Wie bij Pierre Wind aan een pingpongbal denkt, heeft een verkeerd beeld van de ‘kokoloog’ die in zekere zin rust gevonden lijkt te hebben. Behalve dan als hij praat over eten. Gezond eten wel te verstaan. Hij is geen predikant, maar hier staat wel een man met een missie. En dat is precies de reden waarom gezondNU-diëtist Maggy Owel hem wil ontmoeten.
Maggy en Pierre
Ontmoetingen – In de serie De Ontmoeting regelt gezondNU een ontmoeting tussen een gezondNU-deskundige en zijn of haar idool. Deze keer ontmoet Maggy Owel Pierre Wind.
Dit is Maggy – Maggy (45) is diëtist, die mensen op weg helpt wanneer ze vanwege een voedingsgerelateerde aandoening anders moeten eten. Ze is dol op biologische voeding en eet vegetarisch. Vanwege ‘deze liefde’ heeft ze jaren in een natuurvoedingswinkel gewerkt. Maggy woont samen met beeldhouwer André Boone in Enschede.
Dit is Pierre – De eerste carrièrekeuze van Pierre Wind (44) was zeevaartsschool, waar hij tot inzicht kwam dat koken meer zijn ding was. Gedreven door perfectionisme maakte hij furore in exclusieve restaurants en werd hij eigenaar van restaurant De Nas. Daarnaast is Pierre Wind al jaren docent, columnist, presentator en schrijver. Binnenkort komt zijn nieuwste kinderboek ‘Het Smaakpretpark’ uit. Pierre Wind is getrouwd , heeft een zoon en een dochter en woont in Den Haag.
Waarom Maggy Pierre wil ontmoeten: “De eerste keer dat ik iets over Pierre Wind las, ging dat over zijn fascinatie voor smaak. Dat sprak mij aan want smaak is de eerste ontmoeting met eten. Hij probeert mensen iets nieuws te laten proeven. Daarnaast voelt hij de drang ons allemaal gezonder te laten eten. Ik ben nieuwsgierig hoe hij dit wil bereiken.”
Bezem door diëtistenland
Als Pierre Wind de deur binnenstapt, verkondigt hij direct dat hij niets met diëtisten heeft. gezondNU-diëtist Maggy Owel moet dan nog arriveren. “Eten is beleven, een emotie. Dat laat zich niet door regeltjes vangen. Als je ziek bent en je mag bijvoorbeeld geen gluten meer, dan heeft een diëtist nut. Zonder haar ben je hartstikke ziek. Maar dik worden is in principe pijnloos, de urgentie om te veranderen is er niet direct.”
Middenin dit passievolle pleidooi komt Maggy Owel aangelopen, die met een dapper ‘kom maar op’ de spraakwaterval van Pierre Wind over zich heen laat denderen. We zullen deze ontmoeting niet verder komen dan de stoep. “Koks weten niets van glutenvrij”, gaat Pierre Wind verder. “Valt wel mee”, sust Maggy. “Nou, als er gevraagd wordt om glutenvrij te koken valt het stil. Daarom doen diëtisten zoals jij goed werk. Maar diëtisten over afvallen … Ik heb het al gezegd en zeg het nogmaals: ze verkondigen onzin! Het advies dat ik aan margarine moet om kilo’s kwijt te raken. Puur vergif. Nog zo’n tip: minder eten. Alsof ik dat zelf niet kan bedenken. Vervolgens vraag ik hoe dat zit met oliën en welke ik het beste kan gebruiken, en ik zie ze hun oude schoolboeken openslaan. Dan mag van mij de bezem door diëtistenland.”
Maggy: “Maar er zijn toch ook goede en slechte koks?”
Pierre: “Als je gaat eten bij een sterrenrestaurant weet je dat je goed zit. Diëtisten met ster bestaan nog niet. Zelfs met mijn netwerk is het lastig een goeie te vinden.”
Maggy: “Uiteindelijk is het wel gelukt: je bent flink afgevallen.”
Pierre: “Dat heb ik zelf gedaan.”
Maggy: “Maar je doet het toch altijd zelf? Jij hebt toch ook een boek geschreven over afvallen: dan ontkom zelfs jij niet aan regeltjes?
Pierre: “Nee. In ‘WAM’ (‘Wind Afval Methode’) zeg ik niet wat mensen moeten doen. Ik vertel wat voor mij heeft gewerkt: geen suiker, geen e-nummers, vers en gevarieerd. Mensen moeten zelf kiezen. Leven zonder suiker heeft me trouwens niet rustiger gemaakt, ik ben – zoals je merkt – nog steeds een ongeleid projectiel.”
Een topper in je vak
Maggy: “Waarom wilde je afvallen?”
Pierre: “Omdat ik de trap niet meer fatsoenlijk op kon. Vervolgens ben ik de markt gaan verkennen. Mijn conclusie: diëtisten weten veel van voeding, maar hebben geen gevoel voor eten. Wat ik mis, is iemand die bij mij thuis komt kijken wat erin de kasten ligt, die met mij boodschappen doet, die ziet hoe ik eet en met me kookt. Een coach. Diëtisten komen doorgaans niet achter hun bureau vandaan. Net als briljante wetenschappers. Ze kunnen enerzijds gezond eten niet verkopen, anderzijds heerst in diëtistenland een schijnbare vrijblijvendheid van het proberen afvallen Als je tegen een kind zegt ‘we proberen tien kilometer te lopen’, weet je zeker dat het mislukt. Nee. We lopen tien kilometer en er is een weg: mijn weg. Misschien moet je met dikkerds een afvalcontract sluiten. Als zij zich zo vastleggen, moet de diëtist ook honderd procent geven. Bellen om te vragen hoe het gaat, mensen overladen met complimentjes. Zo bouw je een band op, waardoor de ander voor je door het vuur gaat. Maar hoe doe jij dat, Maggy? Bel jij wel eens cliënten?
Maggy: “Nee.”
Pierre: “Nou dat bedoel ik.”
Maggy: “Ik bel als iemand een vraag heeft, maar ga niet ongevraagd bellen. Niet iedereen is daarvan gediend. Het komt heel nauwkeurig wanneer je welke informatie geeft. Ook wil ik mensen niet alleen informatie geven over eten, maar ook over voeding in relatie tot hun aandoening. Zodat ze zelf inzicht krijgen om hun gezondheid te verbeteren. Hebben mensen acuut vragen? Dan mogen ze me altijd bellen.”
Pierre: “Ben je goed bereikbaar?”
Maggy: “Ik heb een antwoordapparaat.”
Pierre: “En per mail? Psychotherapie via internet schijnt goed te werken.”
Maggy: “Wat dan lastig is, is dat ik praat over voeding en geen tomaat of appel bij de hand heb. De lijn tussen mijn bureau en de keuken ontbreekt. Moet ík dat gat vullen of neem ik er iemand bij die zich met de keuken bezighoudt? Maar Pierre, wat wil jij nou eigenlijk aan diëtisten meegeven?”
Pierre: “Word een topper of stap je vak uit.”
Kinderen die niets lusten
Pierre Winds telefoon gaat: “Deze moet ik even pakken… Gaaf. Top.”
Tegen Maggy: “Geweldig nieuws! Ik ga binnenkort voor 10.000 kinderen koken in een stadion in Den Haag. Met een markt vol kraampjes over voeding en bewegen. Er komen ook bekende Nederlanders.”
Stralend: “Dit is tof. Gezond eten begint bij de geboorte, helaas gaat het al snel mis. Zo rond het eerste hapje. Geen ouder koopt Olvarit voor zichzelf en af en toe een potje kan geen kwaad. Maar elke dag? Je eet zelf ook niet altijd kant-en-klaar. Heb je zo’n potje geproefd? Dan vinden we het gek dat kinderen niets lusten. Geef ze gewoon vers.”
Maggy: “Ouders van nu werken hard en weten wat gezond is. Maar hoe kom je van het kant-en-klaardenken af wanneer je om zes uur thuis bent en de kinderen om zeven uur op bed moeten liggen? Er is geen tijd voor gezond.”
Pierre: “Precies, daar heb ik het mee gehad. Je hebt altijd de keuze. Je moet het alleen doen. Hoe? Nou, door samen te proeven bijvoorbeeld. Dat wil niet zeggen dat je kind iets nieuws meteen lekker vindt. En koken is inderdaad wel eens een onding. Ook ik ben soms te moe of heb geen zin. Maar als ik eenmaal in de keuken sta, raak ik in mijn element. Heb jij kinderen?”
Maggy: “Nee.”
Pierre: “Ik wel. Bij ons geldt: het kind bepaalt. Tenminste, binnen onze richtlijnen. Geen trek in spinazie? Laat staan. Maar verwacht niet dat we iets anders koken. De kinderen hebben inspraak wat erop tafel verschijnt en voeding maakt onderdeel uit van de opvoeding. Als ze met rauwe eieren in de weer zijn geweest, weten ze dat ze hun handen moeten wassen, anders helpen ze oma misschien om zeep. Zo vertel ik dat ook. Mijn kinderen weten dat ik niets van e-nummers moet hebben en gek ben op biologisch. Maar ik ben geen e-nummerterrorist. Ze moeten zelf kiezen. Als mijn vlam en kinderen genieten van Knorr-soep? Prima. Verwacht alleen niet dat ik mee-eet of aanschuif.”
Retour huishoudschool
Maggy: “Weet jij dat een kind voor een groot deel de eetgewoontes van zijn ouders overneemt? Daarom is het belangrijk het goede voorbeeld te geven. Mijn moeder ging werken toen ik elf was, mijn broer nam het deels van haar over in de keuken en ik hielp mee. Zeker toen ik vegetarisch at. Hier komt mijn liefde voor voeding vandaan, de reden waarom ik diëtist ben geworden.”
Pierre: “En omdat die invloed van ouders zo groot is, laat ik de kinderen weten wat ik van eten vind. Als iets goed smaakt, ben ik lyrisch. Mijn zoon van zeventien begint nu: ‘proef je echt het verschil met biologisch?’ Dat vind ik belangrijk. Dat kinderen nadenken over eten. Dar ze weten dat ze kunnen kiezen. ”
Maggy: “Ik was zo’n eigenwijs kind dat al op haar negende besloot geen vlees meer wilde. Veel ouders schrikken daarvan. Gelukkig heeft mijn moeder mij altijd gesteund. Ze wist ook hoe ze vlees moest vervangen; ze was met vegetarisch eten opgegroeid en geïnteresseerd in gezonde voeding. Bovendien kon ze goed koken en wist ze veel van voeding. Tijdens de huishoudschool heeft ze alle informatie als een spons opgenomen, daarvan heb ik geprofiteerd.”
Pierre: “Dat is precies waarom ik pleit voor een retour van de huishoudschool. Je kunt pas variëren als je weet wat erop voedingsgebied te koop is. Dat weten de kinderen van nu niet meer. Maar waarom eet jij geen vlees?”
Maggy: “De emotie: Als ik vlees zie, dan zie ik het dier voor me. Bijvoorbeeld die koe met zijn mooie ogen. Ik vind dat dieren er niet voor onze consumptie zijn. Tenminste niet zoals nu, uit de bio-industrie.”
Geloven in calorieën
Pierre: “Ik geloof in calorieën.”
Maggy: “Hoezo?”
Pierre: “Ik vind dat kinderen in het basisonderwijs moeten leren hoeveel calorieën zij dagelijks nodig hebben. Dat is basiskennis.”
Maggy: “Waarom vind je dat belangrijk?”
Pierre: “De oplossing voor het grote probleem overgewicht is simpel: gezond eten. Dat is zo simpel, dat het te gek is dat nog niet iedereen het toepast. Daarin moeten de Smaaklessen, die ik samen met het Voedingscentrum en Universiteit Wageningen heb opgesteld, verandering brengen. Dan mogen kinderen tijdens de les bijvoorbeeld gedroogde abrikoos proeven. Vervolgens lopen we tien minuten over het plein. Weet je hoe lang dat is voor een kind? Zo lang duurt het voor je die abrikoos verbrand hebt. Het liefst wil ik dat gezonde voeding vast onderdeel wordt van de dagelijkse lesstof. Maar dat ziet Sharon Dijkstra, staatssecretaris van onderwijs, niet zitten. Ze vindt lezen, taal en rekenen belangrijker dan gezondheid.” “Belachelijk! Je kunt toch rekenen met calorieën? Wat ik verder zou willen, is dat de politiek ervoor zorgt dat calorieën loeigroot op verpakkingen komen te staan. Als je dan in de rij van de kassa ziet dat erin koek wel duizend calorieën gaan, denk je: shit.”
Maggy: “Voeding is meer dan calorieën. Stel een brood is 300 calorieën en een stroopwafel ook, dan kun je toch beter brood kiezen vanwege de waardvolle voedingsstoffen.”
Pierre: “Tellen is weten. Wanneer mensen schrikken van calorieën en vervolgens beslissen ‘nu even niet’ heb je al gewonnen.”
De smaak van McDonald’s
Pierre: “Proeven maakt eten en drinken een beleving. Toen ik koffie zonder suiker ging drinken, was de eerste week hel. Maar ik begon het steeds lekkerder te vinden en ontdekte dat elke koffiesoort anders smaakt.”
Maggy: “Een vraag voor jou. Laatst kwam er een man in mijn praktijk, die op zijn vijfde te horen kreeg van zijn ouders: hier is een frituurpan en daar het brood. Hij heeft vanaf die tijd geen groenten meer gegeten, alleen doperwtjes. Mijn uitdaging is om daar twee of drie groentesoorten van te maken. Alleen hoe?”
Pierre: “Proeven! Maar ik geef het je te doen.”
Maggy: “Er zijn genoeg kinderen die eerst alleen McDonald’s lusten.”
Pierre: “Op volwassen leeftijd nieuwe smaken leren waarderen, valt niet mee. Daarbij, McDonald’s is ook geweldig! Niet te vreten. Wel authentiek. Het is niet mijn ding, maar ik houd mijn kinderen er niet weg. Ik heb wel achterhaald waarom zij het zo geweldig vinden. Het zijn niet de frietjes, maar de speeltjes. En dus heb ik voor een paar euro een hoop van die speeltjes gekocht, hoefden we niet zo vaak te gaan.”
Maggy: “Wat versta je onder authentiek?”
Pierre: “Voor mij is de natuurvoedingswinkel net de Efteling. Ik ontdek daar altijd nieuwe producten. Laatst kocht ik e-nummer-vrije kant-en-klare jus. Wat een vinding, dacht ik. Maar wat een rotzooi. Tomatensaus met zetmeel moest voor jus doorgaan: waar ben je dan mee bezig? Zulke troep moet je niet in je winkel willen hebben. Dan ben je niet authentiek.”
Maggy: “Doe je altijd boodschappen bij natuurvoedingswinkels?”
Pierre: “Ja. En bij middenstanders. Die mensen hebben kennis van zaken. Door even een praatje te maken loop je de deur uit met het mooiste en lekkerste van het moment. In de supermarkt is de man bij het vlees geen slager, maar medewerker. Die weet van niets. En je kunt er ook niets proeven of ruiken, al het eten zit tegenwoordig in condooms.”
Eten of tanken
Maggy: “Eten is beleven. Daar is Nederland zich te weinig van bewust. Als je ziet hoe achteloos sommigen hun boodschappenkarretje volladen. Het overkomt mij ook dat ik tijdens het werk eet en dat die twee boterhammen ineens op zijn. Maar ik probeer eten zo veel mogelijk te beleven.”
Pierre: “Soms eet ik alsof ik sta te tanken. Andere keren koop ik een fles biologisch sap en proef ik die samen met de kinderen om te kijken of deze lekkerder is dan gewoon sap. Wordt dat dure biosap niet gewaardeerd? Geeft niets. Het gaat om de ervaring en dat je kind weet dat hij kan kiezen. Dat hoeft niet de goede keuze te zijn. Ik drink niet, maar rook wel. Ik ken de consequenties en accepteer die. Maar dat betekent niet dat ik mijn gezondheid verder wil verpesten, dus leef ik in mijn snelle wereld zo verantwoord mogelijk. Biologisch is dan een fijn ding. Misschien niet altijd het lekkerste, maar ik word er wel blij van én het is gegarandeerd zonder bestrijdingsmiddelen.”
“Zeg Maggy, die kaas die hier staat … Toen ik vanochtend de auto instapte, had ik niet gedacht dat ik die nu zou proeven. Ik streef naar geluk. Koop elke week negen cd’s in de hoop op dat ene briljantje. Eten geeft geluk. Deze kaas is mijn geluksmoment van de dag.”