Een nieuw jaar, nieuwe voornemens. Of het nu slanker worden is, meer energie krijgen of lekkerder in je vel zitten, grote kans dat ook jij in 2017 met je eetpatroon aan de slag wilt. Gezond eten was nog nooit zo hot. Maar wat de één gezond vindt, is voor de ander aanstellerij, en omgekeerd. Zelfs in diëtistenland lijkt geregeld oorlog te heersen. Reden genoeg voor redacteur Gebke Verhoeven om drie toonaangevende diëtisten te polsen: wat schaft de gezonde pot in 2017?
Voedingsrellen hebben sinds dit najaar een geheel andere betekenis gekregen. Meestal ontstaan ze omdat mensen niets te eten hebben, maar hier in het land van overvloed werd met modder gegooid naar een stel diëtisten dat een ander geluid liet horen. Het waren de diëtisten Merel en Tessa van het blog The Green Happiness. Voor wie het allemaal gemist heeft: Arjen Lubach haalden dit diëtistenduo door de mangel omdat hun boek Your 50 Days of Green Happiness niet alleen propvol spelfouten zat, maar ook inhoudelijk niet bleek te kloppen. De commotie die ontstond, leek op een volksoproer. En dat om een bord eten! Een plantaardig bord eten, dat dan weer wel, dus zonder vlees, eieren en zuivel. Zo veel ‘zonders’ dat – als je niet uitkijkt – je tekorten oploopt, waarschuwden artsen. De discussie haalde zelfs het NOS-journaal. Dat is nogal wat: gezond eten is nieuwswaardig.
Hoe kan dat? Het gros van Nederland beseft meer dan ooit dat je volproppen met McDonalds je niet fitter, slanker en gelukkiger maakt. Eten doet iets met je lijf. En door goed te eten doe je iets goeds voor je lijf. Maar wat is goed? De adviezen van het Voedingscentrum lijken soms achterhaald en sluiten niet aan bij wat mensen zelf ervaren dat voeding doet. En de gemiddelde diëtist lijkt nog steeds vooral oog te hebben voor minder calorieën en minder vet eten. Vrijwel de enige die lawaai maken, zijn de foodies, die hun visie op hun blogs en in hun (kook)boeken ook nog eens hip en heerlijk weten te verpakken. Waarom wil de doorsneediëtist niet schitteren? Deze en vier andere kwesties leggen we voor aan drie toonaangevende diëtisten, die een duidelijke visie hebben op hoe het anders kan en misschien zelfs moet.
Iedereen veganistisch?
Kwestie 1: Veel foodies gaan vooral voor een veganistisch ofwel plantaardig eetpatroon. Is dit nu echt gezonder?
Walrabenstein vindt van wel: “Wat mij betreft is plantaardig (helemaal of grotendeels) de kant die we met zijn allen op moeten. Als alle Chinezen net zo veel vlees gaan eten als we nu in het westen doen, houd je geen planeet over. Daarnaast zijn er wetenschappelijke aanwijzingen dat mensen met een plantaardig dieet langer en gezonder leven.”
De Lint is minder enthousiast: “Die foodies, zoals de meiden van The Green Happiness, doen alsof de veganistische leefstijl zomaar voor iedereen is weggelegd en dat je er ook gezonder van wordt. Zo is het niet! Vooral kinderen in de groei en jonge meiden in de puberteit lopen op die manier snel tekorten op. Twee weken kun je natuurlijk prima veganistisch eten, maar vijftig dagen – zoals The Green Happiness promoot – is best lang om onvolwaardig te eten. Dan loop je al kans op tekorten aan eiwitten, vitamine B12, calcium, zink en ijzer. Veganistisch eten vind ik prima, maar ga wel even langs een diëtist om na te laten rekenen of je er geen supplementen naast moet slikken. Je wilt immers niet dat kinderen de botten van een tachtigjarige krijgen.”
“Veganistisch eten is superhot en trendy”, bevestigt Berends. “Vooral onder jonge meiden. Maar het is echt heel belangrijk om er niet zomaar aan te beginnen. Verdiep je goed in hoe je gezond veganistisch eet. Je moet namelijk nogal wat groente en fruit naar binnen werken om bijvoorbeeld aan genoeg calcium te komen. Red je dat wel? Past dat in jouw eetpatroon? Kun je dan eten wat je lekker vindt?”
Dom, suf en gebrek aan glamour
Kwestie 2: Waarom weten ‘voedingsgoeroes’ à la Rens Kroes gezond eten verleidelijk en prachtig te presenteren en komt de doorsneediëtist niet verder dan een preek en het advies voor een portie light?
“Dat komt doordat er gewoon ook veel domme diëtisten zijn,” floept Walrabenstein eruit. “Nee, sorry. Stop, dat moet ik anders zeggen! Ik ben absoluut niet tegen mijn beroepsgroep, maar we moeten wel kritisch naar onszelf durven kijken. Diëtisten zijn over het algemeen schatjes. Te lief. Te weinig lef. Maar met empathie alleen kom je er niet.”
“Heb je gezien hoe die foodies eruitzien”, roept Berends uit. “Ze zijn meestal prachtig! Zo wil iedereen eruitzien en die gerechten zijn net als die meiden mooi én lekker. Ze verkopen een gelukzalig gevoel en spelen duidelijk in op een behoefte die kennelijk bij heel veel mensen bestaat.” De glamourfactor doet het hem dus? “Tja, de meeste diëtisten zijn toch een beetje … suf. Suffer dan deze fitgirls in ieder geval.”
“En dat niet alleen. De foodies maken het inderdaad leuk om gezond te gaan leven”, erkent De Lint. “Ik heb in de loop der jaren ontzettend veel mensen voorbij zien komen die een passie hebben voor gezond eten en daar de lekkerste recepten omheen ontwikkelen. Denk aan een Amber Albarda. Dat vind ik alleen maar leuk. Dankzij bijvoorbeeld de antisuikerbeweging is onze keuken ook rijker geworden. Was er eerder alleen kristalsuiker, nu gebruiken we honing, oerzoet, agavestroop en dadels. Niet dat die natuurlijke zoetmiddelen per definitie gezonder zijn, maar we zijn wel gevarieerder gaan eten. Het belangrijkste is dat mensen zoals Amber Albarda ook nooit medische uitspraken hebben gedaan. Dat is het grote verschil met Merel en Tessa van The Green Happiness, die echte diëtisten zijn en desondanks toch halve waarheden of keiharde onzin de wereld in helpen die mensen misschien zelfs kunnen schaden.”
Geen heilige waarheid
Kwestie 3: Valt er ook nog wat te leren van foodies zoals Merel en Tessa?
“Ik wil er eigenlijk maar een ding over kwijt”, zegt Walrabenstein. “Die meiden hebben alles mee – ze zien er goed uit, ze hebben een prachtige opleiding gehad. Ze weten waar ze het over hebben én ze verpakken hun missie prachtig. Ze wisten waar de gaten in hun beargumentering zaten, maar daar hebben ze niets aan willen doen. Jammer! Hadden ze dat wel gedaan, dan hadden ze alleen respect geoogst.”
Een gemiste kans dus? Ja, een gemiste kans, vinden zowel De Lint als Walrabenstein. Maar zouden diëtisten niet veel meer en beter mensen kunnen bereiken als ze kennis met een vleugje glamour weten te verkopen? “Nou en of!”, vindt Berends. “Diëtisten staan al gauw met dat vingertje te wijzen van ‘het moet zus of zo’ en ‘dit mag je niet meer eten en dat ook niet’. Er ligt nog steeds een enorme focus op minder calorieën, minder vet. Dan denk ik: kijk eens om je heen! Er zijn zo veel nieuwe ontwikkelingen op het gebied van voeding en heel veel mensen zijn daarin geïnteresseerd. Als diëtist moet je heel goed kijken naar de persoon die voor je zit en wat die nodig heeft. Om die reden moet je ook goed weten wat leeft op het gebied van voeding.”
Ze vervolgt: “Tijdens de opleiding leer je ontzettend veel over wat voeding met je lichaam doet en hoe je het inzet bij ziekte. Wat dat betreft heb ik een geweldige studie gehad. Maar alle leerstof is gestoeld op de Schijf van Vijf. Pas toen ik bij gezondNU stage liep, ontdekte ik dat er veel verschillende visies op gezond eten zijn. Er is geen heilige waarheid. Als diëtist hoef je niet achter al die verschillende inzichten te staan, maar nogmaals: je moet wel weten wat er leeft. Dan kun je met jouw kennis uitleggen wat in jouw optiek klopt en wat onzin is. De diëtist mag wat mij betreft veel meer een coach worden. Niet iemand die zegt hoe het moet, maar iemand die je inspireert met goede voedingskennis en receptideeën. Je moet mensen helpen om hun eigen gezonde weg te vinden. Daar hoort vaak ook een stukje psyche bij. Bijna iedereen die bijvoorbeeld wil afvallen, krijgt namelijk ooit te maken met een terugval of sugar cravings. Daar kun je mensen op voorbereiden en tips voor geven.”
De Lint kan dit betoog alleen maar onderschrijven. “Er is meer dan de Schijf van Vijf. Dat is alleen maar de basis. Wees nieuwsgierig. Weet wat er speelt.”
Koekje versus banaan
Kwestie 4: Brood is op veel blogs in de ban gedaan. Moeten we bang zijn voor de boterham?
“Eten is niet zwart of wit, niet goed of slecht, niet gezond of ongezond. De gezonde waarheid ligt meestal ergens in het midden”, stelt De Lint. “Er zijn dus ontzettend veel grijstinten. Je kunt brood of melk niet zomaar tot dé zondebok betitelen. Verwacht ook niet dat je door het schrappen van een voedingsmiddel ineens veel gezonder wordt. Gezond eten is de relatie tussen het geheel van alles wat je eet, hoe je lijf voeding verteert, hoe snel je eten verbrandt, hoeveel je beweegt. Het is een complex geheel. Pas daarom op met het schrappen van belangrijke voedingsstoffen zoals koolhydraten en eiwitten. Die heb je nodig! Besef ook dat je niet alleen moet eten wat gezond voor je is, maar ook wat goed voelt en wat je lekker vindt. Haver is bijvoorbeeld perfect voor je lijf, maar ik kan me voorstellen dat elke dag ontbijten met havermout je je strot uitkomt. Tot slot dit: laten we vooral ook niet doorslaan. Neem dat glutenvrij eten. Als je aan een kok in een restaurant vraagt of hij glutenvrij kan koken, dan vraag je nogal wat. Alles, maar dan ook alles, moet apart bereid worden, in een apart deel van de keuken, met apart kookgerei. Voor een procent van de Nederlanders met coeliakie is dat echt nodig, maar ook voor het gros dat gluten minder goed verdraagt of glutenvrij eet om af te vallen?”
Walrabenstein deelt het pleidooi voor meer eetnuance. “Brood kent veel voor- en tegenstanders, maar met brood is op zich niets mis. Aan de andere kant, je kunt prima zonder. Ga dan wel even na of je alle essentiële voedingsstoffen binnenkrijgt. Je kunt namelijk niet zomaar een onderdeel van je voeding wegstrepen. Als je bijvoorbeeld weinig koolhydraten eet, krijg je doorgaans ook weinig B-vitaminen binnen en die combinatie geeft energie. Je moet dus weten wat je doet en dat weten veel mensen niet. Ze zijn nu zo bang voor koolhydraten dat ze een banaan laten liggen, maar wel een koekje nemen. Nou, als je gezond bezig wilt zijn, zeg ik: ‘Doe dan toch maar die banaan.’”
Gezond eten in 2017
Kwestie 5: Wat schaft nu de gezonde pot in 2017?
“Dat is nog niet zo eenvoudig”, erkent Walrabenstein. “Voeding is een heel nieuwe wetenschap. We ontdekken steeds nieuwe dingen. Dus inzichten veranderen steeds. Voeding is ook hartstikke complex. Wetenschappers hebben bijvoorbeeld ontdekt dat mannen die veel wortelen met daarin bètacaroteen eten minder vaak longkanker ontwikkelen. Vervolgens hebben diezelfde wetenschappers bètacaroteen in de vorm van een supplement aan rokende mannen voorgeschreven. Wat bleek? Ze kregen eerder kanker. Blijkbaar zit in die wortel als geheel toch meer dan alleen in dat losse stofje bètacaroteen. Wat dat is, weten we niet. Zo is er veel wat we nog niet snappen. Veganisten bijvoorbeeld hebben over het algemeen een andere darmflora dan vleeseters én ze kampen minder vaak met hart- en vaatziekten. Maar of daar een relatie tussen bestaat? De darmflora is nog behoorlijk onontgonnen terrein.”
“Als je de voedingsrichtlijn van de Gezondheidsraad neemt, heb je een mooie basis te pakken”, stelt De Lint gerust. “Persoonlijk zou ik margarine vervangen door roomboter, maar los daarvan kan ik er prima achter staan. Vergeet bovendien niet dat we het als Nederlanders al best goed doen. Zeventig procent is flexitariër. Deze groep last met regelmaat een vleesloos dagje in of verwerkt standaard minder vlees in de maaltijd. Een prachtige ontwikkeling! ”
Gezond eten volgens de Gezondheidsraad
- Eet veel groenten en fruit.
- Kies voor volkoren granen.
- Eet elke week peulvruchten.
- Neem dagelijks 15 gram ongezouten noten.
- Gebruik dagelijks zuivel.
- Eet eens per week vis, bij voorkeur vette vis.
- Drink dagelijks drie koppen thee.
- Vervang boter, harde margarine en bak- en braadvetten door zachte margarine, vloeibaar bak- en braadvet en plantaardige oliën.
- Vervang ongefilterde door gefilterde koffie.
- Beperk de consumptie van rood vlees en met name bewerkt vlees.
- Drink zo min mogelijk suikerhoudende dranken.
- Drink geen alcohol of in ieder geval niet meer dan één glas per dag.
- Beperk de inname van keukenzout tot maximaal 6 gram per dag.
- Het gebruik van voedingsstofsupplementen is niet nodig, behalve voor mensen die tot een specifieke groep behoren waarvoor een suppletieadvies geldt.
Suiker en vet bij kanker?
Voeding kan een geweldig medicijn zijn. Wat de redactie van gezondNU opvalt, is dat mensen met kanker geregeld – ook van hun diëtist – het advies krijgen om suikerrijk en vet te eten om maar op gewicht te blijven, terwijl het er steeds meer op lijkt dat kanker groeit door suikers. Walrabenstein begeleidt bij het VU Medisch Centrum mensen met kanker. “Ik snap dat dit tegenstrijdig klinkt en soms is het dat ook, maar niet altijd. Ik werk veel met patiënten die naar alle waarschijnlijkheid zullen overlijden aan kanker. Doel is deze mensen zo lang mogelijk zo sterk mogelijk te houden. Als je eenmaal aan bed gekluisterd raakt, lever je aan spierkracht in en word je kwetsbaar. Voor de levenskwaliteit zijn sterke spieren essentieel. Eiwitrijk eten helpt daarbij. Je kunt op veel manieren eiwitrijk eten. Het liefst ga ik voor een bordje bonen of een eitje. Sommige mensen met kanker krijgen echter alleen nog maar een frikandel door hun keel. Als dat ze op de been houdt, is het beter dan niets. Daarnaast eten behoorlijk wat Nederlanders in de basis ongezond. Die mensen wil ik in hun laatste levensfase niet koste wat kost nog een groentestamppotje naar binnen laten werken. Ik kijk vooral (en dat doe ik bij iedereen) naar wat de persoon die tegenover me zit op dat moment nodig heeft. Dat is voor iedereen anders; geen mens is hetzelfde en dat maakt mijn vak zo oneindig boeiend.”
Slanke mensen eten lekker veel
Minder calorieën, minder vet. Dat is de standaardaanpak voor mensen die willen afslanken. Diëtist Walrabenstein denkt daar anders over: “Ik laat mensen die bij me komen in de praktijk standaard een eetdagboekje bijhouden. Daaruit blijkt steevast dat mensen te weinig eten tijdens de maaltijden. Gisteren nog mailde een mevrouw naar aanleiding van mijn dieetadvies: ‘Weet je zeker dat het 90 gram zilvervliesrijst moet zijn?’ En of ik dat zeker weet! Er is een prachtig Italiaans gezegde dat mijn advies weerspiegelt: ‘Eet genoeg. Maar nooit tussen de maaltijden door.’ Dat kan ook prima, zolang je drie keer per dag gezond eet. Dus neem vooral die extra schep groente en nog wat zilvervliesrijst, maar stop met snacken. Als je gezond eet tijdens de maaltijd, zit het wel snor met je kalium, foliumzuur en calcium en schreeuwt je lichaam ook niet om dat toastje brie of die handvol drop. Cravings komen meestal voort uit tekorten. Te weinig, te onvolwaardig eten.”
Deskundigen:
- Diëtist Wendy Walrabenstein is gespecialiseerd in plantaardige voeding en schreef het boek Food Body Mind. Ze heeft een eigen praktijk in Amersfoort en werkt voor het VU Medisch Centrum.
- gezondNU-diëtist Henny de Lint is zit al veertig jaar in het vak en is gespecialiseerd in natuurvoeding.
- Anouk Berends studeerde afgelopen zomer af als diëtist en geeft bedrijfskantines een gezonde metamorfose.
Meer weten:
Food Body Mind, Wendy Walrabenstein, ISBN 978 94 026 009 02, € 19,95