Als Rob ging ze al in rokjes naar haar werk. Jarenlang stelde ze een geslachtsverandering uit. Een ontmoeting met vier stralende transgenders zorgde voor een keerpunt. Nu is Roos Bongers (51) volledig tot bloei gekomen.
“Ik ben geboren als Robert-Jan, de oudste in een gezin van drie jongens. Mijn ouders waren beiden een voorbeeld voor me. Ik ben even handig met hamer en spijkers als met naald en draad, even bedreven achter het fornuis als achter de bankschroef. Ik vond de wereld van huisvrouwen geweldig. Maar ik was ook gefascineerd door techniek en vervoer. Sleutelen aan brommers en fietsen, zelf treinen bouwen. Nog steeds heb ik die passie. In 1988 werd ik vrachtwagenchauffeur. Lekker buiten spelen met een grote auto. Sinds 2000 werk ik bij een producent en leverancier van betonmortel. Ik heb daar twee functies: chauffeur op een betonmixer en reservelaborant.”
“Op het VWO trok ik alleen met meiden op. Ik ging me steeds vrouwelijker kleden, had vanaf mijn zeventiende lang haar. Later liet ik ook gaatjes in mijn oren prikken. Meisjes waren smoorverliefd op me, maar ik had niks door. Toen een vriendin vroeg of ik weleens aftrok, dacht ik dat ze het over wiskunde had. Het werkte allemaal wel, maar ik had totaal geen behoefte aan seks. Ik vond dat ding tussen mijn benen maar raar. Zo voelde ik dat als jochie van vijf al. Als jongvolwassene keek ik zeer geboeid naar documentaires over transseksuelen. Dat een geslachtsverandering mijn lot was, wist ik donders goed. Maar ik vluchtte ervoor weg. Ik wist dat de transitie vijf jaar van mijn leven zou kosten. Het resultaat zou nooit perfect zijn. Ik werd ouder, bitter, steeds depressiever. Tot ik op 28 februari 2010 enkele lotgenootjes ontmoette. Een keerpunt. Dat je zó mooi, zó vrouwelijk en vooral zó happy kon worden … Ze hadden allemaal lichtjes in hun ogen. Bij mezelf had ik die al 25 jaar niet gezien.”
Overgang én puberteit
“Na een paar weken trok ik de stoute schoenen aan. De huisarts zei: ‘Ben je daar eindelijk?’ Ik kreeg de verwijzing. De spreekkamer leek gevuld met oranje en roze bloemen. Er volgden gesprekken met psychologen en hormoonbehandelingen. Door laseren werd mijn baardgroei verminderd, door logopedie leerde ik vrouwelijker en melodieuzer praten. Mijn borsten begonnen te groeien, ik kreeg opvliegers, ik werd zachter, ronder en was voor het eerst verliefd. De overgang én de puberteit op hetzelfde moment. Op 8 maart 2011 – Internationale Vrouwendag – ging ik ‘sociaal om’. Ik deelde mijn omgeving mee: ‘Vanaf vandaag ben ik Roos.’ Ik voelde me vanaf toen veel meer op mijn gemak tussen de mensen, omdat voor hen en voor mij duidelijk was wat ik ben: vrouw! Na de door het VU Ziekenhuis verplichte ‘real life experience’ kwam ik op de wachtlijst voor de operatie. In maart 2014 was het zover. Ik vond het spannend. Maar het voelde ook als een verlossing.”
“Er is zelden twijfel over mijn vrouwelijkheid. Vaak spreken voorbijgangers me aan als ik beton sta te lossen: ‘Oooh, een dame achter de wagen, wat stoer!’ Vanaf de steiger fluiten bouwvakkers geregeld naar me. Dat vind ik leuk. Zelf kijk ik in de zomer graag naar de prachtige schouderpartijen van die sterke mannen. Mijn collega’s hebben me altijd geaccepteerd. Ze waarderen mijn inzet op het werk en mijn openheid. Ze mogen alles aan me vragen. Grapjes maken. Het zijn directe jongens. Dus dat doen ze dan ook. Mensen zeggen dat ik straal. Omdat ik eindelijk op het juiste spoor zit, de vrouw ben die ik al zo lang wilde zijn. Ik ben actief in het begeleiden van lotgenoten. Het is fijn om anderen te helpen, om ze het duwtje in de rug te geven dat ik zelf ook kreeg.”
Voor meer informatie: www.vereniging-genderdiversiteit.nl