Arts en vetonderzoeker Mariëtte Boon over overgewicht en obesitas
Ze zouden het van de daken willen schreeuwen: stop met oordelen! Stop met denken dat afvallen makkelijk is. Dik zijn is geen keuze. Samen met endocrinoloog prof. Liesbeth van Rossum trekt arts en vetonderzoeker dr. Mariëtte Boon ten strijde om vooroordelen over afvallen en overgewicht te tackelen.
Gebke: Uit voorzorg heb ik vandaag maar een bos radijzen meegenomen. Ervaring leert dat schrijven over afvallen alleen maar mijn eetlust bevordert. En extra kilo’s? Daar zit ik hélémaal niet op te wachten. Sterker nog, ik zou graag mijn curves wat meer onder controle krijgen. Dus toen ik hoorde dat dé obesitasexperts van Nederland – prof. Liesbeth van Rossum en dr. Mariëtte Boon – met het boek VET belangrijk kwamen (over waarom afvallen en vooral ook op gewicht blijven zo moeilijk is), wilde ik daar uiteraard het fijne van weten. En vooral hoe je wél succes boekt. Mariëtte Boon had ‘nog wel even tijd’ om nauwelijks twee weken na de geboorte van haar dochter en haar boek een interview en fotoshoot te doen.
Gebke: “Ik mag je dus niet alleen feliciteren met je boek, maar ook met de geboorte van je dochter. Tjemig, wat zul je druk zijn!”
Mariëtte: “Het is inderdaad druk, want ik heb ook nog een zoontje van anderhalf en ik ben in september begonnen met mijn opleiding tot internist. Voor die tijd deed ik vooral onderzoek naar bruin vet en toen had ik nog wel tijd om dit boek te schrijven. Dat heb ik trouwens niet alleen gedaan, maar samen met mijn collega Liesbeth van Rossum.”
Gebke: “Jullie werken allebei met mensen met obesitas. Waarom is jullie vakgebied – de endocrinologie – zo belangrijk is in de strijd tegen (ernstig) overgewicht?”
Mariëtte: “Uiteindelijk wil ik net als Liesbeth internist-endocrinoloog worden ofwel hormoonspecialist. Al die hormoonspecialisten zijn dol op het oplossen van puzzels en obesitas is een heel grote puzzel. Er zijn zoveel factoren die ernstig overgewicht in de hand werken. Niet alleen verkeerde voeding en te weinig beweging, maar ook een disbalans van je hormonen (de boodschapperstoffen in ons lichaam). Of het uit de pas lopen van hormonen de oorzaak is van obesitas of dat obesitas je hormoonhuishouding verstoort, dat verschilt per persoon. Het is bijvoorbeeld zo dat ongezonde spanningen je cortisolniveau omhoog jagen. Dat hormoon wakkert enerzijds je hongergevoel aan, waardoor je blijft eten. En dan vaak niet alleen worteltjes, dankzij cortisol krijg je vooral trek in vet en suiker. Dat is één manier waarop hormonen je gewicht kunnen beïnvloeden. Er zijn nog tig andere voorbeelden te geven. Zo kunnen schildklierproblemen via de hormoonproductie je verbranding enorm vertragen en ook vetcellen zelf zijn hormoonproducenten. Tegen de tijd dat je obees bent, daar gaan vaak jaren aan vooraf, is negen van de tien keer ook die hormoonhuishouding wel ergens ontregeld geraakt. Als dat het geval is, wordt afvallen vaak verdraaid lastig. En dan zijn wij er dus. Als endocrinologen hopen we die hormoonpuzzel te kunnen oplossen, zodat je alsnog op een gezonde manier kilo’s kwijtraakt.”
Gebke: “Als die hormonen op orde zijn, lukt het dan meestal wel om af te vallen?”
Mariëtte: “Nog niet altijd. Kijk, wat veel mensen niet weten is dat lichaamsgewicht vijftig tot zestig procent genetisch bepaald is. In onze samenleving waar ontzettend veel aandacht is voor de maakbaarheid van het lichaam, wordt aan de factor ‘pech’ te makkelijk voorbijgegaan. Neem bijvoorbeeld die ‘fitmoms’. Van die vrouwen die zich ongans trainen om het liefst zes weken na de bevalling slanker dan slank rond te lopen met een sixpack. Behalve dat het niet voor elke vrouw realistisch is om een sixpack te hebben, is het niet gezond om te weinig vet te hebben. Integendeel, zou ik zeggen. Vet heeft een functie. Het houdt je gezond. Daarnaast krijgen heel wat vrouwen na de bevalling nooit meer hun oude postuur terug, omdat hun hormoonsysteem iets anders ingesteld staat. Wat Liesbeth en ik duidelijk willen maken is dat het niet voor iedereen is weggelegd om superslank te worden. Ook niet als je altijd heel erg gezond eet en elke dag sport. Als je als kind al behoorlijk stevig was, dan is het een hele prestatie om als volwassene niet te dik te worden. Dat is dan hard werken. En daar mag best wat meer respect voor komen. Mensen zien echter alleen die buitenkant. Ze vragen helemaal niet door. Ze staan vaak al met een oordeel klaar. Ook artsen. ‘Kom nog maar eens terug als je twintig kilo lichter weegt’, wordt dan doodleuk geroepen. Vervolgens komen deze mensen niet in aanmerking voor een operatie als ze geen gewicht verliezen. Het is natuurlijk zo dat opereren dan vaak te risicovol is. Tegelijkertijd is níét afvallen vaak geen bewuste keuze. Dat wordt toch vaak gedacht: dat mensen te lui zijn of te weinig zelfcontrole hebben. Wat veel mensen niet weten is dat mensen met obesitas soms hun leven lang al in gevecht zijn met hun lichaam én met de wereld om hen heen. Want niet alleen die dokter, nee, praktisch iedereen heeft zijn oordeel al klaar over jou en je gewicht. Je hebt geen idee hoeveel leed schuilgaat achter die kilo’s.”
Gebke: “Wat moet er veranderen om het oordelen over dikke mensen te stoppen?”
Mariëtte: “Als je nu tijdens het sporten een blessure oploopt, dan vindt iedereen dat heel erg voor je. Mensen leven mee, wensen je beterschap. Er wordt echt niet gezegd: ‘Tja, dan had je maar niet moeten sporten.’ Zo denken wij wel over mensen die een probleem hebben met hun vetstofwisseling. Sporten brengt net zo goed risico’s met zich mee als andere leefstijlkeuzes. Ik hoop dat mensen met obesitas op wat meer compassie kunnen gaan rekenen. Afvallen is vaak al zo’n strijd en niemand zit erop te wachten om obees te worden. Nogmaals, dat is geen keuze. Net zomin als dat het een keuze is dat ik alles kan eten wat ik wil, zelfs chocolade, waar ik dol op ben, en toch slank blijf. En ja, dat is gewoon heel erg oneerlijk.”
Gebke: “Als ik jou zo hoor en jullie boek lees, dan is het haast een wonder dat het mensen wél lukt om ontzettend veel af te vallen.”
Mariëtte: “Het is niet voor iedereen even eenvoudig, nee. We doen het voorkomen alsof eten een bewuste keuze is, maar het merendeel van onze eetkeuzes maken we onbewust. Als je in een doorsnee Nederlandse stad rondloopt, dan kun je praktisch overal wel wat eten. Alleen de heerlijke geur al zet van alles in je lichaam in werking. Je insulineniveau stijgt en je bloedsuikerspiegel daalt, waardoor je behoefte aan zoet toeneemt. Als je vervolgens iets suikerrijks eet, levert dat een enorm lekker gevoel op. Zeg daar maar eens ‘nee’ tegen.”
Gebke: “Is er dan wel hoop als je obees bent?”
Mariëtte: “Natuurlijk is er hoop! Er is altijd hoop. We beginnen nu pas goed te begrijpen hoe obesitas ontstaat. Medisch gezien verwacht ik nogal wat doorbraken op korte termijn. Zo is nog maar een aantal jaar geleden ontdekt waarom crashdiëten daadwerkelijk een risicofactor kunnen vormen voor het ontwikkelen van obesitas. Hormonaal gezien verandert er namelijk gigantisch veel als je in korte tijd maar heel weinig calorieën (onder de 800 kilocalorieën) binnenkrijgt. Je lijf zet alles op alles om het aantal vetcellen te behouden. Het gaat hormonen produceren die je honger aanwakkeren en je verbranding verminderen, waardoor het erg lastig wordt om niet te gaan eten. En elke hap die je neemt, vliegt er vervolgens aan. Het zogenaamde jojo-effect. Maathouden is bovendien een uitdaging, omdat die hormonen ervoor zorgen dat je minder snel het gevoel hebt dat je vol zit. Dat gevoel zit niet alleen tussen je oren. Het is een sterke lichamelijke prikkel, die niet zomaar na een paar weken voorbij is, maar die een jaar later nog meetbaar is. Dus je bent niet ‘zwak’ als je voor de bijl gaat. Het is eigenlijk bovenmenselijk om niet voor de bijl te gaan. Ik denk dat je dit als onderdeel van het proces moet zien. Afvallen gaat met horten en stoten. Terugvallen hoort erbij. Maar elke kilo die eraf is, telt écht. Als je honderd kilo weegt en er is tien kilo af, dan ziet niemand dat. Maar voor de vetdeeltjes in je bloed en de vervetting van je lever scheelt dat enorm.”
Gebke: ‘Wij van gezondNU’ adviseren altijd om ‘gewoon gezond te eten’ om af te vallen: gevarieerd, veel groente, veel volkoren, weinig vlees, wat vis. Ben je het daarmee eens?
Mariëttte: “Dat is inderdaad de basis, ja. Pas ook op met fruitsappen. Mensen denken vaak dat dit gezond is, maar stiekem zitten er veel calorieën (suikers!) in.”
Gebke: “Ik hoor veel goede verhalen over koolhydraatarm eten; zou je dat aanraden?”
Mariëttte: “Vetarm, koolhydraatarm: recent onderzoek toont aan dat het allebei werkt als het aankomt op gewichtsverlies. Maar met welk dieet je het best af bent, dat weten we nog niet. Waarschijnlijk verschilt dat per persoon. Maar nogmaals, ik ben geen voorstander van diëten. Je houdt het gewoonweg niet vol.”
Gebke: “Jij bent ‘bruinvetexpert’. In je boek las ik over een vrouw die een goedaardige tumor had van bruinvet. Ze viel binnen de kortste keren heel veel af. Kun je bij obesitas dan geen bruin vet inbrengen om het afvallen te helpen?”
Mariëtte: “Er zijn al bruinvettransplantaties toegepast op muizen en dat werkte goed. Maar we zijn nog niet zover dat we dit kunnen testen op mensen. Bruin vet is hoe dan ook superinteressant. Het jaagt de verbranding aan, waardoor je kunt afvallen zonder dat je minder hoeft te eten. Waar we nu vooral onderzoek naar doen, is hoe je wit vet – want daar hebben we meestal genoeg van – kunt transformeren naar bruin vet. We maken enorme sprongen op dit vlak. Hopelijk komen we over niet al te lange tijd met medicijnen die dit mogelijk maken. Tot die tijd kun je zelf bruin vet activeren door elke dag twee uur in een ruimte te zitten waar de temperatuur niet boven de 17°C komt. Een studie liet zien dat dit binnen enkele weken leidt tot vermindering van je vetmassa. Of ga buiten sporten als het koud is. Ook koud afspoelen tijdens het douchen kan helpen. Ben je daar geen fan van? Dan kun je flink rode pepers gaan eten, hierin zit capsaïcine. Van deze stof is aangetoond dat het bruin vet activeert. Ook over groene thee en koffie hebben we zo onze vermoedens, maar bewezen effectief zijn die nog niet.”
Gebke: “Zie jij overgewicht als ziekte of een symptoom?”
Mariëtte: “De grootste artsenorganisatie van Amerika heeft obesitas officieel tot ziekte uitgeroepen, maar overgewicht niet. Het is een grijs gebied. Een beetje overgewicht hoeft niet ongezond te zijn. Het kan het risico vergroten op hoge bloeddruk en diabetes type 2. Maar dat is niet bij iedereen zo. Dus het ligt genuanceerd. Tegelijkertijd: als die bloeddruk te hoog is en je bent wat te zwaar, dan kan afvallen een manier zijn om je bloeddruk weer gezond te krijgen. Maar het grote verschil tussen overgewicht en obesitas is dat we bij obesitas vaak hormonale veranderingen zien optreden en dat in het buikvet schadelijke ontstekingsstoffen worden aangemaakt. Dat is de reden waarom artsen en wetenschappers obesitas als ziekte zien.”
Gebke: “Van obesitas afkomen is superingewikkeld. Is het dan niet veel beter om overgewicht al in een heel vroeg stadium aan te pakken en mensen niet te lang thuis te laten aanmodderen met allerlei diëten?”
Mariëtte: “Inderdaad, voorkomen is altijd beter dan genezen en dat gaat zeker ook op voor obesitas. Als je een paar kilo’s kwijt wilt en het lukt niet door middel van meer bewegen en gezonder eten, ga dan vooral naar de huisarts. Dan kan professionele hulp misschien wel helpen. Zelf ben ik geen voorstander van lang doormodderen zonder resultaat. Soms kun je de verbranding al verbeteren door kleine veranderingen in je leven door te voeren. Wiebelen bijvoorbeeld kan helpen om af te vallen. Dus praat met je handen, wiebel met je benen, span je bilspieren aan, knijp eens in een stressbal, speel met je pen. Mensen die bewegelijk zijn, zijn over het algemeen slanker dan gemiddeld. Je hoeft dus niet per se naar de sportschool om af te vallen, soms is ‘gewoon niet stilzitten’ al een stap in de goede richting. Zeker als je dat combineert met gezonder eten en beter slapen. Wat veel mensen niet weten is dat je het stresssysteem niet alleen activeert door mentale stress, maar ook door pijn, ziekte en slecht slapen. Allemaal verhogen ze de aanmaak van cortisol, die vanwege zijn biologische werking extra buikvet en snacktrek geeft. Dus als je overgewicht hebt, is het altijd zaak om ook je stress aan te pakken. Yoga, maar ook meditatie en vooral mindfulness kunnen dan ondersteuning bieden en ook sport kan helpen bij het kanaliseren van stress.”
Gebke: “Dat buikvet ongezonder is dan vet op je billen of heupen blijft dus wetenschappelijk overeind staan?”
Mariëtte: “Ja, er is inderdaad een relatie tussen je tailleomvang en het ontstaan van diabetes type 2 en hart- en vaatziekten. Maar goed, hier heb je niet altijd invloed op. Waar je vet opslaat, is nogal sekse-afhankelijk. Vrouwen maken meer oestrogeen aan, dat zorgt voor vetopslag op je billen en heupen. Het mannelijke testosteron laat vetreserves op de buik terechtkomen. Dat zie je ook tijdens de overgang gebeuren. De verhouding oestrogeen en testosteron verandert dan, waardoor vrouwen meer vet op hun buik opslaan.”
Gebke: “Je noemde al even het ‘wiebelen’ als onverwachte slankmaker. Zijn er meer van dit soort voorbeelden te geven?”
Mariëtte: “Ik denk dat we ons nog onvoldoende bewust zijn van hormoonverstorende stoffen die in het milieu zitten. Bisfenol A is een stof die in plastic voorkomt, waarvan we weten dat die je hormoonhuishouding kan verstoren en op die manier overgewicht in de hand zou kunnen werken. Dat blijkt uit muisstudies. Zo zijn er meer hormoonverstoorders die je dik zouden kunnen maken. Het onderzoek hiernaar is nog in volle gang. Daarnaast kan medicijngebruik van invloed zijn op je gewicht. Het is een van de aspecten die Liesbeth ook altijd meeneemt als mensen naar het Centrum Gezond Gewicht komen. Ze heeft dit speciaal opgericht om mensen met obesitas goed te kunnen helpen en neemt in haar behandeling al de verschillende aspecten mee die overgewicht in de hand kunnen werken. Dus ook hormonale en genetische factoren. Vervolgens wordt op basis daarvan een individueel stappenplan opgesteld, waarin voeding een rol speelt, beweging onder begeleiding van een fysiotherapeut en coaching om je te helpen bij gedragsveranderingen. Daarnaast geven we adviezen om beter te slapen en meer te ontspannen. Met dat leefstijlprogramma gaan mensen vervolgens 75 weken aan de slag.”
Gebke: “75 weken?!”
Mariëtte: “Ja, anderhalf jaar! Pas als dat niet werkt, kijken we of anti-obesitasmedicijnen iets voor je kunnen betekenen. Er zijn medicijnen die op specifieke darmhormonen lijken. Die hormonen remmen de eetlust, versnellen de stofwisseling en maken je gevoeliger voor insuline, waardoor je minder behoefte hebt om te snacken en snaaien. Bij sommige mensen werkt dit geweldig. Bij andere doet het niets. We weten nog niet hoe dat komt. De magische pil tegen obesitas bestaat nog niet. Helaas.”
Gebke: “En daarna?”
Mariëtte: “Daarna komt de maagbypass in beeld. Een laatste redmiddel. Een zware operatie, maar ook erg effectief. In tegenstelling tot een maagbandje, waarbij je altijd wel honger houdt, verdwijnt bij de maagbypass de eetprikkel in veel gevallen wel. De maag wordt niet alleen een stuk kleiner gemaakt, er komt ook een nieuwe aansluiting van de maag op de darm. Het bijzondere is dat mensen met diabetes type 2 vaak al binnen een paar dagen geen insuline meer nodig hebben. We vermoeden dat dit te maken heeft met een hormonale reset in met name die darmen. We slaan bij die maagbypass namelijk het eerste stuk van de dunne darm over. Die darmhormonen zijn sowieso superinteressant. We denken dat daar misschien een echte doorbraak zit in de strijd tegen obesitas.”
Gebke: “Is zo’n maagbypass – sorry dat ik het zeg – niet ‘the easy way out’?”
Mariëtte: “Nee. Nee. Echt niet! Los van het feit dat een enorme buikoperatie is, kunnen veel mensen niet meer normaal eten. Er zitten soms rare ‘bijwerkingen’ aan deze ingreep. Bijvoorbeeld dat ineens alle energie uit je weg stroomt. Je kunt daardoor onwel raken. Zo’n maagbypass is een enorme omschakeling. Je hebt levenslang. En ondanks dat die maag niet groter is dan een ei, hebben sommige mensen nog steeds die dwang om te eten. Het is daarom ook belangrijk om een maagoperatie niet meteen in te zetten, maar eerst te werken aan een gezonde leefstijl. Anders loop je het risico dat het onderliggende probleem niet getackeld wordt en iemand na de operatie nog niet genoeg afvalt.”
Gebke: “Wanneer hebben jullie je doel bereikt met je boek?
Mariëtte: “Ik hoop dat mensen dankzij ons boek begrijpen welke ingewikkelde systemen schuilgaan achter het ontwikkelen van obesitas en waarom het niet altijd eenvoudig is om af te vallen en op gewicht te blijven. Als je dat namelijk begrijpt, word je milder tegenover jezelf als afvallen niet lukt, maar ook tegenover mensen die veel te dik zijn. Als afvallen echt alleen een kwestie zou zijn van minder eten en meer bewegen, dan had echt niet de helft van Nederland overgewicht.”
VET belangrijk
Prof. Liesbeth van Rossum is internist-endocrinoloog bij het Rotterdamse Erasmus MC, gespecialiseerd in stress en obesitas en oprichter van het Centrum Gezond Gewicht.
Dr. Mariëtte Boon, arts, is als bruinvetexpert werkzaam bij het LUMC en is onlangs begonnen met haar opleiding tot internist.
Beide artsen liepen rond met het idee om een boek te schrijven dat onze opinie over vet, lichaamsbouw, afvallen en overgewicht op zijn minst nuanceert. Dat werd het boek VET belangrijk.
Mariëtte in het kort:
Leeftijd 30 Woonplaats Oegstgeest Getrouwd met Michiel, die ‘toevallig ook internist-endocrinoloog is’ Kinderen een zoon (1,5), een dochter (0) Functie Internist in opleiding Missie Afvallen is niet alleen een kwestie van minder eten en meer bewegen
Meer weten:
VET belangrijk, Mariëtte Boon en Liesbeth van Rossum, ISBN 978 90 263 4652 1, € 20,99