Over de manier waarop we moeten tillen, bestaan strikte opvattingen. Maar ze zijn nooit bewezen en zelfs hopeloos achterhaald.
Jaap van Dieën, bewegingswetenschapper aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, promoveerde in 1993 op een onderzoek naar de belasting van de lage rug. Een van de bevindingen was dat je bij het tillen niet door je knieën hoeft te gaan om de rug te sparen. Uit een experiment was gebleken dat het voor de rugbelasting geen verschil maakt of we met rechte of met gebogen knieën tillen.
“Die kennis was toen al niet nieuw”, zegt Van Dieën. “Het was al eerder bekend dat het niet uitmaakt of je door je knieën gaat.” Toch dringt menig bedrijfsarts en fysiotherapeut er bij zijn patiënten op aan bij het tillen vooral de knieën te buigen en de rug zoveel mogelijk recht te houden. Zelfs het Ministerie van Sociale Zaken heeft het als advies op haar site staan onder de link ‘Veilig werken’.
“Merkwaardig dat die opvatting zo hardnekkig is”, vindt Van Dieën. “Vooral omdat er nooit enig bewijs geweest is dat het klopt. Maar het is niet alleen merkwaardig. Het is ook doodzonde dat mensen die rugklachten hebben trucjes aangeleerd krijgen die niet werken.”
Beter weten
Hoe til je dan wél goed? Van Dieën: “Het hangt af van de situatie of je wel of niet door je knieën moet gaan. Soms is het goed, soms niet. Tijdens lezingen vragen mensen vaak hoe het dan zit met gewichtheffers. Die tillen immers ook met gebogen knieën en rechte rug. In werkelijkheid ligt de waarheid in het midden. Gewichtheffers hebben de rug niet geheel recht en de knieën maar gedeeltelijk gebogen. In ieder geval geldt dat je de last zo hoog mogelijk vast moet pakken, dus een doos bijvoorbeeld liever niet vanaf de grond, maar vanaf een verhoging. Ook belangrijk is de last altijd zo dicht mogelijk bij het lichaam te hebben als je tilt.”
Volgens de bewegingswetenschapper wordt deze kennis niet toegepast om drie redenen. “Ten eerste denken veel mensen dat ze het beter weten. Ik geef veel lezingen over dit onderwerp. Sommige professionals nemen mijn advies over, maar een groot deel doet er niets mee. Ze hebben twintig jaar lang tegen hun cliënten gezegd dat ze moeten tillen met gebogen knieën. Dat nemen ze niet zomaar terug.”
Te druk
De tweede reden dat de kennis niet doordringt bij fysiotherapeuten en bedrijfsartsen, komt volgens Van Dieën omdat de opleiding de kennis niet doorgeeft. “Opleiders houden de wetenschappelijke literatuur niet bij, een kwalijke zaak.” Maar, de fysiotherapeuten zelf doen dat óók niet, meent hij. “Het heeft misschien te maken met het feit dat de opleiding fysiotherapie een hbo-opleiding is en dat hbo’ers over het algemeen niet gewend zijn zich door wetenschappelijke documenten te worstelen. En daarnaast is het een feit dat ze vaak zo druk zijn dat ze gewoonweg geen tijd hebben.”
Volgens hem ligt de verantwoordelijkheid bij de opleidingen. Zij moeten de juiste kennis toegankelijk maken voor studenten. “Dat is de enige manier om hardnekkige misvattingen uit de weg te ruimen.”