Van vet wordt je vet? Nee. Vet heb je nodig. Het levert brandstof en vervult belangrijke functies in ons lichaam. In ons eten geeft vet smaak en je hebt het simpelweg nodig voor het bakken, braden en smeren. Ook wie lijnt moet vet eten, soms nog wel iets meer, dan vroeger.
Roomboter of margarine? Olijfolie of zonnebloemolie? Of koolzaadolie en kokosolie? Er is een heel vet-assortiment en het ziet er allemaal vet-lekker uit! En dat is het ook, want vet geeft ons eten smaak. Ook is het een brandstof en bouwstof voor ons lichaam en er zitten vitamines in die onmisbaar zijn voor ons lichaam. Vet helpt bij een betere stoelgang en zorgt voor een verzadigd, vol gevoel. Allemaal redenen om vet niet rigoureus te schrappen van je menu.
Puur vet, vet goed
Vet moet, maar dat is geen vrijbrief om chips en gevulde koeken te eten. Bij vet geldt hetzelfde motto als bij suiker; de vetten die je in hun pure vorm gebruikt (boter, olie) zijn niet per definitie de dikmakers. Het zijn juist de vetten die verborgen zitten in chips en saucijzenbroodjes waar we dik van worden.
Variatie is ook bij vet het toverwoord. Juist door af te wisselen, profiteer je van het goede dat de verschillende vetsoorten te bieden hebben. Zo zit bijvoorbeeld de ene vetsoort vol met vitamines en de andere met omega-3-vetzuren.
Ook vette vis hoort ook elke week op je bord te liggen. Haring, zalm en makreel zijn een belangrijke bron van EPA en DHA. Dit zijn vetzuren kan je lichaam niet makkelijk zelf aanmaken.
Hitte en olie
Niet alle oliesoorten kunnen goed tegen verhitting. Bakken en braden kan je het beste doen in kokosolie, roomboter, olijfolie en koolzaadolie. Kies in de keuken voor een olie die tegen hogere temperaturen kan. Bij verhitting in de pan verandert de structuur van vet geleidelijk. Zodra het vet gaat walmen worden stoffen gevormd die de smaak van het eten kunnen verminderen en schadelijke componenten kunnen bevatten.
Oliën die minder goed tegen verhitting kunnen zijn zonnebloemolie, saffloerolie, maïsolie, extra vierge olijfolie of andere koudgeperste plantaardige oliën. Ze zijn kwetsbaar doordat ze veel meervouding onverzadigde vetzuren bevatten. Verhitting boven de 100 graden wordt daarom niet aangeraden. Je kan ze wel prima gebruiken als een dressing over een salade, koud dus.
Doe-het-zelf-tip 1: Roomboter en zitten
Het enige nadeel van vet is dat het veel calorieën levert. Maar dat is eigenlijk pas een probleem als je te weinig beweegt en onvoldoende verbrandt. Dat maakt roomboter niet ongezond, maar roomboter in combinatie met niks doen wél.
Doe-het-zelf-tip 2: Satésaus, met vet én suiker
Een bakje friet of een bord nasi is niet compleet zonder satésaus. Lekker, maar ook heel vet. En ook hartstikke zoet. In veel kant-en-klare potten satésaus zit 27 gram suiker per honderd gram saus. Meer dan een kwart van elke lik satésaus is dus suiker. Je kunt je dus terecht afvragen of de satésaus een dikmaker is door het vet, de suiker of beide. Maak daarom je eigen satésaus. Desnoods met een pot gewone pindakaas als basis. Ook hierin zit suiker, maar veel minder dan de satésaus uit de winkel.
Slanke inspiratie
Kun je deze oliën verhitten, of alleen koud te gebruiken?
- Olijfolie: meestal koud, als dressing of smaakmaker
- Zonnebloemolie: warm en koud, maar niet voor te hoge temperaturen
- Sesamolie: warm en koud, geven je gerechten een Aziatisch tintje
- Maïsolie: warm en koud, maar niet mee frituren
- Tarwekiemolie: koud, rijk aan vitamine E
- Kokosolie: warm!
- Koolzaadolie: koud, ideaal voor vinaigrettes
- Arganolie: koud, lekker bij salades, vis of pasta
- Saffloerolie: koud, lekker over een salade
- Arachideolie: warm en koud, ook om in te frituren