Tong uitsteken naar de tandarts
In Nederland mag dan een tandartsentekort zijn, tandarts Siep Goerres – al 46 jaar in het vak – laat zich niet gek maken. Hij richt zijn volledige aandacht op de patiënt en neemt een kwartier de tijd voor een controle, in plaats van de tien of vijf minuten die tegenwoordig gebruikelijk is. “Als tandarts ben je meer dan een gebitsverzorger.” Met deze manier van werken redde hij het leven van één van zijn patiënten.
“Ze was eind dertig, geen roker, matige alcoholgebruiker. Ik controleerde haar gebit en dat zag er prima uit. Toen bekeek ik het mondslijmvlies. Ik keek haar mond rond en ineens zag ik een rode, onrustig plek. Het was zo groot als een erwt en zat onder de linkerzijkant van de tong. Afwijkende plekjes in de mond komen vaker voor, maar ik kreeg hier een raar gevoel bij. Ik vroeg haar of ze last van het plekje had en of haar huisarts ernaar gekeken had. Het plekje zat er een halfjaar en de huisarts had haar gerustgesteld. Toch vond ik het plekje zo verdacht dat ik een afspraak voor haar regelde bij de kaakchirurg voor de volgende dag. Ook hij vond het twijfelachtig en nam een biopt. De uitslag kwam al snel: planocellulair carcinoom, kanker dus. Binnen twee weken werd ze geopereerd. Een derde van haar tong moest eraf en ook haar halsklieren werden verwijderd, maar gelukkig waren we op tijd. Inmiddels zijn we 26 jaar verder en komt ze nog elk halfjaar gezond en wel bij mij langs. Ze leerde zelfs weer goed spreken. Ik ben zo blij dat ik toen niet alleen naar haar gebit gekeken heb.”
“Sinds deze ervaring vraag ik regelmatig aan patiënten om bij gebitscontroles de tong even uit te steken. Als patiënten dat vreemd vinden, leg ik uit dat ik de gehele mondholte inspecteer en niet alleen het gebit. Vaak zie je onschuldige afwijkingen, maar vooral bij rokers zie je soms witte ribbelige plekken op het mondslijmvlies en die kunnen zich kwaadaardig ontwikkelen. Ik spreek ze dan elke keer weer ernstig toe dat ze moeten stoppen met roken. Omdat ik ze ken, pikken ze dat ook wel van mij. Je bent als tandarts tenslotte meer dan een gebitsverzorger. Ik leerde dat al vijftig jaar geleden tijdens mijn studie Tandheelkunde. Het boek van mijn toenmalige professor Boering over mondslijmvliesafwijkingen staat nog in mijn kast. Wij werden gedrild, hij zette je voor paal als je iets niet wist. Maar als je eenmaal een aantal jaren in de praktijk werkzaam bent, sluipt er routine in en word je wat minder alert. Tot je weer eens op iets bijzonders stuit. Dan word je wakker geschud en kijk je voortaan twee keer zo goed.”
“Ook bij andere problemen kijk ik verder dan iemands gebit. Zo associëren veel mensen een tandartsbezoek met angst, doordat ze een pijnlijke ervaring hebben gehad of om een andere reden bang zijn voor een behandeling. Angstbeheersing is dan ook een belangrijk punt binnen het tandartsenvak. Dat begint al bij de praktijkinrichting: een poster op het plafond boven de stoel, muziek op de achtergrond, dat alles kan angst verminderen. Ook helpt het om een behandeling goed uit te leggen en makkelijk verdoving aan te bieden. Nu ben ik nogal een prater en dat werkt bij veel patiënten al ontspannend. Helemaal omdat ik, opgegroeid in Rijswijk, ook Fries spreek. Blijkbaar gooi ik er af en toe gekke woorden doorheen, wat zorgt voor hilariteit. Ook dat geeft angstreductie.”
“Kinderen laat ik vanaf twee jaar meekomen met hun ouders. Daardoor wennen ze alvast een beetje. Met vier jaar heb ik ze dan altijd wel een keer in de stoel gehad. Je moet rust uitstralen en de assistentes ook. Mijn vrouw assisteert me al jaren in de praktijk. Zij heeft ervaring in het basisonderwijs en brengt rust over op onrustige kinderen. Mijn andere assistente werkt op dezelfde manier.”
“Ik richt mijn aandacht volledig op de patiënt, niet op een computerscherm. Ik werk nog altijd met patiëntenkaarten en een papieren agenda. Als tandarts sta je altijd onder tijdsdruk, je bent zo’n beetje stationschef op je eigen perron. Toch neem ik voor een gebitscontrole een kwartier de tijd en niet tien of vijf minuten zoals tegenwoordig gebruikelijk is. Mijn werk goed doen vind ik belangrijker dan mijn inkomen. Al besef ik dat als iedereen zo werkt, het tandartsentekort in Nederland nog twee keer zo groot zou zijn.”
Siep Goerres (71) is tandarts in Heerenveen en zit al 46 jaar in het vak.