Resten van medicijnen in water zouden ons ziek maken. Onvruchtbaar zelfs. Regelmatig duiken berichten met deze boodschap op in de krant of de televisie. gezondNU laat twee insiders aan het woord.
De anticonceptiepil, antibiotica en antidepressiva; anno 2009 ontkent niemand meer dat in ons drinkwater resten aanwezig zijn van medicijnen. Over hoe erg dat is, lopen de meningen echter wél uiteen. Bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in Bilthoven maakt men zich bijvoorbeeld weinig zorgen. “Ik drink gewoon water uit de kraan”, zegt milieu-ingenieur Ans Versteegh, teamleider Drinkwater bij het RIVM. “Ik zit in Europese overlegorganen en bij rapportages springt ons land er altijd positief uit. Het drinkwater is hier zo goed. Als je in Nederland geen kraanwater meer durft te drinken, kun je dat nergens meer doen.”
Heel wat minder gerust is bioloog Alfons Uijtewaal, verbonden aan Stichting Huize Aarde in Enschede die gespecialiseerd is in duurzame ontwikkeling. “We weten nog niets over het effect van de totale medicijncocktail die we, tezamen met honderden andere industriële stoffen, dagelijks binnenkrijgen.”
15 medicijnen
Terug naar de feiten. In 2007 speurden onderzoekers van het RIVM naar 22 geneesmiddelen of de restanten daarvan, in het Nederlandse water. Ze onderzochten drinkwaterbronnen, zoals het oppervlakte- en grondwater, en ook het drinkwater zelf. Vijftien medicijnen bleken meetbaar aanwezig te zijn. Een paar moeilijk afbreekbare stoffen sprongen eruit, waaronder pijnstiller fenazon en anti-epilepsiemedicijn carbamazepine.
“Het klopt dat we een aantal geneesmiddelen hebben gevonden in een beperkt aantal monsters”, zegt Versteegh (milieu-ingenieur bij het RIVM). “Maar de concentraties waren erg laag.”
Ook een feit: door de groei en vergrijzing van de bevolking stijgt het gebruik van geneesmiddelen in Nederland, aldus het RIVM. Dit geldt vooral voor hart- en vaatmiddelen en medicijnen voor diabetes. Deze medicijnen zullen dus ook meer terecht komen in ons bodem- en oppervlakte water.
Interacties
Toch is het niet duidelijk wat die concentraties – hoe laag ook – betekenen voor ons lichaam. Versteegh geeft dat ruimhartig toe: “We weten onvoldoende over wat die kleine hoeveelheden doen in het lichaam en over hun mogelijke interacties. En ik heb ook niet de indruk dat daar nu veel onderzoek naar plaatsvindt.” Ze verwacht bovendien dat naarmate de wetenschap voortschrijdt en we beter kunnen meten, we meer medicijnresten vinden. “Hoe meer je in detail kunt gaan meten, hoe sneller je iets zult aantreffen. Als we in de toekomst op picogram-niveau gaan meten, of nog lager, vinden we waarschijnlijk nog meer stofjes.”
Volgens Uijtewaal (bioloog en werkzaam bij Stichting Huize Aarde) is er daarom een grote behoefte aan meer kennis. “Wat we nodig hebben, is goed onderzoek. Je hoeft maar een beetje verstand te hebben van biologie of de chemie van medicijnen, om te weten dat we het hebben over gifstoffen. De Gezondheidsraad heeft in 2001 niet voor niets gesteld dat we pesticiden en geneesmiddelen in het milieu op dezelfde manier zouden moeten behandelen.”
Het gebrek aan kennis laat zich volgens hem eenvoudig illustreren. “Vaak wordt alleen gekeken naar de moederstof. Met andere woorden: je zoekt in het water naar het medicijn. Maar in het lichaam, het riool en de rioolwaterzuivering wordt het medicijn een beetje veranderd. Wat overblijft, kan biologisch actief zijn. Meet je dat ook? Dat kan alleen als je gericht zoekt. Terwijl we vaak die omzettingsproducten nog niet kennen.”
Het valt hem op dat er nog steeds discussie is over de ernst van deze vorm van milieuvervuiling. “Nog altijd wordt de vraag gesteld: is het wel of geen probleem, medicijnen in het afvalwater? Terwijl er sinds 2003 genoeg bronnen zijn die aantonen dat de lage concentraties die je tegenkomt in het oppervlaktewater wel degelijk gevolgen hebben voor vissen en andere dieren. Dan heb ik het niet alleen over hormonen, waarvan bekend is dat ze bij vissen kunnen leiden tot geslachtsverandering, maar ook over bijvoorbeeld diclofenac en carbamazapine.”
Hij haalt het voorbeeld aan van een diergeneeskundig middel tegen parasieten, dat via de urine en ontlasting van vee in het milieu komt. “Zeer minieme hoeveelheden hiervan in het oppervlaktewater – niet te meten – hebben na verloop van tijd een aantoonbaar negatief effect op watervlooien.” Directe gezondheidseffecten voor de mens zijn onbekend. “Maar in het laboratorium is vastgesteld dat sommige medicijnen in uiterst lage concentraties de immuunafweer van menselijke cellen kunnen verstoren.”
Verantwoord medicijngebruik
De oplossing ligt volgens hem niet voor het oprapen. “Iedereen gebruikt medicijnen”, beseft Uijtewaal. “Ook dieren. Veel te veel. Jaarlijks verdwijnt bijna 600 ton antibiotica via hun urine en mest rechtstreeks in het milieu. Bij de siervisteelt worden antibiotica zo in het water gestrooid. Resten van medicijngebruik door burgers komen niet alleen in het riool terecht via de urine en ontlasting, maar ook het doorspoelen van overtollige medicijnen in de gootsteen en het toilet. Door lekkage vanuit voormalige afvalstortplaatsen en vanuit het lekkend rioolstelsel belandt een deel van deze stoffen direct in de bodem en het grondwater.”
De bronnen van medicijnvervuiling zijn dus divers en complex. “Dat geldt ook voor de mogelijke oplossingen, want je hebt een heleboel partijen. Daarom zeggen wij ook: pak de hele keten aan en niet alleen één schakel. Kijk dus niet alleen maar de waterzuiveraars. Die kunnen het niet alleen oplossen.”
Uijtewaal pleit ondermeer voor een versnelde vernieuwing van het rioolstelsel om lekkages te verminderen, en verbetering van de riool- en drinkwaterzuivering. “Maar de meest directe en effectieve maatregel is gezondheidsbevordering en verantwoord medicijngebruik bij mens en dier.”
Een handig hulpmiddel voor de keuze bij wel of geen pil voor alledaagse klachten is volgens hem het waaiertje ‘Thuisdokteren’ van twintig huisartsen uit de Bommelerwaard. “Eén van de knelpunten in Nederland is de medicijnverslaving, vooral aan slaapmiddelen en pijnstillers. Andere knelpunten zijn de grote vleesconsumptie en voedselverspilling, die het medicijngebruik bij dieren opdrijven.”
Een andere goede ontwikkeling volgens hem is het zoeken naar alternatieven voor antibiotica. “Veel boeren kiezen in plaats van antibiotica voor het gebruik van kruiden, knoflook en probiotica. Die weg zou de mens ook kunnen gaan. We zouden weer eens goed kunnen gaan kijken naar de mogelijkheden die de natuurgeneeskunde biedt.”
Homeopathie lijkt bijvoorbeeld een aantrekkelijk alternatief. “Er zou meer onderzoek gedaan moeten worden naar de effectiviteit van homeopathie bij mens en dier. Ook al gaat het om ongelooflijk lage concentraties, ze blijken toch een effect te hebben.”
Mogelijk dat in de toekomst biologisch afbreekbare medicijnen beschikbaar komen. “Maar dat is nog echt toekomstmuziek. Met behulp van biotechnologie zou je ‘groene’ pillen kunnen maken op basis van eiwitten. We weten echter nog niet goed wat daar de effecten van zullen zijn. Bovendien moeten medicijnen stabiel zijn, zodat ze niet te snel in het lichaam worden afgebroken. Dit is nog een heel lange weg.”
Beide benen op de grond
Wat moeten we – tot die tijd doen – als consument? Volgens Versteegh van het RIVM vooral ‘met beide benen op de grond blijven’. “Laat je niet bang maken: ‘Oh, het water is niet meer te drinken!’ Want dat is zondermeer níet het geval. Maar bewustwording is belangrijk. Spoel geen medicijnen door de wc, ook niet als ze vloeibaar zijn. En vraag je af: heb ik dat medicijn echt nodig? Ik ben geen dokter, maar met bijvoorbeeld slaapmiddelen of tranquillizers kunnen mensen kritischer omgaan.”
En – zo voegt ze tot slot nog fijntjes aan de discussie toe: “We moeten niet vergeten dat we ook op andere manieren verontreinigingen zoals resten van bestrijdingsmiddelen binnenkrijgen, bijvoorbeeld via onze voeding. Je kunt niet alleen naar het drinkwater wijzen.”
Wat drinken de deskundigen zelf?
Teamleider Drinkwater van het RIVM Ans Versteegh drinkt ongefilterd water uit de kraan. “Natuurlijk”, zegt ze stellig. Alfons Uijtewaal van Stichting Huize Aarde neemt daarentegen liever het zekere voor het onzekere. “Ik drink al jaren gefilterd water”, vertelt hij.
“Met een los filter waarin actieve koolstof zit, haal je veel medicijnresten uit het drinkwater. Niet alles. Het werkt overigens ook goed tegen vervuiling van de leiding, bijvoorbeeld met lood. Kalk wordt er ook uitgehaald. En ook thee wordt er mooier en lekkerder van, is mijn ervaring. Ik drink liever gefilterd kraanwater dan fleswater, want ook die kunnen vervuilingen bevatten.”
Woordvoerder Eva Jansen van filterproducent Brita bevestigt dat een waterfilter met actieve koolstof organische verbindingen, zoals medicijnresten, kan absorberen. “De mate waarin dit gebeurt, hangt mede af van de structuur en de concentratie van de stof”, aldus Jansen. “Een waterfilter is echter in de eerste plaats bedoeld om geur- en smaakverstorende stoffen weg te filteren. Dan praat je vooral over kalk, chloor en zware metalen.”
Water – medicijnen – water – medicijnen
20 procent – Ongeveer 20 procent van de medicijnen in het milieu is afkomstig uit ziekenhuizen. Het is dus niet meer dan logisch het afvalwater direct bij de ziekenhuizen te filteren, dan het water eerst te laten wegspoelen via het riool en het bij de waterzuiveringsinstallatie alsnog proberen te zuiveren. Er lopen via de waterschappen verschillende projecten bij ziekenhuizen. Zo krijgt het toekomstige Maasziekenhuis in Boxmeer op de poliklinische afdeling toiletten die urine apart opvangt.
Ziekenhuiswater – Om medisch afvalwater te reinigen is het zogenaamde ‘Pharmafilter’ ontwikkeld. Het filter vangt niet alleen urine en ontlasting op, maar verzamelt via een andere route ook ondersteken, urineflessen, spuiten, bloemenvazen, bestek, infuuszakken en luiers. Niet alleen de medicijnresten worden dus gefilterd, maar ook de andere resten worden gereinigd. In een vergistingsreactor wordt er bruikbaar methaangas (voor warmte en energie) van gemaakt. In het Diaconessenhuis in Voorburg draait een pilot.
Biologisch vee – Biologische boeren gebruiken voor hun vee niet preventief antibiotica, maar alleen als het dier ziek is en er andere middelen niet helpen.
De pil en de man – Resten van de pil in het water veroorzaakt onvruchtbaarheid bij mannen – keer op keer haalt dit bericht de krant. Deskundigen reageren vaak lacherig. Toch is het wel degelijk een beetje waar: Vrouwelijke hormonen in de pil worden maar deels opgenomen, de rest plassen we uit. De hormonen komen zo via het oppervlaktewater terug in ons drinkwater. Bij organismen, zoals vissen, kan dat leiden tot vervrouwelijking. En dus zou dat bij onze mannen ook kunnen gebeuren. Maar … De vrouwelijke hormonen die we via de pil uitscheiden, is in Nederland becijferd op 40 milligram per dag. Dat valt in het niet bij de hormonen die álle vrouwen van nature uitscheiden: 3 kilo per dag. En dát valt weer in het niet bij dezelfde hormonen afkomstig van ons (vrouwelijke) vee: 40 kilo per dag. Daar kan dat beetje hormoon van de pil dus best nog wel bij.
Rijn en Maas – De geneesmiddelen in onze meren en rivieren zijn niet alleen afkomstig van onszelf, het komt ook ons land binnen via rivieren als de Rijn en de Maas.
Politiek – Geneesmiddelen in water hebben de aandacht van de politiek. Een werkgroep vanuit vier ministeries is bezig met maatregelen. Deze zijn bijvoorbeeld gericht op het apart verwerken van afvalstromen uit ziekenhuizen, het inzamelen van niet-gebruikte medicijnen via de apotheek en het ontwikkelen van milieuvriendelijke medicijnen.