Massaal weren mensen suiker en brood uit hun eetpatroon, avocado’s zijn regelmatig helemaal uitverkocht, superfoods liggen zelfs bij Action en moeders wisselen recepten voor groene smoothies met elkaar uit. Er is een ware gezonde voedingsrevolutie aan de gang. Iets tijdelijks? Gelukkig niet! Redacteur Gebke Verhoeven zoekt uit waar we nu staan en wat de toekomst ons zal brengen.
Een tijdje terug had Albert Heijn in Amsterdam leveringsproblemen met zijn avocado’s. Gevolg? In de hele hoofdstad was geen avocado meer te bekennen. Overal uitverkocht. Wie had ooit gedacht dat avocado zo hip zou zijn? De avocado is niet de enige, hij verkeert in gezond gezelschap. Ook chiazaad, hennepzaad, kokosolie, gojibessen en andere superfoods zijn niet aan te slepen. Ze prijken parmantig in een stelling naast de colaflessen bij mijn eigen supermarkt en zijn zelfs bij Action te koop. En dat zijn alleen nog maar de superfoods. Eten zonder suiker, zonder tarwe, zonder koolhydraten, glutenvrij, zonder E-nummers. Alles wat als gezond te boek staat, lijkt aan te slaan.
Zelf ben ik als kind van de jaren zeventig kant-en-klaar opgegroeid met melkpoeder uit blik als flesvoeding en kreeg ik mijn eerste hapjes uit een potje. Wat een verschil met mijn eigen moeder, die als baby nog aan de borst van mijn oma lag. Haar eerste hap was een zelfgemaakt prakkie. Toen ik eind jaren negentig het huis uit ging, dacht ik dat bouillon uit een blokje kwam, Croma boter was om een bruin korstje te geven aan vlees, en nasikruiden uit een zakje van Conimex kwamen.
Geen hype, maar noodzaak
De jaren hebben me wijzer gemaakt en omdat ik bij gezondNU werk, kreeg ik al snel mee dat de pakjes-en-zakjescultuur echt niet gezond was. Bouillonblokjes reguliere stijl (biologische dus wel) komen dan ook (nadat vrijwel elke natuurgeneeskundige mij op het hart gedrukt had dat dit rotzooi is) mijn keuken niet meer in. Croma heb ik zodra ik op eigen benen stond ingeruild voor het veel smaakvollere olijfolie. En tja, nasikruiden … Ik weet nu dat rendang (Indisch stoofvlees) niet zo hyper ingewikkeld zelf te fabriceren is. Mijn persoonlijke voedingsrevolutie staat in geen verhouding tot de ontwikkelingen die ik de laatste jaren in gezondNU voorbij heb zien komen: superfoods, rawfood, groene smoothies. Eerlijk is eerlijk: ik loop zelf ondertussen behoorlijk achter.
Was gezond eten ooit het toonbeeld van tuttigheid, nu is het retecool. Wat is er aan de hand? “Toen ik vijftien jaar geleden aankondigde dat gezond eten een thema zou worden, werd ik inderdaad raar aangekeken”, bevestigt foodtrendwatcher Marielle Bordewijk. “Biologisch, onbewerkt voedsel was alternatief, geitenwollensokachtig. Een ‘niche markt’. Rond 2000 is daar geleidelijk verandering in gekomen. Biologisch werd gewoner, onbewerkt populairder. De laatste paar maanden is die gezonde trend geëxplodeerd. Albert Heijn heeft een speciaal vak voor superfoods, de Allerhande stond in het teken van gezond eten en ze hebben gekozen voor een groene bewegwijzering in de winkels als teken dat ze natuurlijk bezig zijn. Niet alleen Albert Heijn is op de gezonde toer, het zijn ook stylisten en journalisten die de trend naar ongekende hoogte hebben gebracht.”
Gezond eten is niet alleen gehypet omdat het zomaar een gezonde trend is, werpt de Vlaamse arts Kris Verburgh, schrijver van het boek De Voedselzandloper, tegen. “Als je nagaat dat de helft van de Nederlanders te dik is, een miljoen mensen ouderdomsdiabetes heeft en een veelvoud daarvan insulineresistent is – wat het risico op een hartinfarct vergroot – dan is het logisch dat steeds meer mensen beseffen dat ze hun eetgewoonten moeten veranderen om hun gezondheid te bewaren. Voeding is een machtig wapen. Veel ouderdomsziekten, niet alleen diabetes, maar ook hart- en vaataandoeningen, zijn omkeerbaar door anders te eten. Er zijn zelfs onderzoeken die uitwijzen dat tachtig procent van de mensen die op een wachtlijst staan voor een hartoperatie, die ingreep niet hoeft te ondergaan als ze gezonder eten.”
Langer houdbaar = minder gezond
Kregen in de jaren zeventig de pakjes en zakjes nog een warm welkom in de Nederlandse eetcultuur, die teneur lijkt volledig omgeslagen naar een hardnekkig wantrouwen jegens de voedingsmiddelenindustrie. Waar komt dat wantrouwen vandaan? “Dat moet je in een historische context zien”, legt Bordewijk uit. “De opkomst van de voedingsmiddelenindustrie gaat hand in hand met de industriële revolutie die in 1880 start. Door mechanisering van de landbouw, schaalvergroting en nieuwe verwerkingsprocessen kunnen we goedkoop grote hoeveelheden voedsel verbouwen. De fabrieken die ontstaan verwerken die massa’s eten en bewerken het zodat het lang houdbaar is.”
“Het houdbaar maken van voedsel is een belangrijk punt”, vindt Verburgh. “Om dat voor elkaar te krijgen, moet je bij een deel van de producten eerst veel gezonde stoffen er uithalen, omdat deze snel bederven. Vervolgens stop je er ongezonde stoffen zoals suikers en vetten bij die de bewaartijd verlengen. Het eten wordt daardoor meteen ook calorierijker. Deze ongezonde ontwikkeling krijgt in de jaren zestig een vervolg omdat toen de industrie in Amerika een methode bedacht om suiker uit maïs te maken. Deze specifieke suikers kunnen je bloedsuikerspiegel enorm ontregelen, waardoor je lichaam uiteindelijk uitgeput raakt. Omdat ze heel goedkoop zijn, zitten ze – zeker in Amerika – bijna overal in. Nog zo’n ongezonde tendens: in de veeteelt grazen dieren veel minder buiten. Ze krijgen goedkope maïs als veevoeder. We weten nu dat vlees en melk van koeien die gras eten veel meer gezonde vetten bevatten dan dat van koeien die maïs eten.”
“De techniek om eten goedkoop en lang houdbaar te maken gaat ten koste van de gezondheidswaarde. Die gezondheidswaarde verandert nog eens extra door het genetisch modificeren van voedsel en de opkomst van de fastfoodindustrie, waardoor we nog meer tarwe, gluten en suikers zijn gaan eten. Eten werd bovendien verslavend lekker gemaakt door de toevoeging van de perfecte verhouding vetten en suikers. Daardoor krijg je snel weer trek en kun je wel blijven eten.”
Overal en altijd bruin eten
In de jaren zeventig was nog niemand doordrongen van de ongezonde impact van gemaksvoeding en kant-en-klaar. “Het was nieuw, makkelijk, leuk en avontuurlijk”, stelt Bordewijk. “Er bestond geen Google, er was geen internet om snel een receptje van Indische rendang op te zoeken. De grote merken bepaalden wat er bij jou op tafel kwam. Zij brachten voor het eerst eten van ver weg dichtbij. Dat kon ook omdat in de jaren zestig de logistiek en techniek dusdanig ontwikkeld waren dat je eten over grote afstanden kon vervoeren. Dankzij de opkomst van de supermarkten kon je al die nieuwe producten makkelijk op een plek krijgen.”
Wantrouwen jegens de voedingsmiddelenindustrie was er in die begindagen nog niet. “Er was geen reden toe. Het nieuwe eten werd in een veilige, schone omgeving gemaakt en goed gecontroleerd. Het was ook niet zo dat alles ineens kant-en-klaar was”, meent Bordewijk. “Onze ouders aten weleens uit een pakje en ze namen soms een stuk voorgebakken appeltaart of een kroket tijdens een feestje. Maar dat is iets anders dan altijd en overal. In jaren tachtig en negentig is de pakjes-en-zakjescultuur echt gaan floreren. Schaalvergroting slaat dan door. In een blik tomatensoep bijvoorbeeld zitten met gemak twintig ingrediënten en niemand kan je nog vertellen waar dat ene uitje exact vandaan komt.”
Hoe meer eten bewerkt wordt, hoe meer stoffen erin zitten waarvan je niet weet wat het is. De consument krijgt het idee de controle te verliezen over wat hij eet. Want waarom zit er suiker in theezakjes of in mayonaise? Met de geboorte van een nieuw millennium groeien de kritische geluiden. Waarom juist toen? Volgens Bordewijk heeft dat vooral met de ‘veelheid’ te maken. De veelheid van tussendoortjes, de veelheid van bewerkt, bruin voedsel. “Onze ouders zijn nooit zo veel met bruin voedsel geconfronteerd als wij. Als je het eetpatroon van een gemiddelde Amerikaan naast dat van een gemiddelde Filippijn legt, dan is alles uit de Amerikaanse keuken – cornflakes, hamburgers, brood, worstjes – bruin, terwijl de traditionele Filippijnse keuken met zijn groente en fruit veel kleurrijker is. Wat voor de Amerikanen opgaat, gaat ook voor ons op. Wij zijn steeds meer bruin gaan eten. De kleur is uit onze keuken verdwenen.”
Navelstaren naar moerbeien
Die kleur staat symbool voor de toename van bewerkt, eenzijdige voeding met meer vetten, suiker, tarwe en vlees dan goed voor ons is. Dat deze manier van eten op den duur je gezondheid kan schaden, daar was aanvankelijk niemand zich van bewust. Of zoals Bordewijk het formuleert: “Er gaan decennia voorbij voordat je weet wat een nieuw eetpatroon met je gezondheid doet. Op dat punt zijn we nu aangekomen. De nadelige kanten zijn de toename van overgewicht en welvaartsziekte. We zien nu pas onder ogen wat er gebeurt als je altijd alleen maar sterk bewerkt voedsel eet.”
We staan volgens Bordewijk aan het begin van ‘een gezondetenrevolutie’. We weten dat het anders moet, maar hoe? “Veel mensen zijn zoekende naar wat gezond is en dat is een van de redenen waarom alles wat gezond kan zijn, een voedingsbodem heeft en aan lijkt aan te slaan. Het blijft ingewikkeld om wetenschappelijk te bewijzen of een bepaald voedingsmiddel gezond is of niet. Inzichten over wat je het beste kunt eten wisselen daardoor sterk. Dat zorgt voor onzekerheid en juist die onzekerheid maakt ons gevoelig voor nieuwe gezonde producten en goeroes die ons vertellen wat goed voor ons is.”
Verburgh erkent dat mensen behoefte hebben aan duidelijkheid over voeding. “Dat is ook een van de redenen waarom mijn boek zo populair is. Voeding is complex. Om daar iets zinnigs over te kunnen zeggen als arts en wetenschapper moet je verschillende medische disciplines verenigen. Het is niet genoeg om alleen voedingsdeskundige te zijn. Je moet ook kunnen doorzien wat nu echt onafhankelijk onderzoek is. Dat is niet eenvoudig en gebeurt te weinig. Daardoor hoor je veel tegenstrijdige, soms eenzijdige berichten. Het is logisch dat mensen door de bomen het bos niet meer zien. Als je gezond wilt eten, moet je ergens beginnen. Dat mensen dan voor superfoods gaan bijvoorbeeld, juich ik alleen maar toe. Dat is een gezonde hype.”
Groene smoothies & chips
“We kunnen het geheel nog niet overzien”, onderschrijft Bordewijk, “en dus zijn we aan het navelstaren naar moerbeien of avocado’s, brood of suiker of superfoods. Die ingrediëntfocus maakt gezond eten behapbaar. We moeten door deze trend heen omdat we zijn doorgeslagen zijn in onze slechte voedingsgewoontes. Dit is een manier om te breken met bruin eten. Maar uiteindelijk gaat het natuurlijk niet om dat ene ongezonde ijsje of die gezonde gojibes. Onze gezondheid wordt vooral geraakt door voedingspatronen.” Daar sluit Verburgh zich bij aan. “Diëten kun je vergeten als je gezonder wilt worden. Die werken niet op lange termijn. Ik zal om die reden nooit een voedingsmiddel verbieden. Je moet niet minder eten, je moet anders eten.”
Hoe ziet dat anders eruit? Verburgh: “Er zijn genoeg goede richtlijnen te geven. Te veel eiwitten eten blijkt de veroudering te versnellen. Dat is een reden om minder vlees te eten. Daarnaast kun je beter het aantal suikerpieken tot een minimum beperken, omdat dit het verouderingsproces vertraagt. Aangezien brood, pasta en rijst zijn opgebouwd uit suikers, is minderen met deze producten het devies. Wat wel te eten? Veel – heel veel – groente, peulvruchten, paddenstoelen en fruit. Aan deze basis valt niet te tornen. Die moet je compromisloos doorvoeren. De overheid zou ook moeten stoppen met softe adviezen. Met alleen gevarieerd eten en witbrood inwisselen voor volkoren valt het tij niet te keren.”
“Het is ook niet eenvoudig om je voedingspatroon om te gooien. Ik denk dat veel vrouwen ’s ochtends beginnen met een groene smoothie en ’s avonds bezwijken voor een zak chips”, stelt Bordewijk. “Er is een groot verschil tussen denken en doen. Daarnaast moet je die nieuwe gezonde gewoontes ook kunnen inbouwen in je leven. Je hoort bijvoorbeeld veel over mensen die hun eigen groente en fruit verbouwen, maar echt een moestuin bijhouden kost veel tijd. De vraag is hoe haalbaar dat is. Maar”, voegt Bordewijk toe, “de intentie om gezonder te eten is er.”
NL als blue zone?
Is gezond eten een hype die zo weer voorbijgaat? “Nee, ik denk dat we nog maar aan het begin staan van de gezondevoedingrevolutie. Er is nu een sterke focus op gezonde ingrediënten. Maar als straks overal – in benzinestations, sportkantines, winkels en scholen – kleurrijk, natuurlijk eten verkrijgbaar is, dan zijn we klaar met navelstaren. Dan gaan we vrijer genieten en wordt eten steeds meer iets om je psychische gezondheid te stimuleren. Stemming en sfeer van een maaltijd komen dan centraal te staan in plaats van de voedingswaarde. Daarnaast denk ik dat het bluezone-onderzoek van grote invloed kan zijn. De blue zones zijn gebieden op aarde waar mensen tot op hoge leeftijd gezond blijven. Het blijkt dat deze mensen er vaak andere eetgewoontes op na houden.”
“Wat er ook gebeurt, de tendens dat mensen kritischer zijn tegenover wat ze in hun mond stoppen, is goed”, vindt Verburgh. “Ik denk dat we wat dat betreft nog veel verschuivingen gaan zien in 2015. De roep om gezond eten blijft. En wij – de consumenten – bepalen wat er op ons bord komt. Dus blijf vooral roepen. En ik voorspel je, over honderd jaar zullen we denken: wat aten die mensen in 2014 toch ongezond, het is ongelooflijk.”
6x blijvend gezonder eten
- Eet drie maaltijden: van zwaar naar licht, dus een flink ontbijt en een kleine avondmaaltijd
- Kies voor onbewerkte, biologische producten
- Verminder je vlees- en zuivelconsumptie
- Zorg dat de basis van iedere maaltijd bestaat uit groente, paddenstoelen, peulvruchten
- Wissel één broodmaaltijd in voor bijvoorbeeldsalade, een koude schotel, havermoutpap of soep
- Zorg voor kleur op je bord; in geen enkele maaltijd zou bruin moeten overheersen
Deskundigen:
- Foodtrendwatcher Marielle Bordewijk studeerde Industrieel Ontwerpen aan de TUDelft en werkte als food marketeer bij Unilever. Nu helpt ze als zelfstandig food designer bij het ontwikkelen van nieuwe producten die gezonder en duurzamer zijn.
- Dr. Kris Verburgh is als arts gespecialiseerd in veroudering en onderzoekt onder meer aan de Vrije Universiteit Brussel hoe je door middel van onder meer voeding langer jong kunt blijven. Zijn boek De Voedselzandloper is een enorm succes.
Van eten naar industrie
1845 – De uitvinding van kunstmest
Justus von Liebig onderzoekt nauwkeurig wat planten nodig hebben om te groeien en ontwikkelt op basis daarvan de eerste kunstmest. In 1845 is zijn land een van de vruchtbaarste plekken van Duitsland.
1860 – Boter wordt machinaal gemaakt
Boter werd in het verleden altijd zelf gemaakt. Tenminste, als je het geld ervoor had, want boter was beleg voor de rijken. Arbeiders moesten het doen met vet, reuzel of uitgestreken aardappel. Pas tussen 1860 en 1870 kan boter machinaal gemaakt worden, waardoor het goedkoper wordt en beter betaalbaar is voor iedereen.
1869 – De geboorte van de koelkast
Charles Tellier ontwikkelt de eerste industriële koelinstallatie voor het bewaren van levensmiddelen. Het zal nog bijna honderd jaar duren voor de koelkast in elke Nederlands huishouden staat. Goede koeling voorkomt weliswaar bederf, maar voorkomt niet dat de vitaminevoorraad achteruitgaat.
1880 – De industriële revolutie
Tijdens de industriële revolutie wordt handwerk vervangen door machines. Door de mechanisatie en schaalvergroting kunnen voedingsmiddelen goedkoop gemaakt worden. Rondom deze tijd ontstaan de grote voedingsmiddelenconcerns zoals Heinz en Knorr.
1919 – De eerste Warenwet
De overheid gaat zich bemoeien met de productie van eten. De eerste Warenwet moet er onder meer op toezien dat voedingsmiddelen de gezondheid van mensen niet schaden.
1924 – Ruilverkaveling
Door deze wet wordt het land van de boeren minder versnipperd en kunnen zij efficiënter werken, waardoor de oogst groter wordt.
1930 – Unilever
De bedrijven die Unilever hebben opgericht maakten producten op basis van oliën en vetten. Vanwege de crisis van de jaren dertig krijgen ze het moeilijker en besluiten ze zich te verenigingen tot het bedrijf Unilever.
1946 – 1e babyhapje uit blik
In 1946 verschijnen de eerste blikjes Olvarit, kant-en-klare groentevoeding voor baby’s. Een aantal jaar later (1955) introduceert Nutricia, als antwoord op de toenemende vraag naar gemaksvoeding, instantkindermeel op basis van gekookte rijstebloem. In de zestiger jaren volgt Bambix. Nutricia komt voort uit een stoomzuivelfabriek opgericht in 1896 die het alleenrecht kreeg om volgens een speciale methode zuigelingenvoeding te produceren uit koemelk.
1950 – Landbouwmechanisatie
De eerste tractor komt al eind 19e eeuw naar Nederland, maar het zal nog tot na de Tweede Wereldoorlog duren voor de tractor de hele Nederlandse landbouw veroverd. Door deze mechanisatie verliezen veel landarbeiders en boerenknechten hun baan, maar de oogsten worden groter.
1960 – Goedkope maïssuiker
De Amerikanen ontdekken hoe je uit maïs een goedkoop mengsel maakt dat smaakt als suiker. Ze noemden het High Fructose Corn Syrup oftewel fructoserijke maïssiroop. Voor de maïsboeren was die uitvinding goud waard; voortaan leverden zij en niet Cuba suiker aan Coca Cola. Tussen 1960 en 1990 stijgt de consumptie van maïssuiker in Amerika honderdvoudig, van 2 ons naar 20 kilo per persoon per jaar. Dat komt onder meer doordat Amerikanen steeds meer frisdrank zijn gaan drinken.
1971 – McDonald’s in Nederland
McDonald’s opent zijn eerste filiaal in Nederland, in Zaandam om precies te zijn. Het hamburgerrestaurant begon in 1955 in Illinois en zal uitgroeien tot een wereldwijd concern. De bekende kindermaaltijden, de Happy Meals, zijn vanaf 1986 in Nederland verkrijgbaar.
1987 – Wereldgerechten
Knorr introduceert in 1987 zijn allereerste Wereldgerecht ooit: Lasagne Bolognese. De Spaghetteria kant-en-klaarmaaltijden die later – in 1994 – in winkels komen te liggen, zullen nog succesvoller worden. “Pastamaaltijden in 1 pan, voor 2 personen en klaar in 5 minuten!”
1994 – Genetisch gemodificeerd eten
In 1994 komt het eerste genetisch gemodificeerde voedsel in de VS op de markt. Het gaat om een speciaal tomatenras dat veel langer houdbaar is dan andere bestaande rassen.
2010 – De voedingsmiddelenindustrie
De voedingsmiddelenindustrie wordt beschouwd als de grootste industrie van Nederland. De totale omzet bedraagt in 2010 zo’n € 51 miljard en er werken naar schatting 118.000 mensen.
2012 – Toename biologische consumptie
De export van biologische producten is in 2012 hoger dan wat we met zijn allen in Nederland consumeren aan biologisch eten en drinken. De vraag naar onbewerkt eten groeit wereldwijd sterk, vooral in Europa en in Amerika. Nederland hoort bij de snelste groeiers wat biologische consumptie betreft. Sinds 2007 zijn we elk jaar tien procent meer organic gaan eten. Minder bekend is dat Nederlandse bio-boeren een sterke exportpositie hebben, omdat ze in de jaren negentig al vroeg zijn gaan pionieren met biologische teelt. (Bron: Bionext)