“Hoewel je ook wel eens met de handen in het haar zit, maak je in de homeopathie vaak wonderlijke vormen van herstel mee.” Een van die wonderbaarlijke patiënten voor Jan Bol (homeopathische arts) is Annemarije.
“De patiënt die ik nooit vergeet, zag ik toen ik net begonnen was met een driejarige opleiding homeopathie. De student, ik noem haar nu Annemarije, had van haar internist en hematoloog een ernstige diagnose gekregen. Ze had idiopathische trombocytopenie: een tekort aan trombocyten, bloedplaatjes. De oorzaak was onbekend.”
“Trombocyten zorgen voor een goede stolling van het bloed. Een tekort kan leiden tot in- of uitwendige bloedingen en daardoor tot de dood.”
“Annemarije had niet een klein beetje te weinig bloedplaatjes, maar een ernstig tekort. Normaalgesproken ligt het aantal tussen de 100.000 en 200.000 per milliliter bloed. Annemarije had er 5.000. Ze werden ofwel te weinig aangemaakt, ofwel te snel afgebroken.
In eerste instantie denk je bij dit beeld aan leukemie, maar dat was niet het geval. De specialisten hadden geen idee wat de oorzaak was. Ze voelde zich niet ziek. Het tekort was toevallig aan de oppervlakte gekomen door een medische keuring op de universiteit.”
Twee korreltjes
“Ze kreeg bloedtransfusies om de waarden naar een aanvaardbaar niveau te krikken. Omdat dit geen structurele oplossing was, zou de volgende stap de verwijdering van haar milt zijn. Dit orgaan regelt de verversing van het bloed. Zonder milt zou ze wat langer kunnen profiteren van het bloed uit de transfusies. Een geweldige oplossing was het niet. Mensen zonder milt hebben een groter risico van infecties.”
“Ze kwam naar mijn spreekuur, omdat ze wilde weten of er alternatieven waren waarbij ze haar milt kon behouden. Haar geval was erg specifiek; een eenduidige behandeling ligt niet voor hand lag. Ik schreef het homeopathische middel phosphorus, een middel dat past bij mensen met dit type klachten, een open, communicatieve persoonlijkheid en een lang, slank postuur. Annemarije liet twee korreltjes phosphorus in haar mond smelten.
Ik vergelijk een homeopathisch middel met een virtueel daderprofiel. Als de stof wordt toegediend die de veroorzaker van je klachten zou kunnen zijn, weet het lichaam dankzij het middel ineens weer wat hij daartegen kan doen. Vervolgens treedt een herstelmechanisme in werking.”
“Bij Annemarije werkte de phosphorus wonderbaarlijk. Binnen twee dagen stegen de trombocyten van 4.000 naar 40.000. We waren totaal verbaasd. Toen de trombocyten na twee, drie weken weer daalden, kreeg ze weer twee korreltjes. Opnieuw steeg het aantal bloedplaatjes. ‘Welk middel heb je gebruikt?’, vroeg de hematoloog die er niets van begreep.
Mijn conclusie was simpel; het homeopathische middel hielp. Het aantal bloedplaatjes bleef iedere week stijgen, totdat ze weer terug op de normale waarde was. Annemarije kon haar milt behouden. Voor haar een fantastisch resultaat.”
“Voor mij een geweldige motivatie om door te gaan met homeopathie. In 1994 stopte ik met mijn werk in de groepspraktijk waar ik na mijn studie als huisarts begon, en zette een homeopathische praktijk op.”
“Hoewel je ook wel eens met de handen in het haar zit, maak je in de homeopathie vaak wonderlijke vormen van herstel mee. Regelmatig schiet je precies in de roos. Achteraf gezien was de behandeling van Annemarije een toevalstreffer; ik weet nu dat je wel zestig middelen hebt die je kunt toepassen bij bloedstollingproblematiek. Als ik dat toen had geweten, was het misschien niet gelukt.”
“De behandeling van Annemarije zie ik als een eerste medaille of record. Nee, deze dame zal ik nooit meer vergeten.”
Jan Bol is arts voor algemene geneeskunde en homeopathie in Groningen.
Tekst: Rineke Wisman