In een week tijd beleefde Anne Schilder (40) het ene na het andere drama. “Ik zie het niet als straf, ik zie het als leerschool”
BEVALLING
Tijdens mijn eerste bevalling ontstond er een weeënstorm die dik vijf uur duurde. Mijn dochter Melissa werd geboren met de navelstreng een paar keer om haar nek. Ze huilde niet en werd meteen bij me weggehaald. Tijd om me zorgen te maken, kreeg ik niet want zelf bleef ik bloeden. De verpleegkundige liet het lang op z’n beloop. Ze had de ernst van de situatie niet door. Uiteindelijk moest ik als de wiedeweerga naar het ziekenhuis, de bloeding was niet meer te stelpen.
PISNIJDIG
Mijn man stierf duizend doden terwijl ik per ambulance met gillende sirenes werd overgebracht naar een academisch ziekenhuis. Hij kon zijn vrouw én zijn dochter verliezen. Ik wist dat ik op het randje lag en was pisnijdig. De adrenaline spoot door mijn aderen terwijl ik inwendig schreeuwde: “Ik ben nog niet klaar om deze wereld te verlaten. Laat me met rust!” Nog steeds ben ik onder de indruk van de enorme kracht die mijn lichaam op dat moment had. Alles in mij vocht om te overleven. Toen de ambulancebroeders me naar binnendroegen, raakte ik bewusteloos.
WAKKER
Mijn man en familieleden waakten ’s nachts bij mij terwijl mijn dochter op de Intensive Care van een ander ziekenhuis lag. Ze reageerde niet goed op prikkels en op de hersenscan waren ‘wolkjes’ te zien. Niemand kon vertellen wat haar precies scheelde.
Na een paar dagen werd ik wakker, het ergste gevaar was geweken. ’s Middags kwam er bezoek. Iedereen was uitgelaten en opgelucht. Ik voelde me ellendig. Mijn lijf was ziek en overal had ik pijn. En: ik had mijn kind nog steeds niet gezien. Een dag later werd ze ook naar het academische ziekenhuis gebracht, voor verder onderzoek. Ze was nog steeds een ‘hele zieke baby.’ Toen pas sloot ik haar voor het eerst in mijn armen.
HORRORFILM
Na het bezoekuur sloeg het noodlot weer toe. Mijn moeder werd op het zebrapad voor het ziekenhuis geschept door een auto. Ze vloog door de lucht en kwam een paar meter verder op haar hoofd terecht. Drie etages boven mij lag ze in coma met een drain in haar hoofd. Ze was er vreselijk aan toe. Ik wist niet meer wat ik moest denken of voelen. Het leek een horrorfilm. Daar lagen we: kind, moeder en grootmoeder. Op etage drie, vijf en acht van het ziekenhuis. Na elf dagen werd ik ontslagen. Voor Melissa stond het zoveelste onderzoek gepland. Ik was het gesjor en geprik aan mijn meisje spuugzat en had sterk het gevoel dat haar niets mankeerde. Ze was eerder een interessant studieobject voor de artsen in opleiding. Tegen de adviezen in, namen we haar mee naar huis. ‘Als ze niks kunnen vinden, zal ze ook niks hebben’, gaf ik als verklaring.
OVERWINNEN
Melissa ontwikkelde zich volgens de norm en is nu een lieve, mooie meid van veertien. Mijn moeder lag een maand in het ziekenhuis en moest drie maanden revalideren. Helemaal de oude werd ze niet meer, maar ze redt zich aardig. Ikzelf was na een jaar ook hersteld. Na Melissa kregen we nog twee prachtige kinderen, zonder problemen. De moraal? Door die rampperiode in 1996 ben ik dichter bij mijn ware zelf gekomen. Mijn innerlijke vertrouwen is versterkt. Ik weet dat mijn gevoel klopt, ik heb het bewezen. En ik durf nu blind op dat gevoel te varen. De gebeurtenissen in je leven, kun je niet veranderen. Wel de manier waarop je ermee omgaat. Ik heb me nooit slachtoffer gevoeld. Heb nooit gedacht: waarom ik? Het is zoals het is. Deze dingen horen bij het leven. Ik zie het niet als straf, ik zie het als leerschool. Door acceptatie en tijd leer je de obstakels in je leven te overwinnen.