De overgang hoort erbij, dat weet elke vrouw. Maar is het wel zo natuurlijk dat 58 procent van de vrouwen niets onderneemt tegen hun opvliegers, nachtelijke zweetaanvallen en stemmingswisselingen? “Ik vind dat vrouwen dit niet verdienen.”
“Ten minste drie keer per nacht word ik wakker, badend in het zweet, ongeacht de temperatuur buiten. Even plassen, kijken hoe laat het is, voor het open raam uitwaaien en hopen dat het dekbed weer koel genoeg is om in slaap te kunnen vallen. Opvliegers, wat een uitvinding …”
Het is een citaat uit het boek Menoblues van Pauline Ottervanger en Wilma Smit, dat verscheen in 2009. De auteurs zijn dubbel deskundig. Beiden zijn werkzaam als gynaecoloog, in respectievelijk Den Haag en Den Helder. Hierdoor hebben ze jarenlang ervaring met het begeleiden van overgangsproblematiek. Daarnaast zijn zij als vijftig-plussers ook nog ervaringsdeskundig.
Gynaecologen schrijven niet elke dag een boek. En al helemaal geen boeken die gericht zijn op het grote publiek. Er moet dus een speciale reden zijn. “Wij zien in onze spreekkamers veel vrouwen met overgangsklachten waar ze al jaren mee rondlopen”, vertelt Wilma Smit. “Dat was één van de belangrijkste redenen om dit boek te schrijven. Vrouwen denken dat het erbij hoort. Maar het hoeft er niet bij te horen.”
Pauline Ottervanger: “Er is op allerlei manieren wat aan te doen, aan overgangsklachten. Denk aan praktische oplossingen, zoals het dragen van katoenen kleding bij opvliegers. Ook voeding is van invloed. Er zijn veel dingen die je kunt doen. Er bestaan natuurproducten die zeker de moeite waard zijn om te proberen. En er zijn medicijnen. Ik zou zeggen: loop er niet te lang mee door.”
Ook is het goed na de menopauze alert te zijn op verhoogde risico’s, zoals diabetes en osteoporose, vinden de gynaecologen. “Artsen zouden daar vaker op kunnen screenen.”
“Zo rood als een kreeft”
Nog zo’n passage uit Menoblues: “De opvliegers zijn soms zo erg dat zelfs de stoel waar ik op gezeten heb, nat is geworden. Ik moet dus ook nog van tevoren nadenken over het soort stoel waarop ik ga zitten.”
Vrouwen tobben wat af, rond de overgang. Dat is ook het beeld dat achterblijft uit de reacties van gezondNU-lezers na een oproep in de nieuwsbrief. “Ik ben sinds vijf jaar in de overgang”, mailt Marja van Rossum. “Ik heb hevige opvliegers. Ik transpireer ontzettend en ‘s nachts drijf ik mijn bed uit en ben dan zeer onrustig, zelfs enigszins paniekerig.” Ze plakte anderhalf jaar hormoonpleisters, maar stopte daarmee op aanraden van haar gynaecoloog. Inmiddels heeft ze haar hoop gevestigd op een natuurlijke oplossing. “Voor mij zijn de problemen van de overgang onaanvaardbaar en ik vind dat vrouwen dit niet verdienen.”
Maria Paas vindt op haar beurt de overgang “een van de vervelendste perioden” in haar leven. Een effectieve remedie vond ze nog niet. “Op mijn werk word ik steeds uit mijn concentratie gehaald: middenin een vergadering begin je te zweten en word je zo rood als een kreeft. Ook heb ik soms last van stemmingswisselingen. Maar wat ik het meest vervelende van de overgang vindt, zijn mijn vreselijke opvliegers. En ook dat ik het tussen de opvliegers door steeds heel erg koud krijg, ik lig dan echt te rillen.”
Natuurlijke behandelingen
Dat Marja van Rossum en Maria Paas niet alleen staan, blijkt uit een onderzoek van A.Vogel. Dit onderzoek werd in 2008 uitgevoerd onder honderden vrouwen in de leeftijd van 45 tot 60 jaar. De overgrote meerderheid gaf aan wel eens last te hebben van overgangsklachten. Opvliegers en (nachtelijke) transpiratie bleken het vaakst voor te komen, op afstand gevolgd door stemmingswisselingen.
In Menoblues behandelen Ottervanger en Smit allerlei mogelijke oplossingen voor dit soort perikelen. Het is daarmee een zeer hoopgevend boek. Zelfs over de omstreden hormoontherapie zijn ze gematigd positief (zie kader). Hun boodschap is helder: hormonen zijn een soort noodrem, maar er zijn tal van andere behandelmogelijkheden, zoals plantaardige oplossingen.
In Menoblues passeren tal van andere natuurlijke behandelmogelijkheden de revue, zo schrijven de gynaecologen alleen al over de opties bij opvliegers pagina’s vol. De natuurlijke zelfzorgmiddelen bij opvliegers vallen grofweg uiteen in fytotherapeutische middelen (‘kruidenmiddelen’) en homeopathie. De fytotherapeutica bevatten fyto-oestrogenen ofwel plantaardige hormonen. Deze komen van nature voor in bepaalde voedingsmiddelen, zoals soja.
Een voorbeeld is genisteïne. “Aziatische vrouwen hebben nauwelijks last van opvliegers en dat komt waarschijnlijk doordat hun voeding rijk is aan fyto-oestrogenen”, schrijven de gynaecologen. Ze raden aan wel een werkzame hoeveelheid te nemen: minimaal veertig tot maximaal tachtig milligram per dag. “Er zijn producten (meestal de goedkopere) waarin bijvoorbeeld maar twaalf of vijftien milligram fyto-oestrogeen per tabletje zit.”
Het boek vermeldt ook één homeopathisch middel bij opvliegers Famosan. Van deze drie lijkt Famosan Salvia het meest aangewezen bij opvliegers en nachtelijk transpireren. In een onderzoek met dit middel, op basis van de biologisch geteelde plant Salvia officinalis (‘salie’), namen de opvliegers aantoonbaar af. Na twee weken bleek het aantal dagelijkse opvliegers gedaald met dertig procent en na vier weken bedroeg de afname vijftig procent. En het mooie is dat het het natuurlijke overgangsproces niet verstoord.
Bij opvliegers kunnen vrouwen veel dingen doen, maar ook laten. Zo kunnen alcohol, koffie, thee en frisdranken opvliegers versterken. De klachten kunnen tevens ontstaan of toenemen door pittig gekruide gerechten, een eiwitrijke maaltijd en na gebruik van suiker en producten van witmeel. En wat vrouwen zeker moeten laten, is roken. Ottervanger: “Vrouwen die roken, blijken eerder, meer en langer last te hebben van opvliegers. Stop dus met roken!”
Cijfers en feiten over de overgang
Landelijke cijfers geven aan dat tachtig tot negentig procent van de vrouwen in de overgang last heeft van opvliegers en andere typische klachten. De problemen houden gemiddeld enkele jaren aan. “Dat wil zeggen dat slechts één op de vijf vrouwen géén overgangsklachten heeft”, schrijft gynaecoloog Barbara Havenith in het voorwoord van Menoblues. “In welke mate een vrouw last heeft van opvliegers, transpireren en andere klachten, wordt vooral bepaald door haar leefwijze en voeding.”
Welke klachten komen het vaakst voor? Uit onderzoek van A.Vogel onder vierhonderd vrouwen tussen 45 en 60 jaar blijkt dat de top-5 wordt aangevoerd door opvliegers: 89 procent van de ondervraagden heeft hier last van. Na opvliegers zijn de meest voorkomende klachten (nachtelijke) transpiratie (80 procent), stemmingswisselingen (56 procent), slapeloosheid (56 procent) en prikkelbaarheid (50 procent).
Het blijkt dat 58 procent van de vrouwen niets doet tegen de klachten. De helft van deze groep vindt dat de overgang ‘er nu eenmaal bij hoort’. Daarnaast vinden zij dat de overgang iets natuurlijks is, dat zij niet willen verstoren door het gebruiken van middelen/methoden. Vrouwen die wél wat ondernemen tegen overgangsklachten gebruiken medische oplossingen (zoals hormoonbehandeling) of zelfzorgmiddelen (zoals homeopathie of fytotherapie).
Ongeveer tien procent van de vrouwen in Nederland gaat met overgangsklachten naar de huisarts, zo leren landelijke cijfers. Slechts vijf procent maakt op enig moment gebruik van hormoontherapie.
Discussie over hormoontherapie
Met name vrouwen die vervroegd in de overgang komen (dus ver voor hun 45e verjaardag), krijgen soms het advies hormoontherapie te gebruiken. Vooral om de kans op hart- en vaatziekten en osteoporose te verminderen.
Aan hormoontherapie kleven echter veel nadelen. Zo moet vooraf en tijdens het hormoongebruik eerst een borstfoto (mammografie) worden gemaakt, omdat er een verhoogd risico is op borstkanker. Is er een moeder of zus met borstkanker? Dan is het verstandig vooraf uit te zoeken of jezelf een verhoogde kans hebt op deze aandoening.
Wie eenmaal hormoontherapie gebruikt, doet er goed aan om elk jaar met de voorschrijvend arts te evalueren. Wie stopt, moet de medicatie langzaam afbouwen omdat de klachten anders fors kunnen toenemen.
Het is dus niet verstandig klakkeloos hormonen te gebruiken en ook niet om dat gedurende meer dan vijf jaar te doen. Deze ‘bijsluiter’ geldt overigens niet voor het plaatselijk gebruik van hormonen. “Dat kan geen kwaad”, zegt Ottervanger. “Bijvoorbeeld omdat je pijn hebt bij het vrijen, of het voortdurend gevoel van een blaasontsteking.”
Salie – tweemaal een klassieker
Salie is een klassieker in keuken – vooral met haar partner rozemarijn smaakt het perfect bij mediterrane vlees- en visgerechten. Salie zou vet eten licht verteerbaar maken. (Overdrijf niet – salie kan overheersen).
Maar salie is ook een klassieker in de geneeskrachtige ‘plantenkeuken’. Alal sinds de oudheid wordt de plant ingezet, de officiële Latijnse naam is niet voor niets Salvia officinalis – salvere betekent redden of genezen. Zo wordt in ons land sinds de middeleeuwen saliebladeren meegekookt in de melk omdat het rustgevend werkt. De saliefamilie is een familie van verschillende geneeskrachtige soorten salieplanten. In homeopathische middelen wordt salie gebruikt voor onder meer overgangsklachten. De plant staat van oudsher bekend om haar positieve invloed bij opvliegers en (nachtelijk) transpireren.