Ben jij er heilig van overtuigd dat je vriendin alles kan eten, terwijl jij al aankomt als je alleen kijkt naar dat stuk taart? Misschien heb je wel gelijk! We stelden tien vragen aan prof. dr. Patrick Schrauwen over hoe vet opgeslagen en verbrand wordt in ons lijf. En of we hier zelf invloed op hebben (ja!).
Is vetopslag uitsluitend het gevolg van meer calorieën binnenkrijgen via je voeding dan je verbruikt?
“Ja! Vetten sla je op als energievoorraad en dat kan alleen als je meer calorieën eet dan je verbruikt. Er zitten wel twee kanten aan het probleem. Als twee mensen exact hetzelfde eten, kan de ene persoon toch meer vet opslaan dan de ander als het energiegebruik verschillend is. Een verschil in energiegebruik kan komen door bewegen en activiteit, maar is ook deels erfelijk bepaald.”
Als twee mensen een stuk taart eten kan de één er dus van aankomen en de ander niet, zelfs als ze evenveel bewegen, omdat hun energieverbruik ook erfelijk bepaald is. Geldt dit ook voor de plek waar we aankomen. Hoe komt het dat bij de één vet rond de heupen (peervorm) wordt opgeslagen en bij de ander rond de buik (appelvorm)?
“Hoe dit precies komt, is nog niet helemaal duidelijk. Hormonen zullen hierbij zeker een rol spelen. Hormonen verklaren onder meer waarom mannen vaker de appelvorm en vrouwen vaker de peervorm hebben. Maar ook binnen één geslacht heb je appels en peren; daarvan weten we de oorzaak nog niet goed.”
Is het één schadelijker dan het ander?
“Vetopslag op de heupen is veel minder schadelijk dan vetopslag rond en in de buik.
Vetopslag onder de huid is sowieso minder schadelijk dan vetopslag rond en vooral ín de organen. Sterker, met name de vetopslag in en rond de organen verhoogt sterk het risico op diabetes en hart- en vaatziekten.”
Kunnen we zelf beïnvloeden waar vet wordt opgeslagen?
“Ja, maar hoe precies is niet helemaal duidelijk. Het lijkt er wel op dat een gezonde levensstijl de opslag in de organen en waarschijnlijk ook rond de organen kan verminderen. Door bijvoorbeeld veel te bewegen kun je de opslag in organen terugdringen. Maar de appel- of peeropslag lijkt toch ook deels erfelijk bepaald.”
Helpen de als magisch aangeprezen vetbinders die je bij de drogist kunt kopen om vetopslag te voorkomen?
“Nee, daar geloof ik niet in. Er zijn wel geneesmiddelen die ervoor zorgen dat minder vet in de darmen wordt opgenomen en er dus meer vet in de ontlasting wordt uitgescheiden. Dit kan gunstig zijn voor het lichaamsgewicht, maar er zitten ook risico’s aan. Zo worden bepaalde vitamines alleen opgenomen via vet in de voeding. Er bestaat bij deze middelen dus de kans dat er minder vetoplosbare vitamines worden opgenomen. Wat producenten van afslankpreparaten in advertenties beweren over vetbinders is ongenuanceerd.”
Hoe werkt vetverbranding? Wat gebeurt er op dat moment in je lichaam?
“Vetten en koolhydraten (suikers) verbrand je in de mitochondria om energie te maken. Mitochondria zijn de energiecentrales van elke cel. Door de verbranding zorgen zij voor energieproductie. Deze energie gebruik je voor veel processen in je lichaam. Denk aan het onderhoud van je lichaam, aan herstelprocessen. De energie is ook nodig om te kunnen bewegen. Als je bijvoorbeeld sport, moet er meer energie geproduceerd worden en gaan de mitochondria harder werken en meer vet verbranden. Bewegen is dus een goede manier om vetten te verbranden.”
“De hoeveelheid vet die je verbrandt, is afhankelijk van de intensiteit van sporten. Bij een heel lage intensiteit, zoals wandelen, is het energiegebruik laag, maar de energie wordt wel volledig door vetten geleverd. Bij een heel hoge intensiteit, denk aan rennen op je hardst, is het energiegebruik heel hoog, maar wordt de energie vooral door suikers geleverd. Ergens daartussen zit de optimale inspanning, waarbij de vetverbranding zowel absoluut als relatief het hoogst is. Dat punt ligt vaak zo rond de vijftig tot zestig procent van je maximale vermogen. Dan moet je denken aan stevig doorfietsen of doorlopen, maar wel in een tempo dat je lang kunt volhouden.”
Naast wit vet bestaat er ook bruin vet. Wat is het verschil?
“Wit vet is het vetweefsel dat we het beste kennen. Het heeft als functie extra energie op te slaan. Wit vet is het vet waarover we tot dusver spraken. De hoofdfunctie van wit vet is dus de opslag van vet (= energie).”
“Bruin vet is een ander type vet. Het bevat meer mitochondria dan wit vet. De mitochondria in bruin vet zijn heel speciaal: ze produceren namelijk geen energie, maar vooral warmte. In deze speciale mitochondria verbrand je ook vetten en koolhydraten, maar er wordt hiermee geen energie geproduceerd. Eigenlijk zijn het dus heel inefficiënte energiecentrales.”
“Dat roept de vraag op waarom we bruin vet hebben als het eigenlijk vooral energie verspilt. Het precieze antwoord hebben we nog niet, maar bruin vet lijkt in ieder geval een rol te spelen bij de handhaving van de lichaamstemperatuur. De warmte die geproduceerd wordt, kun je goed gebruiken om je lichaam warm te houden als het koud is. Bruin vet werkt dus als een soort kacheltje.”
“Onderzoekers kijken nu ook of je dit bruine vet kunt gebruiken om af te vallen. Bruin vet verstookt veel vetten en suikers zonder dat het tot energie leidt en laat alles verloren gaan als warmte. Het klinkt ideaal als middel om je energiegebruik te verhogen en dus te kunnen afvallen.”
Verloopt de vetbranding bij de een sneller dan bij de ander? En kunnen we de vetverbranding zelf stimuleren?
“Je moet hier twee zaken onderscheiden. Allereerst heb je het energiegebruik. Dit is deels erfelijk bepaald, maar natuurlijk ook erg afhankelijk van hoe actief je bent. Maar ook kou verhoogt je energiegebruik via het bruin vet. Kortom, de hoogte van je energiegebruik kun je grotendeels zelf beïnvloeden. De energie die je gebruikt, wordt geleverd door de verbranding van vetten of suikers. Als je energiegebruik dus hoger is, zal ook je vetverbranding toenemen.”
“Daarnaast kun je bij hetzelfde energiegebruik nog mensen hebben die goed of minder goed of minder snel vetten kunnen verbranden. Dit lijkt onder andere te beïnvloeden door training en beweging. Je kunt je capaciteit om vet te verbranden verhogen.”
Wat is het grootste gezondheidsrisico van te veel vet?
“Te veel vet leidt tot obesitas en dit leidt tot gezondheidsproblemen als het vet op de verkeerde plekken wordt opgeslagen. Verkeerde plekken zijn rond, maar ook in de organen zoals lever, spieren en hart. Vetopslag in organen leidt op lange termijn tot het ontstaan van diabetes type 2 en dit is weer een grote risicofactor voor het ontstaan van hart- en vaatziekten. Ook zonder het ontstaan van diabetes zal vetopslag in en rond de organen het risico op hart- en vaatziekten sterk verhogen.”
Krijgen we ooit een samenleving zonder overgewicht?
“Ik hoop het. Daar hebben we niet alleen medische kennis voor nodig, maar ook een groter bewustzijn in de maatschappij, bij alle partijen. Onze samenleving is nu erg gericht op snelheid, economie en efficiëntie. Meer asfalt en weinig aandacht voor bewegen. Overal is veel voeding beschikbaar en er is weinig aandacht voor gezonde en duurzame voeding. Onder die omstandigheden zal het moeilijk zijn om overgewicht helemaal terug te dringen. We weten steeds meer over hoe overgewicht en de complicaties van overgewicht kunnen worden voorkomen en welke factoren een rol spelen, maar strijden tegen een obesogene (dikmakende, red.) samenleving is niet eenvoudig.”
Prof. dr. Patrick Schrauwen is hoogleraar aan de Universiteit Maastricht. Schrauwen is gespecialiseerd in onderzoek naar (de oorzaken van) diabetes. Hij is lid van de wetenschappelijke adviesraad van het Diabetes Fonds.
Onderzoek naar energieverbruik
De Hartstichting subsidieert vijf jaar lang een groot onderzoek waarbij onderzoekers willen nagaan of het lichaam op een andere manier met energie kan omgaan om zo het risico op het hart- en vaatziekten te verkleinen. Patrick Schrauwen en prof. dr. Frits Rosendaal (Universiteit Leiden) zijn de projectleiders van dit onderzoek dat plaatsvindt in de Universiteit Maastricht. Ze onderzoeken onder meer de rol van bruin vet in relatie tot hart- en vaatziekten.