De een is slordig, de ander perfectionistisch. En o, wat is het moeilijk om tegen je zwakheden te vechten. Maar is vechten wel zo goed? Kunnen we niet beter onze kwaliteiten in de spotlights zetten? Orthopedagoog Mariëlle Beckers: “Omdenken is je bewust worden van de positieve kanten van je ‘slechte’ eigenschappen.”
Zelf kan orthopedagoog Mariëlle Beckers soms hyperactief zijn. Dat kan heel lastig zijn, want dan zit haar hoofd zo vol dat er niets uit haar handen komt. Maar het heeft ook positieve kanten. Ze heeft namelijk ook veel energie. Wat ze maar zeggen wil: elk nadeel heeft zijn voordeel. En daar zouden we best wat vaker bij stil mogen staan. Beckers: “We beoordelen elkaar en onszelf te veel op de dingen die niet goed gaan. Van het uitvergroten van zwaktes worden we meestal niet veel sterker. Integendeel.”
In haar praktijk leert ze kinderen en volwassenen te focussen op de positieve kanten van ‘handicaps’ of ‘slechte’ eigenschappen. Omdenken dus. Hoe doe je dat? Wat levert het op? En hoe haal je je kracht uit je zwakke punt? Met dit stappenplan (her)ontdek je je goede kanten.
1. Ken je valkuil
Voordat je de goede kanten van je zwaktes kunt ontdekken, moet je natuurlijk eerst weten wat je zwakke punten zijn. Vaak weten we wel waar onze zwakke punten liggen. We komen altijd te laat, we zijn te perfectionistisch, we kunnen niet plannen en waar zijn die sleutels nú weer gebleven? Slechte eigenschappen vormen patronen en in die patronen lopen we op den duur vast. Maar soms zijn ze zo ingesleten dat we ze niet eens meer opmerken. Beckers: “Wanneer we jong zijn en op school zitten, wordt er voortdurend gereflecteerd op ons gedrag. Er zijn ouders, docenten en stagebegeleiders die ons aanspreken op onze goede en zwakke punten. Het hoort bij onze persoonlijke ontwikkeling. Naarmate we ouder worden, krijgen we echter steeds minder feedback op ons gedrag. Terwijl het meestal juist de mensen om ons heen zijn die weten waar onze valkuilen liggen. Vraag je vrienden, familie en collega’s dus eens waar je volgens hen goed en minder goed in bent. En sta volledig open voor het antwoord.”
2. Noteer je tops en tips
Om je bewust te worden van de positieve kant die zo’n slechte eigenschap kan hebben, kun je een dagboekje bijhouden. “Schrijf daarin elke avond voor je naar bed gaat op wat er die dag niet goed ging of waar je tegenaan liep. Zorg ervoor dat er tegenover zo’n negatief punt ook iets positiefs staat. Bijvoorbeeld: ‘Deadline niet gehaald – veel tijd besteed aan de kinderen.’ Of maak in je dagboek een onderverdeling in tops en tips. De tops zijn de dingen die goed gingen en de tips zijn de dingen die je morgen beter zou kunnen doen.”
3. Weet wanneer je doorschiet
In de psychologie zijn er allerlei methodes om je zwakke en sterke punten helder te krijgen. Beckers werkt vaak met de methode van Daniel Ofman. Daarmee kun je je kernkwaliteiten in kaart brengen. “Kernkwaliteiten zijn de specifieke sterke punten die je kenmerken: de positieve eigenschappen die anderen het eerst over je zullen noemen wanneer je ze ernaar vraagt. Bijvoorbeeld dat je heel flexibel, netjes, punctueel of creatief bent. Volgens Ofman heeft elke kwaliteit zijn valkuil. Perfectionisme is in principe een goede eigenschap, maar het wordt een valkuil als je alles zo perfect wilt doen dat je tachtig uur per week gaat werken en een burn-out krijgt. Eén van mijn eigen kernkwaliteiten is bijvoorbeeld dat ik veel energie heb. Maar mijn valkuil is dat ik doorschiet: als ik mijn energie niet goed verdeel of mijn dag niet goed indeel, dan komt er niks uit mijn handen en loopt alles in de soep. Wanneer je doorslaat, wordt je kwaliteit dus een zwakte. Je kunt het ook omdraaien: een slechte eigenschap is vaak een kwaliteit waarin je bent doorgeschoten. Je bent dan in je eigen valkuil getrapt. Ben je bijvoorbeeld heel slordig? Misschien ligt daar wel een enorme flexibiliteit aan ten grondslag.”
4. Trap op de rem
Meestal ben jij zelf niet degene die merkt dat je doorschiet. Vaak is het je omgeving die erover begint. Sta even stil bij de wijze waarop je valkuil je belemmert en kijk vervolgens wat je eraan kunt doen. Bewustwording is het halve werk. “Schiet je bijvoorbeeld door in perfectionisme, kijk dan wat voor jou werkt om het minder secuur en perfect te doen. Hulpgedachten kunnen daarbij goed helpen, weet ik uit ervaring. ‘Wat is het ergste dat er kan gebeuren?’ of ‘Ik ben niet mijn slechte eigenschap.’ Dat relativeert de boel een beetje.”
5. Mens erger je
Erger je je weleens aan de slechte eigenschap van een ander? Mooi! Je kunt namelijk veel leren van de mensen die je het meest irriteren. In de methode van Ofman heet zo’n ergernis een ‘allergie’. Vaak is de eigenschap waaraan je je ergert een kwaliteit van die ander waarin hij of zij is doorgeschoten. Erger je je bijvoorbeeld aan mensen die voortdurend van de toren schreeuwen hoe fantastisch ze wel niet zijn? Welke kwaliteit ligt daar achter? Misschien zelfverzekerdheid. Beckers: “Het mooie van zo’n allergie is dat ze vaak iets over jou zegt. Ze heeft te maken met een kwaliteit van jezelf waarin je zelf misschien wel bent doorgeschoten. Erger je je bijvoorbeeld aan andermans slordigheid? Misschien gaat daar een grote flexibiliteit achter schuil. Grote kans dat die ander jou verwijt dat je star bent of te ordentelijk. Daarin ligt dan onze uitdaging: een beetje meer worden zoals die ander.”
6. Denk om
Heb je je ‘handicap’ helemaal in kaart? Dan kan het omdenken beginnen. “Pak een vel papier en schrijf je zwakte in het midden van het blad. Omcirkel haar. Associeer nu vrij, maar alleen in positieve termen. Bedenk dus alleen positieve dingen die met je slechte eigenschap te maken hebben. Ben je bijvoorbeeld te perfectionistisch? Schrijf er dan termen omheen zoals ‘gedreven’, ‘kwaliteit’, ‘verzorgd’, etcetera. Zo dwing je jezelf de positieve kanten van een zwakte in te zien.”
7. Leef vanuit je kracht
We zijn lang geneigd geweest onszelf en elkaar te beoordelen op de dingen die niet goed gingen, vindt Beckers. Tegenwoordig gaat het iets beter, maar we zouden nog veel meer moeten focussen op onze goede kanten. Daar wordt de wereld een mooiere plek van. “Vooral kinderen krijgen vaak te horen wat ze allemaal fout doen. Ik denk dat het juist goed is om in te zoomen op wat er goed gaat. Ik had in mijn praktijk eens een jongetje dat enorm goed kon vertellen over het heelal. Dat was zijn grote passie. Maar op school was hij heel druk en hij kon absoluut niet stil blijven zitten. Van de ouders en de docent kreeg hij het label ‘vervelend’. Daardoor werd hij ook door de kinderen in zijn klas als vervelend gezien. Ik vind dat je zo’n kind moet laten schitteren. Laat hem in de klas over het heelal vertellen. Laat hem leven vanuit zijn kracht in plaats van vanuit zijn beperking. Toen hij die spreekbeurt gaf, realiseerden zijn klasgenootjes zich dat hij niet alleen maar een druk jongetje was, maar dat hij ook superveel wist over het heelal. We zijn zoveel meer dan onze slechte eigenschappen.”
8. Accepteer
Natuurlijk is het vervelend als je steeds in je zwakheden vastloopt, maar soms is het beter ze te accepteren dan ertegen te blijven vechten. “Als ik van mezelf baal, vind ik het altijd een heel geruststellende gedachte dat iedereen zulke eigenschappen heeft. Iedereen heeft zijn valkuilen. En bovendien: misschien lopen de dingen vandaag in de soep, maar is dat onoverkomelijk? Ja, ik ben druk en chaotisch en ja, mijn valkuil is dat er niets uit mijn handen komt doordat mijn hoofd te vol zit en ik mijn energie niet goed verdeel. Maar wat dan nog?”
Deskundige:
Mariëlle Beckers is orthopedagoog bij Buro Bloei, daarnaast is ze als docent verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen (FMG).