Feit: we worden met z’n allen steeds dikker. Maar: we voelen ons steeds minder dik. Zijn we het buikje (en andere vetrandjes) gaan accepteren? Of is er meer aan de hand? Sinds vijf jaar onderzoekt gezondNU het blote zelfbeeld van de Nederlander. Ook dit jaar. We noteerden een opvallende uitkomst: we voelen ons steeds minder dik. En in ons blootje op het strand voelen we ons steeds lekkerder. De cijfers spreken voor zich; in 2006 voelde vier op de tien vrouwen zich dik in haar bikini op die eerste stranddag. In 2011 is dat nog maar een derde van de vrouwen. En voel je je lekker in je vel? Ja hoor, zegt in 2011 een kwart van de vrouwen. Vijf jaar geleden was dat een op de vijf vrouwen.
Wijzen deze cijfers er op dat we (eindelijk!) ons lichaam accepteren? Kan de vlag uit? “Absoluut niet”, reageert professor dr. Jaap Seidell (hoogleraar voeding en gezondheid bij de VU). “Nooit stond afvallen zo in de belangstelling. Als je ziet hoeveel jonge meisjes, soms al op de basisschool, streng lijnen, dan regeert het slankheidsideaal. En iedereen die ik ken met overgewicht, stort zich direct in de eerst volgende dieethype om die kilo’s maar kwijt te raken. Dus acceptatie van overgewicht? Ho maar.”
De cijfers zijn ook absoluut in tegenspraak met hoeveel we werkelijk wegen. In 2009 was namelijk bijna de helft van alle volwassen Nederlanders te zwaar (53 procent van de mannen en 42 procent van de vrouwen). Hoewel mannen vaker te zwaar zijn dan vrouwen, hebben vrouwen vaker ernstig overgewicht (12 procent).
Oftewel: we worden steeds dikker. Maar voelen ons steeds minder dik.
Lichaamsbeeld en inkomen
Hoe komt het dat we ons steeds minder dik voelen, terwijl meer dan de helft van de Nederlanders wel degelijk overgewicht heeft? Volgens Seidell komt dat omdat niet iedereen een realistisch lichaamsbeeld heeft. “Zo vinden hoogopgeleide vrouwen zichzelf vaak te dik, terwijl ze dat doorgaans niet zijn. En laag opgeleide mannen klagen zelden over hun gewicht, maar zijn vaak wel te zwaar. Ons lichaamsbeeld verschilt per sekse, opleiding en inkomen.”
Ook in het gezondNU-onderzoek komt naar voren dat het lichaamsbeeld van mannen en vrouwen sterk verschilt en niet gelijk loopt met de werkelijkheid. Zo voelen vrouwen zich veel dikker dan mannen (35 procent ten opzichte van 18 procent van de mannen). Terwijl we weten dat het de mannen zijn die meer wegen. Ook voelt bijna de helft van de mannen zich ondanks hun teveel aan kilo’s wel degelijk lekker in hun zwembroek (46 procent). Voor vrouwen is dat maar een kwart (25 procent), terwijl zij minder dik zijn dan mannen.
De reden? Seidell: “Als maatschappij stellen we andere eisen aan het uiterlijk van mannen. Bij een man, en dat begint al heel jong, mag wel wat vlees op zitten, is de heersende opinie. Beter dan zo’n kippenborstje. Voor vrouwen ligt dat anders.”
Voor een realistisch lichaamsbeeld moeten we ook niet alleen op de weegschaal letten, meent Seidell overigens. “Neem je beide ouders. Zijn zij slank van postuur? Of juist wat stevig? Dan zou jij dat ook ongeveer moeten zijn. Dat is een goede maatstaf.”
Hoe zit dat met lijnen -> lijnen we meer?
We worden dikker, lijnen (ws) meer (zelfs tieners). Maar (zo blijkt uit gezondNU-onderzoek) accepteren we onze vetrolletjes beter en voelen we ons minder dik. Kun je stellen dat ons zelfbeeld steeds meer uit de pas loopt met wat er werkelijk aan de hand is?
Twee uurtjes voetbal per week
Twiggy, het extreem magere model uit de jaren zestig, mag vergeten zijn. Haar stempel op het ideale lichaam niet. Slank staat voor mooi, succes en controle.
Dat ideaal heeft echter geen enkel effect gehad op de werkelijke kilo’s die we met z’n allen tellen. Integendeel. Vanaf de jaren zestig is onder volwassenen extreem overgewicht (obesitas) verdubbeld en onder kinderen zelfs verzesvoudigd.
De mensen van toen, op oude tv-beelden en foto’s, leken dus niet alleen slanker, ze wáren het ook. De verklaring daarvoor is volgens Seidell de intrede van televisie, computer plus een overdaad aan voedsel. Ofwel: minder beweging, meer eten.
Jutka Halberstadt is het met hem eens. “Ons natuurlijke evenwicht is verstoord.” Volgens psycholoog Halberstadt zit het als volgt: “De mens is gemaakt om in schaarste te overleven. Suiker, vet en zout eten we veel én graag, omdat die in de natuur zelden voorkomen. Dus als je de kans had, moest je het ervan nemen. Tegenwoordig kun je zo veel suiker, vet en zout eten als je wilt. Tegen die verleiding zijn we van nature niet bestand.”
Toch valt de rekening die we nu betalen, Seidell nog mee. “Ik heb dagboeken gelezen van kinderen die in de jaren vijftig opgroeiden. Als je ziet hoeveel die bewogen, nou, daar kom je tegenwoordig niet aan met twee uurtjes voetbal per week.”
Zitten we aan onze tax?
Er is echter hoop. “Overgewicht neemt de laatste vijf jaar nagenoeg niet toe”, zegt Seidell. Na vijf decennia explosieve gewichtstoename is dit een trendbreuk. Het is voor het eerst dat we nauwelijks zwaarder worden. Zitten we aan onze tax? En is deze ontwikkeling een blijvertje? Dat durft Seidell niet te zeggen. “Dieethits zoals Montignac of Sonja Bakker laten altijd een daling zien in het gemiddelde gewicht, maar nooit lang.”
Er lijkt dus echt iets aan de hand, zegt Seidell. “Volgens mij is die stabilisering het gevolg van de aandacht die er de laatste jaren voor overgewicht is. 25 jaar geleden speelde het nauwelijks een rol. Niet in de onderzoekswereld, niet bij de overheid, niet op het spreekuur van de huisarts. Er werd wel in de bladen over lijnen gesproken, maar niet over overgewicht als gezondheidsprobleem. Nu wel. Die kentering is niet alleen in de media te zien, maar ook in de medische wereld. Zo maken jeugdartsen overgewicht bij kinderen bepreekbaar. Dat gebeurde vroeger niet.”
Maar het kan altijd beter, vindt de hoogleraar voeding. Er moet nog meer ‘gespiegeld’ worden. Seidell: “Huisartsen spreken ons nog te weinig op onze kilo’s aan, daardoor kunnen patiënten ten onrechte het idee krijgen dat het wel goed zit. Overgewicht is een beladen onderwerp. Als je te dik bent, heeft dat niet alleen lichamelijke consequenties, het roept ook associaties op van dom, lui, en gebrek aan wilskracht. Je krijgt dus behalve een lichamelijk, ook een geestelijk stigma. En dat wil uiteraard niemand.”
Kinderen moeten afvallen
Ondanks dat we met zijn allen minder groeien, mogen we de cijfers van nu niet accepteren. Overgewicht wordt in verband gebracht met grote gezondheidsschade. Vooral het aantal mensen met diabetes type 2 wordt naar verwachting veel hoger als het aantal mensen met overgewicht gelijk blijft. Ook het aantal hartinfarcten, beroertes en artrose zal stijgen als we op dit aantal kilo’s blijven steken.
Het zijn niet alleen de ernstige ziektes die mensen met overgewicht eerder treffen. Waar zij ook veel op inboeten, is levenskwaliteit. Pijn in gewrichten, rug en schouders. Slapeloosheid. En natuurlijk ontwikkelen mensen die te zwaar zijn, eerder diabetes en hartkwalen. “Als we het buikje accepteren, moeten we ook accepteren dat er twee keer zo veel ziekenhuizen nodig zijn”, zegt internist dr. Frank van Berkum (bekend van de afvalmethode ‘Slank met dr. Frank’) daarom. Een prikkelende uitspraak.
Toch liever slanker dan. Maar hoe?
Seidell en Halberstadt zetten hun pijlen op kinderen. Zij moeten straks laten zien dat gezond eten geen keuze is, maar een vanzelfsprekendheid. Halberstadt: “Dat is minder ingewikkeld dan op latere leeftijd je leefstijl omgooien. Kinderen die weten wat gezond is, zijn beter opgewassen tegen ongezonde verleidingen. En natuurlijk, mag dat glaasje limonade best, alleen geen liter per dag.”
Het zijn dan ook geen grootse veranderingen, die het tweetal voorstelt. Een schoolmoestuin, een gezond aanbod in kantines, smaaklessen op scholen, het aantrekkelijk prijzen van gezond eten. Het geheim van het succes schuilt hierin: de gezonde leefstijl moet door iedereen gedragen worden. Thuis, op school, in de wijk, bij de opvang, op het werk, bij de sportclub, door de huisarts en op het consultatiebureau. Zo krijg je een zichzelf versterkend proces. Maar dat lukt alleen als iedereen overal dezelfde boodschap predikt.
Ze zien overgewicht een sociale ziekte. En daarom is het belangrijk dat mensen die willen afvallen, gesteund worden bij het gezond gaan leven. Halberstadt: “Hoe groter het overgewicht, hoe meer steun je nodig hebt.” Een diëtist kan helpen, maar je hebt ook je partner, de supermarkt, je buren, restaurants, je vriendinnen, collega’s en familie nodig om succesvol op gewicht te blijven. “It takes a village to raise a child”, hoor je wel eens. Maar je hebt ook een dorp nodig om de epidemie van overgewicht succesvol uit te bannen. Want als je in je eentje aan de wortelen zit en de rest friet eet, houdt niemand het vol. Het hele gezin moet dus gezonder eten. Verleidingen die overal zijn – ook op straat en tv – in de kiem gesmoord. “Het heeft namelijk geen zin als je maar een tijdje gezond leeft”, zegt Halberstadt. “Het is een levenslange marathon.” “Nou ja”, zegt Seidell. “Zo zou ik het niet noemen: meer een wandeltocht.”
gezondNU-blootonderzoek
Steeds minder trots, steeds meer schaamte
Die eerste mooie zomerdag dat we ons in bikini moeten tonen op het strand – hoe voelt dat? Die vraag staat centraal in het gezondNU-blootonderzoek die we sinds 2006 houden en met regelmaat herhalen.
2006 2008 2011 Dik 30% 28% 26% Lekker 32% 30% 35% We zijn ons in vijf jaar tijd steeds minder dik en steeds lekkerder gaan voelen op die eerste zomerdag in badkleding.
In bikini schaam ik me voor:
2006 2008 2011 Buik 40% 41% 47% Benen 20% 19% 24% Heupen 14% 13% 14% Billen 13% 12% 13% Voor welk lichaamsdeel schaamt u zich het meest? De buik staat met stip op één (bijna de helft van alle Nederlanders is niet blij met zijn buik!). Maar wat blijkt; de gemiddelde Nederlander schaamt zich bijna voor elk onderdeel van zijn lijf meer dan vijf jaar geleden.
Zegt u het als een collega te dik is?
‘Nee’ – 54%
‘Ja’ – 46%Overgewicht is overal zichtbaar in onze samenleving. Toch is het moeilijk dit onderwerp aan te kaarten bij geliefden, vrienden of familie. We houden ons dus liever afzijdig. Waarom niet?
- ‘Het is te pijnlijk’ (11%)
- ‘Mensen kunnen het als belediging opvatten’ (14%)
- ‘Het is mijn zaak niet’( 30%)
Gezond verleiden doe je zo
Voor een deel wordt overgewicht niet ‘gevoed’ door eten, maar door onze omgeving. “Reclame en marketing sturen ons om zo veel mogelijk te eten. Het merendeel van de tijd zijn we ons daar niet van bewust,” zegt Halberstadt.
Niet alleen opvoeding, opleiding en sociale status (arme mensen zijn vaak dikker omdat gezond eten duur is) spelen mee bij overgewicht. Eten is ook: verleiden en verleid worden.
Juist mensen met extreme obesitas blijken vaak niet opgewassen tegen deze verleidingskunst.
En als de horeca rookvrij moet zijn, waarom zouden we dan wel kantines gedogen met snoep, chips en patat?
Seidell benadrukt dat hij niet wil dat chips, chocolade en friet verboden worden. Wel: “Gezond eten moet echter meer voor het grijpen liggen.” “Verbieden heeft geen zin”, vult ook Halberstadt aan. “Dan creëer je verboden vruchten.” De gezonde keuze moet vooral leuk, makkelijk en aantrekkelijk zijn.
“Het is niet zo dat kinderen geen fruit en groente willen eten”, stelt Seidell. “Het heeft alles te maken met het aanbod. Als je chocomelk en repen meegeeft, gaat dat op. Maar zet je een fruitmand in de klas neer, gaat óók op. En daarvoor, zo blijkt uit onderzoek, laten kinderen hun Mars liggen.”
De gezonde keuze is echter niet altijd aanwezig. “Als je op een middelbare school een glas water wil drinken, ben je veroordeeld tot wasbak bij een stinkend toilet. En dus nemen scholieren liever een colaatje uit de automaat. Bij wijze van experiment hebben we op een VMBO fonteintjes en watercoolers neergezet. Het was een succes. Het heeft ook alles te maken met presentatie. Kinderen die bepaalde groentes niet lusten, eten ze wel op als je ze presenteert in een zakje van McDonald’s.”
Overgewicht: besmettelijk (zelfs via collega’s)
Alhoewel onze huidige overgewichtprognose stabiel lijkt, is er een uitzondering op deze trend. De groep mensen met extreme obesitas neemt toe. En dat komt niet alleen omdat elk pondje door het mondje gaat, meent Jaap Seidell. “Het is een complex probleem. Je ziet dat bij deze hele dikke mensen erfelijkheid meespeelt, bovendien blijken zij moeilijk verleidingen te kunnen weerstaan.”
Gezond eten alleen helpt dan niet. Vaak is overgewicht een sociale ‘ziekte’. Zo wijst onderzoek uit dat het zich zelfs via sociale netwerken verspreidt. Seidell: “Dikke buren of collega’s: het vergroot de kans om zelf ook te zwaar te worden.” Andersom geldt ook. “Bepaalde beroepen zoals stewardessen en balletdansers lijnen chronisch om maar slank te blijven.” Mensen die een bepaalde achtergrond of cultuur delen, besmetten elkaar zo met kilo’s (ook in positieve zin!).
Mediterrane kilo’s
Bij Turkse en Marokkaanse families slaat overgewicht sneller toe dan bij autochtone Nederlanders. “Hun gastvrijheid doet hen eigenlijk de das om”, zegt Seidell. “Ze komen graag en veel bij elkaar en een beetje gastvrouw zet dan een overvloed aan eten op tafel. Als gast is afslaan onfatsoenlijk.”
En zo gaat het niet alleen bij Turkse en Marokkaanse Nederlanders. “In zijn algemeenheid kun je zeggen dat als je in gezelschap eet, je jezelf aanpast aan de groepsnorm”, verduidelijkt Halberstadt. “Het staat niet netjes om te weinig te eten. Dus eet je vaak (onbewust) meer dan goed voor je is. Verder geldt: hoe rijkelijker de tafel gedekt is, qua variatie en porties, hoe meer een mens op kan. Niet voor niets komen M&M’s in verschillende kleurtjes. Als ze alleen bruin waren, zou je er minder van eten.”
Seidell is met de Turkse en Marokkaanse vrouwen om de tafel gaan zitten om samen strategieën te bedenken hoe je gratievol kan afslaan en hoe je gezonde, lekkere hapjes kan maken. Maar het belangrijkste, en dat geldt voor alle vrouwen, ongeacht hun afkomst, is dat ze leerden om in alle openheid te bespreken dat ze gezonder willen eten.
“Dat zouden alle mensen moeten doen die willen afvallen. Want als je kenbaar maakt dat je gezonder wilt eten, is het niet meer dan logisch dat je omgeving daar rekening mee houdt. Het zou onrespectvol zijn dat niet te doen. Een vegetariër zet je toch ook geen varkensfilet voor? Voor deze groep vrouwen was het trouwens ook een opluchting dat ze niet meer zo hoefden uit te pakken met eten. Het scheelde een hoop competitie in de keuken.”
Opmerkelijke uitspraken
- Weg met de weegschaal! Bekijk liever je beide ouders. Zijn die slank van postuur? Of juist wat stevig? Dan zou u dat ook ongeveer moeten zijn. Het mag best een paar kilo schelen, zolang je je maar goed voelt.
- Mensen met overgewicht belanden daarmee zelden in het ziekenhuis, maar komen wel vaker bij de huisarts.
- Gemiddeld genomen wordt Nederland de laatste vijf jaar nauwelijks nog zwaarder. Uitzondering daarop zijn kinderen en mensen met extreme obesitas. Deze groepen groeien.
3 B’s voor een gezonde lijn
- Wees je bewust dat we als mens gemaakt zijn om te overleven in schaarste. Onze voorkeur voor zoet, zout en vet komt voor uit het feit dat dit in de natuur zelden voorkomt. Als het er is, moet je het er van nemen
- Wees je bewust dat wij ons om vanwege overvloed (zie hierboven) eigenlijk elke dag overeten. We moeten toe naar een nieuwe maat
- Wees bewust dat je zelf kunt kiezen voor gezond
De interviewkandidaten: Wie is wie
- Jaap Seidell is hoogleraar voeding en gezondheid en directeur van de afdeling gezondheidswetenschappen aan de Vrije Universiteit en het VU medisch centrum (Amsterdam). Hij is een internationaal gerenommeerd onderzoeker op het gebied van overgewicht en adviseert onder meer de Wereldgezondheidsorganisatie en de Gezondheidsraad.
- Jutka Halberstadt is psycholoog en doet onderzoek naar obesitas aan de Vrije Universiteit.
Jaap Seidell en Jutka Halberstadt schreven het boek ‘Tegenwicht’ met feiten en fabels over overgewicht.
Tekst: Gebke Verhoeven
Onderzoek: kien.nl