Risotto maken is een leuk klusje waar je wat liefde in moet stoppen voor een heerlijk resultaat. Begin met het aanbakken van de gesnipperde ui in een scheutje olijfolie. Voeg daarna de risottorijst toe en bak het enkele minuten, zodat alle korrels glazig worden. Roer met een houten lepel in de pan.
Breng een pan groentebouillon aan de kook. Kerf met een mes een kruis in de tomaten, dompel ze vijftien seconden onder in kokend water en pel ze in koud water. Pureer de ontvelde tomaten met een staafmixer in de warme groentebouillon.
De kunst van risotto maken is om de groentebouillon beetje bij beetje aan de rijst toe te voegen op middelhoog vuur. Zodra de eerste soeplepel met bouillon bijna is verdampt, doe je de volgende erbij. Roer iedere minuut. Als alle bouillon op is, proef je de gaarheid van de risotto. Een risottokorrel moet nog wat bite hebben.
Pof de gehalveerde bollen knoflook in de oven op 170 graden. Na ongeveer twintig minuten zijn de teentjes zacht en een stuk minder scherp van smaak. De gepofte knoflook serveer je bij het gerecht en kun je zo uit de bollen eten.
Snijd het vet van de eendenborstfilets iets in zodat je ruitjes krijgt en bak ze mooie bruin in een droge koekenpan op middelhoog vuur. Als je begint te bakken op het vet, dan smelt dit mooi weg en bak je de eend in zijn eigen vet. Draai het vuur iets lager en braad de eendenborstfilets rondom aan. Haal de filets uit de pan en ‘lak’ ze met een kwastje met honing en verse tijmblaadjes. Gaar de eendenborstfilets nog zo’n vijf minuten na in de oven op 150 graden tot ze medium gaar zijn. Verwarm ook de geitenkaas en de gedroogde dadels vijf minuten in de oven. Serveer er een lekkere, feestelijke frisse salade bij.