proberen waard.
Keuken
Gelukkig wachten de biologische geitenhouders niet lijdzaam op die ene verdwaalde ziel die zoals ik in een natuurwinkel een stuk geitenvlees koopt. Via proeverijen, boerderijwinkels en boerenmarkten brengen zij hun geitenvlees aan de man. Misschien keert het tij. Het Louis Bolk Instituut bracht een rapport uit naar de afzetmogelijkheid van geitenvlees. Bij toprestaurants staat het sinds kort op de kaart.
Zo hoeven de bokken van Groenveld niet meer op transport. Zij worden acht kilometer verderop geslacht. Diepgevroren vinden ze mondjesmaat hun weg via natuurvoedingswinkels en boerenmarkten naar de Nederlandse keukens en naar restaurants.
“Het gaat langzaam”, zegt ze. “En dat is erg jammer! Want het is eigenlijk een delicatesse. De toprestaurants zijn enthousiast, misschien helpt dat tegen het slechte imago.”
Maar het belangrijkste, aldus de geitenhouder, is dit: “Ik hoop dat alle mensen met een groot biologisch en dierenhart, het geitenvlees omarmen.”
Feiten:
- Het aantal geiten in Nederland was in 2008 verdrievoudigd in vergelijking met 1995. Het CBS telde er in 2008 355 duizend.
- Geitenvlees is heeft een hoge voedingswaarde. In vergelijking met rundvlees bevat het , minder calorieën en veel minder verzadigde vetten. Het eiwitgehalte is gelijk.
- Geitenvlees komt in twee soorten; de Capretto (geitenzooglam van 2 à 3 maanden) en de Chevon (geitenlam van 5 tot 9 maanden).