Tot voor kort verbouwde de Peruaanse Aurea Luj aardappels, net als haar moeder, grootmoeder en overgrootmoeder. Een jaar geleden veranderde haar leven radicaal. Ze stapte over op biologische quinoa, een gewas dat in Europa steeds populairder wordt. “Dankzij de quinoa kunnen mijn zes kinderen naar school.”
Aurea Luj woont in een stenen huisje van zo’n vijfentwintig vierkante meter. In deze ene ruimte slaapt ze met haar man en zes kinderen. “Voor veel mensen is dat misschien klein, maar ik ken het niet anders.” Hun hond zonder naam slaapt buiten, net als het ene varken dat de familie bezit. Om het huis scharrelen wat kippen. Naast quinoa verbouwt ze ook nog wat aardappels en groente voor eigen gebruik. Melk krijgt ze van een boer uit de buurt die zijn koeien op haar land laat grazen.
Het begrip ‘in the middle of nowhere’ lijkt uitgevonden in de Peruaanse Andes. Wie met de auto de 3500 meter hoge klim over kronkelende wegen en bergpassen door de regio Ayacucho maakt, komt maar om het uur een huisje tegen. In één van die afgelegen huisjes woont Aurea Luj, een 38-jarige quinoaboerin en moeder van zes kinderen. Vanuit haar huisje kijkt de traditioneel geklede Peruaanse uit op een adembenemend landschap. Glooiende heuvels in alle tinten groen met daarboven een strakblauwe lucht. Het enige geluid is dat van loeiende koeien en het ruisen van quinoaplanten.
De sierlijke, één meter hoge planten zijn de broodwinning van Luj en haar gezin. De meeste zijn lichtgroen van kleur, maar er zijn er ook met een paarse en roze tint. “De roze en paarse planten zijn nieuw”, vertelt Luj. “Daar experimenteren we mee.” Aan de gekleurde quinoaplanten zitten kaartjes met namen als ‘INIA ILPA Puno’. “Dat zijn codenamen die medewerkers van het ministerie van Agricultuur eraan hebben gegeven”, vertelt Luj, terwijl ze op een notitieblok schrijft hoeveel de planten de laatste dagen zijn gegroeid. “Aan de gekleurde planten groeien zwarte en rode quinoakorrels, waar nog meer antioxidanten in zitten dan in de witte, bekendste quinoa”, legt Luj uit.
Quinoa is een pseudograansoort die verwant is aan spinazie. Het gewas dankt zijn populariteit aan de grote hoeveelheid voedingsstoffen die het bevat. “Naast antioxidanten zitten er veel vezels, eiwitten en mineralen in. Het heeft een laag vetgehalte en is glutenvrij”, weet Luj.
Lady helpt haar moeder
Het is gemakkelijk om urenlang weg te dromen in het mooie quinoalandschap. Maar voor Luj betekenen de sierlijke planten vooral werk. Zeker nu het oogsttijd is. “Eén keer per zes maanden kan er geoogst worden”, vertelt ze. Ze staat met gebogen rug tussen de quinoaplanten. Met haar blote handen knijpt ze in de knopjes. “Ik voel of de knopjes droog zijn. Als dat zo is, kunnen de planten worden afgesneden.” Alle afgesneden planten worden gedroogd in de zon. Dat duurt ongeveer twee dagen. Daarna begint het plukken en pellen van de korrels. “Dat doen mijn man en ik met de hand. We halen het binnenste uit de knopjes, dat zijn de quinoakorrels. Meestal zijn we twee weken bezig om alle knopjes te pellen.”
Luj maakt lange dagen. Om half vijf staat ze op. Dan maakt ze ontbijt voor haar man en kinderen: gekookte quinoa met melk en suiker. Ze maakt ook alvast de lunch en het avondeten klaar. Ook dat bestaat voornamelijk uit witte quinoa, gemixt met rijst en zoete aardappel. “Het is voedzaam, lekker en erg gezond. Bovendien groeit het bij ons voor de deur, dus hoeven we er niet voor naar het dorp.” Boodschappen doet Luj niet vaak. De dichtstbijzijnde supermarkt ligt in het dal, zo’n tweehonderd kilometer rijden van haar hut. “We hebben geen auto, dus lopen we eerst een uur naar het huis van mijn zwager. Daar lenen we zijn auto en dan zijn we nog anderhalf uur onderweg. We gaan ongeveer één keer per drie maanden boodschappen doen. Veel hebben we niet nodig. We hebben hier quinoa, aardappels en er groeit ook fruit in de buurt.”
Na het ontbijt gaan de kinderen naar school. Ze lopen daarvoor naar het volgende dorp, een uur verderop. Alleen de tweejarige Lady blijft thuis, zij is nog te klein om naar school te gaan. Maar Lady kan niet de hele dag doen waar ze zin in heeft. Ze helpt haar moeder. “Ze haalt de dorre blaadjes van de planten”, vertelt Luj. “Dat vindt ze leuk om te doen.” De verlegen Lady verschuilt zich ondertussen achter de rok van haar moeder. Ze vindt het maar gek dat er journalisten bij haar thuis komen. Ze heeft nog nooit blanke mensen met blond haar gezien.
Trots op haar quinoa
Een jaar geleden was Luj nog aardappelboerin, net als de meeste boeren in de Ayacuchoregio. Tot een ingenieur van het Peruaanse ministerie van Agricultuur haar bezocht. “Zij vertelde over quinoa. Dat mensen in Europa en Amerika het graag eten en dat het meer geld oplevert dan aardappels.” Maar er was nog een reden voor Luj om voor quinoa te kiezen. “Het gewas is erg sterk en houdt het vol in barre omstandigheden. Dat is wel nodig ook, want het weer in de Andes verandert voortdurend. Soms vriest het en soms valt er regen. Maar het kan ook ineens 35 graden zijn. En dat allemaal binnen één dag. Aardappels kunnen daar veel minder goed tegen. Ik had vaak misoogsten.”
Toen Luj ‘ja’ zei tegen quinoa ontving ze zaadjes en een lening van de overheid om te kunnen starten. Iedere maand krijgt ze bezoek van de ingenieur die komt kijken hoe het gaat. “Ze kijkt naar de nieuwe quinoaplanten en geeft me gratis advies over hoe ik quinoa het beste kan verbouwen. Vroeger gebruikte ik bestrijdingsmiddelen en chemische bemesting voor de aardappels, maar dat doe ik nu niet meer. Mensen uit Amerika en Europa willen dat liever niet”, weet Luj. Om haar land te bemesten gebruikt Luj daarom vogelpoep. “Het is poep van vogels die in de buurt van de kust leven. Het wordt hier iedere maand gebracht door het ministerie.”
Na de oogst wordt de biologische quinoa van Luj door een tussenpersoon opgehaald, naar een productiehuis in Lima gebracht en vervolgens geëxporteerd. “Vooral naar de Verenigde Staten en naar Europa”, zegt Luj. “Ik ben trots dat mensen zo ver bij mij vandaan onze quinoa eten.”
De keuze voor quinoa heeft het leven van Luj radicaal veranderd. “Ik verdien nu twee keer zo veel als toen ik aardappelboerin was”, vertelt ze. Het extra geld legt ze opzij. “Mijn oudste zoon is achttien. Hij wil graag studeren en dat is heel erg duur. Ik wil dat al mijn kinderen naar school kunnen gaan. Toen we nog aardappels verbouwden, kon dat niet. Dankzij de quinoa kunnen onze kinderen hun dromen waarmaken.”
Quinoa in opkomst
De populariteit van quinoa heeft de afgelopen jaren gezorgd voor een enorme economische boost in de Peruaanse en Boliviaanse Andes. De Europese vraag naar het gewas is in de afgelopen vijf jaar verdrievoudigd. Dat is mede te danken aan de Verenigde Naties, die 2013 hebben uitgeroepen tot het Jaar van Quinoa. De korrels zouden een middel zijn om ondervoeding tegen te gaan en arme boeren uit de Andes economisch vooruit te helpen. Vanwege de grote hoeveelheid voedingsstoffen in quinoa zette NASA het op het menu voor astronauten. In Europese huishoudens wordt het gewas vooral gegeten ter vervanging van rijst, pasta of aardappels. Vegetariërs zijn er gek op, omdat het zo veel eiwitten bevat. Quinoa is te koop bij biologische supermarkten en ook bij steeds meer reguliere supermarkten.