Hij was in de wieg gelegd om, net als zijn vader, boer te worden. Maar door diezelfde vader, werd hij geen boer maar arts. “Mijn vader gaf me net het zetje dat ik nodig had.” Peter van Hoeve (57):
“Mijn vader had cystenieren, een aangeboren aandoening die zich op zijn 48ste openbaarde. Hij was moe en continu ziek. Het enige dat hij nog kon, was op zijn trekker zitten. Driemaal per week moest hij dialyseren. Deed hij dat niet, dan ging hij dood.”
“Voor het spoelen werd een shunt aangelegd op zijn arm; een slangetje dat twee aders verbindt. Dat slangetje werd aan een dialyseapparaat gekoppeld zodat het bloed door het apparaat liep en op die manier werd schoongespoeld. Het vervelende van die shunt was dat hij vaak verstopt raakte. Aan de keukentafel ontstolden we het ding. Eigenlijk mocht dat niet. Maar mijn vader zag het niet zitten telkens heen en weer naar het ziekenhuis te rijden.”
“Het was een pijnlijk klusje waarbij we soms stolsels van tien tot twintig centimeter verwijderden. Best gevaarlijk. Als zo’n stolsel het lichaam inschiet, kan dat ernstige gevolgen hebben. Wanhopig werd mijn vader ervan. Op een keer vroeg hij half lachend, half serieus: ‘Kun jij er niet iets op vinden?’ Drie weken later schreef ik mij in op de VU voor geneeskunde. Mijn vader overleed vier jaar later.”
Betoverd
“Ik ben een idealist en een socialist. Een rijke dokter hoefde ik niet te worden. Ik was een bevlogen student. En later een bevlogen huisarts. Ik wilde daar werken waar goede hulp niet vanzelfsprekend was. Ik werkte na mijn studie acht jaar lang in een probleemwijk. Met patiënten die het allesbehalve makkelijk hadden. Ook maakte ik later de stap naar homeopathie en streek daarmee tegen de haren in van collega’s die homeopathie onzin vonden.”
“Ik wilde me kwalitatief verbreden. Tijdens een weekendcursus hoorde ik verhalen van mensen die met één korrel genezen werden. ‘Magie’, dacht ik. Daar wilde ik iets mee doen. Ik was nu eenmaal betoverd. Nu zie ik allang niet meer alleen die magie. Ik zie resultaten.”
“Naast homeopathie volgde ik een Neuro Emotionele Integratie-opleiding die me filosofische en spirituele inzichten gaf. De grote lijnen in mijn leven werden duidelijk. Ik ontdekte; de weg die ik bewandel is niet willekeurig. Alles heeft een reden. En alles wat ik besluit of doe, heeft zin.”
“Een van de vragen die we moesten beantwoorden, was: Wat is de missie in ons leven? Een moeilijk vraag wanneer je nooit zo bij dat leven hebt stilgestaan. ‘Het moet iets groots zijn’, dacht ik. En dacht en dacht en dacht. En opeens was daar het antwoord: de missie in mijn leven is gewóón dokter zijn. Voor mensen klaarstaan. That’s it.”
“De keuzes in mijn leven heb ik niet allemaal even weloverwogen gemaakt. Maar ze hebben geleid tot wat ik nu ben. Mijn leven liep, zoals het moest lopen. Zo moest het zijn. Dit is mijn pad.”
“Op het moment dat ik besloot medicijnen te studeren, was ik me niet echt bewust waarom. Wat ik wel wist: ik wilde mijn vader in ieder geval níet opvolgen als boer. Ik wilde studeren. Achteraf besef ik me pas: mijn vader gaf me net het zetje dat ik nodig had om mijn weg te keren.”