Met haar auto stond Carla van Bochoven (43) twee jaar geleden te wachten voor het rode stoplicht. Een grote Mercedes taxibus knalt achterop. Haar leven verandert vanaf dat moment drastisch.
“Onlangs ben ik ontslagen. Terwijl ik achttien jaar met veel plezier mijn werk als onderwijzer op een basisschool deed. Maar ik kan het niet meer. Een klein deel van de mensen met een whiplash houdt chronische klachten. Helaas hoor ik tot die groep. Dus ‘multitasken’, wat je als onderwijzer constant doet, kan ik niet meer. Ik heb concentratieproblemen, ben vergeetachtig, moe. Iedere dag sta ik op met hoofd- en nekpijn. Harde geluiden of fel licht verdraag ik slecht. Duiken, wielrennen, hardlopen, schaatsen, aquajoggen en dwarsfluiten; ik kan het wel vergeten.”
“Door het ongeluk werd mijn wereld werd in één klap een stuk kleiner. Toch heb ik een rotsvaste overtuiging dat er voor alles een oplossing is, dat het goed komt. Ik zit niet bij de pakken neer. Ik blijf vechten en wil niet verzanden in ‘dat wat niet meer is’.”
“Door mijn ziekte heb ik leren denken in mogelijkheden, in plaats van onmogelijkheden. Ik kan niet alles meer, maar ik geef ook niet zomaar op. Eerst probeer ik manieren te vinden waarop ik iets wél kan. Als iets lukt, hoe klein ook, maakt me dat gelukkig. Ik koester die momenten. Ik handel vanuit kracht in plaats vanuit zwakte. Ben opener geworden naar nieuwe situaties, veranderingen.”
“Ik zwem weer: met een snorkel op, dan hoef ik mijn nek niet steeds te draaien. Een marathon lopen gaat niet, wandelen wel. En fietsen doe ik op een damesfiets in plaats van op een racefiets, zodat ik mijn rug ontlast. Om dingen niet te vergeten, maak ik ‘to do-lijstjes’. En in mijn huis hangt een groot planbord waar ik alle afspraken op noteer.”
Gas terug
“Raar te merken hoe dit nieuwe leven went. Hoe snel ik mijn weg vind en me bewust word van wat ik zelf wil én kan. In mijn ‘oude’ leven had ik altijd haast. Ik zei op alles ‘ja!’. Ik raasde er doorheen zonder de schoonheid om me heen te zien. Nu neem ik gedwongen gas terug, ik maak keuzes, omdat mijn klachten door stress toenemen.”
“In die pauzes doe ik he-le-maal niets. Ja, behalve genieten dan. Van simpele dingen: het mooie weer, bloemen en planten, de mensen om me heen. Vroeger had ik daar nauwelijks oog voor. En zo kom ik tot steeds meer inzichten. Ik wilde niet thuis achter de geraniums zitten, dus gaf ik me op als vrijwilliger om een ochtend in de week hersengymnastiek te geven aan ouderen. Nooit verwacht dat ik dat leuk zou vinden. En ik sla twee vliegen in een klap want de oefeningen zijn ook goed voor mijn eigen hersenconditie.”
“Sinds kort heb ik een creatieve kant van mezelf leren kennen. Ik mozaïek, teken en schilder en kan het heel aardig al zeg ik het zelf. Financieel moet ik het nu met wat minder doen. Maar ik hecht minder waarde aan materiële zaken. Ik wil het maximale uit mezelf halen voor zover als dat lichamelijk en geestelijk mogelijk is. Dat is de uitdaging nu. Ik zoek andere uitlaatkleppen waarin ik mijn passie kwijt kan. Ik bewandel wegen die ik waarschijnlijk niet eens had ontdekt als ik geen ongeluk had gehad.”