Een op de vijf Nederlanders krijgt in zijn leven te maken met een angststoornis. Andrada Lascaian is één van hen. “Ik was bang om dood te gaan in die smalle toren.”
Het was donker en het enige wat ik wilde, was levend die toren uit komen. Als bevroren zat ik op de vensterbank. Mijn handen en benen trilden als een rietje, mijn evenwicht was weg. Totale paniek sloeg toe. Ik wilde schreeuwen, maar mijn kaak was verkrampt.
Een aantal maanden geleden was ik met een vriendin in Londen. Een prachtige stad, maar van bovenaf gezien nog mooier, dachten wij. We stuitten toevallig op een zestig meter hoge toren die door middel van een smalle trap te beklimmen was.
Ik heb claustrofobie en hoogtevrees, maar toch besloot ik eens en voor altijd mijn angst te overwinnen. Vol moed liep ik de trap op. Mijn vriendin liep voorop. Omdat we snel naar boven liepen, werd ik een beetje duizelig en door de inspanning klopte mijn hart ook een aantal slagen sneller.
Torenangst
De trap leek met elke trede smaller te worden, de ruimte werd donkerder en er was niet genoeg zuurstof. Mijn vingers tintelden, ik kreeg het vreselijk warm. “Doe je jas uit en laten we even stoppen”, zei mijn vriendin. De toren had kleine, smalle raampjes met vensterbanken, breed genoeg om op te zitten. We waren op driekwart, ik had nog maar honderd treden te gaan tot mijn grote overwinning. Maar mijn innerlijke stem liet me in de steek. Ik had geen kalmerende of aanmoedigende gedachtes meer.
Ik ademde sneller en mijn hart ging steeds harder tekeer. Het prachtige uitzicht, treden tellen, niets hielp. Ik was bang om dood te gaan in die smalle toren, in een onbekende stad. Ik haalde zó diep adem dat mijn longen pijn deden en toch kwam ik lucht tekort. Mijn zicht verminderde en gepaard met een heel hoge piep ging mijn linkeroor dicht.
Vanaf dat moment ging alles in rap tempo. Ik zag en hoorde maar half, kreeg het vreselijk benauwd en werd misselijk. Ik kon niet meer denken, niet meer relativeren …
In een impuls stond ik met al mijn kracht op en rende als een gek de trap af naar beneden. Ik vloog letterlijk over de tweehonderd treden. Mijn beleefdheid was verdwenen, mensen die in de weg stonden, duwde ik aan de kant. Met tranen in mijn ogen stond ik weer op straat. Ik was boos op mijzelf, teleurgesteld en voelde me heel nietig. Langzaam besefte ik: ik heb een nieuwe angst voor mijn collectie: torenangst!
Hulp van de huisarts
Ik word soms flink belemmerd in mijn dagelijks leven door mijn paniekaanvallen. In een drukke bioscoopzaal wil ik zo dicht mogelijk bij de uitgang zitten. Ik neem meestal de trap in plaats van de lift en Amsterdam CS vermijd ik ook liever. Vreemd genoeg heb ik geen vliegangst, maar de gedachte dat ik voor een paar uur opgesloten zit met honderden mensen op een paar vierkante meter maakt me gek.
Omdat de paniekaanval in Londen dus niet op zichzelf stond, ging ik naar mijn huisarts. Ik kreeg van haar een formulier met vragen. Of ik wel vaker last had van angsten? Of ik vaak zit te piekeren? Of het leven voor mij nog zin heeft? Er werd bijna gesuggereerd dat ik suïcidaal was. Natuurlijk had het leven zin voor mij; ik was bang om dood te gaan, niet om te leven!
Ik kreeg een tweede formulier gericht op angst. Ik vulde hem in en werd doorgestuurd naar een psychiater in plaats van naar een psycholoog, want die mag geen antidepressiva voorschrijven. Ik wilde geen pillen, want ik wilde niet half aanwezig door het leven. De volgende optie was cognitieve gedragstherapie. Het klonk goed, ik hoefde alleen nog maar een afspraak te maken.
Angst: lichamelijk of psychisch?
Omdat ik meer wilde weten over die torenangst (en al mijn andere angsten), ging ik naar een symposium over angststoornissen. Hier sprak Damiaan Denys, hoofd psychiatrie van het AMC. Volgens hem bestaat angst uit twee delen: het lichamelijke deel, met symptomen als spanning, zweten en hartkloppingen, en het psychologische deel: de angst die in je hoofd plaatsvindt. “Tot op heden weten we nog niet wat eerst komt: de lichamelijke klachten die je als eerste waarneemt en angst veroorzaken, of juist de psychologische angst die de lichamelijke klachten aanwakkert.”
Volgens Denys moeten we ook onderscheid maken tussen angst en vrees. Vrees is angst voor een object. Bij angst ben je feitelijk bang voor niets; het angstgevoel overspoelt je, het is een soort existentiële angst. Dit is een angst die overigens alleen mensen kennen; dieren zijn ook bang, maar bij hen gaat het altijd om een biologische, gezonde en concrete vrees. Vrees is om die reden makkelijker te behandelen, omdat je over een object kunt nadenken. “Objectloze angst is verschrikkelijk en de lijdensdruk is bijzonder hoog”, zegt Denys.
Uit eigen ervaring weet Denys dat veel mensen naar de eerste hulp gaan met pijn op de borst, kortademigheid en misselijkheid, allemaal typische symptomen van een hartaanval. Als de cardioloog kijkt, blijkt het ‘slechts’ een angstaanval te zijn. “Het vergt zelfkennis en zelfreflectie om angst te herkennen”, aldus Denys.
Voor mij is dit heel herkenbaar. Toen ik dertien was, uitte mijn eerste angstaanval zich in de vorm van hyperventilatie. Ik kon niet meer praten, mijn benen voelden als verlamd en ik kon niet meer de trap aflopen naar de woonkamer. Nu herken ik een paniekaanval en weet ik dat het overgaat, maar de doodsangsten die ik tijdens zo’n aanval ervaar, zijn nog steeds hetzelfde.
Gezonde angst
In Nederland heeft zo’n twintig procent van de mensen wel een keer in zijn leven last van een angststoornis, meldt de Hersenstichting. Volgens psychologen zijn angsten terug te leiden tot de angst om dood te gaan. Wat is de oorzaak van angst eigenlijk? Ik vraag het aan Moniek van Nispen van de Angst, Dwang en Fobie-stichting.
Op chemisch niveau speelt het stofje serotonine een rol bij het ervaren van angstgevoelens. “In onze hersenen zijn stoffen actief die ervoor zorgen dat de verschillende delen van onze hersenen goed met elkaar communiceren: de boodschapperstoffen. Ze zijn belangrijk bij het regelen van gevoelens zoals angst en somberheid. Bij mensen met angst en depressie is het serotonine- en/of het noradrenalinesysteem ontregelt”, vertelt Van Nispen.
Op biologisch niveau wordt angst echter verklaard als een reactie op een gebrek aan controle. Denys: “De essentie van angst is het niet kunnen controleren van jezelf en de omgeving. De aangeboren angst voor krokodillen en slangen is biologisch bepaald en een gezonde angst. Aangeleerde angst daarentegen wordt gegenereerd door de verbeelding. Dit is ook een van de moeilijke dingen van angst: omdat het imaginair is, helpt rationalisatie niet. Veel angsten hebben niks te maken met de werkelijkheid, maar met wat er zou kunnen gebeuren.”
Angst begint met associatie: als je als kind aardbeien at toen je door een bij geprikt werd, kan het zijn dat je als volwassene geen aardbeien meer lust, omdat je ze associeert met die nare ervaring. Wetenschappers ontdekten dat iedereen kan worden geconditioneerd. Conditionering is belangrijk, want de meeste angsten hebben deze eigenschap als basis. “Je kunt een deurklink vasthouden en denken: misschien is hij besmet. Op dat moment beginnen je fantasie en associatievermogen te werken. Als iets eenmaal geconditioneerd is, blijft het in de hersenen zitten en is het heel moeilijk om het er weer uit te krijgen, oftewel te deconditioneren”, legt Denys uit.
Cognitieve gedragstherapie
Dit betekent niet dat je zelf niks tegen je angsten kunt doen. De belangrijkste stap om de angst kwijt te raken, zo leer ik tijdens het symposium, is de angst leren benoemen. Nadenken over wat je werkelijk angstig en onzeker maakt. Op deze manier maak je de switch van angst naar vrees en zijn je paniekaanvallen makkelijker te behandelen.
Op dit principe is ook cognitieve gedragstherapie (een therapie om angststoornissen te behandelen) gebaseerd; je wordt blootgesteld aan datgene waar je bang voor bent, zonder dat je de lichamelijke klachten hoeft te ervaren. Er wordt ingegrepen in het angstgeheugen en een nieuw geheugenspoor gevormd.
Hoe ik met mijn torenangst ben omgegaan? Door heel sceptisch te zijn tegenover de behandeling en mijn bezoek aan de huisarts. Heel typerend voor mij. Ik hoefde alleen nog maar een afspraak te maken, en toch: de verwijsbrief ligt nog steeds op mijn nachtkastje. Misschien ben ik wel mijn brein en hebben mijn hersenen mij toch in hun macht.
Feit
Een angstaanval is van korte duur en gaat gepaard met een bijna onverdraaglijk gevoel. Angststoornissen en fobieën hebben een langdurig karakter. Alle soorten angst zijn knap lastig.
Hulp
- Angstvrij is een gids voor mensen die zelfstandig hun angstgevoelens willen aanpakken. Met behulp van praktische technieken kun je stapsgewijs je angst proberen te overwinnen. (Uitgeverij Nieuwezijds, ISBN 9789 057 122 699)
- Angststoornissen zijn ingrijpend en kunnen ons leven flink verstoren. In de psychiatrie is het zelfs de meest voorkomende aandoening. Angststoornissen zijn jaarlijks goed voor zo’n 286 miljoen euro aan zorgkosten.