Vol, lang, golvend en dik. Zo zien we ons haar het liefst. Maar veel mannen én zeker ook vrouwen hebben precies het tegenovergestelde: hun haar is dun en valt uit. Waarom valt haar eigenlijk uit? En is er echt niets tegen te doen?
We verliezen gemiddeld 50 tot 100 haren per dag.
Dat is normaal. Overmatig haarverlies komt door hormonen, een schimmelinfectie van de hoofdhuid, erfelijke aanleg, zwangerschap, stress, vermoeidheid of bepaalde medicijnen.
Met dertig jaar is al dertig procent van de mannen kalend of zelfs helemaal kaal.
Na het veertigste levensjaar wordt ook het haar van veel vrouwen dunner (veertig procent). Dit wordt mannelijke kaalheid genoemd (alopecia androgenetica). Vrouwen krijgen geen kale kruin of inhammen, zoals mannen. Wel wordt hun haar aan de bovenkant steeds dunner.
Elk haartje valt een keer uit. Maar als de haar is uitgevallen, groeit er niet direct een nieuwe.
De haarfollikel stopt even met werken en wordt passief. Die passieve fase kan twee maanden duren, maar ook twaalf maanden. Dan wordt de follikel weer ‘wakker’ en laat hij een nieuwe haar groeien. Hoe langer deze passieve fase duurt, hoe meer lege follikels en hoe dunner de haardos.
Ons haar is te vergelijken met alles wat groeit en bloeit in de natuur.
Er is een periode van groei: drie jaar lang groeit een haar maar liefst 3 millimeter per dag. Vervolgens komt het haar in de overgangsfase van groei naar rust – deze duurt vier maanden. Aan het eind van deze fase valt het haar uit. Daarna volgt een periode van stilstand. Pas na een tijd breekt een nieuwe groeiperiode aan. Het haarzakje regelt deze cyclus.
George Clooney, Madonna, Doutzen Kroes en Johnny Depp: ze hebben allemaal veel haar. Een volle haardos staat net als een gave huid voor succes. Maar haar is niet alleen maar mooi, het heeft wel degelijk een gezonde functie. Een snee in een stuk behaarde huid herstelt bijvoorbeeld sneller.
Alopecia areata is een auto-immuunziekte waarbij het lichaam haar afstoot.
Rondom de haarcellen is de huid ontstoken. Daardoor groeien er helemaal geen haren meer. In ernstige gevallen (bij vijf tot tien procent) valt al het hoofdhaar uit. Ongeveer twee procent van de mensen met alopecia areata heeft helemaal geen lichaamshaar meer.
Tot voor kort kregen vrouwen tegen haarverlies een hormonaal middel;
dit blokkeerde de werking van testosteron en zorgde zo voor minder haarverlies. Het effect was klein én zeer discutabel. Er traden allerlei ernstige bijwerkingen op. Sinds juni 2012 is het voorschrijven van deze middelen verboden.
Eten voor een volle dos
- Het sporenelement silicium (ook wel kiezelzuur) is belangrijk voor het haar. Het zit in de planten heermoes en gierst. De laatste is te vinden in de natuurvoedingswinkel. Haver, ook rijk aan kiezelzuur, is te vinden in elke supermarkt.
- Provitamine B5 kan het haar iets dikker maken. Deze vitamine zit in volkoren graanproducten, aardappelen, eieren en vis.
- Een tekort aan de vitamine biotine kan zorgen voor haarverlies. Biotine vind je in noten, pinda’s, eieren, soja en peulvruchten.
- Ook het eten van te weinig meervoudig onverzadigde vetzuren (uit vette vis, lijnzaadolie, noten en zaden) kan zorgen voor futloos haar.
Brandnetel bevat veel waardevolle vitaminen en mineralen voor gezond haar, zoals vitamine C, fosfor, calcium, kalium en ijzer.
Verse brandnetel bevat de hoogste gehaltes van deze stofjes, maar gedroogd kun je er makkelijker thee van zetten. Pluk eerst de brandnetels (doe handschoenen aan!) en laat ze drogen. Laat een eetlepel gedroogd blad trekken in een kop heet water. Drink hiervan drie tot vier kopjes per dag.
Onderzoek naar minder haarverlies richtte zich jarenlang op het behoud van het aanwezige haar
– vasthouden wat je hebt! Recent onderzoek laat zien dat juist in de ‘passieve fase’, de fase waarin de haar zich heeft teruggetrokken, veel winst is te halen. Als de haarzakjes nog leven vertonen, kunnen de stamcellen met de stof Stemoxydine ‘wakker worden gekust’.