Passie voor eten beperkt zich niet tot de eettafel. Het begint bij de oorsprong van ons voedsel: de makers. gezondNU zoekt in heel Nederland naar mensen met hartstocht voor (h)eerlijk eten. Deze keer: Daan van Zandwijk, biologische cranberryteler op Terschelling.
“Ik ben blij dat je komt helpen!”, roept Daan van Zandwijk. Middenin een veld zit hij op zijn knieën tussen bakken vol cranberry’s.
De bessen zijn zo groot als knikkers en glanzen als robijnen in het warme licht van de namiddagzon. Het is een mooi gezicht. Sereen haast. Om het plaatje compleet te maken grazen op de achtergrond, waar de duinen beginnen, een paar paarden.
Ik besluit dat dit een goed idee is. Want hoe kun je beter over cranberry’s schrijven dan door ze eerst zelf te plukken? Ik verruil mijn pen voor een houten plukbak, zak op mijn knieën en begin te plukken.
De sterke bes
Omdat de zon schijnt en het al een paar dagen droog is, is het perfect weer om cranberry’s te plukken. Ik heb daarom vanochtend de boot gepakt naar Terschelling. Tussen Hoorn en Oosterend is het kleinschalige, biologische cranberrybedrijf Groenhof van Daan gevestigd.
Cranberry’s plukken is niet zo makkelijk als het lijkt. De bessen zitten goed vast aan de struiken. Gelukkig is er een plukbak: een houten bak met lange tanden eraan (zoals aan een houten kam). Als je de bak de heide induwt en hem met een harkbeweging naar je toehaalt, ris je de bessen met de tanden van de struikjes en vallen ze in de bak.
Terwijl we samen plukken vertelt Daan met zijn West-Friese accent over zijn bedrijf en de cranberry. “Oorspronkelijk komt de cranberry uit Amerika”, zegt hij. “Daar gebruikten indianen de bessen al eeuwen om er hun kleren mee te verven en hun pijlwonden mee te verzorgen. Ook de latere immigranten in Amerika verbouwden de bes. Ze werden vaak meegenomen op koopvaardijschepen. De cranberry is een echte vitaminebom. Voel je hoe sterk hij is?”
Daan houdt een bes tussen zijn vingers en toont hem in het licht van de zon. “Kijk, er zit een soort waslaagje omheen. Die beschermt de cranberry tegen bederf. Je kunt ze wel drie maanden goed houden zonder conservering. Het was dus een perfect middel om een beetje gezond te blijven tijdens een maandenlange bootreis en niet dood te gaan aan scheurbuik.”
Drenkeling
Veel oude scheepsroutes liepen onder de kust van Terschelling. En in het verleden vergingen honderden schepen op de Noordzee. Volgens Daan zou de cranberrylegende van Terschelling daarom best waar kunnen zijn. Volgens die legende is een aangespoeld vat cranberry’s, afkomstig van een schip dat schipbreuk leed, de oorsprong van alle Terschellingse cranberry’s.
“Ze zeggen dat de strandjutter Pieter Sipkes Cupido het vat vond en meenam naar de duinen. Toen hij het vol verwachting openbrak, bleek het niet wijn of rum te bevatten waarop hij hoopte. Wat wel? Rode, zure bessen. Hij liet ze in de duinen achter.”
Zo kwam de cranberry bij toeval terecht in een perfecte leefomgeving: de duinen. Want cranberry’s zijn gek op kalkarme grond met fijn zand. Ook willen ze een gedeelte van het jaar kopje onder. Het grondwaterpeil moet ‘s zomers ongeveer vijfentwintig centimeter onder het maaiveld staan en ’s winters vijfentwintig centimeter erboven. Terschelling biedt dat allemaal. Daarom is het ook de enige plek in de wereld waar de cranberry in het wild voorkomt. Naast Amerika dus.
“Dacht je dat het Terschellingse duinlandschap uniek was?”, vraagt hij. “Ik ook! Tot ik dus in Amerika kwam om wat over cranberry’s op te steken. Ik nam vlakbij Boston een foto. Sprekend ons strand bij Paal 8! Terwijl het dus een strand is aan de andere kant van de wereld, maar ook op 53 graden noorderbreedte, net als hier. Bizar hè?”
Biologische tuinderij
Daan zit in de cranberry’s doordat zijn vader er ooit mee begon in de jaren tachtig. Zijn vader was ontwikkelingswerker geweest in Kenia, daar werd Daan geboren. Toen het gezin terug wilde naar Europa omdat de kinderen naar school moesten, werd dat Terschelling omdat Daans opa daar een vakantiehuisje had. Op Terschelling startte de familie Van Zandwijk een biologische tuinderij. Ze teelden aardappels, groenten en fruit. En in de jaren negentig kwamen de cranberry’s daar bij.
Daan deed de zeevaartschool en zat een tijdje op Curaçao. Op Curaçao kreeg hij het nieuws dat zijn vader kanker had en niet lang meer zou leven. Hij besloot zich te ontfermen over het bedrijf. Dit is nu tien jaar geleden en zijn vader leeft nog steeds. Zijn ouders en zijn zusje doen de tuinderij en Daan sinds vijf jaar de cranberry’s.
Heerlijk vak
Her en der liggen nog wat cranberry’s op de grond onder de struikjes. “Geen probleem”, zegt Daan. “We zijn nu bezig met de droge oogst. Dat zijn eerste kwaliteit cranberry’s die ik gebruik voor de versmarkt. Als het waslaagje nat wordt, bijvoorbeeld door de regen, is de bes niet lang meer te bewaren en ook niet geschikt voor de versmarkt. Dan gebruik ik ze voor de verwerking in jam en sappen.”
Zodra het weer omslaat, zet Daan het veld onder water. Dan komen de losliggende cranberry’s boven drijven. “Wat er nog aan de struikjes zit, wordt er afgetrokken door een in het water ronddraaiende schoep. Al die bessen trekken we met een drijfband bij elkaar. Op dezelfde manier waarop ze olie opruimen na een olielek.”
Maar voorlopig is het nog prachtig weer en kunnen we nog behoorlijk wat kilo’s droog oogsten. “Eigenlijk is het een heerlijk vak”, vervolgt Daan. “Oogsten kan alleen met mooi weer. Meestal trommel ik wat vrienden op om me te helpen. Dat is altijd heel gezellig. Met een man of drie, vier plukken we zo achthonderd kilo per dag.”
Stuiterende bessen
De bessen die we vandaag plukken zal hij later vandaag nog sorteren in de grote ‘cranberryschuur’ bij de ouderlijke boerderij. Daar staan verschillende machines die zo uit een andere eeuw lijken te zijn weggelopen. “Uit Amerika meegenomen”, zegt hij. “Daar zijn ze speciaal voor de cranberryoogst en –verwerking gemaakt.”
De ene machine trilt en blaast – hierdoor worden blaadjes en takjes weggeblazen en blijven alleen de bessen over.
De andere machine, die nog veel ouder lijkt, laat de bessen springen. Het is een hoge smalle kast met verschillende treden waar de cranberry’s letterlijk overheen springen. “In Amerika ontdekte een cranberryboer dat de goede bessen over veel springkracht beschikken. Hij liet bovenaan de trap per ongeluk een zak cranberry’s vallen. De goede bessen stuiterden het verst weg. De aangetaste en verrotte bessen bleven op de traptreden liggen. De cranberry heeft vijf keer de kans om op de volgende tree te springen. Als hij het haalt, komt hij terecht op een lopende band waar ik zit te sorteren. De witte haal ik er dan nog uit. Niet dat er iets mis mee is. Hij lijkt alleen onrijp en is dus niet geschikt voor de versmarkt. Ik gebruik hem voor jam.”
Maagzweer
Voorlopig zijn we nog niet klaar met plukken. De kratten zijn nog niet vol. Het mooie aan de cranberry, aldus Daan, is dat de teelt helemaal natuurlijk is. De plant kan wel honderd jaar worden en geeft ieder jaar bessen. Daan teelt ze biologisch. Gewoon, ‘omdat bio beter is voor later’. De bes koos zijn eigen habitat. Het is naar zijn idee dus tegennatuurlijk om hem met chemische middelen te besproeien.
Tijdens het plukken steekt Daan af en toe een bes in zijn mond. Als ik het doe verkrampen mijn kaken, zo zuur zijn ze. Maar hij is eraan gewend. “Ze zijn goed tegen de dorst”, zegt hij. “En er zitten heel gezonde stoffen in.”
Dat is waar. Cranberry’s werken niet voor niets goed bij blaasontsteking. De cranberry bevat behalve vitamines ook proanthocyaniden. Die stoffen zorgen er niet alleen voor dat bacteriën zich niet aan de blaaswand kunnen hechten, maar ook dat bacteriën die zich al aan de blaaswand gehecht hebben, worden losgeweekt. Daardoor zijn de bessen heel effectief bij het bestrijden van bijvoorbeeld blaasontsteking, maar ook van maagzweren.
Nationale trots
Als je de schwung met de plukbak eenmaal te pakken hebt, is er zo een paar uur voorbij zonder dat je er erg in hebt. De herhalende beweging, het geraas van de tanden door de struikjes en het roffelen van de bessen in de bak werkt bijna als een soort meditatie. Het is er ook de omgeving voor: de vogels, de grazende paarden, de duinen in de verte en daarachter, onzichtbaar, de zee. Het is zwaar werk, maar je hoofd wordt er wonderlijk helder van.
“Je bent altijd welkom als je even wilt ontspannen”, lacht Daan. “Morgen bijvoorbeeld. Of heb je dan al iets?”
Later die dag loop ik een winkel binnen. Het barst er van de cranberryproducten. Wijn, mosterd, azijn, jam, sap, siroop, thee, snoepjes … Je kunt het zo gek niet bedenken of ze maken het op Terschelling van hun cranberry’s. Ook Daans producten staan in de schappen. “Ken je het verhaal van de cranberry?”, vraagt de man achter de kassa. “Nee”, lieg ik. Het verhaal is zo mooi dat ik het graag nog eens wil horen.
Als ik met een rugzak vol cranberryproducten op de boot stap en het eiland steeds kleiner zie worden, denk ik: De geschiedenis van de cranberry is net een sprookje. Het sprookje van de drenkeling die na een schipbreuk aanspoelt op een eiland, door de eilanders gekoesterd, op handen gedragen wordt en uiteindelijk verwordt tot Terschellings grote trots.
Meer informatie: groenhofcranberry.nl