Twee appels die dezelfde hoeveelheid vitamines en mineralen bevatten, zijn even gezond. Fout! De ene appel bevat meer energie dan de andere. En dat zegt iets over de kwaliteit van ons voedsel. Dr. Roel van Wijk is moleculair bioloog en onderzoekt deze energie. We stelden hem elf vragen.
Wat zijn biofotonen?
“Planten, dieren en mensen nemen allemaal energie op uit zonlicht. Die energie wordt opgeslagen in biofotonen. Dat zijn dus een soort energiepakketjes. Ze stellen allerlei processen in werking in het organisme. Met het blote oog is het niet te zien, maar elk organisme straalt licht uit. Ter vergelijking: een appel geeft in het donker net zoveel licht als een kaars op twintig kilometer afstand. Die straling (de biofotonen) is alleen met speciale apparatuur waar te nemen.”
Wat betekent die straling?
“Biofotonen bieden een schat aan informatie. Ze vertellen ons veel over wat de innerlijke kwaliteit is van een product. Het lichtveld is een afspiegeling van de levenskracht. Neem bijvoorbeeld een appel. De hoeveelheid licht die hij uitstraalt, zegt iets over de hoeveelheid licht die hij heeft kunnen opslaan. Uit onderzoek is gebleken dat gezonde planten veel licht kunnen opslaan en dat heel geleidelijk uitstralen. Bij gezonde planten neemt het vermogen om licht op te nemen in de loop van hun ontwikkeling toe. Dat geldt trouwens niet alleen voor die appel, maar ook voor onszelf. Als we ziek zijn, zijn we veel minder goed in staat onze energie vast te houden. Aan de hoeveelheid biofotonen die een appel uitzendt, kun je aflezen hoe die appel zich heeft ontwikkeld. Is hij heel snel al zijn licht kwijt? Dan heeft hij niet de tijd gekregen zich natuurlijk te ontwikkelen. Is hij lang in staat zijn licht vast te houden? Dan heeft hij die kans wél gehad. Die appel heeft een hogere energetische waarde en een hogere innerlijke kwaliteit.”
Wat zijn de gevolgen als een plant zich niet natuurlijk ‘oplaadt’?
“Als een product zich niet volledig natuurlijk kan ontwikkelen, heeft dat invloed op de manier waarop hij wordt opgebouwd. Misschien heeft hij dezelfde samenstelling als een product dat zich optimaal ontwikkelde, maar de ordening van de stoffen kunnen anders zijn.”
Wat zijn de gevolgen voor ons lichaam?
“De manier waarop een product is opgebouwd, bepaalt hoe hij door ons lichaam wordt afgebroken. Dat heeft de natuur perfect voor ons afgestemd. Op de juiste plaats en op de juiste tijd worden er in het verteringsproces de juiste stoffen afgegeven. Dat verloopt alleen helemaal goed als het product zich optimaal heeft ontwikkeld. En alleen een goede spijsvertering zorgt voor een optimale weerstand.”
Voelen wij ons vitaler als wij producten eten met zo’n hogere innerlijke kwaliteit?
“Ja. Met voeding die een hoge energetische waarde heeft, kun je je energiepeil beter op orde houden.”
Hoe kun je zien of een product zich optimaal ontwikkeld heeft? Met andere woorden: hoe kun je zien of de ene tomaat meer energie oplevert dan de andere?
“Dat kun je niet zien, dat weten we. Wij weten intuïtief wanneer een tomaat het best gegeten kan worden. Want de natuur vertelt ons wanneer hij op zijn levenskrachtigst is. De tomaat kleurt rood en voelt een beetje zacht. Zo weten wij dat hij rijp is. Op die manier zegt de natuur ons dat die tomaat het punt bereikt heeft waarop hij door ons het best kan worden verteerd en waarop hij ons optimale energie levert.”
Dus we hoeven helemaal niet te weten of een product een hoge energetische waarde heeft; we kiezen daar immers intuïtief voor?
“Daar zit hem het probleem. Vroeger werkte dat intuïtieve mechanisme prima. Maar in onze moderne tijd niet meer. De dagelijkse praktijk is namelijk dat groente en fruit ver voordat zij het optimale stadium van hun ontwikkeling hebben bereikt, worden geplukt. Denk maar aan kiwi’s die nog keihard zijn als ze in Nieuw-Zeeland van de struik gehaald worden. Dan gaan ze op transport. En voordat wij ze zacht en rijp genoeg vinden om ze te eten, liggen ze vaak ook nog eens een dag of wat op de fruitschaal. Intuïtief voelen wij dan aan dat de kiwi zijn meest optimale stadium bereikt heeft. Toch het is zeer de vraag of de kiwi op dezelfde manier doorontwikkeld is, zoals hij dat aan de kiwiplant zou hebben gedaan. En het is dus de vraag of hij dezelfde gezondheidswaarde heeft.”
We produceren te snel?
“Ja. In onze tijd moet alles snel en efficiënt en dat gaat ten koste van de innerlijke kwaliteit van voeding. We willen een rode tomaat eten, maar hebben geen tijd om te wachten tot hij kleurt. We willen een volle krop sla eten, maar hebben geen tijd om te wachten tot hij groot is. Over de innerlijke kwaliteit denken wij niet na. Terwijl net geplukte rijpe tomaten vitaler zijn dan tomaten die zijn doorgerijpt. En sla uit de moestuin die op zijn eigen tempo is groot geworden, is levenskrachtiger dan sla die op water is gekweekt en met heel veel licht.”
Bevatten biologische groenten en fruit meer biofotonen dan conventioneel geteelde producten?
“Nee, dat kun je niet zo zeggen. Het hangt ervan af hoe het product zich heeft ontwikkeld. Het labeltje ‘biologisch’ zegt op zich niets over het feit of een appel of een tomaat de volledige natuurlijke cyclus heeft afgemaakt. Dat geldt alleen voor producten die zich onder optimale omstandigheden hebben ontwikkeld, op het juiste moment van rijpheid geplukt zijn en daarna onmiddellijk worden opgegeten. Ook biologische teelt voldoet niet altijd aan die eisen. Ook biologische groente en fruit worden vaak onrijp geplukt zodat ze tijdens opslag of transport kunnen doorrijpen. Dat maakt ze langer houdbaar. Neem bijvoorbeeld een biologische banaan uit Peru. Die krijg je nooit in optimale vorm hier in Nederland. Het duurt altijd een dag of wat voordat hij bij jou op de fruitschaal terechtkomt. ‘Biologisch’ zegt dus niets over energetische waarde.”
Wordt het gehalte aan vitaliteit in fruit net zo bekend als vitamine C in fruit?
“Op de meeste producten is al terug te vinden hoeveel vitaminen, mineralen en calorieën erin zitten. Informatie over de intrinsieke kwaliteit of gezondheidswaarde staat er niet op. Ik denk in dat opzicht aan het principe van Schrödinger. Dit principe gaat ervan uit dat de ordening van ons voedsel van belang is omdat het deel gaat uitmaken van ons eigen lichaam en dus van onze eigen structuur. Dat principe wint langzaam terrein. Steeds meer mensen bekommeren zich om hun gezondheid en nemen maatregelen wat betreft hun leefstijl. Voeding is daarbij een belangrijk aspect. Langzamerhand willen mensen meer informatie over intrinsieke kwaliteit. Zij zullen de druk op de markt opvoeren. Het verhaal over biofotonen kan een grote bijdrage leveren aan de betekenis van de intrinsieke kwaliteit van voedingsproducten voor onze gezondheid. Wat mij betreft staat er over een tijdje niet alleen op een product hoe gezond het is wat betreft vitaminen en mineralen, maar ook wat betreft vitaliteit.”
Hoe eet ik tot die tijd zo vitaal mogelijk?
“Let eerst op de bereiding, ook die speelt een grote rol. Een product kan nog zo vitaal zijn, als je het niet juist bereidt, kan het een deel van zijn vitaliteit kwijtraken. Uit ons biofotonenonderzoek is gebleken dat invriezen en vervolgens ontdooien met de magnetron de grootste afwijking gaf wat betreft de structuur. Het magnetisch veld van de magnetron zet van alles in beweging. Daarmee verandert het de structuur van een product.”
“Wil je een keuze maken voor de vitaalste groente en fruit, kies dan groente of fruit die de gelegenheid hadden zich volledig natuurlijk te ontwikkelen. En zorg ervoor dat de stap naar de tafel zo klein mogelijk is. In praktijk kom je dan uit bij groente en fruit uit de buurt én van het seizoen.”