Een verschrikkelijk ongeluk zorgt ervoor dat Henny van Bergeijk haar ware liefde ontmoet. Of eigenlijk haar twee ware liefdes: haar man Carlo en frambozen. Heel veel frambozen.
Henny van Bergeijk en Carlo Peters telen biologische frambozen. Daar maken ze jam, siroop, sap, ijs, snoepjes, azijn en dressings van. Elke derde vrijdag van de maand staat Henny met haar producten op de biologische markt in Utrecht en elke zaterdag is ze te vinden op de Biovers/Nieuwmarkt en Zuidermarkt in Amsterdam. Verder liggen haar frambozen in het zomerseizoen bij biologische winkels en markten in Nederland en bij Marqt onder het ‘Mijn boer’-label. www.raspberry-maxx.nl
Er zijn maar weinig dingen zo lekker als een framboos die je zo van de struik plukt, nog warm van de zon. Raspberry-Maxx, de frambozenkwekerij van Henny van Bergeijk en Carlo Peters lijkt op het paradijs. Dieproze hangt het fruit aan de struiken. Het is moeilijk om eraf te blijven. Gelukkig hoeft dat niet. “Eet er maar zo veel als je wilt”, zegt Henny. “Je mag best interviewen met je mond vol.”
De smaak is diep en vol. “Lekker hè?”, zegt ze. “Volgens ons komt dat door de biologische teelt. Onze frambozen worden niet opgejaagd met kunstmest, maar krijgen alle tijd die ze nodig hebben om tot volle rijpheid te komen.”
Henny en Carlo hebben niet altijd biologisch geteeld. Toen ze begonnen in 2004 teelden ze gewoon regulier. In 2006 belde iemand van de radio: wetenschappelijk onderzoek wees uit dat frambozen hypergezond zijn. Tja, dachten Carlo en Henny, als frambozen zo gezond zijn en wij onszelf als telers serieus willen blijven nemen, dan moeten we overstappen op biologisch, want er worden nog steeds veel pesticiden gespoten in de reguliere frambozenteelt. Dus schakelden ze om. “Daar zijn we nu heel blij mee. Het heeft echt iets gedaan met de smaak. Mensen uit het hele land mailen ons dat ze geraakt zijn door de smaak. Dat vind ik heel bijzonder.”
Happy planten
Die omschakeling ging trouwens niet zonder slag of stoot. Henny: “Het jaar dat we officieel omgeschakeld waren en klaar waren om te leveren aan de biologische markt, kregen de planten een ziekte. Dat was verschrikkelijk. Alle planten werden in korte tijd geel. Weg oogst.”
Daar bleef het niet bij. Het jaar erna zorgden vorst en een nat voorjaar voor een drie keer zo kleine oogst als verwacht. Toch gingen ze keer op keer door, omdat ze erin geloofden. Henny kan er inmiddels wel om lachen. “We zijn door schade en schande wijs geworden. We waren zó onervaren in het begin. Nu hebben we alles wel zo’n beetje op de rit. We hebben de planten afgelopen winter in de koeling laten overwinteren, zodat ze geen last hadden van de onvoorspelbaarheid van vorst en kou. Daardoor zijn ze minder gevoelig voor ziektes. Het gaf ons ook de kans om gespreid terug te planten, zodat niet alle frambozen (zo’n tienduizend kilo) tegelijkertijd rijp zijn. Dan komen we handjes en afzetplekken tekort.”
Carlo verdiepte zich de afgelopen jaren in zeemineralen. “Ik was daar eerst wat sceptisch over”, zegt Henny. “Maar hij geloofde erin. Carlo vindt dat je als teler moet denken vanuit de plant. De plant moet happy zijn. Maar niemand weet exact wat een framboos daarvoor nodig heeft. In zeemineralen zit alles. Dan kan de plant zelf kiezen wat hij daarvan wil gebruiken. Ik moet toegeven: sinds we ‘bemesten’ met zeemineralen is de smaak nog beter en zijn de vruchten ook langer houdbaar.” Ze lacht. “Zo onervaren als wij in het begin waren, zo ervaren zijn we tegenwoordig.”
Leven op zijn kop
Als je twintig jaar geleden tegen Henny gezegd zou hebben dat ze anno 2013 frambozenkweker zou zijn, had ze je waarschijnlijk uitgelachen. Haar ouders hadden een fruitbedrijf met frambozen op de boerderij waar Carlo en Henny nu wonen en werken. Haar broer zat in het fruit. Henny werkte in de zorg. Toen kwam de dag die haar leven compleet veranderde. “Mijn ouders waren op vakantie geweest naar Canada en mijn zus en haar man waren hen met de kinderen van Schiphol gaan halen. Ze waren al bijna thuis toen ze botsten met een betonwagen. Alleen mijn nichtje van vijf overleefde het ongeluk. Het was een onvoorstelbaar groot verdriet.”
Het zette haar wereld op zijn kop. “Ik besefte door het ongeluk dat de man met wie ik net getrouwd was niet bij me paste. Het ongeluk had me veranderd. Of misschien had het mij niet veranderd, maar mijn blik op de wereld. Ik keek ineens heel anders tegen de dingen aan. Mijn leven van ‘lang leve de lol’ dat ik tot dan toe had geleefd, kwam me plotseling leeg en oppervlakkig voor.”
Liefde op het eerste gezicht
Een verhaal over de biologische frambozen van Raspberry-Maxx is ook een verhaal over de liefde. Niet lang na het ongeluk kwam Henny plotseling de liefde van haar leven tegen: Carlo. “Je zou kunnen zeggen dat ik hem ‘dankzij’ het ongeluk ontmoette. Zo kijk ik er graag naar: dat het ongeluk mij ondanks al het verdriet en de pijn iets heel moois heeft opgeleverd. Omdat ik door het ongeluk was veranderd en besefte waar het leven voor mij om draaide, was ik er klaar voor om hem te ontmoeten. Het lot zorgde ervoor dat onze wegen elkaar op dat moment kruisten. Eerst wilde ik het voor mezelf ontkennen. Het was te snel na het ongeluk, te snel na de scheiding. Maar er was geen ontkomen aan. Het was liefde op het eerste gezicht.”
Carlo studeerde filosofie, maar wilde ook graag met zijn handen werken. Hij ging aan de slag op het bedrijf dat Henny’s broer na de dood van hun ouders had overgenomen. “Mijn broer had ook een bedrijf in Spanje en een Spaanse echtgenote. Toen hij die twee bedrijven steeds moeilijker kon combineren, ontstond bij ons het idee om het bedrijf van hem over te nemen. Ik wilde ook heel graag dat het in de familie zou blijven. Als een eerbetoon aan mijn ouders. Zo zie ik het nog steeds.”
Verrijking
Sinds een paar jaar begeleiden ze bij Raspberry-Maxx een aantal jongeren met een beperking. “We hebben een coach in dienst en ook Carlo heeft een cursus ‘job coaching’ gedaan. Voor die jongeren is het een mooie kans, omdat ze anders thuis komen te zitten. Nu kunnen ze iets leren. Het is fantastisch om te zien hoe ze groeien. Voor ons is het heel waardevol om die extra krachten te hebben. Vroeger hadden we weleens te weinig handjes om het onkruid de baas te blijven of om alle frambozen op tijd van de struiken af te krijgen. Bovendien geven die jongeren enorm veel energie. Carlo en ik hadden zelf graag kinderen gewild, maar het moederschap is voor mij niet weggelegd. Wij zeggen altijd: ‘Wij hebben geen kinderen, wij hebben frambozen.’ En nu dus ook die jonge mensen die ons leven verrijken. Wij vinden het heel waardevol om een rol in hun leven te spelen.”
Fijne gedachte
“Hier”, zegt ze, terwijl ze voorzichtig een grote dieproze framboos tussen haar vingers neemt die onmiddellijk loslaat. “Deze vraagt er toch om om te worden opgegeten?” Verderop tussen de frambozenplanten zijn twee kleine meisjes frambozen aan het plukken. “Als we plukken voor de verkoop vergeten we hier en daar weleens een framboos. Na ongeveer vijf weken plukken gaan de struiken ‘in de zelfpluk’. Wat dan nog rijpt, wordt geplukt door bezoekers. Vooral kinderen vinden het leuk om hier een emmertje met frambozen te komen vullen.”
Ze laat haar blik glijden over de groen-rode frambozenzee. Dan zegt ze: “Ik ben heel blij dat we nooit hebben opgegeven. Soms voel ik de aanwezigheid van mijn ouders hier nog. Dan zie ik mijn vader bezig tussen de planten. En als ik jam maak is het net alsof mijn moeder bij me is en wij er met twee paar ogen voor zorgen dat er geen blaadjes in de jam achterblijven. Ik weet zeker dat ze ons van daarboven aanmoedigen. Dat is een fijne gedachte. Alleen daarom ben ik al supertrots en blij dat we doorgezet hebben. Ik ben gelukkig tussen de frambozen.”