Zij: Edith Bosch is life-coach, maar vooral bekend vanwege haar indrukwekkende judocarrière (een wereldtitel, drie Olympische medailles en vier Europese titels) én het winnen van het tv-programma Expeditie Robinson (2013). Ondanks alle prestaties was ze lange tijd ongelukkig, totdat ze met ‘Expeditie Edith’ begon, waarover ze een boek schreef.
Hij: Ad Bergsma doet onderzoek naar zelfmanagement en geluk, vandaar zijn titel: ‘geluksprofessor’. Hij schreef zeventien boeken over geluk en psychologie, waaronder Opvoeden tot geluk en Gelukkig werken, en is verbonden aan de Academie Gezondheidszorg aan de Hogeschool Saxion.
‘Het is alsof de basisstand van ons brein toch geluk is’ – Ad Bergsma
‘Ongekend geluk. Van zulke momenten zal ik er niet veel meer meemaken’ – Ad Bergsma
‘Verwondering is misschien wel een belangrijkere sleutel tot geluk’ – Ad Bergsma
‘Zigzaggen is ook een manier om dichter bij geluk te komen” – Ad Bergsma
‘Ik dacht dat ik perfect was – ja, dat dacht ik echt!’ – Edith Bosch
‘Het vinden van de juiste man en kinderen krijgen is geen levensdoel op zich’ – Edith Bosch
‘Ik vind mezelf een lief, mooi en dapper mens’ – Edith Bosch
‘Ik heb ook nooit gezegd dat gelukkig zijn gemakkelijk is’ – Edith Bosch
Gelukkig worden is voor sommige mensen vergelijkbaar met topsport. Het is knokken om uit diepe dalen te komen. Judoka Edith Bosch kan erover meepraten. Door een reis naar zichzelf onderging ze een transformatie. Nu straalt ze. Vandaag ontmoet Edith gelukspsycholoog Ad Bergsma. Aan hen de vraag: wat maakt een mens gelukkig? Is het geld, macht, mazzel of creëer je het zelf?
Waar: we ontmoeten elkaar in de SkyLounge van het Hilton, op tien hoog met een prachtig uitzicht over het historische centrum van Amsterdam. Ad Bergsma is in zijn nopjes. Hij kijkt uit over allerlei plekken waaraan hij mooie herinneringen heeft.
Klik of clinch: ook al zit Ad, volgens Edith, meer in zijn hoofd en zij meer in haar gevoel, ze hebben duidelijk affiniteit met elkaar en zijn niet bang dat te laten zien. Ze staan gearmd op de foto en slaan zelfs aan het dansen. Dat gebeurt niet vaak tijdens een fotoshoot!
Gebke: “Als ik mijn ogen sluit, voel ik haar naast me zinderen. Edith Bosch is een bonk energie. Ze praat vliegensvlug. Gedreven. Die gedrevenheid zorgde ervoor dat ze als judoka tot Olympische hoogten steeg. Met eenzelfde gedrevenheid praat ze nu over zaken die ze in dat vorige leven afgedaan zou hebben als ‘zweverig’ en ‘soft’. Edith transformeerde van een ‘robot’ tot een gevoelsmens en ontdekte dat dit haar afslag naar geluk was. Het verhaal achter die metamorfose is terug te lezen in het boek Expeditie Edith.”
“Ad Bergsma, die vanwege zijn wetenschappelijk onderzoek naar geluk bekend staat als de geluksprofessor van Nederland, is een stille Willie in vergelijking met Edith. Behoedzaam, nadenkend, voorzichtig zijn antwoorden formulerend, zoekt hij zijn alledaagse portie geluk in de wolken. Hij komt vandaag goed aan zijn trekken; vanaf de tiende verdieping van het Hilton kijken we uit over een hemel bezaaid met wolkendekens waartussen af en toe een zonnestraaltje piept.”
“Het boek Expeditie Edith leest als een thriller. De eerste bladzijden beschrijven hoe Edith pijnlijk vervreemd raakt van zichzelf, dusdanig dat ze haar leven met een geweldige man en een mooi huis van de een op de andere dag achter zich laat. De sfeer is beklemmend. Grimmig. Alsof Edith gegijzeld wordt door haar eigen emoties.”
Edith: “Nou, ik voelde eigenlijk juist niets meer. Dat komt doordat ik geluk altijd buiten mezelf zocht. Als ik me niet happy voelde, lag dat áltijd aan iedereen, behalve aan mezelf.”
Ad: “Daarin ben je niet de enige. Geluk is het ultieme doel in een mensenleven. Vaak denken we pas gelukkig te zijn als we aan een reeks randvoorwaarden voldoen. Deze gedachte leidt tot ‘als dit, dan dat-redeneringen’. Als ik straks dat huis heb, als ik straks zo veel verdien, dan zal ik wel gelukkig zijn. Het zijn echter meestal niet de omstandigheden die de doorslag geven. Dat blijkt ook uit de cijfers. Tachtig procent van de Nederlanders noemt zich gelukkig en echt niet al die mensen hebben een perfect leven. Je geluksniveau is deels genetisch ingegeven en wordt mede bepaald door de manier waarop je met tegenslag omgaat. Dat zie je ook aan mensen die ziek worden of gehandicapt raken. Zij zijn ondanks alles vaak best gelukkig. Alsof de basisstand van ons brein toch geluk is.”
“Maar weet je waarom ik jou wilde ontmoeten? Ik weet weinig van judo, maar jou herinner ik me heel goed vanwege die bronzen medaille, die je haalde tijdens je vierde Olympische Spelen. Je stráálde. Ik gebruik je daarom zelfs als voorbeeld tijdens lezingen. Bronzenmedaillewinnaars zijn gemiddeld gezien gelukkiger dan zilverenmedaillewinnaars. Als je als tweede eindigt, ben je vaak toch teleurgesteld omdat je net naast het goud hebt gegrepen. De bronzen medaillist vergelijkt zich doorgaans niet met degene die boven hem staat, maar met degene die net geen podiumplaats bemachtigd heeft, de nummer vier. Met brons heb je toch maar mooi een plak in handen en dus voel je je een bofkont. Opnieuw blijkt dan weer dat geluk niet alleen door de omstandigheden wordt bepaald, maar vooral ook door hoe je er zelf naar kijkt.”
Edith: “Oh ja! Dat herken ik. Ik was altijd bezig met de volgende wedstrijd, hoe het beter kon. Ik was nooit in het nu. Zelfs niet na een goudenmedailleoverwinning. Weet je waarom ik zo blij was met die bronzen plak? Omdat ik toen voor het eerst kon genieten van het moment. Van de wedstrijd. Het was een feestje. Het brons was vooral een overwinning op mezelf.”
Ad: “Maar winnen is toch ook heel lekker, Edith?”
Edith: “In die tijd waarin het glas altijd halfleeg was niet. Vanuit dat perspectief trainde ik en benaderde ik iedereen om me heen. Wantrouwig. En omdat ik dacht dat ik perfect was – ja, dat dacht ik echt – lag het altijd aan die ander als het niet goed ging. Toen, ineens, bleek ik niet zo perfect te zijn. Op mijn dertigste verjaardag had mijn vriend een surpriseparty geregeld, compleet met romantische overnachting en limo. Zo lief! Maar ik voelde er niets bij. Ik was leeg. Ik ben diezelfde avond nog bij hem weggegaan.”
Ad: “Jouw verhaal klinkt als dat van Onno Hamburg, met wie ik een boek schreef over gelukkig werken. Onno had een topbaan op Aruba, geld kwam met bakken binnen, hij leefde in een huis op het strand en kon surfen wanneer hij wilde. Toen hij alles had wat zijn hart begeerde, was hij doodongelukkig. Net als jij. Aan de buitenkant leek het of alles perfect was, maar ergens onderweg was hij toch zichzelf kwijtgeraakt. Dat die binnenkant en buitenkant een beetje matchen is belangrijk voor geluk.”
Edith:“Ik had eerst niet eens door dat het aan mij lag, dat lege gevoel. De wake-upcall kwam van mijn zus, die riep: ‘Edith, als je ziet wat jij allemaal hebt en je dan nog niet happy bent, dan wordt het tijd dat je jezelf eens in de spiegel aankijkt.’ Dat heb ik gedaan. Ik ben met de mentaliteit van een topsporter twee jaar lang, 24 uur per dag, met mezelf aan de slag gegaan, geholpen door een coach. Ik heb echt het licht gezien. Dat ik weer kon voelen was een bevrijding.”
Ad: “Jij hebt het over weer leren voelen. Als het op geluk aankomt, heb je even hard je emotie als verstand nodig. Als ik bijvoorbeeld boos wordt op mijn baas vanwege een slechte beoordeling, kan ik met deuren slaan. Maar dat zal me achtervolgen. Ik kan ook de ratio laten regeren. In dat geval ga ik als ik afgekoeld ben met mijn baas in gesprek om tot een oplossing te komen. Dat levert op termijn een beter gevoel op.”
Edith: “Maar dat bedoel ik niet. Ik heb het over mensen die niet in contact staan met een deel van zichzelf, met hun gevoelsleven. Wat is dat toch? Zijn mensen bang om te voelen? Angst is ook alleen maar liefde, een manier om datgene te beschermen wat je niet wilt verliezen …”
Ad: “Ken je het liedje van ABBA, ‘The day before you came’?”
Edith: “Nee, dat was voor mijn tijd.”
Ad: “Autch! Nu voel ik me oud. Nou vooruit, het gaat over een vrouw die eigenlijk tevreden is met haar leven tot ze hem tegenkomt. Wat ik daarmee wil zeggen, is dat je niet altijd weet wat je zoekt tot het voor je neus staat. Je hebt een zekere geestelijke rijping nodig om te kunnen gaan zoeken naar geluk.”
Gebke: “Edith, jij hebt meegedaan aan het tv-programma Expeditie Robinson. In hoeverre heeft dat bijgedragen aan jouw zoektocht naar geluk?”
Edith: “Ken jij Expeditie Robinson, Ad?”
Ad: “Er gaat geen belletje rinkelen. Ik kijk zelden tv. Maar is het niet zo’n survivalprogramma, waarbij je medekandidaten wegstemt?”
Edith: “Precies! We begonnen met een vrouwen- en een manneneiland. Ik was bij aankomst op Schiphol meteen het buitenbeentje. Iedereen kwam uit Amsterdam. Ik niet. Iedereen had het over seks en drugs. Ik niet. De andere meisjes waren meisjes die begonnen te huilen als een nagel afbrak. Daar zat ik dan met mijn topsportmentaliteit. Uiteindelijk werd ik de eerste ronde al weggestemd met alle zeven stemmen. Nou, dat kwam hard aan! Alsof ik zeven keer afgekeurd werd. Maar ik kreeg een herkansing. Een van de mannen was vrijwillig opgestapt, dus mocht ik blijven. Vanaf dat moment heb ik besloten om van elke seconde op het eiland te genieten. Dat deed ik onder meer door alleen nog oog te hebben voor het goede in mijn medekandidaten. Ik ben met iedereen in gesprek gegaan. Zo kwam ik erachter dat hoe beroemd of succesvol je ook bent, iedereen oploopt tegen zijn eigen issues. Het was een keerpunt. Ik heb die hele expeditie geen stem meer tegen gekregen. Maar bovenal heb ik genoten van het er zijn. Zelfs toen het in de finale fysiek zwaar werd, kon ik alleen maar denken: wat is het hier prachtig! Er gewoon zijn. Dat bleek voor mij de essentie van het leven. En voor jou?”
Ad: “Dat er geen essentie is. Life is only what you make it. Maar die gouwe ouwe ken je vast ook niet.”
Edith: “Hahaha. Zeg Ad, klopt het dat de meeste psychologen psychologie zijn gaan studeren omdat ze zelf een beetje … ehhh … in de war zijn?”
Ad: “Dat is … absoluut herkenbaar. Docenten waarschuwen wel dat dit geen verstandige motivatie is, maar daarmee voorkom je niet dat het gebeurt. Ikzelf kom uit een zeer rationeel nest; mijn ouders moesten niets hebben van het geestelijke, wat mij dan weer nieuwsgierig maakte. Ik heb nog een tijdje iets willen doen met tropische planten om de wereld te redden. Ik ben leerling-verpleegkundige geweest om te kijken of geneeskunde iets voor me was. Maar de hiërarchie stootte me af. Uiteindelijk ben ik gaan studeren wat me leuk leek: psychologie.”
Gebke: “Wat heeft de psychologie je geleerd?”
Ad: “Ik heb een tijd gewerkt als journalist en mocht mijn held, de psycholoog Adriaan de Groot, interviewen. Hij was al op leeftijd, zijn geheugen liet hem in de steek, maar hij bleef schrijven. Ik stelde hem de vraag die jij mij nu stelt. Zijn antwoord was: ‘De psychologie heeft mij veel gebracht, ik weet alleen niet meer wat.’ Ik vond dat toen het meest onbevredigende antwoord dat ik kon krijgen, maar ik kan je geen beter antwoord geven. Het is zozeer onderdeel van mij dat ik niet kan bedenken hoe ik zou zijn zonder de psychologie.”
Edith:“Misschien is dat ook gewoon het beste antwoord. Weet je trouwens wat ik tijdens Expeditie Robinson ook nog leerde? Dat ik niemand nodig heb om gelukkig te zijn.”
Ad: “Helemaal niemand?”
Edith: “Niet in de zin dat het vinden van de juiste man en kinderen krijgen een levensdoel op zich is voor mij. Ik heb zojuist een maand alleen door Australië gereisd. Bijna niemand gezien, het was heerlijk om alleen met mezelf te zijn.”
Ad: “Heb je op dit ogenblik een relatie?
Edith: “Nee. Vorig jaar heb ik mijn grote liefde ontmoet, maar dat is op niets uitgelopen. Hij durfde zich niet volledig te geven en dat heb ik wel nodig. Daar ben ik toen achtergekomen. Ik houd nog steeds van die man. Maar ik ben geen haatdragend mens, ik hoop dat hij gelukkig wordt.”
Ad: “Voor mij draagt verbondenheid met de mensen van wie ik houd wel bij aan geluk.”
Edith: “Dat soort mensen heb ik ook om me heen. Leuker, liever en geweldiger dan ooit. Maar ik denk dat als je in de kern gelukkig bent, het niet uitmaakt wat er gebeurt, dan ben je in de basis gelukkig.”
Gebke: “Klinkt zen. Dus zelfs als je geslagen en gekleineerd wordt?”
Edith: “Zelfs dan. Als je in je kern zo sterk bent, dan raakt het gedrag van de ander je niet, omdat je doorziet wat er achter dat slaan en schelden schuilt. Vaak is het je eigen pijn of verdriet die je met boosheid of agressie laat reageren. Maar als je door je eigen onverwerkte pijn heen bent, dan raakt negatief gedrag van de ander je niet langer.”
Ad: “Nou, dan moeten ze jou maar eens in een boerka hijsen en zeggen dat je geen auto meer mag rijden. Dan ben ik benieuwd hoe je je voelt.”
Edith: “Ik zou het daar best moeilijk mee hebben. Maar uiteindelijk kan ik ook binnen die begrenzingen wel gelukkig zijn. De omstandigheden definiëren niet ons geluk. Je bent de creator van je eigen leven. Daar geloof ik heilig in.”
Ad: “Als je kindsoldaat bent of misbruikt wordt, is geluk niet altijd meer voor je weggelegd.”
Edith: “Ik heb ook nooit gezegd dat gelukkig zijn gemakkelijk is. Het is hard werken. Ik ben elke dag uit mezelf, zonder wekker, om zes uur ’s ochtends – paf – wakker en dan begin ik met een uur mediteren. Dat garandeert me geen honderd procent stressvrij leven. We kunnen namelijk niet altijd oké zijn! Maar als ik me nu rot voel, ga ik er echt voor zitten. Ik haal diep adem en zeg letterlijk: ‘Kom maar op met dat gevoel.’ Dat gevoel mag er nu zijn en dat is het echte verschil met tien jaar geleden.”
“Als je me indertijd had verteld dat ik zou mediteren en bezig was met ademhalingsoefeningen, had ik je keihard uitgelachen. Sterker nog, het idee dat ik met een geluksprofessor in gesprek zou gaan, had ik hilarisch gevonden. Alleen de term al! Daar had ik dan meteen een beeld bij van zo’n man met drie paar gezondheidssandalen in zijn kast. Hokjesdenken gaf een veilig gevoel. Ik overschreeuwde mijn eigen pijn. Maar dat heb ik niet meer nodig om me goed te voelen. Ik kan nu ‘ont-oordelen’ en de ander open, met begrip tegemoet treden. Ik ben echt veel leuker geworden en kan oprecht zeggen dat ik mezelf een lief, mooi en dapper mens vind. Veel mensen vinden dat raar, maar zo voelt het.”
Ad: “Wat gebeurde er dan precies op het moment dat je zus zei: ‘Kijk eens naar jezelf in die spiegel’?”
Edith: “Ik ben keuzes gaan maken die bij me passen.”
Ad: “Maar hoe wist je dat je goed zat? Het ongemakkelijke aan zoeken naar geluk is dat je vooraf namelijk nooit zeker weet of die keuzes goed voor je uitpakken. Het is trial and error. Er is altijd die twijfel. Dat geeft angst en onzekerheid. Geluk kan namelijk kapotvallen. Vandaar dat gemakzucht ofwel niet kiezen ook een aanvaardbare optie is. Soms is goed gewoon goed genoeg. Soms levert stoppen met zoeken je meer geluk op.”
Gebke: “Is geluk überhaupt iets wat je kunt zoeken of vinden?”
Ad: “Dat ligt eraan wat je onder geluk verstaat. Kijk, wat Ediths tweede bronzen medaille was, was voor mij de geboorte van mijn kind. Hij kwam met een keizersnede ter wereld, omringd door massa’s medische zorg. Het was zo’n kwetsbaar begin vol slapeloze nachten en ineens was daar het moment dat ik hem zomaar mocht vasthouden. Ongekend geluk. Van zulke momenten zal ik er niet veel meemaken. Dus als ik dat als ijkpunt voor geluk neem, ziet het er beroerd uit. Geluk is voor mij echter niet de optelsom van hoogtepunten, maar eerder een gemiddelde van al mijn emoties. Verwondering is misschien wel een belangrijkere sleutel tot geluk. Zo las ik ooit over The Cloud Appreciation Society: een groep mensen die dol is op wolken en foto’s online post van de meest fantastische wolkenformaties. Eerst vond ik het flauwekul, maar ik ben gezwicht. Als je erop let, is er elke dag zo veel moois in de lucht te zien. Ik had nooit gedacht dat wolken me zo ontzettend veel plezier en misschien ook wel geluk zouden opleveren.”
Edith: “Het is echt bril af, hokjesgeest uit en kijken zonder oordeel. Prachtig! Blijven dromen vind ik ook zoiets belangrijks. Ik heb zelf om die reden een bucketlist.”
Gebke: “Wat staat daar op?”
Edith: “Ik zou nog wel een groot huis willen in een warm land, waarvan de ene helft bestemd is voor mensen die herstellen van een burn-out. De andere kant is een gezellig restaurant, waar iedereen lekker wat kan eten en drinken.”
Ad: “Klinkt als hard werken.”
Edith: “Dat valt wel mee en als je weet wat je wilt, komt het vanzelf dichterbij.”
Gebke: “En als je niet weet wat je wilt?”
Edith en Ad in koor: “Dan is dat ook prima.”
Edith: “Er is geen goed of fout.”
Ad: “Weten wat je wilt vergroot je focus, waardoor je kansen pakt die je anders laat liggen. Maar zigzaggen is ook een manier om dichter bij geluk te komen.”
• Expeditie Edith, Edith Bosch, Uitgeverij Anthos-Ambo, ISBN 9789026333668, € 19,95
• edithbosch.nl
• grootstegeluk.nl