Jaha! We weten allemaal wel dat we ons bord moeten overladen met broccoli en dat we beter een appel kunnen eten dan een zak chips. Maar tussen weten en doen gaapt een groot gat. Wat ook niet helpt, is dat er niet eerder zo veel fastfoodketens de deuren in Nederland openden als in 2017. Veranderen kun je niet alleen, stelt gezondheidspsycholoog Emely de Vet, daar is veel meer voor nodig. Is het tijd voor een maatschappelijke voedingsrevolutie?
Hoe komt het dat we met de kennis van nu niet gezonder eten?
“We hebben wel de kennis van wat ongezond is en wat niet, maar helaas is dat minder relevant dan gedacht. Voeding gaat over keuzes maken. Dat gebeurt meestal automatisch. Eetgedrag is routinegestuurd, een gewoonte dus. Beslissingen worden vluchtig en intuïtief gemaakt. Naar schatting is meer dan zeventig procent van alle voedselkeuzes het resultaat van dergelijke onbewuste, automatische processen. Veel keuzes daarvan resulteren in ongezond gedrag. Van nature hebben we namelijk een aangeboren voorkeur voor energierijke producten vol suiker, zout en vet. Dat maakt het moeilijk om bepaalde voedingsmiddelen te weerstaan. Daar komt bij dat we dagelijks met verleidingen geconfronteerd worden op straat, in de kantine en in de supermarkt. De gezondste keuze is bijna nooit de makkelijkste. Dit zou wel zo moeten zijn.”
Kunnen appels en spruitjes ook verleiders worden?
“Ik denk het niet. Een appel kan nooit zo aantrekkelijk worden als een zak chips. Het is een oneerlijke strijd. Onze voorkeur voor energierijk voedsel was van oorsprong heel nuttig om te overleven. In de wereld waarin we nu leven, hebben we daar echter juist last van. Er is een overvloed aan vet en suikerrijk voedsel. Dat het merendeel van de Nederlandse bevolking overgewicht heeft, is dus eigenlijk een logisch gevolg van onze energierijke leefomgeving. Je kunt de schuld niet alleen neerleggen bij het individu. We zijn maar heel beperkt in staat om weloverwogen verstandige keuzes te maken.”
Is toegeven aan snoep te vergelijken met een verslaving?
“Er zijn zeker gelijkenissen. Zo maken mensen die zichzelf met snoep en junkfood belonen dopamine aan. Deze stof wordt gelinkt aan verslavingsgedrag. Mensen die gevoeliger zijn voor zo’n beloning zullen meer moeite moeten doen om zichzelf in de hand te houden. Als je dan ook nog eens vaak met verleiding geconfronteerd wordt, wordt juist bij deze groep mensen een extra beroep op hun zelfbeheersing gedaan. Toch verklaart dit vooralsnog niet waarom de helft van Nederland te dik is. Daarvoor moet je óók naar andere factoren kijken.”
Ligt daar een rol voor de overheid?
“Zeker. Er zijn ook al wel stapjes gezet. Denk bijvoorbeeld aan de aanpak van kindermarketing. Kinderen worden veel vaker blootgesteld aan reclames voor ongezonde producten dan voor gezonde producten. Terwijl de overheid juist kwetsbare groepen – zoals kinderen, ouderen en mensen met een laag inkomen – zou moeten beschermen. Het verkleinen van de gezondheidsverschillen tussen laag- en hoogopgeleiden zou prioriteit moeten hebben. Dat die in een verzorgingsstaat als Nederland groot zijn, vind ik schokkend. Wist je dat in kwetsbare wijken de meeste fastfoodketens zitten? Binnen een straal van een paar honderd meter is daar altijd wel een plek waar je in de verleiding wordt gebracht. Dat vraagt nogal wat zelfbeheersing, waardoor het moeilijker is de gezonde keuze te maken. Daarnaast bereik je mensen met lage inkomens niet of nauwelijks met voorlichting over gezonde voeding. Uit onderzoek blijkt dit zelfs het minst effectief te zijn. Het begint echt met het creëren van een gezonde leefomgeving. Dat begint al vroeg. Op scholen leren jongeren wel over gezond eten, maar als vervolgens een pizzakar bij de schoolpoort staat of er een snackbar om de hoek zit, verandert er niets.”
Wat is meer bepalend: honger of gewoontegedrag?
“Honger, trek en gewoontes spelen allemaal een rol. Ik denk niet dat we ze los van elkaar kunnen zien. Honger is één van de voorspellers van eetgedrag. De meesten van ons eten als we honger hebben, maar we eten ook als we dat niet hebben. We leren van jongs af aan te eten op gezette momenten. Om 18.00 uur gaan we aan tafel voor het avondeten. Dat is een gewoonte. Een kind leert op driejarige leeftijd al af om op interne prikkels zoals honger en verzadiging te reageren. We leren luisteren naar externe prikkels: dat het etenstijd is of dat we ons bord leeg moeten eten”
“Eten op tijden van de klok is een onderdeel van onze eetcultuur. Dit zorgt ook voor het fenomeen ‘overeten’. Bizar eigenlijk hoe weinig we nog vertrouwen op signalen van het lichaam die aangeven wanneer we moeten beginnen of stoppen met eten. Daarnaast is eten ook sterk sociaal bepaald. Eten doe je vaak met anderen. Kinderen en partners hebben invloed op wat en hoeveel er gegeten wordt. Zelfs mensen die je niet kent, hebben invloed op je eetgedrag. Je laat zien wie je bent door wat je eet. Voeding is gedrag.”
Hoe zou jij onze relatie met voeding omschrijven?
“Gezond eten betekent een gezonde relatie met eten hebben. Veel mensen zijn tegenwoordig zo gefocust op gezond eten en angstig voor wat er allemaal in gestopt zou zijn dat het haast hun leven beheerst. Soms heeft dat bijna iets weg van een eetstoornis. Een gezonde relatie met voeding begint al bij de opvoeding. Als kinderen nooit iets lekkers mogen, creëer je verboden vruchten. Er is niet veel mis mee om af en toe te snoepen. We realiseren ons steeds meer dat gezond eten niet gaat om één product of specifieke voedingsstoffen. Het gaat om het eetpatroon, het complete plaatje. Gebalanceerd, gevarieerd en met mate is het beste. Doordat we meer weten over de relatie tussen voeding en onze gezondheid, denk ik wel dat we er meer bewust mee bezig zijn. Het gaat ook al de goede kant op. Suiker, zout en vet komen steeds minder in onze voeding voor en je kunt ook in de supermarkt steeds makkelijker de gezonde keuze maken. Desalniettemin is er nog veel werk aan de winkel.”
Is ongezond eten het nieuwe roken?
“Roken als gedrag is iets heel anders dan voeding: sigaretten hebben we niet nodig, eten wel. Maar er zijn zeker overeenkomsten in de aanpak ervan. Roken bleek slechter voor onze gezondheid te zijn dan gedacht. In de laatste decennia zijn enorm veel maatregelen genomen. Denk aan voorlichting, prijsverhogingen, rookvrije horeca en werkplekken. De combinatie van maatregelen bleek uiteindelijk zijn vruchten af te werpen. Ik verwacht dat dat voor gezond eten niet veel anders is; voorlichting en communicatie moeten samengaan met een gezondere leefomgeving.
Zou extra belasting op vet- en suikerrijke producten helpen?
“Er is veel discussie over de vraag of we ongezonde voedingsmiddelen duurder moeten maken, bijvoorbeeld door belasting te heffen op suiker of vet. Het is op dit moment nog moeilijk te zeggen of dit werkt. Wellicht moedigt het producenten aan om hun producten te verbeteren. Ik betwijfel echter of het wenselijk is om producten duurder te maken, zeker als we bedenken dat mensen met lage inkomens daar onevenredig mee worden getroffen. Liever zie ik dan prijsmaatregelen om gezonde voeding betaalbaarder te maken. Als je de prijs per calorie van een appel vergelijkt met die van een zak chips, dan is een appel in verhouding veel duurder. Dat is een ongelijke strijd. Als je zo’n appel goedkoper maakt, wordt de gezonde keuze makkelijker.”
Is gezonder eten echt zo ingewikkeld?
“Het kost je veel wilskracht, energie en aandacht. Niet iedereen kan dat opbrengen. Het is niet zo dat mensen niet willen veranderen. Integendeel! Er zijn niet voor niets zo veel diëten. Dat geeft al aan dat het niet eenvoudig is om met succes af te vallen. Mensen denken constant na over alles wat niet mag. Uiteindelijk verlies je dan je zelfbeheersing. Strenge diëten zijn daardoor zelden effectief. Desondanks moeten we ons eetpatroon wel veranderen. Naar schatting houdt vijftig procent van alle chronische ziekten verband met een ongezonde leefstijl. Dat geeft wel aan dat we dit niet kunnen negeren. Maar er is veel voor nodig om de omslag te kunnen maken. Kennis overdragen over wat gezond is blijft belangrijk. Daarnaast is praktische hulp bij het veranderen naar een gezonde leefstijl onontbeerlijk. Maar ook het gezonder maken van onze leefomgeving, de buurt waarin je leeft, plus een gezonder aanbod in de winkels: het gaat om het hele maatschappelijke plaatje. Er is helaas niet één ‘magic bullit’.”
Wat kun je zelf doen om gezonder te eten?
“Maak kleine aanpassingen, die zijn uiteindelijk beter vol te houden. Nudging, een techniek waarbij je aanpassingen in de omgeving maakt zonder erbij na te denken, kan daarbij helpen. Dit begint bij het boodschappen doen. Haal volkorenproducten en veel groente en fruit in huis. Onderzoek heeft aangetoond dat hoe groter de portie is, hoe meer we er onbewust van eten. Zelfs al komt dat bord niet leeg, je zult meer eten dan je denkt. Dit kan helpen om aan de dagelijkse hoeveelheid groente en fruit te komen. Zet verleidingen verder van je vandaan. Afstand creëren betekent minder eten. Fruitschalen daarentegen verdienen een prominente plek. Verder kun je van gezonder eten een gewoonte maken. Geen koekje bij de koffie, maar een paar amandelen of een dadel. Geen zak chips bij de televisie, maar een schaaltje rauwkost. Hoe vaker je dit doet, hoe minder je erover na hoeft te denken. Het is vooral belangrijk dat je bewust kiest voor een extra koekje of een handje chips. Niet dat je het zomaar achteloos in je mond stopt. In de toekomst hoop ik dan ook dat we een gezonde relatie kunnen opbouwen met zowel gezonde als minder gezonde voedingsmiddelen, in een meer gezonde leefomgeving”
Emely de Vet is hoogleraar gezondheidscommunicatie en gedragsverandering aan de Wageningen Universiteit. Ze is gezondheids- en gedragswetenschapper en combineert inzichten uit beide velden om bij te dragen aan een betere gezondheid. Ze onderzoekt waarom mensen (on)gezond gedrag vertonen en zoekt naar nieuwe methoden om gezond leven makkelijker te maken.