Herten met een slechte conditie of eekhoorns met overgewicht kom je in de natuur nauwelijks tegen. Wij mensen daarentegen moeten vechten om een beetje fit te blijven. Wat kunnen we leren van de natuur als het aankomt op ‘the survival of the fittest’? Een ontmoeting tussen evolutiebioloog Menno Schilthuizen en psycholoog Albert Sonnevelt.
Hij: Psycholoog Albert Sonnevelt wil met zijn boeken en workshops mensen aanmoedigen om gezonder en gelukkiger te leven. Zijn boek Ontdek je passie is net uit.
Hij: Evolutiebioloog prof. Menno Schilthuizen werkt als onderzoeker bij Naturalis Biodiversity Center en is gefascineerd door ecosystemen. Zojuist verscheen zijn nieuwste boek Waarom zijn er zoveel soorten?
- Klik of clinch? Met openheid en vriendelijkheid wordt voorzichtig bekeken waar dwarsverbanden te leggen zijn tussen biologie en psychologie.
- Slakkenparadijs! Het decor van de fotoshoot blijkt een waar slakkenparadijs. Binnen de kortste keren heeft slakkenexpert Menno vijf exemplaren te pakken. In Maleisië ontdekte hij een heel ‘nieuwe’ slakkensoort, die zo klein is als een zandkorrel.
- De Hollandse Dr. Phil: Albert Sonnevelt is aardig op weg om de Hollandse Dr. Phil te worden. Na het interview met gezondNU is het snel door naar Radio 538 voor antistresstherapie en later die avond zit hij als ‘filetherapeut’ in een uitzending van BNR Nieuwsradio.
Gebke: “Ik ga op interview en neem mee:bergschoenen, pleisters en een handdoek.
Een week geleden verzwikte ik mijn enkel op een nauwelijks zichtbare oneffenheid tijdens een oer-Hollandse boswandeling. Vandaar de bergschoenen.
Ook pleisters gaan mee. Dit weekend glipte onze nieuwste supersonische rasp uit mijn handen. In een reflex probeerde ik het ding te vangen met een bloedbad tot gevolg. Een hap uit mijn duim.
En die handdoek? Als ik verstandelijk niet wist dat het zomer was, had ik gedacht dat ik in november wakker was geworden. Het hoost buiten. Vandaar de handdoek, als anti-verzopen-kat-therapie.
Al ben ik vandaag allerminst een fraai voorbeeld van ‘the fittest’, we gaan het hebben over ‘the survival of the fittest’. Waarom? Als mens staan we inmiddels zo ver van de natuur dat we als een dolle onze gezondheid met kunst- en vliegwerk proberen te regisseren. Honderd jaar geleden hadden ze je voor gek verklaard als je drie maal per week vrijwillig ging hardlopen of geen suiker meer at.
Ik ben benieuwd hoe psycholoog Albert Sonnevelt naar deze ontwikkeling kijkt en wat bioloog Menno Schilthuizen ervan denkt. Maar belangrijke zaken eerst. Menno is namelijk niet zomaar een bioloog, hij is dé slakkenexpert van Nederland. Momenteel leef ik op voet van oorlog met een slakkenlegioen. Geen plant in mijn tuin overleeft de terugkerende invasie. Uit pure wanhoop luidt dan ook mijn eerste vraag: hoe kom ik van die slakken af?”
Menno: “Tja, dat is eigenlijk niet het probleem van de slakken, maar een probleem dat wij als mensen gecreëerd hebben. Om de smaak van groente zoals andijvie en witlof aantrekkelijker te maken, hebben we het bittere eruit gekweekt en dat is nu juist de natuurlijke verdediging van de plant. Wat mensen lekker vinden, gaat er bij dieren doorgaans ook beter in. Dus die planten zijn weerloos tegenover slakken.”
Gebke:“Het klinkt alsof wij een beetje voor god spelen. Zijn we nog wel onderdeel van het ecosysteem?”
Menno: “Een beetje van beide. Mensen zien het ecosysteem als een perfect uitgebalanceerd geheel dat er jaren over gedaan heeft om tot dat perfecte evenwicht te komen. Maar dat is niet zo, althans niet altijd. Neem Ascension Island in de Atlantische Oceaan. Darwin omschreef het als een droog en boomloos eiland. In 1843 is de botanicus Joseph Hooker dit eiland gaan beplanten met bomen uit alle delen van de wereld. De oorspronkelijke vegetatie is compleet verdwenen. Toch tref je vandaag de dag een prachtig nevelwoud aan met een geheel eigen ecosysteem opgebouwd uit Hookers aanplant. Dus ja, soms speelt de mens voor god, tegelijkertijd is de mens onlosmakelijk verbonden met het ecosysteem. Al was het alleen al omdat wij de grootste consument zijn. Ongeveer een kwart van het zonlicht dat planten in energie omzetten, absorberen wij via ons voedsel. Dat doet geen enkele andere diersoort ons na.”
Gebke: “Is dat iets om ons zorgen over te maken?”
Menno: “Natuurbeschermers willen meestal de natuur terugbrengen naar een staat zoals die ooit is geweest. Dat kost ontzettend veel geld. En wat schiet je ermee op? Niets blijft hetzelfde. Ook niet in de natuur. Ecosystemen zijn net minimaatschappijtjes. Een dynamisch geheel. Zo’n samenleving kan echt wel tegen een stootje. Toch breekt er onder natuurbeschermers vaak paniek uit als bijvoorbeeld een exotische soort oprukt in Nederland. Zo’n nieuwe plant of dier heeft in eerste instantie geen natuurlijke vijanden, die kan gewoon zijn gang gaan en overwoekert alles. Vroeg of laat burgert de exoot echter in. Ziekteverwekkers ontdekken zijn zwakten, rovers vinden hem een lekker hapje. Het aantal vreemdelingen wordt zo op natuurlijke wijze teruggedrongen en de oorspronkelijke bewoners krijgen weer meer ruimte, waardoor ze vaak uiteindelijk zij aan zij samenleven. Die ontwikkeling kost tijd. We moeten gewoon meer geduld hebben met de natuur en erop vertrouwen dat ze zich wel herstelt.”
Albert:“Na de olieramp met de Exxon Valdez in 1989 voor de kust van Alaska, blijkt de natuur in staat geweest te zijn om zichzelf volledig te herstellen. De kust zat onder de olie. We dachten dat dit nooit meer goed zou komen, maar tien jaar later constateerden wetenschappers dat het water en de bodem weer helemaal schoon waren. De olierommel was netjes opgeruimd door miljarden bacteriën die in het zeewater leven.”
Menno: “Ik houd geen pleidooi om met de armen over elkaar te zitten en niets aan natuurbescherming te doen. We moeten uiteraard zuinig zijn op onze wereld. Helemaal niets doen is simpelweg te riskant. Maar ik ben ervan overtuigd dat het leven op deze planeet echt wel doorgaat, met of zonder mensen. In de ecologie draait het niet om het voortbestaan van die ene soort, maar om het voortbestaan van het systeem.”
Albert: “Dus laten we vooral niet alle focus leggen op dat koppeltje korenwolven in Zuid-Limburg?”
Menno: “Precies. We moeten ecosystemen beschermen, niet individuele dier- of plantensoorten.”
Albert:“Wat ik interessant vind aan het thema ‘survival of the fittest’ is dat we op dit moment in een heel dynamische samenleving zitten. Ouderen leren voor het eerst in de geschiedenis van jongeren. Je blijft niet meer je leven lang bij dezelfde baas werken. De kerk als instituut is weggevallen. Veel geliefden zijn niet meer hun leven lang samen. Daarvoor in de plaats komen samengestelde gezinnen. Al die ontwikkelingen zorgen ervoor dat je in deze maatschappij enorm flexibel moet zijn om je staande te houden. Gelukkig is het menselijke brein ook flexibel.”
Gebke: “Nou, dat ligt eraan wie je voor je hebt.”
Albert:“Heb je enige idee hoeveel energie het kost om veters te leren strikken? Als je dat eenmaal onder de knie hebt, verleer je het praktisch nooit. Rond je 35e ligt 95 procent van deze dagelijkse routines diep verankerd in de hersenen. Je hoeft er niet meer bij na te denken en dat scheelt veel energie. Maar juist omdat die dagelijkse gewoontes zo in ons brein ingesleten zijn, kom je er bijna niet vanaf. Stoppen met snoepen, niet meer roken, meer bewegen … Veranderen kost onwijs veel energie. Bij dieren lijkt er sprake van een natuurlijk evenwicht. Ik heb tenminste nog nooit gehoord van een leeuw die op dieet moest of een adelaar die naar de sportschool ging om spierballen te kweken.”
Menno: “Dierentuindieren daargelaten natuurlijk! En uiteindelijk is de mens net een dierentuindier. We kennen geen natuurlijke selectie meer, althans niet meer het type dat dieren in het wild ervaren. Er is geen schaarste. We hebben genoeg te eten en een warm nest. In het wild moet een dier overal moeite voor doen. Kleine verschillen in energieverbruik – luieren of veel energierijk voedsel naar binnenwerken – kunnen het verschil maken tussen leven en dood. Die ongezonde gewoontes die we ontwikkeld hebben, hebben ons eeuwenlang helpen overleven. Dat ze de mens nu parten spelen, is de makke van de evolutie, die altijd achter de muziek aanloopt.”
Gebke: “Albert, ik wil nog even terug naar flexibiliteit als overlevingsmechanisme in onze snel veranderende samenleving. Wat gebeurt er als je die veranderingen niet kunt bijbenen?”
Albert: “Er zijn een heleboel mensen die hier niet mee om kunnen gaan. Bovendien denken veel mensen vooral aan het welzijn van de ander en vergeten zichzelf. Dat zie je ook terug in de cijfers. Het aantal Nederlanders dat antidepressiva slikt, is voor het eerst over de miljoen gegaan. Veertienduizend jongeren hebben psychofarmaca nodig. Een op de zes mensen krijgt een burn-out. Dat is nu niet bepaald een ‘survival of the fittest’. Heb jij hier een verklaring voor, Menno?”
Menno: “De mens is een sociale diersoort die gemaakt is om in groepen te leven van maximaal 150 individuen. De historie laat zien dat zodra die groepen groter worden, ze opsplitsen in kleinere leefgemeenschappen. Door de globalisering en vooral de komst van sociale media zijn die groepen binnen de kortste keren onovertroffen groot geworden. Ons brein kan zo veel sociale interactie niet aan, maar het zit wel in ons DNA – zoals jij ook aangeeft – om dienstbaar te zijn. Dienstbaarheid was in die oude samenleving van levensbelang. Je doet iets voor een ander, zodat hij jou helpt. Ook al weten we verstandelijk dat onze Facebook-vrienden misschien niet allemaal echte vrienden zijn, ons brein stuurt wel het signaal dat we iets met die relaties moeten. Dat zorgt voor interne conflicten. We hebben niet de tijd, energie en zin om al die contacten te onderhouden en toch voelen we ons daartoe verplicht. Feitelijk loopt ons sociale brein evolutionair achter op de digitale en technische mogelijkheden en ik denk dat mede daarom mensen knakken.”
Gebke: “We hebben dus een upgrade nodig van ons sociale brein?”
Menno: “Ja, eigenlijk wel. En misschien komt die er ook wel. Sommige wetenschappers beweren dat we op een dood punt zitten in de evolutie, omdat mensen zo oud worden en zo goed ziekten kunnen beheersen. Maar dat geloof ik niet. De evolutie is misschien wel nooit zo levend geweest. Er zijn nog nooit zo ontzettend veel mensen op aarde geweest, wel zeven miljard! Met zulke grote aantallen wordt de kans op mutaties aanzienlijk. Het is dus slechts een kwestie van tijd tot er iets spannends gebeurt met ons DNA.”
Gebke: “Evolutie gaat toch ontzettend langzaam? Ik heb begrepen dat het menselijke DNA in een periode van een miljoen jaar een half procent verandert.”
Menno: “Dat klopt. Tegelijkertijd kan het snel gaan als zo’n verandering een groot voordeel oplevert. En er hoeft niet veel te veranderen. Als ergens in dat DNA één lettertje verspringt, kan dat binnen de kortste keren een enorm effect hebben op hoe we functioneren. Het zou zomaar kunnen zijn dat ons brein dan wél in staat is om al die sociale interacties bij te houden. ‘Binnen de kortste keren’ betekent evolutionair gezien nog altijd duizenden jaren en het is de vraag of de samenleving tegen die tijd niet weer heel andere eisen aan de mensheid stelt.”
Albert: “Contact is echter een heel primaire menselijke behoefte. Het bijzondere is dat wanneer je tegen een burn-out aan zit of depressief bent, je juist – heel onnatuurlijk – uit contact gaat. We verbreken banden, we ‘lossen het zelf allemaal wel op’. Voor mij is dat het begin van het einde. Dat houdt niemand vol. Gelukkig zoeken mensen meestal ook wel weer hulp na verloop van tijd. Verbinding maken is een belangrijke stap naar beterschap.”
Gebke: “Maar een beetje rust is toch ook erg lekker?”
Albert: “Rust is relatief. Niets geeft meer rust dan een genomen besluit. Als je bewust kiest om tijd te maken voor jezelf, geeft dat dus rust. Dieren pakken die rust vaak vanzelf. Maar wij …”
Menno: “Nou, dat doen ze ook niet altijd. Neem de merel. Als je op mooie zomeravonden over straat loopt, hoor je ze overal in Nederland prachtig fluiten. Dat klinkt liefelijk, maar feitelijk is het een oorlogslied waarmee merels vol overgave en met al hun energie andere mannetjes buiten hun territorium proberen te houden. Dat kan die dieren compleet uitputten. En als je nu een merel bent in een heel groot gebied met voldoende nestelmogelijkheden en meer dan genoeg voedsel, dan is het misschien niet zo erg als je een stukje aan een andere merel moet afstaan. Maar als er al sprake is van schaarste, dan wordt het echt een ‘survival of the fittest’. Een gezang op leven en dood.”
Albert: “Ik zeg weleens: groei en welvaart zijn een voorwaarde voor tolerantie. Dat sluit hier bij aan.”
Menno: “Jazeker! Het is simpel, gedrag moet voortplantingsvoordeel opleveren.”
Albert: “Hoe verklaar je dan de opkomst van nieuwe relatievormen? Vrouwen die samen een kind krijgen, ouders die in hun eentje zoon of dochter opvoeden, mannen die thuisblijven of vrouwen die carrière maken.”
Menno: “Relatietaboes komen voort uit de tijd dat we met elkaar in die piepkleine dorpjes leefden, waar je eigen voortplantingssucces soms moest worden opgeofferd voor de stabiliteit van de groep. In de huidige tijd met sociale media en die enorme gemeenschappen zijn andere vaardigheden belangrijker voor je voortplantingsvoordeel. Handig zijn met internet en je goed kunnen presenteren tijdens het digitaal daten bijvoorbeeld.”
Gebke: “Welke maatschappelijke ontwikkelingen hebben onze gezondheid compleet veranderd?”
Albert:“Voor mij is dat de uitvinding van de gloeilamp. Voor die tijd volgde de mens het ritme van de zon en de maan. Met de kippen op stok, met het kraaien van de haan er weer uit. De nachten waren donker, gitzwart. En nu? Er is altijd en overal licht. Dat laat zijn sporen na. De laatste twintig jaar hebben we maar liefst twintig minuten slaap per nacht ingeleverd. Moet je nagaan wat dat betekent voor je lichaam, je brein en hormoonsysteem. Wat ik wil zeggen is: wat er in de samenleving gebeurt, heeft direct zijn weerslag op je lichaam. Miljoenen jaren lang was de cyclus van de vrouw onderhevig aan de maanstand. Wat doet dat kunstmatige licht met de menstruatie? Wat is de invloed van de pil? Je lichaam is een ecosysteem op zich. Neem de darmen. Heb je enige idee wat er gebeurt als je helemaal geen koolhydraten meer eet? Binnen 72 uur sterven bepaalde darmkolonies uit die in je darmflora afhankelijk zijn van die koolhydraten. Wat buiten gebeurt, gebeurt ook van binnen. En dan heb ik het nog niet over de globalisering gehad. Mijn dochter is daar het toonbeeld van. Ze ging een paar jaar geleden naar Peru voor haar studie, vond haar grote liefde, trouwde en heeft nu drie kindjes die vloeiend drie talen spreken (Spaans, Nederlands en Engels). Zo ontstaat een nieuwe generatie wereldburgers, voor wie grenzen een heel andere betekenis hebben.”
Menno: “Heel herkenbaar, mijn kinderen zijn half Maleis, half Nederlands en ook meertalig opgevoed.”
Albert: “Onlangs werd ik gevraagd een lezing te geven over de angst voor vluchtelingen in Nederland. Een precair onderwerp, want vreemdelingenangst is zoiets primairs in het brein. Het raakt onze basale emoties. Angst voor controleverlies, angst om je welvaart kwijt te raken en zelf tekort te komen, angst om niet geliefd te zijn.”
Menno: “Vanuit een biologisch oogpunt valt die vreemdelingenangst prima te verklaren. Ik pak wéér terug op die leefgroepen van 150 individuen, die waren geënt op verwantschap en elkaar helpen. Dus waarom zou je iedereen die van buiten komt en die geen verwantschap met je heeft helpen? Juist omdat we van nature alles wat vreemd is buiten willen houden, is het belangrijk dat we een overheid hebben die niet instinctief reageert, maar met gezond verstand. En heb ook een beetje vertrouwen. Vanuit de ecologie weten we dat een exotische rivierkreeft eerst voor een hoop heisa zorgt. Na een tijd ontstaat er echter een nieuwe balans en is het alsof de vreemdeling er altijd is geweest.”
Meer weten?
- Naturalis.nl
- Sonneveltopleidingen.nl
- Waarom zijn er zoveel soorten?, Menno Schilthuizen, Uitgeverij Atlas Contact, ISBN 978 90 450 31 415, € 21,99
- Ontdek je passie, Albert Sonnevelt, ISBN 978 90 818 56 577, € 14,95