Een gynaecoloog die zich gespecialiseerd heeft in de overgang kent Nederland niet. Over opvliegers en nachtzweten wordt lacherig gedaan. En ga je met klachten naar de huisarts, dan luidt het oordeel vaak dat ‘het gewoon bij de overgang hoort’. Maar is dat wel zo? En horen driftaanvallen of minder zorgzaam zijn er ook bij?
Ze heeft een slechte nacht achter de rug. Die slapeloze nachten zijn er geleidelijk ingeslopen in de afgelopen twee jaren. En dat is niet het enige. Na veel downs gaat het nu tenminste weer eens up. Ze heeft black-outs gehad, angsten, een zware longontsteking, driftbuien, spanningen binnen haar relatie, boosheid, nachtzweten en een totaal gebrek aan energie. “Nu begrijp ik waarom mensen op de PAAZ belanden”, vat gezondNU-lezer Ria samen.
Volgens Catherine van Heest, directeur van Care for Women, is Ria’s verhaal geen unicum. “Tachtig procent van de vrouwen ervaart ongemakken tijdens de overgang. Die klachten lopen sterk uiteen: black-outs, angsten en vergeetachtigheid, het kan er allemaal bij horen. De overgang is zo veel meer dan een opvlieger. Er bestaat geen standaardscenario voor. Hoe je deze periode doormaakt, verschilt van vrouw tot vrouw.”
Ziek door stemmingswisselingen
Ria benadrukt dat het haar niet om opvliegers te doen is. “Opvliegers zijn lastig, maar daar maak ik me met een grapje vanaf. Het gaat om het gevoel mezelf kwijt te zijn. Ik was altijd de vrouw die vijf kwartier in een uur stopte. Ik was sterk. Positief. Mijn man en ik runnen een eigen bedrijf, ik werk er daarnaast bij, we hebben drie kinderen en ik was altijd degene die alles even regelde. Daar genoot ik van. Dat is veranderd sinds de overgang. Mijn lichaam stuitert van de hormonen. Hartkloppingen. Onrust. Angst. En zo ontzettend moe.”
Ergens in die wirwar van zich fysiek uitgewoond voelen en een emotioneel pingpongspel is Ria zichzelf kwijtgeraakt. “Ik liep op een zondagmorgen buiten met de hond in de mist en ik wist letterlijk niet meer hoe ik thuis moest komen. De tranen stroomden over mijn wangen. Ik was doodsbang en die angsten bleven komen, ook na dat ene moment. De angst was zo intens dat het leven soms even niet meer hoefde van mij. Leven werd een gevecht tegen mijn eigen onmacht.”
Vooral psychische en emotionele klachten nekken vrouwen in de overgang, bevestigt gynaecoloog Henk Oosterhof van het Nij Smellinghe-ziekenhuis in Drachten, die onderzoek deed naar waarom zo veel vrouwen in deze fase ziek thuis komen te zitten. Hij liet gezonde vrouwen én vrouwen die in meer of mindere mate last van de overgang hebben vragenlijsten invullen over hun welbevinden. “Beide groepen geven aan dat 34 procent van het ziekteverzuim voortkomt uit de overgang”, stelt Oosterhof. “De vrouwen noemen vooral psychische factoren zoals stemmingswisselingen, depressiviteit en onzekerheid als risicofactor om zich ziek te melden van het werk, gevolgd door lichamelijke ongemakken zoals droge ogen en pijnlijke gewrichten. Het is dus niet zo dat vrouwen ziek thuisblijven vanwege opvliegers of nachtzweten.”
Met vriendinnen op vakantie
Geleidelijk aan leek Ria steeds verder weg te zakken in een emotioneel drijfzand. “Waarom voelde ik me zo eenzaam terwijl ik alles had wat mijn hartje begeerde? Ik was diep, diep ongelukkig. Met vriendinnen kan ik het daar prima over hebben, maar mijn man snapt er geen bal van. Met hem kan ik totaal niet praten. Hij is zo’n binnenvetter. Ik heb veel eenzame momenten gekend. Dat lag niet alleen aan hem. Ik kon behoorlijk kribbig doen en mijn kont tegen de krib gooien. Ik was er klaar mee om als huishoudster te dienen.”
Huwelijken kunnen door de overgang op breken komen te staan, de relatie met kinderen staat onder druk. Veel vrouwen kiezen in deze fase voor het eerst voor zichzelf. Ze laten het huishouden voor wat het is, zijn ineens niet meer die zorgzame moeder, gaan met vriendinnen op vakantie of alleen op retraite. Ze zijn niet meer zo lief of zorgzaam, maar dwars, kribbig en misschien zelfs een vleugje egocentrisch.
Dat klinkt als een tweede puberteit. Die vergelijking vindt Oosterhof niet vreemd. “De puberteit en de overgang zijn een soort yin en yang: het begin en einde van je vruchtbare periode. Bij beide zie je dat de cyclus van slag is, dat de eisprong uit de maat loopt en dat hormonen alle kanten op vliegen. En dat is wat hormonen met je kunnen doen: ze maken een andere mens van je.” “Als je de 45 nadert, loopt de productie van het vrouwelijke hormoon oestrogeen terug”, legt Van Heest uit. “Dat oestrogeengehalte is gekoppeld aan het serotoninegehalte. Dus als de oestrogeenproductie schommelt, schommelt de serotonine mee en daardoor kan je stemming gaan jojoën, afhankelijk van hoe gevoelig je daarvoor bent.”
Gestrande huwelijken
Maar de overgang is meer dan een verandering van hormonen, je stapt ook een andere levensfase in, stelt Van Heest. “Vroeger haalden vrouwen de overgangsleeftijd vaak niet eens, nu hebben we gemiddeld nog zo’n dertig jaar te gaan. Als de kinderen uit huis zijn en je bent als man en vrouw weer op elkaar aangewezen, dan denk je misschien: is dit alles? Wat wil ik nog, wat kan ik nog? Die vragen zijn vaak het begin van een persoonlijke ontwikkeling.”
Gynaecoloog Henk Oosterhof omschrijft de overgang als kruispunt in je leven. “Je stapt de tweede helft van je leven in en komt in een fase terecht waarin veel van je wordt gevraagd, terwijl je zelf lang niet altijd goed in je vel zit. Veel vrouwen worstelen met de balans tussen draagkracht en draaglast.”
“Als je maand in, maand uit je bed uitdrijft van het zweet en je na het verschonen niet meer in slaap komt, dan sloopt je dat. Je kunt minder aan”, vult Van Heest aan. “De overgang is niet met een dag of week voorbij, het kan zeven tot tien jaar duren. Tegelijkertijd hebben we nu met een generatie vrouwen te maken die niet even terug onder de wol kan, maar op tijd op het werk moet zijn. Zij zijn te druk om even bij te tanken. Vind je het gek dat het lontje steeds korter wordt? Dat het clasht met kind of partner?”
“Er stranden tijdens de overgang regelmatig huwelijken”, weet Van Heest. “Als vrouwen de tijd nemen om na te denken wat ze werkelijk belangrijk vinden, dan kan dat tot ingrijpende keuzes leiden. Daarnaast willen heel wat mannen hun vrouw tijdens de overgang achter het behang plakken, omdat ze kribbig is en zo snel van stemming verandert. Onbegrepen boosheid komt veel voor, omdat vrouwen soms wel tien ballen in de lucht proberen te houden. Als er eens eentje valt, vinden ze dit moeilijk te accepteren. Vroeger konden ze dat toch ook? Dat frustreert. Boosheid en prikkelbaarheid zijn het gevolg, zonder dat vrouwen zelf weten waar dat gevoel vandaan komt.”
Kop in het zand
De overgang nam geleidelijk de regie van Ria’s leven over. “Bij nader inzien was ik al heel lang moe, maar ik ging door. Tegelijkertijd had die moeheid zijn weerslag op mijn functioneren. Ik kon me niet concentreren, er gingen tien gedachten tegelijkertijd door mijn hoofd. Als ik iets vertelde, ging ik van de hak op de tak. De samenhang was zoek. En toen ging ik ook nog eens door mijn rug. Maar me ziek melden? Ho maar! Dat had ik nog nooit gedaan, dus waarom nu wel?”
Veel vrouwen botsen tijdens de overgang tegen grenzen op, stelt Van Heest. “Dat is niet goed voor je zelfvertrouwen. Als je in het kader van persoonlijke ontwikkeling vervolgens besloten hebt dat je ander werk wilt en je krijgt op elke sollicitatie een afwijzing, dan loopt dat zelfvertrouwen een extra deuk op. Vrouwen komen soms in een gevoel terecht van ‘ik kan niets, ik ben niets’. Je voelt je oud, afgeschreven en onaantrekkelijk en die opvliegers en het nachtzweten doen daar niet veel goeds aan.”
Uiteindelijk raakte Ria fysiek zo verzwakt dat ze met een verwaarloosde longontsteking in het ziekenhuis belandde. “Toen heb ik me twee weken ziek gemeld. Maar zo snel ik kon, ben ik weer aan de slag gegaan. Alleen die koortsaanvallen bleven terugkomen. Tenminste, dat dacht ik. Nu weet ik dat het opvliegers zijn.” Ria’s verhaal is kenmerkend voor hoe veel vrouwen met hun gezondheid omgaan, vindt Van Heest. “We lopen vaak door met klachten, bagatelliseren onszelf of steken onze kop in het zand. En als vrouwen al hulp vragen, krijgen ze vaak te horen dat het allemaal bij de overgang hoort. Een kwestie van uitzingen. Terwijl dat helemaal niet zo hoeft te zijn. Er bestaan veel behandelingen – natuurlijk en regulier – waarvan je snel kunt opknappen. Maar dan moet je wel erkennen dat het niet lekker gaat en hulp zoeken.”
Kosten: 186 miljoen
Ook Oosterhof vindt dat de overgang vaak niet serieus genomen wordt. “Je man maakt grapjes over opvliegers, de huisarts zegt dat het vanzelf over gaat. Dus waarom zouden vrouwen zelf de overgang serieus nemen?” Tijd voor een verandering van mentaliteit. “Op jaarbasis lopen 950 duizend vrouwen in Nederland vanwege hun leeftijd het risico in de ziektewet te belanden door de overgang. Dat is vreselijk voor de vrouwen in kwestie, maar ook voor ons als samenleving. Wij zijn op jaarbasis 186 miljoen euro kwijt aan dit verzuim.”
Ook Ria zit inmiddels ziek thuis. “Ik heb nog steeds moeite te accepteren dat het echt niet meer gaat. Het is alsof alles me ontglipt. Waar eindigt dit? Mijn moeder van 73 heeft nog steeds opvliegers, mijn oma liep ver na haar tachtigste nog rood aan. Zijn zij mijn voorland? Dat vind ik het engste: niet weten waar dit eindigt.”
Tja, waar eindigt dit? Het is een vraag waarop artsen nog geen antwoord hebben en misschien ook niet gaan krijgen, want de overgang is binnen de geneeskunde en wetenschap een ‘low interest-onderwerp’. En dat heeft zijn gevolgen, meent Oosterhof: “De reguliere zorg is onvoldoende gericht op de overgang. Huisartsen hebben doorgaans geen tijd om deze vrouwen met hun gamma aan ongemakken te begeleiden. Daarnaast ontbreekt het hun aan kennis.” Dat komt Ria bekend voor. Ze heeft lang moeten zoeken voor zij de juiste hulp kreeg. “Ik heb een tijd met homeopathie geprobeerd uit het dal te komen. Tevergeefs. En natuurlijk ben ik naar de huisarts gegaan: een lieve, jonge vent met weinig verstand van de overgang. Ik heb bij een psycholoog gelopen, een psychiater. Ik heb massa’s medicijnen geslikt. Ik heb antidepressiva gehad. Toch bleef het gevoel dat ik een gevecht voerde dat ik met geen mogelijkheid kon winnen.”
Wat alle veertigers moeten weten
Niet alleen artsen hebben een gebrek aan kennis, maar vrouwen ook. Eenmaal in de overgang hebben ze vaak geen idee wat hun overkomt. Kennis maakt machtig. Of zoals Oosterhof het formuleert: “Als je weet wat je kan gebeuren, ben je beter voorbereid en overvalt de overgang je niet zomaar.” Het mooiste zou zijn als vrouwen standaard rond hun 45e een preventief consult krijgen in de huisartsenpraktijk over wat de overgang is, welke ongemakken je kunt verwachten en wat je kunt doen om zo gezond mogelijk te blijven. “En misschien moet je met zo’n consult nog eerder beginnen”, suggereert Van Heest. “Eigenlijk zou je al vanaf je veertigste moeten werken aan een gezonde basis. Als je namelijk fit de overgang in gaat, heb je doorgaans minder klachten. Alle veertigers zouden daarom moeten weten: wat kan ik nu doen om straks gezond te blijven?”
Ria’s redding is – zoals ze het zelf noemt – de overgangsverpleegkundige van de vrouwenpoli in de Isala Klinieken in Zwolle geweest. “Het was fijn om mijn verhaal kwijt te kunnen aan iemand die snapte wat ik bedoelde. Dankzij haar weet ik dat mijn klachten verband houden met de overgang. Dat is nog eens bevestigd door bloedonderzoek. Zij heeft de kennis om mij goed te helpen. Zo heeft ze mijn medicijngebruik onder de loep genomen. Er waren middelen waarmee ik acuut moest stoppen en anderen waarvoor ik een vervangend medicijn kreeg. Zo slik ik nu een antidepressivum dat beter schijnt te werken voor vrouwen in de overgang. Ik gebruik hormonen om de scherpe kantjes van de overgang weg te nemen. En ik neem meer rust. Ik heb moeten aanvaarden dat ik naast de overgang gewoon ouder word en dat ik daar mijn leven naar moet inrichten.”
Dankzij deze specifieke zorg gaat het nu beter met Ria. “Ik ben er nog niet, maar de mist in mijn hoofd is – sinds ik de juiste medicijnen krijg – opgetrokken. Ik voel meer rust vanbinnen. Ja, ik ben echt veranderd. Laatst merkte mijn man op dat ik nu weer ‘leuker’ ben. Dat is een groot compliment voor zo’n binnenvetter.”
Ook Van Heest ziet dat als vrouwen eenmaal de overgang door zijn, er vaak innerlijke rust ontstaat. “Ze zijn als mens gegroeid. En dat is iets wat we niet moeten vergeten: de overgang is niet alleen ellendig. De zelfontwikkeling die in deze levensfase vaak op gang komt, brengt meestal iets moois teweeg. Vrouwen gooien hun carrière om, schrijven een boek of pakken een studie op. Eindelijk doen ze iets wat hen echt gelukkig maakt.”
Leefstijl & Overgang
Hoe heftig de overgang verloopt, is deels erfelijk bepaald. Wat je moeder heeft doorgemaakt, voorspelt enigszins wat je zelf kunt verwachten. Tegelijkertijd speelt leefstijl een rol. Wie als veertiger zorgt voor een gezonde basis, heeft een grotere kans om goed de overgang door te komen. Maar ook als je al in de overgang zit, helpt die gezonde basis van veel bewegen, gezond eten en niet roken om klachten tot een minimum te beperken.
- Tip van Catherine van Heest: “Stress valt niet altijd te vermijden, maar je doet er goed aan een uitlaatklep voor spanningen te vinden. Je bijnieren vangen de terugloop van oestrogenen op tijdens de overgang. Als je echter continu gestrest bent, zijn die bijnieren vooral bezig met de adrenalineproductie en kunnen ze zich niet op de oestrogenen focussen.”
- Tip van Henk Oosterhof: “Vrouwen hangen vaak hun hoofd buiten het raam als ze een opvlieger hebben, maar door de temperatuurswisseling van warm naar koud lokken ze juist nieuwe opvliegers uit. Wat structureel het aantal opvliegers kan terugdringen, is meer bewegen. Vrouwen die sporten hebben minder te kampen met nachtzweten en opvliegers en ondersteunen de gezondheid van hun hart en vaten.”
De onbekende kant van de overgang
Onzekerheid – Eenzaamheid – Driftbuien – Wens: mijn leven moet anders – Onverklaarbare boosheid – Pijnlijke gewrichten – Droge ogen – Vermoeidheid – Depressiviteit – Droge huid en slijmvliezen – Stemmingswisselingen
Speciale vrouwencentra
Er komen stilaan steeds meer centra die zich specifiek richten op zorg voor vrouwen in de overgang. In het Nij Smellinghe-ziekenhuis in Drachten zit het menopauzecentrum van gynaecoloog Henk Oosterhof. “Hier krijgen vrouwen een uur de tijd om hun verhaal te doen. Dat an sich is al heilzaam. Daarnaast krijgen ze van onze overgangsverpleegkundige informatie over de overgang en wat daar allemaal bij kan horen. Dat zorgt voor erkenning en herkenning. Je snapt waarom je zo doet zoals je doet, een bevestiging dat je niet ‘gek’ of ‘raar’ bent.”
Wat helpt het best?
Care for Women heeft een multidisciplinair vrouwengezondheidscentrum in Amersfoort waar eveneens veel tijd, ruimte en rust is om ‘gewoon’ je verhaal te doen en zo nodig een behandeling te ondergaan, zegt Van Heest. “We kijken goed wat bij jou past. Want je kunt geen standaardtherapie gebruiken die voor elke vrouw in de overgang werkt. In ons vrouwencentrum zit alles, regulier en alternatief, van overgangsyoga, Chinese kruidengeneeskunde en accupunctuur tot een loopbaandeskundige, een diëtist en een haar- en huidspecialist. Daarnaast hebben we veel kennis van hormoontherapie. Want als vrouwen heel diep zitten, hebben ze soms een middel nodig dat snel en krachtig werkt. Dan kunnen hormonen uitkomst bieden. Vrouwen staan daar vaak niet positief tegenover, maar de nieuwe hormoonsupplementen kennen veel minder nare bijwerkingen.”
Zowel Oosterhof als Van Heest pleiten voor een interdisciplinaire aanpak van de overgang. Van Heest: “De overgang is een complexe happening die veel aspecten van het leven raakt. Als je deze vrouwen goed wilt helpen, dan moeten uiteenlopende deskundigen samenwerken. Alleen dan kom je tot de beste behandeling.” Oosterhof onderzoekt momenteel hoe die beste behandeling eruitziet. En ook hij kijkt over grenzen. “In ons onderzoek nemen we niet alleen hormoonsuppletie mee, maar ook bijvoorbeeld voedingssupplementen en yoga.”
Cijfers
Van alle vrouwen in de overgang:
- heeft 20% geen overgangsklachten
- heeft 60% in enige mate overgangsklachten
- heeft 20% dermate ernstige overgangsklachten dat het hun dagelijks leven ernstig verstoord.
Deskundigen:
- Catherine van Heest maakt zich als directeur van vrouwenorganisatie Care for Women al vijftien jaar hard voor een betere zorg en meer aandacht voor de gezondheid van de vrouw van 45-plus.
- Gynaecoloog dr. Henk Oosterhof van het Nij Smellinghe-ziekenhuis in Drachten werkt onder meer in de menopauzekliniek en doet onderzoek naar de gezondheid van vrouwen in de overgang.