Er bestaan geen voedingszondes, gezond eten is je nuchtere verstand gebruiken en snoepen niet verwarren met liefde. Een ontmoeting tussen dé voedingsprofessor van Nederland en dé detoxcoach die eigenlijk geen detoxcoach is: Jaap Seidell en Jacqueline van Lieshout over ‘écht’ gezond eten.
Wie zijn zij? Prof. dr. Jaap Seidell, hoogleraar Voeding en Gezondheid aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, heeft er mede voor gezorgd dat op de Amsterdamse crèches geen diksap meer geschonken wordt, maar water. Hij ziet overgewicht als armoedeprobleem en denkt dat met meer sociaaleconomische kansen een gezonder, slanker Nederland kan ontstaan. Los daarvan zouden we allemaal wel wat gezonder mogen eten. Zelf koken met ingrediënten die zo min mogelijk bewerkt zijn, is daarbij het vertrekpunt. Voedingscoach Jacqueline van Lieshout denkt daar net zo over. Ze veroverde ooit als kaasmeisje de Duitse markt en wil dat het liefst nu ook doen met haar detoxboeken. “Dan kan Das Bild koppen: ‘Frau Antje sagt ‘nein’ zur Käse’.”
Waar? Vrije Universiteit in Amsterdam, faculteit Wis- en Natuurkunde.
Klik of clinch? Klik. Twee voorvechters van de gezonde keuken zonder de ambitie om lijsten met zondes samen te stellen. “Jezelf goed voeden is ontdekken wat bij je past.”
Gebke: Ze zijn al vrienden op Facebook, maar toch staat detoxcoach Jacqueline van Lieshout vandaag ‘met klotsende oksels’: “Ik vind die man zó geweldig.” Die man is prof. dr. Jaap Seidell, hoogleraar Voeding en Gezondheid aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Zijn kantoor is schuin tegenover dat van die andere roemruchte voedingsprofessor: Martijn Katan. We zitten hier duidelijk in het wetenschappelijke ‘voedingswalhalla’. Het is dus niet zo vreemd dat Jacqueline een tikje zenuwachtig is. Ze is selfmade detoxcoach. Nou ja, detoxcoach? Ik heb haar boeken gelezen en er komt geen vasten of sapkuurtje in voor. Is ze eigenlijk wel een detoxcoach?
Jacqueline: “De term detox wordt vaak verkeerd geïnterpreteerd, want waar denk je aan? Aan sapkuren in Turkije en enge klysma’s. Na tien dagen kom je herboren thuis, maar smacht je naar je wijntje en toastje brie. Oftewel: het werkt niet.”
Jaap: “Dat zag je ook bij de Duitse Bondskanseliers van vroeger: die gingen een weekje ‘abspecken’ in een kuuroord. Ze kwamen kilo’s lichter terug. Drie weken later zat alles er dubbel en dwars weer aan.”
Jacqueline: “Precies! Die mensen voelen zich herboren, maar dat komt doordat hun lichaam in overlevingsmodus staat. De adrenaline stroomt door je aderen. Een survivalrush! Er zijn volgens mij betere manieren om te ‘ontgiften’. Dat doe je het hele jaar door en niet door niets te eten, maar door bewuste voedingskeuzes te maken. Als mensen na het lezen van mijn boeken nog steeds dronken worden en zich volgieten met Calvé-sauzen, maar bewust kiezen Bijvoorbeeld: ‘Ik eet geen brood meer, want dan voel ik me beter’ – heb ik mijn doel bereikt. Ik ben geen moralist. Er zijn zo veel verschillende visies op gezond eten, ieder moet daarin zijn eigen weg vinden.”
Jaap: “Maar mensen willen wel duidelijkheid. Laatst gaf ik een lezing over voeding en kanker. Na afloop meldden zich een paar mensen die teleurgesteld waren. Want wat moesten ze nu op hun brood nemen: kipfilet of ham?”
Jacqueline: “Is er wel een goed of fout als het op eten aankomt? Toen ik als massagetherapeut cursussen gaf, zag ik tijdens lunches de verschillen: de een met zijn appeltje, Sultana’s en boterhammen, de ander met rijstwafels met tahin. Beiden vonden dat ze gezond bezig waren. Ik wilde vooral een brug slaan tussen die twee. Dat is mijn eerste boek geworden. Daarin daag ik mensen uit 28 dagen lang voedingsmiddelen zoals alcohol, suiker en gluten te laten staan. En na die 28 dagen ga je die producten voorzichtig herintroduceren. Als je dat doet, voel je hoe je lichaam reageert. Mensen ontdekken zo vaak dat ze buikpijn krijgen van kaas of dat ze zich energieker voelen als ze geen brood eten. Sommige artsen zeggen: ‘Dat is logisch; als je een tijd geen vet of gluten eet en dan ineens wel, gaat je lijf protesteren.’ Daar geloof ik niet in. Ik denk dat je er gewoon minder goed tegen kan. De kunst is te ontdekken welke voeding bij je past.”
Jaap: “Inderdaad, er is niet één harde waarheid over voeding. Toch praten voedingsvoorlichters van het Voedingscentrum in oneliners, omdat mensen duidelijkheid willen. Maar je kunt niet zeggen: ‘Eet allemaal cholesterolarm of vetvrij.’ Daarmee doe je de realiteit tekort.”
Jacqueline: “De realiteit tekort? Het Voedingscentrum schreef in september nog dat tieners en zwangere vrouwen rustig een energy drink per dag kunnen drinken. In De Telegraaf las ik dat jongeren beter wodka kunnen drinken dan Red Bull.”
Jaap: “Inmiddels zijn die richtlijnen voor jongeren aangepast. Kinderartsen laten al heel lang weten hoe slecht energy drinks zijn voor tieners. Het kan veel stuk maken. Laatst was hier een moeder die radeloos vertelde over alle lege blikjes energy drink die ze onder het bed van haar kind vond en hoe hij in korte tijd compleet veranderd was in een psychiatrisch patiënt. Dit kind is afgekickt en nu weer zo goed als de oude. Het probleem met die energy drinks is dat ze gemaakt zijn om piloten tijdens lange vluchten wakker te houden. Een man van Unilever ontdekte dat, gebruikte de drankjes tegen zijn jetlag en zag er een markt in. De energy drinks van toen zijn echter compleet anders dan die van nu. Je hebt halve liters en shotjes, die weliswaar kleiner zijn, maar veel geconcentreerder. Door de combinatie van cafeïne en andere oppeppende middelen zijn het drugs in een blikje.”
Jacqueline: “Die energy drinks lijken onschuldig als limonade. Ze zijn gewoon in de supermarkt verkrijgbaar en kosten geen drol. Vijftig cent of zo? Maar ja, wat dan? Verbieden? Mijn ervaring is dat als je je kind opvoedt met een stengel bleekselderij in de hand, hij op een gegeven ogenblik zegt: ‘Doei mam, ik ga aan de Red Bull.’”
Jaap: “Energy drinks daargelaten, vind ik over het algemeen dat er geen ‘zondes’ bestaan als het op eten aankomt.”
Jacqueline: “Nou, dan moet je mij eens zien als ik een toastje brie pak op een verjaardag. Ik moet me echt verdedigen! Maar juist als je hysterisch obsessief met eten omgaat, kun je de verleiding niet meer weerstaan. Wat mij opvalt, is dat veel mensen eten koppelen aan liefde. Ik heb een dochter van 2,5. Haar oma’s vinden het heerlijk om haar taart te geven. Als ik daar wat van zeg, vertonen ze me toch ineens een opstandig pubergedrag. Veel moeders vinden het ook zielig dat mijn dochter water krijgt. Alsof ik mijn kind iets ontzeg. Snacken en snoepen zijn voor veel mensen manieren om genegenheid te tonen.”
Jaap: “Sterker nog, de algemene opinie is dat ‘een kind het nodig heeft om even wat lekkers tussendoor te krijgen’. Dat wordt als waarheid verkondigd, maar is ingegeven door de marketing die je vanaf de wieg meekrijgt.”
Jacqueline: “Ja, dat begint al met potjes babyvoeding waarmee je zogenaamd ‘je kind het beste geeft’. En bedankt! Daarom grazen we tegenwoordig dus de hele dag en vinden we dat hartstikke normaal.”
Jaap: “Peijnenburg en Nutricia zijn de grootste sponsors van Het Nationale Schoolontbijt. Alsof je daarmee een gezonde start krijgt. Maar daar zit het geld. Het zou niet moeten mogen dat bedrijven kinderen op zo’n jonge leeftijd al in hun greep krijgen.”
Jacqueline: “Wat moet er dan gebeuren?”
Jaap: “Afschaffen dat Schoolontbijt; marketingcampagnes horen niet thuis op scholen. Zonder reclames en publiciteitsstunts is het moeilijk genoeg om kinderen gezond te laten eten. Tegen zo veel marketing kan niemand op. Zelfs wetenschappers winnen het niet van marketeers; die zijn slimmer dan wij. Vergeet niet dat bedrijven zoals Unilever de knapste koppen aantrekken voor het maken van hun producten.”
Jacqueline: “Want net die ene korrel suiker of zout kan bepalen of je bijvoorbeeld die zak chips leeg eet of niet.”
Jaap: “Neem de proef op de som. Die schaal chips gaat zo op, maar een schaal aardappelen wordt lastiger. Chips zijn zo gemaakt dat ze over de perfecte combinatie van zoet en vet beschikken om het beloningscentrum in de hersenen te prikkelen. Daardoor zijn ze onweerstaanbaar.”
Jacqueline: “Weet je wat ik laatst in de supermarkt zag? Pizza met kipfilet en perzik. Zo bizar. Zeg Jaap, kan jij nog ‘gewoon’ door de supermarkt lopen?”
Jaap: “Jawel hoor. Ik kan me net als jij verbazen over de nieuwe producten die ontwikkeld zijn.”
Jacqueline: “Wat vind je van superfoods zoals chiazaad en gojibessen?”
Jaap: “Allemaal trends. In Amerikaanse supermarkten vind je nu gangpaden vol glutenvrije en koolhydraatarme producten. Ik zag zelfs koolhydraatvrije chocolade. Dat is wat marketing doet. Ze springt in op een hype en bewerkt een voedingsmiddel dusdanig dat het meelift op die hype. Maar niet alles wat glutenvrij, natuurlijk of biologisch is, is gezond. Cola is volledig glutenvrij, suiker is honderd procent natuurlijk, maar gezond zijn ze allerminst. Soja is nu erg ‘in’ vanwege de natuurlijke, bewuste zenuitstraling, maar we weten nog niet wat de oestrogene werking van dit product op termijn doet. Dus wie weet hoe we over twintig jaar over soja denken. Als je zoekt, schuilt er in elk voedingsmiddel een powerfood of een bedreiging voor de gezondheid.”
Jacqueline: “Er is ook veel angst voor voeding. Een hele groep mensen hyperventileert al bij het idee van het gebruik van aspartaam en andere kunstmatige zoetstoffen. Het enige eerlijke antwoord is echter dat we nog niet weten wat die stoffen op lange termijn met onze gezondheid doen.”
Jaap: “Met E-nummers is het net zo. Er is lange tijd een hetze geweest tegen E-nummers, maar sommige toevoegingen, zoals vitamine C in vlees, gaan botulisme tegen. Daar red je levens mee. Maar blauw smurfenijs? Dat is onzin. Bij E-nummers geldt wat mij betreft: erin als het moet, eruit als het kan.”
Jacqueline: “Is de interesse voor voeding en gezondheid iets van deze tijd?”
Jaap: “Nee, de gebroeders Kellogg kwamen in de jaren twintig al met een granendieet. De ene broer was arts en had dat dieet bedacht, de andere broer voegde er suiker aan toe en maakte het een hit. Ik heb hier ook boeken liggen uit 1912 voor huisvrouwen, waarin je feitelijk dezelfde adviezen vindt die nog steeds gegeven worden.”
Jacqueline: “Laat eens zien. Kijk nou: ‘Zorg voor voldoende ontspanning.’ Toen ook al dus.”
Jaap: “Elke tijd heeft zijn waarheden en hypes. Wat nu suikers en tarwe zijn, was twintig jaar geleden cholesterolvrij. Een trend die wel degelijk met reden ontstaan is. Toen ik vijftien was, had mijn vader bijna wekelijks een begrafenis van een collega die bezweken was aan zijn hart. Deze mannen waren geen grammetje te zwaar, maar ze rookten veel en aten vet. Wat precies de crux is geweest, weten we nog steeds niet. Feit is wel dat het anti-rookbeleid en zoutarm en cholesterolarm eten toen in opkomst kwamen. Mede daardoor is het aantal dodelijke slachtoffers met zeventig procent gedaald. Vetten moesten uit voeding, maar vetten hebben ook een functie. Ze zijn belangrijk voor smaak en structuur en dus werd vet ingewisseld voor suiker. Daarmee is het gezondheidsprobleem verschoven van hartziekten naar overgewicht. Inmiddels weten we dat vet helemaal niet zo slecht is als we dachten.”
Jacqueline: “Toch zal geen regulier diëtist avocado voorschrijven, veel te calorierijk.”
Jaap: “Nogmaals: er bestaat niet één harde waarheid. Niet alle vetten zijn slecht. Het gaat om het soort vet, de hoeveelheid, de vorm. En het gaat ook niet alleen om dat ene voedingsmiddel, maar om je hele voedingspatroon. Besef dat voedingsgewoonten vooral gestuurd worden vanuit je omgeving. Mensen maken wel tweehonderd voedselbeslissingen per dag – negentig procent gebeurt onbewust – en die zijn vooral een reactie op wat er in je omgeving voorhanden is.”
Jacqueline: “Daarom hamer ik ook zo op die kan water op je bureau. Als die er staat, gaat hij op.”
Jaap: “Heel goed! Op scholen waar kinderen de gelegenheid krijgen water te drinken, verbetert hun vochtbalans en vermindert hun zin in snacks.”
Jacqueline: “Je was ook bezig met kinderdagverblijven?”
Jaap: “Ja, de Amsterdamse kinderdagverblijven zijn zover dat zij diksap afschaffen en kinderen water geven. Na jaren een doorbraak. Daar was een cultuuromslag voor nodig, bij leidsters, bij ouders. Mensen hadden het gevoel dat kinderen iets ontzegd werd. Tegenwoordig moet het elke dag feest zijn, chips en frisdrank zijn niet meer alleen voor in de weekenden.”
Jacqueline: “En de porties, hè? Die krijgen een Amerikaanse omvang.”
Jaap: “Dát en we hebben meer keuzes, er is voor ieder wat wils. Vroeger had de melkboer alleen karnemelk, melk en yoghurt, moet je nu eens kijken naar het koelvak met zuivel. Daarbij hebben we de laatste decennia flink moeten inboeten op de kennis over voeding en gezondheid. Niets ten nadele van de emancipatie, maar met de teloorgang van het huisvrouwenschap is ook de kennis over gezonde voeding teruggelopen.”
Jacqueline: “Er is ook minder tijd. Mijn moeder dopte om drie uur ’s middags al de boontjes. Dat lukt mij niet. Ik ondervind aan den lijve hoe lastig het is om de zorg voor je kind en het huishouden af te stemmen met werk.”
Jaap: “En dus halen mensen – ook hoogopgeleide collega’s – ’s avonds snel even een pizzaatje, want ze moeten ook nog naar de sportschool.”
Jacqueline: “En jouw studenten?”
Jaap: “Die eten veel kant-en-klaar en uit de magnetron. Ik probeer ze bewuster te maken van wat voeding met je doet. Zo heb ik ze weleens laten experimenteren door suiker, vet of gluten uit het voedingspatroon te schrappen. Het wonderlijke is dat het niet uitmaakt wat je weglaat, iedereen bemerkt verbetering. Voeding heeft een groot placebo-effect.”
Gezonder eten volgens Jacqueline en Jaap
- Kook zelf, koop geen kant-en-klaar
- Kies voor basisproducten
- Neem voedingsmiddelen die onbewerkt en puur zijn
- Eet drie maaltijden per dag, geen tussendoortjes
- Beperk snoepmomenten tot feestelijke gelegenheden
- Drink water in plaats van fris of sap
- Neem kleinee porties (kleinere borden!)
- Ontdek welke voedingsmiddelen je goed doen