De diagnose kanker voelt vaak alsof de bodem onder je bestaan wordt weggeslagen. Daarom is het juist zo belangrijk om naast de behandeling van kanker óók die bodem te repareren, zeggen borstkankerchirurg Miranda Ernst en voedingsdeskundige en gesprekstherapeut Sophia van Sorgen. Maar hoe? Voeding kan een middel zijn, maar ook de gezonde factor van vertrouwen in jezelf en het leven moet je niet onderschatten.
Zij: Sophia van Sorgen kreeg op haar zeventiende te horen dat de kans dat ze de kanker (non-hodgkin) zou overleven klein was, maar ze genas. Helaas kreeg ze een tweede keer kanker, dit keer borstkanker. Ze skipte heel bewust chemo en koos een eigen pad. Hierover schreef ze het boek Sophia. Vandaag zit ze hier als voedingsdeskundige en gesprekstherapeut om te vertellen over haar visie op kanker.
Zij: Miranda Ernst is oncologisch chirurg bij het Alexander Monro Ziekenhuis in Bilthoven, gespecialiseerd in borstkanker en andere borstaandoeningen. Toen ze zelf vanwege migraine bij een natuurgeneeskundige in Duitsland belandde, voelde ze aan den lijve wat voeding met je lijf en gezondheid kan doen. Ze was zo enthousiast dat ze orthomoleculaire geneeskunde ging studeren. Die studie veranderde haar visie op ziekte en gezondheid en de behandeling van kanker voorgoed.
Gebke: “Net voor het interview zit ik gespannen op nieuws te wachten. Afgelopen dinsdag werd een vriend ineens niet goed op zijn werk. Hij sloeg letterlijk alleen nog brabbeltaal uit. Vandaag is de uitslag van de MRI-scan. Ik zag ze vanochtend nog lopen op weg naar het ziekenhuis. Het zal toch nog niet, vliegt het door mijn hoofd. Over twee dagen gaat een kennis onder het mes. Nog maar net veertig en een hersentumor.”
“Toen mijn vader in 2014 overleed aan kanker, hoopte ik dat het hele kankerverhaal een dichtgeslagen boek zou zijn. Hoe naïef kun je zijn? Inmiddels is ook mijn tante, de beste vriendin van mijn moeder, aan de ziekte overleden. Kanker is een slagveld. Ik had er zo graag een punt achter gezet. Sophia van Sorgen kreeg tot twee keer toe kanker en toch zet ze geen punt achter haar ziekte, maar een komma. Sterker nog, ze heeft letterlijk van haar ziekte haar werk gemaakt en helpt tegenwoordig als gesprekstherapeut en voedingsdeskundige mensen met kanker. Dat is precies wat ze gemeen heeft met Miranda Ernst, chirurg bij het Alexander Monro Ziekenhuis én orthomoleculair therapeut.”
“De twee behoeven geen introductie, antwoorden ze als ik ze vraag om zichzelf kort voor te stellen: ze hebben elkaar al ‘gegoogeld’. Het is kenmerkend voor dit gesprek dat in volle vaart verloopt. Alhoewel ze elkaar nooit eerder gezien hebben, maken ze elkaars zinnen (bijna) af. Voeding speelt in het werk en leven van deze vrouwen een belangrijke rol. Op welk moment werd jij je bewust van de kracht van voeding, Sophia?”
Sophia: “Heel kort na de diagnose ‘non-hodgkin’ heeft mijn moeder meteen alle suiker uit mijn voeding verbannen en zette ze ons alleen nog onbewerkt en biologisch eten voor à la Moermandieet. Ik zal niet zeggen dat voeding mijn redding is geweest, maar ik denk wel dat het een positieve invloed heeft gehad.”
Miranda: “Als chirurg leer je nauwelijks iets over voeding. En wat ik merk is dat er onder specialisten een mentaliteit heerst van: ‘Alles wat je niet leert tijdens de opleiding, zal wel onzin zijn.’ Wil je als chirurg meer te weten komen over voeding, dan moet die drive heel erg van binnen uit komen. Net als bij mij dus. Ik had enorme migraineaanvallen. Zo heftig dat medicatie ter sprake kwam en toen dacht ik meteen: ho, stop! Ik ben gaan zoeken naar andere oplossingen en kwam bij een Duitse ‘Heilpraktiker’ (natuurgeneeskundige) terecht. Al snel kwam voeding in beeld. Anders eten. Veel specialisten wimpelen het effect van voeding op je lichaam weg, maar als je gevoeld hebt wat ik gevoeld heb, dan kun je er niet meer omheen. Het was zo spectaculair dat ik móést weten waarom het zo goed werkte. Vandaar de opleiding orthomoleculaire therapie. Ik wilde weten wat voeding met je cellen doet, met het functioneren van je lijf. Die kennis heeft mij als mens én als arts veranderd. Zo kwam ik erachter dat als je chemo volgt en jezelf ondertussen volpropt met alleen maar kroketten je eigenlijk gewoon net zo goed die behandeling niet kunt ingaan. Als je alleen maar ongezonde, bewerkte producten eet, dan is je lichaam alleen maar druk met afval opruimen. Er blijft dan niets over voor de opbouw.”
Gebke: “Toch krijgen veel mensen met kanker vanuit het ziekenhuis het advies om vet en zoet te eten om op gewicht te blijven. Slagroomtaart, chips.”
Miranda: “Ik weet het. Ik kreeg onlangs nog een folder in handen van een niet nader te noemen ziekenhuis, waarin exact staat wat jij nu zegt. Dat anno 2017! Zo hopeloos verouderd.”
Sophia: “Ook met gezonde, onbewerkte voedingsmiddelen kun je aankomen. Avocado’s en noten bijvoorbeeld. Maar die kennis is er vaak niet in een doorsnee ziekenhuis. Op zich hoeven ‘gewone’ artsen en verpleegkundigen dat ook niet te weten, zij zijn ook gigadruk. Zij zouden je wel kunnen verwijzen naar de juiste deskundige en dat gebeurt niet of nauwelijks.”
Gebke: “Hoe vind je dan een betrouwbare therapeut?”
Sophia lachend: “Je kunt natuurlijk altijd bij Miranda of mij terecht!”
Gebke: “Zonder gekheid: niemand zit te wachten op een tweede Sylvia Millecam-affaire.”
Sophia semi-grappend: “Ik hoop niet dat je mij nu met Jomanda vergelijkt, want ik voel me lichtjaren verwijderd van haar.” Dan serieus: “Van mij mogen mensen van alles doen en proberen, zolang zij het maar op de juiste waarde blijven schatten. Prima dus als jij een helend kristal gebruikt als equivalent van een volwassen teddybeer, maar je moet er niet je leven van laten afhangen. Ik geloof erg in het complementaire. Dus niet of, of, maar én, én. Dus én chemo én gezond eten, én zorgen voor een sterk lijf én er alles aan doen om geestelijk krachtig te blijven.”
Miranda: “Ik ook! Maar even terugkomend op die Sylvia Millicam-affaire: mensen mogen afzien van de reguliere behandeling. Dat is wettelijk vastgelegd. Je hebt het recht om zelf te beslissen hoe jij behandeld wordt. Vervolgens staat dan wel ter discussie wat ‘vrije keuze’ is en in hoeverre een arts of therapeut daar zijn stempel op drukt. Ik vind het mijn plicht om mensen eerlijk te informeren over hun behandeling op basis van de kennis die ik heb. Ik kan ze waarschuwen voor risico’s. Ik kan ze vertellen wat hun kans op beterschap is. Maar ik kan ze niet dwingen om geopereerd te worden. Sterker nog, dat wil ik niet.”
Sophia: “Oh, waren er maar meer artsen zoals jij! Je hoeft het als patiënt namelijk helemaal niet eens te zijn met je arts. Ik heb heel stevige discussies gevoerd met mijn oncoloog over chemotherapie. Hij was mijn klankbord op een heel respectvolle manier. Dat is de basis van een goede arts-patiëntrelatie. Je moet durven te vertellen hoe jij behandeld wilt worden.”
Miranda: “Precies! En als alles meteen maar als ‘onzin’ afgedaan wordt, gaan de deuren dicht. Er is dan geen gesprek meer mogelijk.” Stilte. “Die Millecam-affaire heeft de complementaire geneeskunde geen goed gedaan. Toen ik aan mijn LinkedIn-profiel ‘orthomoleculair deskundige’ toevoegde, kreeg ik me toch een stortvloed van reacties over me heen. Met name van collega-specialisten. De een nog heftiger dan de ander. Niet te geloven!”
Sophia: “Dat is dus precies waarom we in Nederland zo achterlopen op complementair gebied. Er is zo veel mogelijk. Er wordt zo veel wetenschappelijk onderzoek gedaan. Als je naar Duitsland, Engeland of de VS gaat, dan vormen voeding en ontspanning een standaardonderdeel van de reguliere behandeling in ‘gewone’ ziekenhuizen. Daar is niets zweverigs aan. Bovendien is de vraag: ‘Wat kan ik zelf doen?’ een heel fundamentele en daar heb je als patiënt goede begeleiding bij nodig. Niet alles wat gezond is, is ook veilig te gebruiken als je kanker hebt. Zo zijn er supplementen die het effect van chemo tenietdoen.”
Miranda: “Het is doodzonde als je daar pas achter komt na de chemo, omdat die niet aanslaat. Daarom stel ik nu standaard de vraag: ‘Gebruik je supplementen?’ Op de vraag ‘Slik je medicijnen?’ hoor ik te vaak ‘Nee’, terwijl mensen wel voedingssupplementen gebruiken. Door er actief naar te vragen, voelen mensen zich ook vrij om over andere alternatieve therapieën te praten. Dat zorgt voor openheid en daar kan ik als arts veel van leren. Zo vroeg ooit een vrouw naar het effect van vitamine D op borstkanker. Ik had daar geen antwoord op, dus heb ik zelf een aantal onderzoeken bestudeerd. Ik ontdekte ik dat er veel onderzoek gedaan is naar vitamine D en darmkanker met heel goede resultaten. Ook voor borstkanker zijn er indicaties dat vitamine D een gunstig effect kan hebben. Genoeg om het serieus te nemen. De meeste specialisten houden zich hier echter ver van. Op medische voedingscongressen is tachtig procent huisarts. Dat zegt wel genoeg. Het zijn ook de huisartsen die vaak met de vraag ‘Wat kan ik zelf doen?’ geconfronteerd worden. Zij zien in de praktijk wat voeding voor hun patiënten doet. Neem diabetes type 2. De resultaten uit onderzoek zijn ongelooflijk. Soms kunnen mensen stoppen met medicatie als ze anders gaan eten. Voeding is bovendien iets wat je relatief makkelijk aan de basis kan veranderen. Dus wat mij betreft wordt het een vast element in de protocollen en in de spreekkamer van elke arts.”
Sophia: “Maar er is natuurlijk meer dan anders eten. Vergeet ook het mentale aspect niet. Kanker is een vreselijke ziekte, maar het is ook mijn grootste leermeester geweest. Dus ik daag mensen altijd uit zichzelf af te vragen: wat brengt de ziekte mij? Bij kanker komt bijna als vanzelf de dood boven tafel. Niemand wil dood. Maar de dood is grillig en ongrijpbaar. Je hebt er geen invloed op. Leef in het nu. Hoe? Dealen met angst valt te trainen als een spier. Meditatie kan je helpen, maar bewustzijnsoefeningen ook. Op die manier ga ik met mensen aan het werk. Voelen waar de angst zit. Is het de hele dag aanwezig als een zoemtoon of knalt het ineens door je lichaam? Ik zeg niet dat je op deze manier nooit meer bang bent, maar de angel is eruit. En het is gewoon heel fijn om met iemand te praten die geen familie en geen vriend van je is. Want die mensen zijn bang voor wat jou te wachten staat. Er gebeurt ook heel erg veel met je als je kanker krijgt en dan is het toch fijn als je misschien even de achtbaan waar je in zit kunt stilzetten, al is het maar even.”
Miranda: “Angst heeft geen aan- of uitknop. Tegelijkertijd moet je er wel iets mee, want het is niet goed voor je immuunsysteem en bijna iedereen met kanker krijgt met die angst te maken. Het is ook niet niks als je lichaam je zomaar in de steek laat. We willen altijd alles onder controle hebben, we maken lijstjes en volgen planningen. Kanker zet daar radicaal een streep door. Het overkomt je. Je hebt er niets over te zeggen. Dat ongrijpbare van ziekzijn, geen regie hebben over je eigen lichaam – dát wakkert angst aan. Je kunt die angst deels verminderen als je het gevoel van controle weer terugkrijgt. Bijvoorbeeld door actief je gezondheid te versterken met voeding, beweging en ontspanning.”
Sophia: “Als kankerpatiënt moet je vaak tijdens je behandeling een aantal cruciale keuzes maken. Angst kan je in de weg staan bij het maken van de juiste keuze voor jou. De tweede keer dat ik kanker kreeg, heb ik bewust geen chemo ondergaan. Ik voelde aan mijn lijf dat chemo op dat moment niet de juiste keuze was voor mij. Die beslissing is een diep proces geweest. Na de eerste keer kanker ben ik heel erg hard aan mezelf gaan werken. Ook aan die lichaam-geestconnectie. Ik heb cursussen gevolgd. Opleidingen gedaan. Voeding, natuurgeneeskunde, coaching, ontspanning. Toen ik de tweede keer ziek werd, sleepte ik dus heel wat persoonlijke en professionele ervaring mee. Ik heb eindeloos veel gesprekken gehad met artsen, therapeuten, vrienden en familie. Het was absoluut geen makkelijke keuze. Want nee: ik ben niet tegen chemo. Mocht ik opnieuw kanker krijgen, ga ik opnieuw voelen en onderzoeken wat ik op dat moment nodig heb. Ik zal mensen nooit aanraden om van een reguliere behandeling af te zien. Juist niet. Als mensen zeggen dat ze niet voor chemo kiezen, is mijn eerste vraag altijd: ‘Waarom niet?’ Geen chemo mag geen baldadige keuze zijn.”
Gebke: “Wat heeft bij jou de doorslag gegeven om die tweede keer geen chemo te ondergaan?”
Sophia: “Intuïtie en de goede relatie met mijn lijf. Ik denk dat we ons veel te weinig afvragen: wat vertelt mijn lichaam me? En als dat lichaam je al wat vertelt, dan nemen we het vaak niet serieus. We zitten zo vast in onze kop.”
Miranda: “Als arts merk ik dat ook. Mensen blokkeren vaak in hun denken en focussen zich dan helemaal op de waan van de dag en alles wat nog moet gebeuren.”
Sophia: “Mensen zetten zichzelf vaak ook op een vijftiende plek. Ja maar, de kinderen. Ja maar, mijn werk. Nee, nu jij! Dat is vaak lastig en daarmee wordt het ook moeilijk om keuzes te maken die goed voor jou zijn. Eten is ook zo’n ding. Je hebt daarbij niet alleen met jezelf te maken, maar er kleeft ook een sociaal en emotioneel component aan. Er zijn mensen die radicaal hun hele leefstijl omgooien en er echt voor gaan. Maar er is ook een groep die blijft hangen in het ja-maar-denken.”
Miranda: “En voor die ja-maargroep heb ik steeds meer begrip gekregen sinds ik zelf anders ben gaan eten vanwege mijn migraine. Ik heb aan den lijve ervaren hoe moeilijk het is je leefstijl aan te passen. Tussen willen, écht oprecht willen, en anders eten in de praktijk zit een enorm gat.”
Sophia: “Vandaar ook dat ik in mijn programma’s veel aandacht besteed aan mindset. Je moet die klik in je kop maken om daadwerkelijk gezonder te eten, om meer te bewegen.”
Miranda: “Dat is het echt niet alleen, hoor. Je wordt ook ingehaald door de waan van de dag. Hoe doe ik dat dan? Hoe maak ik het klaar? Hoe vind ik de juiste producten? En als je dat eenmaal in de smiezen hebt, dan heb je nog de fysieke reactie. Toen ik alleen nog onbewerkt voedsel ging eten, heb ik drie weken een soort afkickverschijnselen gehad. Best heftig. Daar moet je toch doorheen.”
Gebke: “Is hier geen taak voor de overheid weggelegd? Dat die ervoor zorgt dat alles wat in de supermarkt ligt gezond is?”
Sophia: “Toen ik voor de tweede keer kanker kreeg, ben ik onder meer op een superstreng dieet gegaan. Dan heb je nog maar weinig in de supermarkt te zoeken. Maar je bent zelf verantwoordelijk voor wat je in je boodschappenkarretje legt.”
Miranda: “Nou … Laatst mochten de kinderen pannenkoeken versieren bij de plaatselijke supermarkt en als je dan ziet wat er op de pannenkoeken gaat. Dropveters en allerlei ander snoep. Dat is gewoon afval voor je lichaam. Er is dus meer aan de hand en de macht van de voedingsindustrie is ongekend. Inderdaad, jij bent degene die die rotzooi in je mond stopt. Dan kom je uit bij een heel lastig punt: mensen hebben doorgaans een wake-upcall nodig om echt te kunnen veranderen. In Schotland is een proef geweest met vrouwen die meededen aan borstkankerscreening. Ongeacht de uitslag kregen ze een leefstijlplan aangeboden met voeding en beweging. Overgewicht is daar een groot probleem. Maar die hele leefstijlinterventie sloeg nauwelijks aan, de deelnemers zagen er niet echt de noodzaak toe. Je moet de urgentie voelen om te kunnen veranderen. Dat was ook hét topic van twee grote voedingscongressen waar ik onlangs ben geweest: Hoe motiveer je mensen om gezonder te eten? Als je eenmaal voelt dat eten je iets goeds brengt, is het makkelijker om het te doen, vol te houden en te onderhouden.”
Gebke: “Angst is dan juist een enorme motivator.”
Miranda: “Ja en nee. Ja, angst kan een reden zijn om die gezonde verandering te maken. En nee, angst mag nooit je leven van ’s morgens vroeg tot ’s avonds domineren. Ter illustratie: het is volstrekt normaal als je twee weken zenuwachtig bent voor een controle na borstkanker. Maar daarna moet het klaar zijn. Als angst je leven beheerst, dan moet je er echt wat tegen doen. Wat de beste manier is, is aan jou. Sommige mensen gaan naar de psycholoog, anderen kiezen voor coaching, hardlopen of meditatie. Maar belangrijk is dat het vertrouwen hersteld wordt. Dat is zo’n belangrijke basis voor beterschap.”
Waar: We zijn te gast bij het Alexander Monro Ziekenhuis. Wat een verademing in vergelijking met een ‘gewoon’ ziekenhuis. Het ligt midden in de bossen, het is klein (overzichtelijk) en heeft een luxe huiskamersfeer. Nee, dit is geen elitaire privé-kliniek. Hier kan iedereen zonder extra bijbetaling terecht.
Klik of clinch: Een enorme klik, de twee raken bijna niet uitgepraat en hebben het al over samenwerkingsmogelijkheden.
Mazzel: Dat Miranda hier zit om het interview en de fotoshoot te doen, is heel wat. Bijna was deze ontmoeting niet doorgegaan vanwege een spoedoperatie.
Online training: 23 oktober is een belangrijke datum voor Sophia, want dan komt ze met een online trainingsprogramma ‘Reset en Rebuild’, dat bedoeld is voor iedereen die zijn gezondheid wil resetten en zijn leven opnieuw wil opbouwen. Belangrijk zijn voeding, detoxen en bewegen enerzijds en bewustwording, lichaam-geestconnectie en mindset anderzijds.
Meer weten:
- Sophia, Sophia van Sorgen, ISBN 978 90 003 56 331, € 19,99
- sophiavansorgen.com
- alexandermonro.nl