Dit is het verhaal van boerin Pipie, hondje Noppie, bossen regenboogwortels en boerderij Koekoek. Het zou zo een kinderboek kunnen zijn. Ware het niet dat boerin Pipie echt is, net zo echt als de paarse, gele en witte wortelen die ze verbouwt. “Iedereen denkt dat de wortel van oorsprong oranje is, maar dat is helemaal niet zo.”
Het is nog vroeg. Samen met de fotograaf rijd ik door de bijna uitgestorven straten van Drimmelen. De plaatselijke postbode steekt zijn hand op en we volgen het bordje ‘De Koekoekweg’. Volgens de navigatie hebben we de bestemming bijna bereikt. Toch twijfel ik even als ik in de verte geen pittoreske boerderij, maar een prachtig landhuis zie. “Woont hier boerin Pipie?”, vraag ik hardop. “Zijn we niet verdwaald?”.
Zodra ik op het erf van De Koekoek ben, rent een uitgelaten hond mij tegemoet. “Dat is Noppie”, roept Pipie. “Mijn kinderen zeggen altijd: ‘Noppie is toppie’.” Terwijl ze een kop thee zet, volg ik de hond naar de tuin. Het is hier prachtig. Hoe ver ik ook kijk, overal zie ik groen. Tussen de bomen hangt een hangmat – “een moederdagcadeau”- en behalve het getjilp van vogels hoor ik niks. “Mooi is het hier, hè?”, lijkt ze mijn gedachten te lezen.
Moderne boerin
Als ik Pipie vraag of ze zich ook echt een boerin voelt, krabt ze bedenkelijk op haar hoofd: “Tja, ik ben bezig met gewassen en groente, maar ik ben óók bezig met de achterkant van het bedrijf, zoals het papierwerk. Ik denk dat ik een moderne boerin ben.” Dat ze zichzelf ooit een moderne boerin zou noemen, had ze vroeger nooit gedacht. “Het boerenleven sprak mij helemaal niet aan. Ik woonde buiten, maar ben juist naar een grote stad verhuisd om rechten te studeren. Daar had je tenminste alles dichtbij. Toen ik mijn man Marc ontmoette op een bruiloft – van een bruiloft komt een bruiloft – ben ik langzaam deze passie ingerold. Eerst werkte ik nog als advocaat en deed ik vooral het papierwerk, nu is de groente mijn afdeling. Trekker rijden en snelle bochtjes maken bij de sloten vind ik lastig, maar ik weet inmiddels wél of een wortel het goed doet.”
Toen ze kinderen kregen, stopte Pipie met haar baan als advocaat en zijn ze biologisch gaan boeren. “Het werd toen heel anders, veel leuker”, zegt ze met glinsterende ogen. “Als je biologisch gaat boeren, heb je wisselteelten en veel meer papierwerk. Het maakt het ingewikkelder, uitdagender en afwisselender. Dat houd je wel van de straat!”, lacht Pipie. “Het spreekt mij niet aan als er twintig vrachtwagens weggaan met penen. Ik wil juist de wortelen door mijn handen laten gaan.”
De Koekoek begon ooit met vooral graan, suikerbieten en aardappelen. Nu worden er in de Brabantse kleigrond verschillende soorten kolen, wortelen, bieten, rammenas en pompoenen verbouwd. Daarnaast hebben ze Aberdeen Angus vleeskoeien. Toch hebben Pipie en Marc nog een idealistische droom: “Omdat wij zowel vee als akkerbouw hebben, proberen we de cirkel in ons bedrijf rond te krijgen. Onze rustgewassen voeren we aan de koeien, net zoals een kromme wortel of een aardappel met een vlekje. De koeien geven mest en dat gebruiken we weer voor op het land. Zo maken we op ons bedrijf een kringloop. We moeten nog steeds mest inkopen, dus we zijn er nog niet. Maar dat is juist het leuke, we weten niet wanneer en of we ons doel behalen.”
Paars, geel, wit
Nu ik Pipie en De Koekoek iets beter heb leren kennen, is het tijd om de gekleurde wortelen te ontmoeten. Pipie neemt ons mee naar een gammel busje – “de bedrijfsbolide”- vol met handige dingen voor op het land en voetstappen van klei. We hobbelen over een heuvel en in de verte zie ik een groen veld. “Kijk hier verbouwen we de wortelen”, wijst Pipie vanuit de auto. “Op deze twee hectare staan vier verschillende wortelrassen en wortelpeterselie en pastinaak.” Zodra we tussen de wortelen staan, begint Pipie enthousiast aan het blad te trekken. “Hij wordt geacht er zo uit te komen”, zegt ze verontwaardigd. En ja hoor, even later houdt Pipie een grote wortel in een dieppaarse kleur omhoog. Ze wrijft met het blad de klei eraf en neemt een hap. Al kauwend loopt ze door het land en verzamelt ze een bos in verschillende kleuren. Het is steeds weer een verrassing wat er uit de grond komt. “Kijk”, roept ze. In haar hand houdt ze een gekke wortel met drie pinnen, het lijkt wel een hark. “Deze wortel kun je dus niet verkopen, terwijl mijn dochter hem juist leuk vindt. Ze zou hem bijna in haar kamer zetten, omdat hij zo’n geestige vorm heeft.”
Dit is het eerste jaar dat De Koekoek naast de bekende oranje wortel, ook gekleurde wortelen verbouwt. In de zeekleigrond, wat de perfecte grond is voor het verbouwen van wortelen, groeit een (kleine) regenboog aan wortels. Paars, oranje, geel en wit, keurig in een lange rij, maar er zijn ook plekken waar alle kleuren door elkaar groeien: “Aan het eind houd je altijd zaden over, die heb ik bij elkaar gegooid. Zo heb je een leuke verrassing”, vertelt Pipie. Als ik haar vraag naar het groeiproces van de wortelen, vertelt Pipie: “Het begint als een piepklein zaadje die we de tweede helft van mei zaaien. Dan duim ik hard dat het gaat regenen. Net voordat de wortel kiemt, branden we het onkruid dat naar boven is gekomen weg. Daarna kun je even niets doen, alleen wachten tot de wortel groter is. Dan komt de tijd van het wieden van heel veel onkruid. Zodra de wortelen volgroeid zijn, komt er een klembandrooier. Deze machine trekt met twee banden het gewas uit de grond. Messen snijden de wortelen af en ze vallen via een plateau in een kist. Deze kisten zetten we in de koeling en als iemand opbelt, wassen we de wortelen en pakken ze in. We leveren veel aan Ekoplaza, Willem&Drees en lokale supermarkten.” Maar hoe weet je nu of een wortel volgroeid is, zo verstopt onder de grond. “Wanneer het uiteinde dat boven de grond uitpiept stomp is, weet je dat de wortel klaar is. En is de wortel toch nog niet klaar? Dan eet ik hem gewoon op, je moet zelf natuurlijk ook een beetje eten.”
Tour-de-wortel
Als ik vraag of de smaak van de gekleurde wortelen verschillend is, belooft ze dat ik ze zo zelf mag proeven: “Ik zal ze eerst even voor je wassen.” Ik wil me natuurlijk niet laten kennen en neem een hap van een verdwaalde paarse wortel op de grond. Het heeft een iets pittigere smaak dan de oranje wortel en het knispert tussen mijn tanden. “Zand schuurt de maag”, grapt Pipie. Terwijl ik mijn best doe om het laatste stukje zanderige wortel door te slikken, vertelt ze een leuk wortelweetje: “Bijna iedereen denkt dat de wortel van oorsprong oranje is, maar dat is helemaal niet zo. Eigenlijk is hij dus paars, wit of geel. Ik heb niet kunnen achterhalen welke wortel het eerst was, maar in ieder geval niet de oranje.” Naast dat de kleur van de wortel kan verschillen, is er ook een verschil in caroteen. Als je denkt dat de oranje wortel het meeste caroteen bevat, zit je volgens de moderne boerin verkeerd: “Het is de paarse wortel. Deze superwortel bevat het meeste caroteen en het antioxidant anthocyanen. Ook staat het natuurlijk kleurig op je bord.”
De laatste stop van ‘tour-de-wortel’ is de wortelpeterselie en de pastinaak. Pipie geeft een stevige ruk aan het blad en een reuzewortel komt tevoorschijn. “Dit is nou pastinaak”, vertelt ze. “Als je het schilt en in de oven legt met een beetje honing, is het echt heerlijk.” De wortelpeterselie, waarvan de meeste mensen alleen het kruid kennen, wordt bij de Koekoek juist geteeld voor de wortel. “Het smaakt net zoals het kruid en je kunt het goed in een gerecht verwerken, zoals een stoofschotel.” Aan het eind van de rondleiding ontmoet ik Marc, hij onderzoekt aandachtig een doodgebeten konijn. “Het was een vos”, stelt hij vast. Ik als konijnenliefhebber, kijk vol afschuw naar het slagveld. “Dat is ook de natuur”, zegt Marc als hij mijn verschrikte gezicht is. “En het is trouwens een haas, misschien troost je dat iets.”
Rollator door de klei
Met de kofferbak vol wortelen, rijden we terug om te proeven. Onder het genot van een glas perensap, probeer ik de smaak te omschrijven. Conclusie: de witte en gele wortel zijn zachter van smaak en de paarse wortel is pittiger. Daarnaast hebben ze duidelijk meer smaak dan een niet-biologische wortel. Pipie wijst naar een voorbij vliegende groep vogels. “Laatst zat ik op de trekker om uit te rusten, toen er honderd zwaluwen over mij heen vlogen. Wel een half uur lang heb ik vol bewondering gekeken hoe deze beesten vliegen, draaien en weer opstijgen. Het zijn gewoon acrobaten in de lucht”, vertelt ze levendig. “Je gaat hier vast nooit meer weg”, zeg ik, als ik nog even van het uitzicht geniet. “Nee, nooit. Tenzij ik met mijn rollator niet meer door de klei kom.”
Zo herken je een lekkere wortel. Tip van Pipie: “Het blad van de wortel is de beste raadgever, kijk dus of het blad vers is. Nog een tip: versgeoogste groenten kun je beter niet wassen, maar meteen droog en donker bewaren. Zo gaat het veel langer mee.”
Van aardappelen tot kool en natuurlijk gekleurde wortelen. Boerin Pipie Smits van Oyen en haar man Marc Smits van Oyen verbouwen biologische gewassen in de Brabantse kleigrond van Drimmelen. Ook hebben ze vleeskoeien, waarvan ze het biologische vlees verkopen via www.dekoekoekdrimmelen.nl.
Gezond eten begint bij de oorsprong van het voedsel: de makers. In heel Nederland bezoekt gezondNU deze mensen met een hartstocht voor (h)eerlijk eten. Ken je zelf een maker van passievol eten? Mail: redactie@gezondnu.nl